VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een broeikasgasemissieboekhouding voor vervoersdiensten
5.3.2024 - (COM(2023)0441 – C9‑0305/2023 – 2023/0266(COD)) - ***I
Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
Commissie vervoer en toerisme
(Gezamenlijke commissieprocedure – Artikel 58 van het Reglement)
Rapporteurs: Pascal Canfin, Barbara Thaler
ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een broeikasgasemissieboekhouding voor vervoersdiensten
(COM(2023)0441 – C9‑0305/2023 – 2023/0266(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
– gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2023)0441),
– gezien artikel 294, lid 2, artikel 91, lid 1, en artikel 100, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C9‑0305/2023),
– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
– gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[1],
– gezien het advies van het Comité van de Regio’s[2],
– gezien artikel 59 van zijn Reglement,
– gezien het gezamenlijk overleg van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en de Commissie vervoer en toerisme overeenkomstig artikel 58 van het Reglement,
– gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en de Commissie vervoer en toerisme (A9-0070/2024),
1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;
2. verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;
3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.
Amendement 1
Voorstel voor een verordening
Overweging 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(1) Het ondersteunen van de inspanningen voor een betere duurzaamheid en efficiëntie van het vervoerssysteem van de Unie is een eerste vereiste voor het aanhouden van een stabiel traject naar klimaatneutraliteit tegen 2050, waarbij terdege rekening wordt gehouden met de noodzaak om de aanhoudende groei en het concurrentievermogen van de Europese industrie in stand te houden. |
(1) Het ondersteunen van de inspanningen voor een betere duurzaamheid en efficiëntie van het vervoerssysteem van de Unie is een eerste vereiste voor het aanhouden van een stabiel traject naar klimaatneutraliteit uiterlijk tegen 2050, waarbij terdege rekening wordt gehouden met de noodzaak om een eerlijke en inclusieve transitie te verwezenlijken en de aanhoudende groei en het concurrentievermogen van de Europese industrie in stand te houden. |
Amendement 2
Voorstel voor een verordening
Overweging 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(2) Broeikasgasemissieboekhouding wordt in verschillende economische sectoren — waaronder de vervoerssector — gebruikt voor het kwantificeren van de broeikasgasemissiegegevens van specifieke activiteiten van bedrijven en particulieren. Betere informatie over de prestaties van vervoersdiensten vormt een krachtig instrument om vervoersgebruikers de juiste prikkels te geven om duurzamere keuzes te maken en om de zakelijke beslissingen van organisatoren en exploitanten van vervoersdiensten te beïnvloeden. Betrouwbare en vergelijkbare gegevens over broeikasgasemissies zijn de onderliggende voorwaarde voor de totstandbrenging van deze prikkels en daarmee het stimuleren van gedragsverandering bij consumenten en bedrijven om bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen voor de vervoerssector in het kader van de Europese Green Deal52 en de doelstellingen van de Europese klimaatwet. |
(2) Broeikasgasemissieboekhouding wordt in verschillende economische sectoren — waaronder de vervoerssector — gebruikt voor het kwantificeren van de broeikasgasemissiegegevens van specifieke activiteiten van bedrijven en particulieren. Betere informatie over de prestaties van vervoersdiensten vormt een krachtig instrument om de koolstofvoetafdruk van overheidsopdrachten te verkleinen, vervoersgebruikers de juiste prikkels te geven om duurzamere keuzes te maken en om de zakelijke beslissingen van organisatoren en exploitanten van vervoersdiensten te beïnvloeden. Betrouwbare en vergelijkbare gegevens over broeikasgasemissies zijn de onderliggende voorwaarde voor de totstandbrenging van deze prikkels en daarmee het stimuleren van gedragsverandering bij consumenten en bedrijven om bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen voor de vervoerssector in het kader van de Europese Green Deal en de doelstellingen van de Europese klimaatwet. |
__________________ |
__________________ |
52 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s “De Europese Green Deal”, COM(2019) 640 final |
52 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s “De Europese Green Deal”, COM(2019) 640 final |
Amendement 3
Voorstel voor een verordening
Overweging 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(3) Ondanks de toenemende belangstelling van belanghebbenden in de vervoerssector is de algemene toepassing van een broeikasgasemissieboekhouding voor vervoersdiensten nog steeds beperkt. In de meeste gevallen verkrijgen gebruikers geen nauwkeurige informatie over de prestaties van vervoersdiensten, voeren de organisatoren en exploitanten van vervoersdiensten geen berekeningen van hun emissies uit en maken zij hun emissies niet bekend. Met name onder kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) — die de overgrote meerderheid vertegenwoordigen van de bedrijven die vervoersdiensten op de EU-markt aanbieden — wordt onevenredig weinig met een broeikasgasemissieboekhouding gewerkt. |
(3) Ondanks de toenemende belangstelling van belanghebbenden in de vervoerssector is de algemene toepassing van een broeikasgasemissieboekhouding voor vervoersdiensten nog steeds beperkt. In de meeste gevallen verkrijgen gebruikers geen nauwkeurige informatie over de prestaties van vervoersdiensten, voeren de organisatoren en exploitanten van vervoersdiensten geen berekeningen van hun emissies uit en maken zij hun emissies niet bekend. Met name onder kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) — die de overgrote meerderheid vertegenwoordigen van de bedrijven die vervoersdiensten op de EU-markt aanbieden — wordt onevenredig weinig met een broeikasgasemissieboekhouding gewerkt. Daarbij komt dat kmo’s, als zij besluiten een broeikasgasemissieboekhouding te gaan voeren, te maken krijgen met onevenredig veel meer financiële en bureaucratische lasten. |
Amendement 4
Voorstel voor een verordening
Overweging 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(5) In de strategie voor duurzame en slimme mobiliteit van december 202054 wordt verwezen naar stimulansen voor het kiezen van de meest duurzame vervoersopties binnen en tussen de vervoerswijzen. Die stimulansen omvatten de vaststelling van een Europees kader voor de geharmoniseerde meting van broeikasgasemissies in het vervoer en de logistiek op basis van mondiaal erkende normen, dat vervolgens kan worden gebruikt om bedrijven en eindgebruikers een schatting te geven van de koolstofvoetafdruk van hun keuzes; zo kan de vraag van eindgebruikers en consumenten naar duurzamere vervoers- en mobiliteitsoplossingen worden vergroot en greenwashing worden vermeden. |
(5) In de mededeling van de Commissie over de strategie voor duurzame en slimme mobiliteit van december 202054 wordt verwezen naar stimulansen voor het kiezen van de meest duurzame vervoersopties binnen en tussen de vervoerswijzen. Hierbij wordt sterk de nadruk gelegd op de overstap naar vervoer per spoor voor zowel personen als goederen, met concrete doelstellingen voor personen- en goederenvervoer per spoor, waarmee de vervoerssector op concrete wijze kan bijdragen aan de verwezenlijking van de bindende doelstelling uit hoofde van het Unierecht, zoals neergelegd in Verordening (EU) 2021/1119 van het Europees Parlement en de Raad53a, om de nettobroeikasgasemissies tegen 2030 met ten minste 55 % te verminderen ten opzichte van de niveaus van 1990 en de doelstelling om ten laatste in 2050 klimaatneutraliteit te bereiken. Die stimulansen omvatten de vaststelling van een Europees kader voor de geharmoniseerde meting van broeikasgasemissies in het vervoer en de logistiek op basis van mondiaal erkende normen, dat vervolgens kan worden gebruikt om bedrijven en eindgebruikers een schatting te geven van de koolstofvoetafdruk van hun keuzes; zo kan de vraag van eindgebruikers en consumenten naar duurzamere vervoers- en mobiliteitsoplossingen, onder andere in verband met pakketleveringen, worden vergroot en greenwashing worden vermeden. |
__________________ |
__________________ |
|
53 bis Verordening (EU) 2021/1119 van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 2021 tot vaststelling van een kader voor de verwezenlijking van klimaatneutraliteit, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 401/2009 en Verordening (EU) 2018/1999 (“Europese klimaatwet”) (PB L 243 van 9.7.2021, blz. 1). |
54 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s “Strategie voor duurzame en slimme mobiliteit – Het Europees vervoer op het juiste spoor naar de toekomst”, COM(2020) 789 final |
54 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s “Strategie voor duurzame en slimme mobiliteit – Het Europees vervoer op het juiste spoor naar de toekomst”, COM(2020) 789 final |
Amendement 5
Voorstel voor een verordening
Overweging 5 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(5 bis) In het kader van vervoer en logistiek worden de meeste broeikasgassen uitgestoten tijdens het gebruik van voertuigen, de productie van energiedragers en de fabricage van voertuigen. |
Amendement 6
Voorstel voor een verordening
Overweging 6
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(6) Het vaststellen van geharmoniseerde regels voor een broeikasgasemissieboekhouding voor goederen- en personenvervoer is derhalve passend voor het verkrijgen van vergelijkbare cijfers betreffende de broeikasgasemissies van vervoersdiensten, alsook om te voorkomen dat er misleidende informatie over de prestaties ervan wordt verstrekt als gevolg van het kunnen kiezen tussen verschillende methoden voor de berekening van emissies en inputgegevens. Dergelijke regels moeten zorgen voor een gelijk speelveld tussen vervoerswijzen, vervoerssegmenten en de nationale netwerken van de Unie. Dit moet ook bijdragen tot het creëren van stimulansen voor gedragsverandering bij bedrijven en klanten om de broeikasgasemissies van vervoersdiensten te verminderen door middel van de toepassing en het gebruik van vergelijkbare en betrouwbare gegevens over broeikasgasemissies. |
(6) Het vaststellen van geharmoniseerde regels voor een broeikasgasemissieboekhouding voor goederen- en personenvervoer is derhalve passend voor het verkrijgen van vergelijkbare cijfers betreffende de broeikasgasemissies van vervoersdiensten, alsook om te voorkomen dat er misleidende informatie over de prestaties ervan wordt verstrekt als gevolg van het kunnen kiezen tussen verschillende methoden voor de berekening van emissies en inputgegevens. Dergelijke regels moeten zorgen voor een gelijk speelveld tussen vervoersondernemingen uit de EU en vervoersondernemingen uit derde landen, tussen vervoerswijzen en vervoerssegmenten en tussen de nationale netwerken van de Unie. Dit moet ook bijdragen tot het creëren van stimulansen voor gedragsverandering bij publiekrechtelijke instellingen, bedrijven en andere klanten om de broeikasgasemissies van vervoersdiensten te verminderen door middel van de toepassing en het gebruik van vergelijkbare en betrouwbare gegevens over broeikasgasemissies. |
Amendement 7
Voorstel voor een verordening
Overweging 7
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(7) Deze verordening moet voorzien in een referentiekader voor eventuele andere door overheidsinstanties en het bedrijfsleven te nemen emissiereductiemaatregelen, onder meer voor het vaststellen van transparantiebepalingen betreffende broeikasgasemissies in vervoerscontracten, het verstrekken van informatie over broeikasgasemissies van een reis- of leveringsoptie aan passagiers of klanten, of het vaststellen van klimaatgerelateerde criteria voor groene aanbestedingsprocedures. |
(7) Deze verordening moet voorzien in een referentiekader voor de openbaarmaking van broeikasgasemissies op vrijwillige of contractuele basis of op grond van verplichtingen uit hoofde van het Unierecht en het nationale recht. Zij moet voorzien in een referentiekader voor eventuele andere door overheidsinstanties en het bedrijfsleven te nemen emissiereductiemaatregelen, onder meer voor het vaststellen van transparantiebepalingen betreffende broeikasgasemissies in vervoerscontracten, het verstrekken van informatie over broeikasgasemissies van een reis- of leveringsoptie aan passagiers of klanten, of het vaststellen van klimaatgerelateerde criteria voor groene aanbestedingsprocedures. Bij elektronische handel en pakketleveringen moet zij de naleving vergemakkelijken van het vereiste om naast de huidige informatie over de geschatte leverdatum en de kosten ook informatie over de emissies in verband met de verschillende opties te verstrekken. |
Amendement 8
Voorstel voor een verordening
Overweging 8
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(8) Ondanks de voordelen die voortvloeien uit de toegenomen transparantie over de prestaties van vervoersdiensten, zou de verplichte toepassing van deze verordening op alle entiteiten die vervoersdiensten op de markt van de Unie aanbieden, onevenredig zijn en tot buitensporige kosten en lasten leiden. Deze verordening moet dan ook alleen van toepassing zijn op entiteiten die ervoor kiezen of uit hoofde van andere relevante wetgevende en niet-wetgevende regelingen ertoe gebonden zijn om de broeikasgasemissies van goederen- of passagiersvervoersdiensten die op het grondgebied van de Unie beginnen of eindigen, te berekenen en deze informatie openbaar te maken. Dit omvat derhalve diensten waarvan de plaats van herkomst of bestemming zich in een derde land bevindt. |
(8) Ondanks de voordelen die voortvloeien uit de toegenomen transparantie over de prestaties van vervoersdiensten, zou de verplichte toepassing van deze verordening op alle entiteiten die vervoersdiensten op de markt van de Unie aanbieden, onevenredig zijn en tot buitensporige kosten en lasten leiden. Deze verordening moet dan ook alleen van toepassing zijn op entiteiten die ervoor kiezen of uit hoofde van andere relevante wetgevende en niet-wetgevende regelingen ertoe gebonden zijn om de broeikasgasemissies van goederen- of passagiersvervoersdiensten die op het grondgebied van de Unie beginnen of eindigen, te berekenen en deze informatie openbaar te maken. Dit omvat derhalve diensten waarvan de plaats van herkomst of bestemming zich in een derde land bevindt. Om ervoor te zorgen dat alle relevante vervoersdiensten in aanmerking worden genomen en om een gelijk speelveld tussen vervoersentiteiten uit de EU en vervoersentiteiten uit derde landen te waarborgen, moet deze verordening van toepassing zijn op vervoersdiensten die buiten het grondgebied van de Unie beginnen of eindigen, maar waarbij er in de Unie een stop is om passagiers te laten in- of uitstappen of om goederen te laden of te lossen. |
Amendement 9
Voorstel voor een verordening
Overweging 9
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(9) Deze verordening mag niet van toepassing zijn op gegevensbemiddelingsdiensten, zoals die welke multimodale digitale mobiliteitsdiensten aanbieden, wanneer zij niet rechtstreeks broeikasgasemissies van vervoersdiensten berekenen, maar alleen door een betrokken entiteit of een andere relevante natuurlijke of rechtspersoon verstrekte informatie over die emissies openbaar maken. Om de vergelijkbaarheid van die gegevens op de markt te waarborgen, moeten de gegevensbemiddelingsdiensten echter wel gebonden zijn aan relevante regels inzake communicatie en transparantie van de openbaar gemaakte broeikasgasemissiegegevens. |
(9) Deze verordening moet van toepassing zijn op gegevensbemiddelingsdiensten, zoals die welke multimodale digitale mobiliteitsdiensten aanbieden, en digitale navigatiediensten en routeplanningsdiensten, wanneer zij broeikasgasemissies van vervoersdiensten berekenen, inclusief de situatie waarin zij door een betrokken entiteit of andere relevante natuurlijke of rechtspersoon verstrekte informatie over die emissies combineren. Om de vergelijkbaarheid van die gegevens op de markt en tussen de verschillende vervoerswijzen te waarborgen, moeten gegevensbemiddelingsdiensten, wanneer zij geen broeikasgasemissies van vervoersdiensten berekenen maar slechts door een betrokken entiteit of andere relevante natuurlijke of rechtspersoon verstrekte informatie over die emissies openbaar maken, gebonden zijn aan relevante regels inzake communicatie en transparantie van de openbaar gemaakte broeikasgasemissiegegevens. |
Amendement 10
Voorstel voor een verordening
Overweging 9 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(9 bis) Gegevensbemiddelingsdiensten die multimodale digitale mobiliteitsdiensten aanbieden, bieden consumenten meerdere keuzemogelijkheden op basis van de reistijd, de met de reis gemoeide kosten en de vervoerswijze. Die gegevensbemiddelingsdiensten moeten consumenten ook informatie kunnen verstrekken over de broeikasgasemissies van een bepaalde reis. Om die reden moeten de betrokken entiteiten en andere relevante natuurlijke of rechtspersonen ertoe worden verplicht die informatie aan gegevensbemiddelingsdiensten te verstrekken. |
Amendement 11
Voorstel voor een verordening
Overweging 10 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(10 bis) Alle claims op basis van overeenkomstig deze verordening bekendgemaakte outputgegevens moeten volledig in overeenstemming zijn met Richtlijn (EU) (…)/(…) betreffende de staving en het communiceren van uitdrukkelijke milieuclaims (richtlijn groene claims) en Richtlijn (…)/(…) tot wijziging van de Richtlijnen 2005/29/EG en 2011/83/EU wat betreft het versterken van de positie van de consument voor de groene transitie door middel van betere informatie en bescherming tegen oneerlijke praktijken. |
Amendement 12
Voorstel voor een verordening
Overweging 11
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(11) Een van de belangrijkste aspecten van het bij deze verordening vastgestelde geharmoniseerde Uniekader bestaat in een geschikte methode voor de berekening van de broeikasgasemissies van vervoersdiensten. De methode moet ervoor zorgen dat de emissieberekeningen die in een vervoersketen worden uitgevoerd vergelijkbare en nauwkeurige broeikasgasemissiegegevens opleveren, door één enkele reeks methodologische stappen te volgen. In de methode moet ook voldoende rekening worden gehouden met de behoeften van de vervoersmarkt gericht op het voorkomen van onnodige complexiteit en buitensporige lasten en kosten, en de methode moet door de belanghebbenden worden aanvaard. |
(11) Een van de belangrijkste aspecten van het bij deze verordening vastgestelde geharmoniseerde Uniekader bestaat in een geschikte methode voor de berekening van de broeikasgasemissies van vervoersdiensten. De methode moet ervoor zorgen dat de emissieberekeningen die in een vervoersketen worden uitgevoerd vergelijkbare en nauwkeurige broeikasgasemissiegegevens opleveren, door één enkele reeks methodologische stappen te volgen. In de methode moet ook voldoende rekening worden gehouden met de behoeften van de vervoersmarkt gericht op het voorkomen van onnodige complexiteit en buitensporige lasten en kosten, met name voor kmo’s, en de methode moet door de belanghebbenden worden aanvaard. |
Amendement 13
Voorstel voor een verordening
Overweging 12
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(12) De norm EN ISO 14083:2023 — de omgezette versie van ISO-norm 14083:2023 — die in april 2023 door het Europees Comité voor Normalisatie57 is gepubliceerd, is gekozen als referentiemethode voor de berekening van broeikasgasemissies van vervoersdiensten in het kader van deze verordening. Uit de analyse is gebleken dat ISO-norm 14083:2023 de meest relevante en evenredige norm is voor de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening. De emissies worden gekwantificeerd op basis van het “van bron tot wiel”-beginsel, met inbegrip van broeikasgasemissies die voortvloeien uit de energievoorziening en het gebruik van voertuigen tijdens vervoers- en hubactiviteiten. |
(12) De norm EN ISO 14083:2023 — de omgezette versie van ISO-norm 14083:2023 — die in april 2023 door het Europees Comité voor Normalisatie57 is gepubliceerd, moet dienen als referentiemethode voor de berekening van broeikasgasemissies van bron tot wiel van vervoersdiensten in het kader van deze verordening. Uit de analyse is gebleken dat ISO-norm 14083:2023 de meest relevante en evenredige norm is voor de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening, waaronder het realiseren van een snelle toepassing van de broeikasgasemissieboekhouding door actoren op de markt en vergelijkbaarheid van gegevens. De emissies worden gekwantificeerd op basis van het “van bron tot wiel”-beginsel, met inbegrip van broeikasgasemissies die voortvloeien uit de energievoorziening en het gebruik van voertuigen tijdens vervoers- en hubactiviteiten. |
__________________ |
__________________ |
57 https://www.cencenelec.eu |
57 https://www.cencenelec.eu |
Amendement 14
Voorstel voor een verordening
Overweging 12 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(12 bis) EN ISO-norm 14083:2023 heeft zijn beperkingen, met name het feit dat deze geen betrekking heeft op broeikasgasemissies gedurende de hele levenscyclus van vervoersdiensten. Om die reden moet de Commissie onderzoeken of het mogelijk is de reikwijdte van de referentiemethode voor de berekening van broeikasgasemissies van vervoersdiensten in de nabije toekomst aldus uit te breiden dat deze betrekking heeft op de berekening en openbaarmaking van broeikasgasemissies tijdens de gehele levenscyclus van vervoersdiensten. De toekomstige methodologie moet rekening houden met het gebruik van emissievrije voertuigen en de bepalingen van artikel 14, lid 5, van Richtlijn 2003/87/EG. Daartoe moet de Commissie rekening houden met bestaande inspanningen, zoals ISO 14067:2018 en de productcategorieregels voor vervoersdiensten die zijn vastgesteld in het kader van het internationale systeem voor milieuproductverklaringen. |
Amendement 15
Voorstel voor een verordening
Overweging 12 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(12 ter) De Commissie moet er, in samenwerking met het Europees Comité voor Normalisatie en de nationale normalisatie-instellingen van de lidstaten, naar streven de vervoerssector toegang te bieden tot ISO-norm 14083:2023 of tot de gelijkwaardige Europese norm ISO 14083 van het CEN, waarbij de toegang voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (“kmo’s”) zoals gedefinieerd in Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie gratis moet zijn. De normen moeten in de authentieke versie en in alle officiële talen van de Unie toegankelijk zijn, teneinde deze verordening toegankelijker te maken voor iedereen die eraan onderworpen is. |
Amendement 16
Voorstel voor een verordening
Overweging 12 quater (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(12 quater) Onder de emissies gedurende de volledige levenscyclus worden in het algemeen verstaan de broeikasgasemissies van bron tot wiel en de emissies van de productie, het onderhoud en de verwijdering van voertuigen, alsmede, voor zover relevant, de infrastructuur, zoals uiteengezet in Aanbeveling (EU) 2021/2279 van de Commissie. Om redenen van evenredigheid en om de administratieve lasten en uitvoeringskosten te beperken, mag voor de toepassing van deze verordening bij de beoordeling van de emissies gedurende de levenscyclus geen rekening worden gehouden met infrastructuur. |
Amendement 17
Voorstel voor een verordening
Overweging 13
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(13) Het is zaak niet af te wijken van de oorspronkelijke methodologische keuzes uit hoofde van EN ISO-norm 14083:2023, teneinde inconsistenties in de berekening van broeikasgasemissies van vervoersdiensten op de markt te voorkomen, met name in de context van internationale vervoersketens. Het is echter passend om van tijd tot tijd te beoordelen of een aanpassing van EN ISO 14083:2023 vanuit het oogpunt van het beleid van de Unie noodzakelijk is, of toekomstige wijzigingen van die norm die door het Europees Comité voor Normalisatie of een andere bevoegde instantie kunnen worden doorgevoerd. Indien uit deze beoordelingen blijkt dat het risico bestaat dat bepaalde delen van de norm leiden tot onnodige onbalans bij de berekening van broeikasgasemissies van vervoersdiensten in specifieke marktsegmenten, of tot discrepanties tussen die norm en de doelstellingen van deze verordening of andere toepasselijke wetgeving van de Unie, kan de Commissie, in samenwerking met de lidstaten, overwegen het Europees Comité voor Normalisatie te verzoeken de norm dienovereenkomstig te herzien, of overwegen te besluiten dat deel van de norm van het toepassingsgebied van deze verordening uit te sluiten. |
(13) Het is zaak niet af te wijken van de oorspronkelijke methodologische keuzes uit hoofde van EN ISO-norm 14083:2023, teneinde inconsistenties in de berekening van broeikasgasemissies van vervoersdiensten op de markt te voorkomen, met name in de context van internationale vervoersketens. Het is echter passend om periodiek te beoordelen of een aanpassing van EN ISO 14083:2023 vanuit het oogpunt van het beleid van de Unie, waaronder toekomstige wetgeving, noodzakelijk is, of toekomstige wijzigingen van die norm die door het Europees Comité voor Normalisatie of een andere bevoegde instantie kunnen worden doorgevoerd. Indien op basis van deze beoordelingen wordt vastgesteld dat het risico bestaat dat bepaalde delen van de norm leiden tot onnodige onbalans bij de berekening van broeikasgasemissies van vervoersdiensten in specifieke marktsegmenten, of tot discrepanties tussen die norm en de doelstellingen van deze verordening of andere toepasselijke wetgeving van de Unie, kan de Commissie, in samenwerking met de lidstaten, overwegen het Europees Comité voor Normalisatie te verzoeken de norm dienovereenkomstig te herzien, of overwegen te besluiten dat deel van de norm van het toepassingsgebied van deze verordening uit te sluiten. Een wijziging van de norm of van een component die een duidelijk risico met zich meebrengt op onverenigbaarheid met de doelstellingen van deze verordening en andere toepasselijke regels van de Unie, met name met de klimaatdoelstelling op lange termijn van de Unie en de tussentijdse streefcijfers zoals vastgesteld in Verordening (EU) 2021/1119, en met andere klimaatwetgeving van de Unie, moet worden uitgesloten. |
Amendement 18
Voorstel voor een verordening
Overweging 15
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(15) Er kunnen verschillende soorten inputgegevens, waaronder primaire en secundaire gegevens, worden gebruikt voor de berekening van de broeikasgasemissies van vervoersdiensten. Het gebruik van primaire gegevens levert de meest betrouwbare en nauwkeurige resultaten op, en daarom moet prioriteit worden gegeven aan de geleidelijke toepassing van deze gegevens in de processen voor de berekening van broeikasgasemissies. Primaire gegevens kunnen echter onhaalbaar of buitensporig kostbaar zijn voor bepaalde belanghebbenden, met name kmo’s. Het gebruik van secundaire gegevens moet dan ook, onder duidelijke voorwaarden, worden toegestaan. |
(15) Er kunnen verschillende soorten inputgegevens, waaronder primaire en secundaire gegevens, worden gebruikt voor de berekening van de broeikasgasemissies van vervoersdiensten. Het gebruik van primaire gegevens levert de meest betrouwbare en nauwkeurige resultaten op en moet daarom in de processen voor de berekening van broeikasgasemissies verplicht worden gesteld. Aangezien primaire gegevens voor kleine en middelgrote ondernemingen echter onhaalbaar of buitensporig kostbaar kunnen zijn, moet deze verplichting niet gelden voor kmo’s. Het gebruik van secundaire gegevens moet dan ook, onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden, worden toegestaan. Fabrikanten van originele uitrusting moeten kmo’s toegang geven tot in dit kader relevante voertuiggegevens. |
Amendement 19
Voorstel voor een verordening
Overweging 15 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(15 bis) Wanneer een organisator van vervoersdiensten de concrete uitvoering van een vervoersdienst geheel of gedeeltelijk uitbesteedt en besluit de broeikasgasemissiegegevens van de onderaannemer op te nemen in zijn algemene berekening, moet hij zich kunnen baseren op secundaire gegevens met betrekking tot de door de onderaannemer(s) uitgevoerde vervoersdiensten. De flexibiliteit moet geboden worden om gebruik te maken van door een of meer onderaannemers verstrekte secundaire gegevens, zelfs indien primaire gegevens worden gebruikt voor de berekening van broeikasgasemissies die afkomstig zijn van de door andere onderaannemers of door de eigen vloot van de organisator van vervoersdiensten uitgevoerde vervoersdiensten. |
Amendement 20
Voorstel voor een verordening
Overweging 15 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(15 ter) De lidstaten kunnen stimuleringsmaatregelen van administratieve, financiële of operationele aard invoeren om het gebruik van primaire gegevens te bevorderen. Wanneer de lidstaten dergelijke maatregelen invoeren, moeten zij de Commissie hiervan in kennis stellen, zodat de Commissie toezicht kan uitoefenen op de goede werking van de interne markt en een gelijk speelveld kan waarborgen. |
Amendement 21
Voorstel voor een verordening
Overweging 16
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(16) Wat secundaire gegevens betreft, kunnen de broeikasgasemissies van een vervoersdienst worden berekend aan de hand van standaardwaarden of gemodelleerde gegevens. Het gebruik van standaardwaarden en gemodelleerde gegevens moet echter nauwkeurige en betrouwbare informatie opleveren over de broeikasgasemissies van een specifieke vervoersdienst, en de vaststelling van die standaardwaarden en de ontwikkeling van gemodelleerde gegevens moeten dan ook op neutrale en objectieve wijze plaatsvinden, op basis van betrouwbare bronnen en adequate parameters. |
(16) Wat secundaire gegevens betreft, kunnen de broeikasgasemissies van een vervoersdienst worden berekend aan de hand van standaardwaarden of gemodelleerde gegevens. Het gebruik van standaardwaarden en gemodelleerde gegevens moet echter nauwkeurige en betrouwbare informatie opleveren over de broeikasgasemissies van een specifieke vervoersdienst, en de vaststelling van die standaardwaarden en de ontwikkeling van gemodelleerde gegevens, alsook de regelmatige actualisering daarvan, moeten dan ook op neutrale en objectieve wijze plaatsvinden, op basis van betrouwbare bronnen en adequate parameters. Databanken en standaardwaarden die ertoe leiden dat de resulterende emissies te laag zijn in vergelijking met de emissies in de rapportage van primaire gegevens, worden geacht niet te voldoen aan de technische kwaliteitscontroles wat betreft de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van informatie. Die technische kwaliteitscontroles moeten regelmatig worden herhaald. |
Amendement 22
Voorstel voor een verordening
Overweging 17
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(17) Er moet derhalve een EU-basisdatabank met standaardwaarden voor de broeikasgasemissie-intensiteit worden opgezet om de vergelijkbaarheid te verbeteren van de broeikasgasemissieresultaten die bij de toepassing van deze verordening worden verkregen. Echter, gezien de sectorale, nationale en regionale specifieke kenmerken van die standaardwaarden in de Unie, moeten andere relevante door derden beheerde databanken en datasets worden toegestaan, op voorwaarde dat deze aan een technische kwaliteitscontrole op het niveau van de Unie worden onderworpen. |
(17) Er moet derhalve een EU-basisdatabank met standaardwaarden voor de broeikasgasemissie-intensiteit worden opgezet om de vergelijkbaarheid te verbeteren van de broeikasgasemissieresultaten die bij de toepassing van deze verordening worden verkregen. Deze databank moet voldoende gedetailleerd zijn en de sectorale, nationale en regionale specifieke kenmerken in de hele Unie weerspiegelen, en moet aparte tabellen bevatten voor de uiteenlopende vervoerswijzen, en moet tegelijkertijd regelmatig worden geactualiseerd en waar van toepassing de nieuwste technologische ontwikkelingen op het gebied van emissiereductie bevatten. Echter, gezien de sectorale, nationale en regionale specifieke kenmerken van die standaardwaarden in de Unie, moeten andere relevante door derden beheerde databanken en datasets worden toegestaan, op voorwaarde dat deze aan een technische kwaliteitscontrole op het niveau van de Unie worden onderworpen. |
Amendement 23
Voorstel voor een verordening
Overweging 18 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(18 bis) Bij het kwantificeren van emissies in verband met het gebruik van elektriciteit op basis van actuele en nauwkeurige emissie-intensiteitswaarden voor de verschillende lidstaten moet een locatiegebaseerde aanpak worden aangemoedigd, op basis van een reeks actuele en nauwkeurige intensiteitswaarden voor elke lidstaat. Een marktgebaseerde aanpak is verder wenselijk, op voorwaarde dat een goede traceerbaarheid wordt gewaarborgd, door middel van een accrediteerbaar contract met garanties van oorsprong. In de databanken die bij deze verordening worden ingesteld, moeten cijfers worden gebruikt die gebaseerd zijn op een locatiegebaseerde aanpak. |
Amendement 24
Voorstel voor een verordening
Overweging 19
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(19) De ontwikkeling en het onderhoud van de EU-databanken met standaardwaarden voor de broeikasgasemissie-intensiteit en broeikasgasemissiefactoren, alsook de technische kwaliteitscontrole op externe door derden beheerde databanken en datasets, moeten worden uitgevoerd door een neutraal en bevoegd orgaan op EU-niveau. Gezien zijn taak is het Europees Milieuagentschap de meest geschikte partij om de nodige bijstand te verlenen voor de correcte uitvoering van dit deel van de verordening. In voorkomend geval kunnen deze werkzaamheden gebaseerd zijn op een bijdrage van en worden ondersteund door andere sectorale EU-organen, overeenkomstig op zichzelf staand Unierecht. |
(19) De ontwikkeling en het onderhoud van de EU-databanken met standaardwaarden voor de broeikasgasemissie-intensiteit en broeikasgasemissiefactoren, zoals opgericht bij deze verordening, alsook de technische kwaliteitscontrole op externe door derden beheerde databanken en datasets, moeten worden uitgevoerd door een neutraal en bevoegd orgaan op EU-niveau. Gezien zijn taak is het Europees Milieuagentschap de meest geschikte partij om de nodige bijstand te verlenen voor de correcte uitvoering van dit deel van de verordening. In voorkomend geval kunnen deze werkzaamheden gebaseerd zijn op een bijdrage van en worden ondersteund door andere sectorale EU-organen, overeenkomstig op zichzelf staand Unierecht. |
Amendement 25
Voorstel voor een verordening
Overweging 21
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(21) Verordening (EU) 2015/75758 en Richtlijn 2003/87/EG59 schrijven voor dat de CO2-emissies van schepen en luchtvaartuigen verzameld, berekend en jaarlijks gerapporteerd moeten worden. Verordening (EU) 2015/757 en Richtlijn 2003/87/EG kunnen tot op zekere hoogte een aanvulling vormen op de bepalingen van deze verordening, met name wat betreft de productie van gegevens over het brandstofverbruik als input voor het kwantificeren van emissies van vervoersdiensten. Inputgegevens betreffende het genereren van broeikasgasemissies van vervoersdiensten kunnen ook afkomstig zijn van de uitvoering van andere wetgevingskaders, zoals Verordening (EU) 2019/124260 en Verordening (EU) 2019/63161 . |
(21) Verordening (EU) 2015/75758 en Richtlijn 2003/87/EG59 schrijven voor dat de broeikasgasemissies van schepen en luchtvaartuigen verzameld, berekend en jaarlijks gerapporteerd moeten worden. Verordening (EU) 2015/757 en Richtlijn 2003/87/EG kunnen tot op zekere hoogte een aanvulling vormen op de bepalingen van deze verordening, met name wat betreft de productie van gegevens over het brandstofverbruik als input voor het kwantificeren van emissies van vervoersdiensten. Inputgegevens betreffende het genereren van broeikasgasemissies van vervoersdiensten kunnen ook afkomstig zijn van de uitvoering van andere wetgevingskaders, zoals Verordening (EU) 2019/124260, Verordening (EU) 2019/63161 en Verordening (EU) 2023/2405. |
__________________ |
__________________ |
58 Verordening (EU) 2015/757 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende de monitoring, de rapportage en de verificatie van kooldioxide-emissies door maritiem vervoer en tot wijziging van Richtlijn 2009/16/EG (PB L 123 van 19.5.2015, blz. 55). |
58 Verordening (EU) 2015/757 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende de monitoring, de rapportage en de verificatie van kooldioxide-emissies door maritiem vervoer en tot wijziging van Richtlijn 2009/16/EG (PB L 123 van 19.5.2015, blz. 55). |
59 Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32). |
59 Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32). |
60 Verordening (EU) 2019/1242 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot vaststelling van CO2-emissienormen voor nieuwe zware bedrijfsvoertuigen en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 595/2009 en (EU) 2018/956 van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 96/53/EG van de Raad (PB L 198 van 25.7.2019). |
60 Verordening (EU) 2019/1242 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot vaststelling van CO2-emissienormen voor nieuwe zware bedrijfsvoertuigen en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 595/2009 en (EU) 2018/956 van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 96/53/EG van de Raad (PB L 198 van 25.7.2019). |
61 Verordening (EU) 2019/631 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 tot vaststelling van CO2-emissienormen voor nieuwe personenauto’s en nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen, en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 443/2009 en (EU) nr. 510/2011 (herschikking) (Voor de EER relevante tekst). (PB L 111 van 25.4.2019, blz. 13). |
61 Verordening (EU) 2019/631 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 tot vaststelling van CO2-emissienormen voor nieuwe personenauto’s en nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen, en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 443/2009 en (EU) nr. 510/2011 (herschikking) (Voor de EER relevante tekst). (PB L 111 van 25.4.2019, blz. 13). |
Amendement 26
Voorstel voor een verordening
Overweging 22
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(22) Het is passend gemeenschappelijke maatstaven vast te stellen voor de weergave van de broeikasgasemissiegegevens, die ten grondslag liggen aan de vergelijkbaarheid van die gegevens en die een doeltreffende benchmarking van verschillende vervoersdiensten mogelijk maken. Gemeenschappelijke maatstaven moeten ook duidelijke communicatie door gegevensverstrekkers mogelijk maken, alsook duidelijk inzicht voor de ontvangers van gegevens. |
(22) Het is passend gemeenschappelijke maatstaven vast te stellen voor de weergave van de broeikasgasemissiegegevens, die ten grondslag liggen aan de vergelijkbaarheid van die gegevens en die een doeltreffende benchmarking van verschillende vervoersdiensten mogelijk maken. Gemeenschappelijke maatstaven moeten ook duidelijke communicatie door gegevensverstrekkers mogelijk maken, alsook duidelijk inzicht voor de ontvangers van gegevens. In die zin moet de Commissie bij het bepalen van de afstanden, met name in het kader van de vaststelling van de emissie-intensiteit, gedetailleerde regels opstellen inzake de toepassing van de optie “grootcircelafstand” (“GCD”) binnen ISO 14083. Deze regels mogen niet in de weg staan aan het gebruik van primaire gegevens over de werkelijke afstand, bijvoorbeeld in de spoorwegsector. |
Amendement 27
Voorstel voor een verordening
Overweging 23 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(23 bis) De openbaarmaking van informatie over broeikasgasemissies voorafgaand aan de verlening van een vervoersdienst, is van essentieel belang om burgers ertoe aan te zetten een weloverwogen keuze te maken en zorgt ervoor dat entiteiten die deze diensten organiseren of op de markt aanbieden zich bij het nemen van zakelijke beslissingen hierdoor kunnen laten leiden. Om die reden moet informatie over broeikasgasemissies in verband met een specifieke vervoersdienst door de betrokken entiteiten en door gegevensbemiddelingsdiensten waar mogelijk openbaar worden gemaakt voordat de vervoersdienst wordt verleend. Indien de communicatie tussen bedrijven een gedetailleerder niveau van informatie vereist, met name in het kader van logistieke ketens en onderaannemingsrelaties, mag informatie over broeikasgasemissies echter na de verlening van de vervoersdienst openbaar worden gemaakt. |
Amendement 28
Voorstel voor een verordening
Overweging 23 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(23 ter) De gegevensbemiddelingsdiensten moeten worden verplicht om de informatie bij elk zoekresultaat zichtbaar te presenteren en om de ranking op basis van emissies de standaardoptie te laten zijn en daarbij de meest milieuvriendelijke optie als eerste weer te geven, en er tevens voor te zorgen dat de verschillende vervoerswijzen gemakkelijk met elkaar kunnen worden vergeleken, waaronder, in voorkomend geval, het gebruik van een eigen voertuig en het gebruik van de fiets. Bedrijven voor e-handel moeten, naast informatie over de verwachte leverdatum en de kosten, ook informatie over de emissies van de vervoersdiensten in verband met de verschillende mogelijkheden voor pakketlevering vermelden. De outputgegevens met betrekking tot de werkelijke emissies van de vervoersdienst moeten ook worden verstrekt na voltooiing ervan. |
Amendement 29
Voorstel voor een verordening
Overweging 26
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(26) Externe berekeningsinstrumenten die op de markt worden aangeboden voor breder commercieel en niet-commercieel gebruik, kunnen de boekhouding van broeikasgasemissies van vervoersdiensten vergemakkelijken, waardoor het gebruik ervan door een bredere groep belanghebbenden wordt ondersteund. Het gebruik van deze instrumenten moet worden gecertificeerd om te garanderen dat zij voldoen aan de eisen van deze verordening, met name wat betreft het gebruik van de gemeenschappelijke referentiemethode en een passende reeks inputgegevens. |
(26) Externe berekeningsinstrumenten die op de markt worden aangeboden voor breder commercieel en niet-commercieel gebruik, kunnen de boekhouding van broeikasgasemissies van vervoersdiensten vergemakkelijken, waardoor het gebruik ervan door een bredere groep belanghebbenden wordt ondersteund. Het gebruik van deze instrumenten moet worden gecertificeerd om te garanderen dat zij voldoen aan de eisen van deze verordening, met name wat betreft het gebruik van de gemeenschappelijke referentiemethode en een passende reeks inputgegevens. Bij de certificering moet worden gespecificeerd of het berekeningsinstrument berekeningen op basis van primaire gegevens ondersteunt. |
Amendement 30
Voorstel voor een verordening
Overweging 26 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(26 bis) Om een gemeenschappelijke en gemakkelijk vergelijkbare procedure te creëren en om de administratieve en financiële lasten voor entiteiten die hun emissies willen berekenen te verminderen, moet de Commissie een gratis openbaar berekeningsinstrument ontwikkelen dat de toegankelijkheid van outputgegevens waarborgt, dat gemakkelijk te gebruiken is en dat eenvoudig online toegankelijk is. Dit berekeningsinstrument moet vergezeld gaan van richtsnoeren waarin het gebruik van het instrument stapsgewijs wordt toegelicht. De Commissie moet ervoor zorgen dat dit instrument bijdraagt tot bewustwording en een prikkel vormt voor het gebruik van primaire gegevens voor de berekening van broeikasgasemissies. |
Amendement 31
Voorstel voor een verordening
Overweging 27
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
(27) Een goed ontworpen verificatiesysteem voor de conformiteit van de op de markt openbaar gemaakte outputgegevens inzake broeikasgasemissies en de onderliggende berekeningsprocessen met de vereisten van deze verordening, moet het vertrouwen in de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van die gegevens aanzienlijk vergroten. Entiteiten die de conformiteitsbeoordeling met succes hebben ondergaan, moeten bewijs van overeenstemming kunnen verkrijgen dat in de hele Unie algemeen wordt erkend. Het gebruik van primaire gegevens moet in het bewijs van overeenstemming worden aangegeven, met name om het verzamelen en gebruik van primaire gegevens door entiteiten die onder de regels van deze verordening vallen, te stimuleren. |
(27) Een goed ontworpen verificatiesysteem voor de conformiteit van de op de markt openbaar gemaakte outputgegevens inzake broeikasgasemissies en de onderliggende berekeningsprocessen met de vereisten van deze verordening, moet het vertrouwen in de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van die gegevens aanzienlijk vergroten. Entiteiten die de conformiteitsbeoordeling met succes hebben ondergaan, moeten bewijs van overeenstemming kunnen verkrijgen dat in de hele Unie algemeen wordt erkend. In het bewijs van overeenstemming moet worden aangegeven hoe groot het aandeel gebruikte primaire gegevens is, om het verzamelen en gebruik van primaire gegevens door entiteiten die onder de regels van deze verordening vallen, te stimuleren. |
Amendement 32
Voorstel voor een verordening
Overweging 28 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(28 bis) Door middel van een broeikasgasemissieboekhouding op basis van primaire gegevens kan de hoeveelheid verbruikte brandstof of energie in verband met opdrachten van specifieke klanten zichtbaar worden gemaakt, waardoor deze kunnen worden meegewogen bij de berekening van de exploitatiekosten. Vooral in de sector goederenvervoer heeft dit een negatieve invloed op de onderhandelingspositie van kmo’s. Daarom moet het grote ondernemingen niet worden toegestaan om broeikasgasemissies op basis van primaire gegevens op te vragen bij partners in de waardeketen, met name kmo’s. |
Amendement 33
Voorstel voor een verordening
Overweging 29 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
(29 ter) Om te waarborgen dat deze verordening naar behoren wordt toegepast en uitgevoerd, moeten de lidstaten bijdragen aan de handhaving ervan, onder meer door een sanctieregeling vast te stellen. De financiële sancties moeten evenredig en afschrikkend zijn, waarbij in aanmerking genomen moet worden of er sprake is van eventuele herhaalde niet-naleving van de berekenings- en informatieverplichtingen of verstrekking van onjuiste informatie door de betrokken entiteiten. De vastgestelde minimum- of maximumbedragen mogen in geen geval een aansporing vormen voor niet-naleving van de verordening. |
Amendement 34
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Bij deze verordening worden regels vastgesteld voor een broeikasgasemissieboekhouding voor vervoersdiensten die op het grondgebied van de Unie beginnen of eindigen. |
Bij deze verordening worden regels vastgesteld voor de berekening en openbaarmaking van broeikasgasemissies van vervoersdiensten die op het grondgebied van de Unie beginnen of eindigen. |
Amendement 35
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Deze verordening is van toepassing op elke entiteit die goederen- en passagiersdiensten in de Unie aanbiedt of organiseert en de broeikasgasemissies berekent van een vervoersdienst die begint of eindigt op het grondgebied van de Unie, en die uitgesplitste informatie over die emissies aan derden verstrekt voor commerciële of regelgevingsdoeleinden. |
Deze verordening is van toepassing op: |
|
a) entiteiten die goederen- en passagiersvervoersdiensten in de Unie aanbieden of organiseren en de broeikasgasemissies berekenen van een vervoersdienst die begint of eindigt op het grondgebied van de Unie, en die uitgesplitste informatie over die emissies aan derden verstrekken; |
|
b) gegevensbemiddelingsdiensten die broeikasgasemissies van vervoersdiensten berekenen en niet slechts door een betrokken entiteit of andere relevante natuurlijke of rechtspersoon verstrekte informatie over die emissies openbaar maken. |
Amendement 36
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1) “broeikasgas”: gasvormig bestanddeel van de atmosfeer, zowel natuurlijk als antropogeen, dat straling absorbeert en afgeeft bij specifieke golflengten binnen het spectrum van infrarode straling die wordt afgegeven door het aardoppervlak, de atmosfeer en de wolken; |
1) “broeikasgas”: gasvormig bestanddeel van de atmosfeer, zowel natuurlijk als antropogeen, dat straling absorbeert en afgeeft bij specifieke golflengten binnen het spectrum van infrarode straling die wordt afgegeven door het aardoppervlak, de atmosfeer en de wolken, zoals gedefinieerd in het meest recente evaluatierapport van de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering (IPCC); |
Amendement 37
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 13
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
13) “gegevensbemiddelingsdienst”: een rechtspersoon of natuurlijke persoon die op basis van afzonderlijke wettelijke, contractuele of andere relevante regelingen informatie over de broeikasgasemissies van een vervoersdienst verzamelt en openbaar maakt; |
13) “gegevensbemiddelingsdienst”: een rechtspersoon of natuurlijke persoon die informatie over de broeikasgasemissies van een vervoersdienst verzamelt, berekent of openbaar maakt; |
Amendement 38
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 17
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
17) “broeikasgasemissiefactor”: coëfficiënt die wordt gebruikt voor de koppeling tussen de broeikasgasactiviteit en de broeikasgasemissie; |
17) “broeikasgasemissiefactor”: een coëfficiënt die de gegevens over een specifieke broeikasgasactiviteit koppelt aan de broeikasgasemissie; |
Amendement 39
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 18
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
18) “broeikasgasemissies van bron tot wiel”: emissies die de broeikasgaseffecten vertegenwoordigen als gevolg van zowel het gebruik van voertuigen als de energievoorziening van voertuigen; |
18) “broeikasgasemissies van bron tot wiel”: emissies die de broeikasgaseffecten vertegenwoordigen als gevolg van zowel het gebruik van voertuigen als de energievoorziening van voertuigen, en die een deelverzameling vormen van de emissies gedurende de volledige levenscyclus; |
Amendement 40
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 19 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
19 bis) “emissies gedurende de volledige levenscyclus”: de emissies die gelijk zijn aan de som van het overeenkomstige aandeel van de emissies in verband met de aanleg van door het voertuig gebruikte infrastructuur, de emissies in verband met de productie, het onderhoud en het afdanken van het voertuig en de emissies van bron tot wiel; |
Amendement 41
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 23
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
23) “standaardwaarde”: secundaire gegevenswaarde die uit een gepubliceerde bron is afgeleid en die als standaard wordt gebruikt bij het ontbreken van primaire of gemodelleerde gegevens; |
23) “standaardwaarde”: secundaire gegevenswaarde die uit een gepubliceerde bron is afgeleid en door een conformiteitsbeoordelingsinstantie is geverifieerd, en die als standaard wordt gebruikt bij het ontbreken van primaire of gemodelleerde gegevens; |
Amendement 42
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 30 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
30 bis) “organisator van vervoersdiensten”: een entiteit die vervoersdiensten aanbiedt waarbinnen de exploitatie van bepaalde onderdelen van de vervoersketen is uitbesteed aan een of meer entiteiten die deze exploiteren; |
Amendement 43
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 – alinea 1 – punt 30 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
30 ter) “ondervervoerder”: een entiteit die namens een of meer organisatoren van vervoersdiensten op grond van contractuele overeenkomsten vervoersactiviteiten verricht voor een of meer onderdelen van de vervoersketen. |
Amendement 44
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De broeikasgasemissies van vervoersdiensten worden berekend op basis van de methode zoals vastgelegd in de meest recente versie van norm EN ISO 14083:2023, en van de regels in hoofdstuk III van deze verordening. |
1. De broeikasgasemissies van bron tot wiel van vervoersdiensten worden berekend op basis van de methode zoals vastgelegd in de meest recente versie van norm EN ISO 14083:2023, en van de regels in hoofdstuk III van deze verordening. |
Amendement 45
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Uiterlijk op [the date of entry into force of this Regulation] waarborgt de Commissie gratis toegang tot norm EN ISO 14083:2023, via een eenvoudig toegankelijke website. |
Amendement 46
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De Commissie beoordeelt uiterlijk 36 maanden na de datum van toepassing van deze verordening of een aanpassing van enig onderdeel van de in lid 1 bedoelde norm nodig is. |
2. Uiterlijk 36 maanden na de datum van toepassing van deze verordening beoordeelt de Commissie of een aanpassing van enig onderdeel van de in lid 1 bedoelde norm nodig is, met name om te waarborgen dat deze norm in overeenstemming is met de klimaatdoelstelling voor de lange termijn en de tussentijdse klimaatdoelstellingen van de Unie, zoals neergelegd in Verordening (EU) 2021/1119 en andere wetgeving van de Unie inzake klimaat en energie. |
Amendement 47
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Uiterlijk [24 months from the date of entry into force of this Regulation] dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in met een gemeenschappelijke Uniemethode voor de berekening van de broeikasgasemissies gedurende de levenscyclus van alle vervoerswijzen, met name de emissies als gevolg van de fabricage, het onderhoud en de verwijdering van voertuigen. Zij houdt terdege rekening met methodologieën voor emissies gedurende de levenscyclus die zijn ontwikkeld overeenkomstig Verordening (EU) 2019/631, Verordening (EU) 2023/1542 of Verordening (EU) 2019/1242. In het verslag wordt beoordeeld wat voor de toepassing van deze verordening de beste aanpak is bij de toepassing van de gemeenschappelijke methode van de Unie voor de berekening van emissies gedurende de levenscyclus, en het verslag gaat, in voorkomend geval, direct vergezeld van een wetgevingsvoorstel tot wijziging van deze verordening. |
Amendement 48
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 2 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 ter. In het kader van de in lid 2 bedoelde beoordeling beoordeelt de Commissie de haalbaarheid en de economische, milieu-, gezondheids- en sociale gevolgen van de opname in het toepassingsgebied van deze verordening van een boekhouding inzake luchtverontreiniging ten gevolge van vervoersdiensten die op het grondgebied van de Unie beginnen of eindigen. |
Amendement 49
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 – lid 6
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 17 uitvoeringshandelingen vast te stellen teneinde deze verordening aan te vullen om de in lid 1 bedoelde referentiemethode te verduidelijken met het oog op het waarborgen van de uniforme toepassing ervan op de markt waar het de aanpak betreft voor het bepalen van passende parameters die worden gehanteerd om emissies voorafgaand aan de verlening van een dienst te berekenen en, in voorkomend geval, om andere technische parameters in verband met de toewijzing van emissies of de aggregatie van gegevenselementen die niet uitdrukkelijk in die methode worden toegelicht, te verduidelijken. |
6. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 16 gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde deze verordening aan te vullen om de in lid 1 bedoelde referentiemethode te verduidelijken met het oog op het waarborgen van de uniforme toepassing ervan op de markt waar het de aanpak betreft voor het bepalen van passende parameters die worden gehanteerd om emissies voorafgaand aan de verlening van een dienst te berekenen en, in voorkomend geval, om andere technische parameters in verband met de toewijzing van emissies of de aggregatie van gegevenselementen die niet uitdrukkelijk in die methode worden toegelicht, te verduidelijken. |
Amendement 50
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De in artikel 2 bedoelde entiteiten geven voorrang aan het gebruik van primaire gegevens voor de berekening van de broeikasgasemissies van een vervoersdienst. |
1. De in artikel 2 bedoelde entiteiten maken gebruik van primaire gegevens om de broeikasgasemissies van een door hen aangeboden vervoersdienst te berekenen, behalve in geval van diensten die worden aangeboden door micro-, kleine en middelgrote ondernemingen zoals gedefinieerd in Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie. Kmo’s geven voorrang aan het gebruik van primaire gegevens voor de berekening van de broeikasgasemissies van een vervoersdienst. |
Amendement 51
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Als kmo’s optreden als ondervervoerders, kunnen zij secundaire gegevens gebruiken, ook als de organisator van vervoersdiensten primaire gegevens gebruikt voor de berekening van de broeikasgasemissies als gevolg van een door andere ondervervoerders of de eigen vloot verrichte vervoersdienst. |
Amendement 52
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 1 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 ter. De lidstaten kunnen administratieve, financiële of operationele stimuleringsmaatregelen invoeren om het gebruik van primaire gegevens te bevorderen, en stellen in dat geval de Commissie in kennis van de aard van die maatregelen en de duur ervan. |
Amendement 53
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 2 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Het gebruik van secundaire gegevens voor de berekening van broeikasgasemissies van een vervoersdienst is toegestaan onder de volgende voorwaarden: |
2. Het gebruik van secundaire gegevens voor de berekening van broeikasgasemissies van een vervoersdienst is in geval van kmo’s toegestaan onder de volgende voorwaarden: |
Amendement 54
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Uiterlijk op ... [12 months from the date of entry into force of this Regulation] stelt de Commissie overeenkomstig artikel 16 gedelegeerde handelingen vast teneinde deze verordening aan te vullen met gedetailleerde voorschriften voor de toepassing van cut-off-criteria en afwijkingen van de grootcircelafstand. |
Amendement 55
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 – lid 2 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 ter. Fabrikanten van originele uitrusting verlenen kmo’s passende toegang tot relevante voertuiggegevens voor zover dit noodzakelijk is met oog op de naleving van deze verordening en voor zover dit relevant is om kmo’s in staat te stellen accurate gegevens te verzamelen en berekeningen uit te voeren. |
Amendement 56
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De Commissie richt, bijgestaan door het Europees Milieuagentschap, een EU-basisdatabank met standaardwaarden voor de broeikasgasemissie-intensiteit in, als bedoeld in artikel 5, lid 2, punt a), i). |
1. De Commissie zet, bijgestaan door het Europees Milieuagentschap en met gebruikmaking van de deskundigheid van relevante belanghebbenden en andere sectorale EU-organen, binnen 18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening een gratis toegankelijke EU-basisdatabank op met standaardwaarden voor de broeikasgasemissie-intensiteit als bedoeld in artikel 5, lid 2, punt a), i). |
Amendement 57
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Bij het opzetten van de EU-basisdatabank met standaardwaarden voor de broeikasgasemissie-intensiteit als bedoeld in artikel 5, lid 2, punt a), i), maken de Commissie en het Europees Milieuagentschap voor elke vervoerswijze een afzonderlijke tabel aan. |
Amendement 58
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 1 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 ter. Bij de ontwikkeling van de standaardwaarden voor broeikasgasemissie-intensiteit: |
|
a) past de Commissie de locatiegebaseerde benadering toe als voorzien in de in artikel 4 bedoelde norm (“locatiegebaseerde benadering”); |
|
b) houdt de Commissie rekening met de overeenkomstig Richtlijn (EU) 2018/2001 bepaalde broeikasgasemissiefactoren. |
Amendement 59
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 1 quater (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 quater. Wanneer de broeikasgasemissies van door vervoer gebruikte elektriciteit kunnen worden gekwantificeerd met behulp van de locatiegebaseerde benadering en de marktgebaseerde benadering overeenkomstig norm EN ISO 14083:2023, wordt de marktgebaseerde elektriciteitsmix gerapporteerd, mits aan de voorwaarden van bijlage J van genoemde norm is voldaan. |
Amendement 60
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 1 quinquies (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 quinquies. Totdat de EU-basisdatabank is opgezet, kunnen entiteiten andere nationale databanken raadplegen die worden geacht te zijn geverifieerd overeenkomstig artikel 13, lid 8, of die zijn geverifieerd uit hoofde van andere wetgeving van de Unie, mits de mate van aggregatie van de gegevens gelijk is aan de overeenkomstig deze verordening vereiste mate van aggregatie van gegevens. |
Amendement 61
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De Commissie zorgt voor het onderhoud, de actualisering en de voortdurende ontwikkeling van de in lid 1 bedoelde databank, rekening houdend met de ontwikkeling van de stand van de techniek in de vervoerssector en met nieuwe methodologische benaderingen inzake de berekening van broeikasgasemissies. |
2. De Commissie zorgt, ten minste jaarlijks, voor het onderhoud, de actualisering, de voortdurende ontwikkeling en een passend niveau van beveiliging van de in lid 1 bedoelde databank, rekening houdend met de ontwikkeling van de stand van de techniek in de vervoerssector en met nieuwe methodologische benaderingen inzake de berekening van broeikasgasemissies. Alle actualiseringen van de standaardwaarden worden onverwijld openbaar gemaakt. Na een dergelijke actualisering gebruiken de betrokken entiteiten bij de berekening en openbaarmaking van hun broeikasgasemissies de meest recente beschikbare gegevens. |
Amendement 62
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. De Commissie zorgt ervoor, bijgestaan door het Europees Milieuagentschap en met gebruikmaking van de deskundigheid van relevante belanghebbenden, dat er met betrekking tot de standaardwaarden voor de broeikasgasemissie-intensiteit technische kwaliteitscontroles worden uitgevoerd die vergelijkbaar zijn met de controles die worden uitgevoerd met betrekking tot door derden beheerde databanken of datasets. |
Amendement 63
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het publiek heeft gratis toegang tot de in lid 1 bedoelde databank om standaardwaarden voor de emissie-intensiteit te raadplegen of te gebruiken. |
3. De toegang tot de in lid 1 bedoelde databank om standaardwaarden voor de emissie-intensiteit te raadplegen of te gebruiken is eenvoudig, openbaar en gratis. |
Amendement 64
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Een ontwikkelaar van een databank of dataset als bedoeld in artikel 5, lid 2, punt a), ii), dient bij de Commissie een aanvraag in voor een technische kwaliteitscontrole op de standaardwaarden voor broeikasgasemissie-intensiteit die in die databank of dataset zijn opgenomen. De Commissie voert, bijgestaan door het Europees Milieuagentschap, de technische kwaliteitscontrole uit overeenkomstig de voorschriften van de artikelen 4 tot en met 8 van deze verordening. |
1. Een databank of dataset als bedoeld in artikel 5, lid 2, punt a), ii), mag alleen worden gebruikt om secundaire gegevens af te leiden als deze databank of dataset meer gedetailleerde of sectorspecifieke gegevens bevat dan de in artikel 6 bedoelde EU-basisdatabank. Een ontwikkelaar van een databank of dataset als bedoeld in artikel 5, lid 2, punt a), ii), dient bij de Commissie een aanvraag in voor een technische kwaliteitscontrole op de standaardwaarden voor broeikasgasemissie-intensiteit die in die databank of dataset zijn opgenomen. De Commissie voert, bijgestaan door het Europees Milieuagentschap, de technische kwaliteitscontrole uit overeenkomstig de voorschriften van de artikelen 4 tot en met 8 van deze verordening. De technische kwaliteitscontrole wordt uitgevoerd binnen 12 maanden na de formele ontvangst van de aanvraag. |
Amendement 65
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. De technische kwaliteitscontrole van databanken en datasets met standaardwaarden voor broeikasgasemissie-intensiteit als bedoeld in lid 1 omvat een vergelijking tussen emissies zoals gerapporteerd op basis van primaire gegevens en emissies zoals die zouden zijn gerapporteerd bij gebruik van de databank of standaardwaarden, voor equivalente representatieve gebruiksdoelen. Databanken en standaardwaarden die ertoe leiden dat de resulterende emissies te laag zijn in vergelijking met de emissies in de rapportage van primaire gegevens, krijgen bij de technische kwaliteitscontrole een negatieve beoordeling. |
Amendement 66
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 1 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 ter. De technische kwaliteitscontrole waarborgt voorts dat door derden beheerde databanken en datasets voldoen aan de regels van de in artikel 5, lid 2 bis, bedoelde gedelegeerde handeling. |
Amendement 67
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Voor het gebruik van secundaire gegevens overeenkomstig artikel 5, lid 2, punt a), ii), worden alleen databanken en datasets met standaardwaarden voor de broeikasgasemissie-intensiteit gebruikt die positief zijn beoordeeld in het kader van de technische kwaliteitscontrole als bedoeld in lid 1. |
2. Voor het gebruik van secundaire gegevens overeenkomstig artikel 5, lid 2, punt a), ii), worden alleen databanken en datasets met standaardwaarden voor de broeikasgasemissie-intensiteit gebruikt die positief zijn beoordeeld in het kader van de technische kwaliteitscontrole als bedoeld in lid 1. De Commissie publiceert een actuele lijst van de door derden beheerde databanken met standaardwaarden voor de broeikasgasemissie-intensiteit die positief zijn beoordeeld, en houdt deze bij. De actuele lijst is openbaar en kan via een speciaal daarvoor bestemde website worden geraadpleegd. |
Amendement 68
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De technische kwaliteitscontrole moet uiterlijk 24 maanden na de datum van toepassing van deze verordening plaatsvinden. Een aantekening van een positieve beoordeling van deze kwaliteitscontrole is twee jaar geldig. |
3. De technische kwaliteitscontrole moet uiterlijk twaalf maanden na de in lid 1 vermelde datum van toepassing plaatsvinden. Een aantekening van een positieve beoordeling van deze kwaliteitscontrole is twee jaar geldig. |
Amendement 69
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 – lid 4 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. De toegang tot de in lid 1 bedoelde databank om standaardwaarden voor de emissie-intensiteit te raadplegen of te gebruiken is openbaar en is gratis voor kmo’s. |
Amendement 70
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De Commissie richt, bijgestaan door het Europees Milieuagentschap, een centrale EU-databank van standaard broeikasgasemissiefactoren in, als bedoeld in artikel 5, lid 2, punt b). |
1. Uiterlijk ... [12 months from the date of entry into force of this Regulation] zet de Commissie, bijgestaan door het Europees Milieuagentschap en met gebruikmaking van de deskundigheid van relevante belanghebbenden en andere sectorale EU-organen, een centrale EU-databank op van standaard broeikasgasemissiefactoren als bedoeld in artikel 5, lid 2, punt b). |
Amendement 71
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. Bij de ontwikkeling van de standaard broeikasgasemissiefactoren: |
|
a) past de Commissie de locatiegebaseerde benadering toe als voorzien in de in artikel 4 bedoelde norm (“locatiegebaseerde benadering”); |
|
b) houdt de Commissie rekening met de overeenkomstig Richtlijn (EU) 2018/2001 bepaalde broeikasgasemissiefactoren. |
Amendement 72
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 1 ter (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 ter. Wanneer de broeikasgasemissies van door vervoer gebruikte elektriciteit kunnen worden gekwantificeerd met behulp van de locatiegebaseerde benadering en de marktgebaseerde benadering overeenkomstig norm EN ISO 14083:2023, wordt de marktgebaseerde elektriciteitsmix gerapporteerd, mits aan de voorwaarden van bijlage J van genoemde norm is voldaan. |
Amendement 73
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 1 quater (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 quater. Totdat de centrale EU-databank is opgezet, kunnen entiteiten andere nationale databanken raadplegen die worden geacht te zijn geverifieerd overeenkomstig artikel 13, lid 8, of die zijn geverifieerd uit hoofde van andere wetgeving van de Unie, mits de mate van aggregatie van de gegevens gelijk is aan de overeenkomstig deze verordening vereiste mate van aggregatie van gegevens. |
Amendement 74
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De Commissie zorgt, bijgestaan door het Europees Milieuagentschap, voor het onderhoud, de actualisering en de voortdurende ontwikkeling van de in lid 1 bedoelde databank, rekening houdend met de ontwikkeling van de stand van de techniek in de vervoerssector en met nieuwe methodologische benaderingen inzake de berekening van broeikasgasemissies. |
2. De Commissie zorgt, bijgestaan door het Europees Milieuagentschap, ten minste jaarlijks, voor het onderhoud, de actualisering, de voortdurende ontwikkeling en een passend beveiligingsniveau van de in lid 1 bedoelde databank, rekening houdend met de ontwikkeling van de stand van de techniek in de vervoerssector en met nieuwe methodologische benaderingen inzake de berekening van broeikasgasemissies. Alle actualiseringen van de standaardwaarden worden onverwijld openbaar gemaakt. Na een dergelijke actualisering gebruiken de betrokken entiteiten bij de berekening en openbaarmaking van hun broeikasgasemissies de meest recente beschikbare gegevens. |
Amendement 75
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het publiek heeft gratis toegang tot de in lid 1 bedoelde databank om standaard broeikasgasemissiefactoren voor energiedragers in het vervoer te raadplegen of te gebruiken. |
3. De toegang tot de in lid 1 bedoelde databank om standaard broeikasgasemissiefactoren voor energiedragers in het vervoer te raadplegen of te gebruiken is eenvoudig, openbaar en gratis. |
Amendement 76
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 8 bis |
|
Bestuurlijke ondersteuning voor het midden- en kleinbedrijf |
|
1. Uiterlijk [12 months after entry into force of this Regulation] presenteert de Commissie een vereenvoudigd berekeningsinstrument voor kmo’s, dat openbaar toegankelijk, gebruikersvriendelijk en gratis is, overeenkomstig artikel 11. Het gaat vergezeld van richtsnoeren waarin stapsgewijs en duidelijk wordt uitgelegd hoe het berekeninginstrument werkt. |
|
2. De Commissie monitort het risico dat de gegevens die uit hoofde van deze verordening worden verstrekt door kmo’s die als onderaannemers optreden, door organisatoren van vervoersdiensten kunnen worden gebruikt voor oneerlijke marktpraktijken. Uiterlijk ... [2 years from the date of entry into force of this Regulation] dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in. Dat verslag gaat zo nodig vergezeld van een wetgevingsvoorstel om te voorzien in maatregelen ter bescherming van de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige gegevens. |
Amendement 77
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 – lid 3 – inleidende formule
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. De outputgegevens bestaan ten minste uit de totale massa kooldioxide-equivalent (CO2e) per vervoersdienst en, voor de betreffende soort vervoersdienst, ten minste een van de volgende gegevenseenheden: |
3. De outputgegevens bestaan uit de totale massa kooldioxide-equivalent (CO2e) per vervoersdienst en, voor de betreffende soort vervoersdienst, ten minste een van de volgende gegevenseenheden: |
Amendement 78
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De betrokken entiteiten maken de outputgegevens op duidelijke en ondubbelzinnige wijze openbaar. Wanneer de betrokken entiteiten outputgegevens openbaar maken, nemen zij in de begeleidende mededeling bij deze bekendmaking de volgende verklaring op: “Broeikasgasemissies van bron tot wiel, berekend overeenkomstig Verordening [verwijzing naar deze verordening] van het Europees Parlement en de Raad”, in ten minste één van de officiële talen van de EU en, indien mogelijk, in een officiële taal van een lidstaat op het grondgebied waar de dienst wordt verricht. |
1. De betrokken entiteiten maken de outputgegevens op duidelijke en ondubbelzinnige wijze openbaar, waar mogelijk vóór de verlening van een vervoersdienst of sluiting van een overeenkomst. Wanneer de betrokken entiteiten outputgegevens openbaar maken, nemen zij in de begeleidende mededeling bij deze bekendmaking de volgende verklaring op: “Broeikasgasemissies van bron tot wiel, berekend overeenkomstig Verordening (EU) [verwijzing naar deze verordening]”, in ten minste één van de officiële talen van de EU en, indien mogelijk, in een officiële taal van een lidstaat op het grondgebied waar de dienst wordt verricht. |
Amendement 79
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 1 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
1 bis. De betrokken entiteiten kunnen ervoor kiezen de volgende informatie zichtbaar weer te geven: |
|
a) of hun gegevens onderworpen zijn aan de jaarlijkse verificatie; |
|
b) of zij primaire gegevens hebben gebruikt, in welk geval de van primaire gegevens afgeleide variabelen moeten worden verstrekt; |
|
c) of zij gebruik hebben gemaakt van het bij artikel 9, lid 2 bis, vastgestelde EU-berekeningsinstrument. |
Amendement 80
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Indien outputgegevens door een gegevensbemiddelingsdienst worden verkregen en openbaar worden gemaakt op basis van afzonderlijke regelingen, zijn de regels van lid 1 en artikel 9, lid 3, van toepassing. Bij de openbaarmaking van outputgegevens neemt de gegevensbemiddelingsdienst een verwijzing naar de bron van deze gegevens op. |
2. Indien outputgegevens door een gegevensbemiddelingsdienst, met name diensten voor digitale navigatie en reisrouteplanning, openbaar worden gemaakt op basis van afzonderlijke regelingen, zijn de regels van lid 1 en artikel 9, lid 3, van toepassing. Bij de openbaarmaking van outputgegevens neemt de gegevensbemiddelingsdienst een verwijzing naar de bron van deze gegevens op. |
Amendement 81
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Informatie over broeikasgasemissies van een vervoersdienst wordt door een betrokken entiteit of andere relevante natuurlijke of rechtspersoon verstrekt aan digitalegegevensbemiddelingsdiensten. De digitalegegevensbemiddelingsdiensten die die outputgegevens openbaar maken presenteren de informatie zichtbaar bij elk zoekresultaat en waarborgen dat de ranking op basis van emissies de standaardoptie is en geven daarbij de meest milieuvriendelijke optie als eerste weer, en waarborgen tevens dat de verschillende vervoerswijzen gemakkelijk met elkaar kunnen worden vergeleken, waaronder, in voorkomend geval, het gebruik van een eigen voertuig en het gebruik van de fiets. |
Amendement 82
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 4 – punt b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) het bewijs wordt beschikbaar gesteld op verzoek van een bevoegde autoriteit of een andere derde, voor zover afzonderlijke wettelijke of contractuele regelingen van toepassing zijn; |
b) het bewijs wordt beschikbaar gesteld op verzoek van een bevoegde autoriteit, overeenkomstig de voorschriften van de in artikel 13, lid 9, bedoelde gedelegeerde handeling, of een andere derde, voor zover afzonderlijke wettelijke of contractuele regelingen van toepassing zijn; |
Amendement 83
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De in lid 5 bedoelde outputgegevens en bewijzen worden op duidelijke en ondubbelzinnige wijze vastgesteld, in ten minste één van de officiële talen van de Unie. Indien mogelijk worden zij beschikbaar gesteld in de vorm van een weblink, QR-code of een daaraan gelijkwaardige vorm. |
5. De in lid 4 bedoelde outputgegevens en bewijzen worden op duidelijke en ondubbelzinnige wijze vastgesteld, in ten minste één van de officiële talen van de Unie. Zij worden op geharmoniseerde en eenvoudige wijze beschikbaar gesteld in de vorm van een weblink, QR-code of een daaraan gelijkwaardige vorm, met het oog op de interoperabiliteit van outputgegevens en bewijzen tussen verschillende aanbieders van vervoersdiensten. |
Amendement 84
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 – lid 7
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. Elke ontvanger van outputgegevens en bewijzen als bedoeld in lid 5, neemt maatregelen om de vertrouwelijkheid van relevante commerciële gegevens die overeenkomstig deze verordening worden verwerkt en meegedeeld, te waarborgen, en zorgt ervoor dat deze gegevens alleen na toestemming geraadpleegd, verwerkt en openbaar gemaakt kunnen worden. |
7. Elke ontvanger van outputgegevens en bewijzen als bedoeld in lid 4, neemt maatregelen om de vertrouwelijkheid van relevante commerciële gegevens die overeenkomstig deze verordening worden verwerkt en meegedeeld, te waarborgen, en zorgt ervoor dat deze gegevens alleen na toestemming geraadpleegd, verwerkt en openbaar gemaakt kunnen worden. |
Amendement 85
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Op aanvraag van een ontwikkelaar van een berekeningsinstrument beoordeelt een conformiteitsbeoordelingsinstantie of het berekeningsinstrument voldoet aan de eisen van de artikelen 4 tot en met 9. Als het resultaat van de beoordeling positief is, geeft de conformiteitsbeoordelingsinstantie een conformiteitscertificaat voor het berekeningsinstrument af voor de toepassing van deze verordening. Als het resultaat van de beoordeling negatief is, verstrekt de conformiteitsbeoordelingsinstantie de aanvrager de redenen voor die negatieve beoordeling. |
2. Op aanvraag van een ontwikkelaar van een berekeningsinstrument beoordeelt een conformiteitsbeoordelingsinstantie of het berekeningsinstrument voldoet aan de eisen van de artikelen 4 tot en met 9. Als het resultaat van de beoordeling positief is, geeft de conformiteitsbeoordelingsinstantie een conformiteitscertificaat voor het berekeningsinstrument af voor de toepassing van deze verordening, waarbij wordt gespecificeerd of het instrument berekeningen op basis van primaire gegevens ondersteunt. Als het resultaat van de beoordeling negatief is, verstrekt de conformiteitsbeoordelingsinstantie de aanvrager de redenen voor die negatieve beoordeling. |
Amendement 86
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. De berekeningsinstrumenten die intern door een entiteit worden gebruikt voor de berekening van de broeikasgasemissies van een vervoersdienst overeenkomstig deze verordening, worden ook afgestemd op de eisen van de in artikel 4, lid 1, bedoelde referentiemethode. |
Amendement 87
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De Commissie publiceert op haar officiële website een lijst van alle berekeningsinstrumenten die overeenkomstig de leden 1 en 2 zijn gecertificeerd. |
5. De Commissie publiceert op haar officiële website een gemakkelijk toegankelijke lijst van alle berekeningsinstrumenten die overeenkomstig de leden 1 en 2 zijn gecertificeerd, alsook een link naar de in lid 3 bedoelde websites. |
Amendement 88
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De in artikel 9 bedoelde outputgegevens worden gecontroleerd op hun conformiteit met de voorschriften van de artikelen 4 tot en met 9 van deze verordening. |
1. De in artikel 9 bedoelde outputgegevens worden gecontroleerd op hun conformiteit met de voorschriften van de artikelen 4 tot en met 9 van deze verordening. Deze verificatie wordt ten minste eenmaal per jaar uitgevoerd overeenkomstig de in artikel 13, lid 9, bedoelde gedelegeerde handelingen. Verificatie kan ook worden aangevraagd door de conformiteitsbeoordelingsinstantie, een andere betrokken entiteit of haar klanten. |
Amendement 89
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De in lid 1 bedoelde verificatievereisten zijn van toepassing op de in artikel 2 bedoelde betrokken entiteiten, met uitzondering van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen als bedoeld in Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie66. Micro-, kleine en middelgrote ondernemingen kunnen de verificatieprocedure op eigen verzoek ondergaan. |
2. De in lid 1 bedoelde vereisten met betrekking tot de jaarlijkse verificatie zijn van toepassing op de in artikel 2 bedoelde betrokken entiteiten, met uitzondering van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen als bedoeld in Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie66. Micro-, kleine en middelgrote ondernemingen kunnen de verificatieprocedure op eigen verzoek ondergaan. |
__________________ |
__________________ |
66 Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36). |
66 Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36). |
Amendement 90
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De in artikel 14 bedoelde conformiteitsbeoordelingsinstantie verifieert de betrouwbaarheid, geloofwaardigheid, verenigbaarheid en nauwkeurigheid van de door een betrokken entiteit openbaar gemaakte outputgegevens. |
1. De in artikel 14 bedoelde conformiteitsbeoordelingsinstantie verifieert de betrouwbaarheid, geloofwaardigheid, verenigbaarheid en nauwkeurigheid van de door een betrokken entiteit openbaar gemaakte outputgegevens. Deze verificatie wordt ten minste eenmaal per jaar uitgevoerd overeenkomstig de gedetailleerde voorschriften in de gedelegeerde handelingen als bedoeld in artikel 13, lid 9. |
Amendement 91
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 2 – punt b
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
b) de bron(nen) van de voor de berekening gebruikte inputgegevens; |
b) de bron(nen) van de voor de berekening gebruikte inputgegevens en het aandeel gebruikte primaire gegevens; |
Amendement 92
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 2 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
2 bis. Bij gegevensbemiddelingsdiensten richt de verificatie zich op de vraag of zij gebruikmaken van algoritmen die ervoor zorgen dat informatie correct en op naar behoren gesorteerde wijze wordt weergegeven, inclusief de ranking op basis van emissies als standaardoptie, en of de verschillende filters en aandachtspunten in verband met de gegevenskwaliteit worden toegepast, als bedoeld in artikel 10, lid 2 bis. |
Amendement 93
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 3 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Wanneer de entiteit voor de in de eerste zin van artikel 9, lid 1, bedoelde outputgegevens gebruikmaakt van haar eigen berekeningsinstrumenten, beoordeelt de conformiteitsbeoordelingsinstantie of deze instrumenten voldoen aan de eisen van de in artikel 4, lid 1, bedoelde referentiemethode. |
Amendement 94
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 4
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. Indien uit de verificatiebeoordeling blijkt dat er sprake is van onjuiste berekeningen of niet-naleving van de artikelen 4 tot en met 9 van deze verordening, stelt de conformiteitsbeoordelingsinstantie de betrokken entiteit daarvan tijdig in kennis. Die entiteit moet vervolgens de berekening corrigeren of non-conformiteiten verhelpen teneinde het verificatieproces te kunnen voltooien. |
4. Indien uit de verificatiebeoordeling blijkt dat er sprake is van onjuiste berekeningen of niet-naleving van de artikelen 4 tot en met 9 van deze verordening, stelt de conformiteitsbeoordelingsinstantie de betrokken entiteit daarvan onverwijld in kennis. Die entiteit moet vervolgens de berekening corrigeren of non-conformiteiten verhelpen teneinde het verificatieproces te kunnen voltooien. |
Amendement 95
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 4 bis (nieuw)
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Als de entiteit na ten minste twee kennisgevingen van de conformiteitsbeoordelingsinstantie weigert de berekeningen te corrigeren of non-conformiteiten met betrekking tot de artikelen 4 tot en met 9 van deze verordening te verhelpen, leidt de bevoegde autoriteit op verzoek van de conformiteitsbeoordelingsinstantie een sanctieprocedure in overeenkomstig de gedetailleerde voorschriften in de gedelegeerde handeling als bedoeld in lid 9. De vastgestelde sancties zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend, waarbij in voorkomend geval onder meer rekening kan worden gehouden met de economische voordelen die de betrokken entiteit heeft gegenereerd of naar verwachting zal genereren in verband met de niet-naleving. |
Amendement 96
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 5
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De betrokken entiteit verstrekt aan de conformiteitsbeoordelingsinstantie alle voor de uitvoering van de verificatieprocedures benodigde aanvullende informatie. De conformiteitsbeoordelingsinstantie kan tijdens het verificatieproces controles uitvoeren om de betrouwbaarheid van gegevens en berekeningen te bepalen. |
5. De betrokken entiteit verstrekt binnen dertig dagen aan de conformiteitsbeoordelingsinstantie alle voor de uitvoering van de verificatieprocedures benodigde aanvullende informatie. De conformiteitsbeoordelingsinstantie kan tijdens het verificatieproces controles uitvoeren, overeenkomstig de gedetailleerde voorschriften in de gedelegeerde handeling als bedoeld in lid 9, om de betrouwbaarheid van gegevens en berekeningen te bepalen. |
Amendement 97
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 6
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Na voltooiing van de verificatie stelt de conformiteitsbeoordelingsinstantie in voorkomend geval een bewijs van overeenstemming op waarin wordt bevestigd dat de outputgegevens voldoen aan de respectieve eisen van deze verordening. |
6. Na voltooiing van de verificatie stelt de conformiteitsbeoordelingsinstantie een bewijs van overeenstemming op waarin wordt bevestigd dat de outputgegevens voldoen aan de respectieve eisen van deze verordening en waarin wordt gespecificeerd of de entiteit gebruikmaakt van primaire gegevens. |
Amendement 98
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 7
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
7. De betrokken conformiteitsbeoordelingsinstantie stelt een actuele lijst op van de entiteiten die de verificatie overeenkomstig de leden 1 tot en met 6 hebben ondergaan, en houdt deze lijst bij. Uiterlijk op 31 maart van elk jaar stelt de conformiteitsbeoordelingsinstantie de Commissie in kennis van die lijst. |
7. De betrokken conformiteitsbeoordelingsinstantie stelt een actuele lijst op van de entiteiten die de jaarlijkse verificatie overeenkomstig de leden 1 tot en met 6 hebben ondergaan, en houdt deze lijst bij. Uiterlijk op 31 maart van elk jaar stelt de conformiteitsbeoordelingsinstantie de Commissie in kennis van die lijst. |
Amendement 99
Voorstel voor een verordening
Artikel 13 – lid 9
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
9. De Commissie stelt overeenkomstig artikel 17 uitvoeringshandelingen vast met gedetailleerde voorschriften voor de verificatie van de outputgegevens en het daarmee verband houdende bewijs van overeenstemming. Die voorschriften omvatten bepalingen met betrekking tot het in artikel 10, lid 5, bedoelde bewijs en de in artikel 10, lid 4, bedoelde mededelingsrechten in verband met het gebruik van primaire gegevens. |
9. De Commissie stelt overeenkomstig artikel 16 gedelegeerde handelingen vast met gedetailleerde voorschriften voor de verificatie van de outputgegevens, het daarmee verband houdende bewijs van overeenstemming en sanctieprocedures. Die voorschriften omvatten bepalingen met betrekking tot het in artikel 10, lid 5, bedoelde bewijs en de in artikel 10, lid 4, bedoelde mededelingsrechten in verband met het gebruik van primaire gegevens. |
Amendement 100
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De conformiteitsbeoordelingsinstantie moet onafhankelijk zijn van de entiteit die de in de artikelen 11, 12 en 13 bedoelde verificatie- of certificeringsactiviteiten aanvraagt. |
2. De conformiteitsbeoordelingsinstantie is onafhankelijk van elke entiteit die de in de artikelen 11, 12 en 13 bedoelde verificatie- of certificeringsactiviteiten aanvraagt. |
Amendement 101
Voorstel voor een verordening
Artikel 16 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De in artikel 4, leden 4 en 5, artikel 9, lid 4, en artikel 15, lid 4, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt voor onbepaalde tijd aan de Commissie toegekend met ingang van [OP: Please insert a date: entry into force of this Regulation]. |
2. De in artikel 4, leden 4, 5 en 6, artikel 5, lid 2 bis, artikel 9, lid 4, artikel 13, lid 9, en artikel 15, lid 4, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt voor onbepaalde tijd aan de Commissie toegekend met ingang van [OP: Please insert a date: entry into force of this Regulation]. |
Amendement 102
Voorstel voor een verordening
Artikel 16 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 4, leden 4 en 5, artikel 9, lid 4, en artikel 15, lid 4, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. |
3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 4, leden 4, 5 en 6, artikel 5, lid 2 bis, artikel 9, lid 4, artikel 13, lid 9, en artikel 15, lid 4, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. |
Amendement 103
Voorstel voor een verordening
Artikel 16 – lid 6
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. Een overeenkomstig artikel 4, leden 4 en 5, artikel 9, lid 4, en artikel 15, lid 4, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien noch het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van [twee maanden] na de kennisgeving van die handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die termijn aan de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd. |
6. Een overeenkomstig artikel 4, leden 4, 5 en 6, artikel 5, lid 2 bis, artikel 9, lid 4, artikel 13, lid 9, en artikel 15, lid 4, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien noch het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van [twee maanden] na de kennisgeving van die handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die termijn aan de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd. |
Amendement 104
Voorstel voor een verordening
Artikel 18 – alinea 1
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De Commissie voert een evaluatie van deze verordening uit in het licht van de doelstellingen die zij nastreeft en brengt uiterlijk op [OP: please insert a date: 5 years after the Regulation is applicable] verslag uit over de belangrijkste bevindingen aan het Europees Parlement en de Raad. |
De Commissie voert een evaluatie van deze verordening uit in het licht van de doelstellingen die zij nastreeft en brengt uiterlijk op [OP: please insert a date: 36 months after the Regulation is applicable] verslag uit over de belangrijkste bevindingen aan het Europees Parlement en de Raad. |
|
Het in alinea 1 bedoelde verslag bevat: |
|
a) een beoordeling van de gevolgen voor de betrokken entiteiten wat betreft de bureaucratische lasten die de uitvoering van deze verordening met zich meebrengt; |
|
b) een beoordeling van de gevolgen van de uitvoering en toepassing van deze verordening in het licht van de uitbestede activiteiten; |
|
c) een beoordeling van de gevolgen van de nationale administratieve, financiële of operationele stimuleringsmaatregelen die door de lidstaten overeenkomstig artikel 5, lid 1 ter, zijn ingevoerd; |
|
d) een beoordeling van de gevolgen van de verplichting om broeikasgasemissies te kwantificeren en openbaar te maken, overeenkomstig de regels van deze verordening die van toepassing zijn op alle entiteiten die vervoersdiensten organiseren en verlenen. |
Amendement 105
Voorstel voor een verordening
Artikel 19 – lid 2
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Zij is van toepassing met ingang van [OP: Please insert a date: 42 months after the entry into force of this Regulation]. |
2. Zij is van toepassing met ingang van [OP: Please insert a date: 24 months after the entry into force of this Regulation]. |
Amendement 106
Voorstel voor een verordening
Artikel 19 – lid 3
|
|
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Artikel 4, leden 4, 5 en 6, artikel 7, lid 4, artikel 9, lid 4, artikel 11, lid 6, artikel 13, lid 9, en artikel 15, lid 4, zijn echter van toepassing met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening. |
3. Artikel 4, leden 4, 5 en 6, artikel 6, lid 1, artikel 7, lid 4, artikel 8, lid 1, artikel 9, lid 4, artikel 11, lid 6, artikel 13, lid 9, en artikel 15, lid 4, zijn echter van toepassing met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening. |
TOELICHTING
Op 11 juli 2023 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan het voorstel voor een verordening betreffende een broeikasgasemissieboekhouding voor vervoersdiensten (CountEmissionsEU). Dit voorstel maakt deel uit van het wetgevingspakket “vergroening van het goederenvervoer”.
Het opstellen van een broeikasgasemissieboekhouding is een maatregel die in verschillende economische sectoren wordt toegepast. Hierbij worden broeikasgasemissiegegevens van specifieke activiteiten van bedrijven en particulieren gegenereerd. In de vervoerssector zorgt transparante informatie over emissies van vervoersdiensten ervoor dat klanten weloverwogen keuzes kunnen maken en dat entiteiten die deze diensten organiseren of op de markt aanbieden zich bij het nemen van zakelijke beslissingen hierdoor kunnen laten leiden. Beschikbaarheid van betrouwbare emissiegegevens kan een positieve invloed hebben op duurzaamheid en innovatie en kan een gedragsverandering in de richting van duurzame vervoersopties bevorderen.
CountEmissionsEU biedt een gemeenschappelijk kader voor het kwantificeren van broeikasgasemissies van vervoersdiensten op basis van een ISO-norm. Het doel hiervan is het verbeteren van de vergelijkbaarheid van broeikasgasemissiegegevens die in de gehele multimodale vervoersketen worden gedeeld. Daarnaast strekt het voorstel ertoe marktdeelnemers en andere relevante entiteiten te stimuleren een broeikasgasemissieboekhouding op te stellen, om op die manier een bijdrage te leveren aan de vermindering van de broeikasgasemissies van vervoersdiensten.
Het voorstel van de Commissie bevat geen verplichting tot het berekenen van broeikasgasemissies of het openbaar maken van broeikasgasemissiegegevens. Het voorstel bevat wel de verplichting voor entiteiten die vervoersdiensten aanbieden of organiseren om bij openbaarmaking van gegevens of indien zij uit hoofde van andere Uniewetgeving of het toepasselijke nationale recht verplicht zijn tot een dergelijke berekening en openbaarmaking, het in dit voorstel neergelegde gemeenschappelijke kader te eerbiedigen.
ISO-norm 14083:2023
De Commissie stelt voor om de broeikasgasemissies van vervoersdiensten te berekenen op basis van de methode zoals vastgelegd in de nieuwe ISO-norm 14083:2023. Deze norm is wereldwijd erkend, waardoor mondiale afstemming tot de mogelijkheden behoort.
Inputgegevens
Om ervoor te zorgen dat de resultaten van berekeningen van broeikasgasemissies vergelijkbaar en nauwkeurig zijn, wordt in het voorstel van de Commissie bepaald dat voorrang gegeven moet worden aan het gebruik van primaire gegevens. Aangezien het voor bepaalde belanghebbenden echter onmogelijk of buitensporig kostbaar kan zijn om primaire gegevens te vergaren, moet het gebruik van secundaire gegevens, inclusief standaardwaarden, onder duidelijke voorwaarden worden toegestaan. De Commissie zal een geharmoniseerde reeks standaardwaarden opstellen die in centrale EU-databanken zullen worden gepubliceerd. Daarnaast is het gebruik van door derden ontwikkelde externe databanken met standaardwaarden toegestaan. Om het gebruik van primaire gegevens te bevorderen, willen de rapporteurs het gebruik van primaire gegevens verplicht stellen voor alle betrokken entiteiten, uitgezonderd kmo’s. Zij stellen ook voor om te bepalen dat in door conformiteitsbeoordelingsinstanties afgegeven bewijzen van overeenstemming duidelijk moet worden aangegeven of de betrokken entiteiten primaire gegevens hebben gebruikt. Ten slotte pleiten zij ervoor dat wordt gespecificeerd of externe berekeningsinstrumenten berekeningen op basis van primaire gegevens ondersteunen.
Inwerkingtreding en uitvoering
Met betrekking tot de herzieningsclausule zouden de rapporteurs graag zien dat de Commissie het effect beoordeelt van de invoering van de verplichting voor entiteiten die vervoersdiensten aanbieden of organiseren om broeikasgasemissies te kwantificeren en broeikasgasemissiegegevens openbaar te maken.
Op 11 juli 2023 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan het voorstel voor een verordening betreffende een broeikasgasemissieboekhouding voor vervoersdiensten (CountEmissionsEU). Dit voorstel maakt deel uit van het wetgevingspakket “vergroening van het goederenvervoer”.
Het opstellen van een broeikasgasemissieboekhouding is een maatregel die in verschillende economische sectoren wordt toegepast. Hierbij worden broeikasgasemissiegegevens van specifieke activiteiten van bedrijven en particulieren gegenereerd. In de vervoerssector zorgt transparante informatie over emissies van vervoersdiensten ervoor dat klanten weloverwogen keuzes kunnen maken en dat entiteiten die deze diensten organiseren of op de markt aanbieden zich bij het nemen van zakelijke beslissingen hierdoor kunnen laten leiden. Beschikbaarheid van betrouwbare emissiegegevens kan een positieve invloed hebben op duurzaamheid en innovatie en kan een gedragsverandering in de richting van duurzame vervoersopties bevorderen.
CountEmissionsEU biedt een gemeenschappelijk kader voor het kwantificeren van broeikasgasemissies van vervoersdiensten op basis van een ISO-norm. Het doel hiervan is het verbeteren van de vergelijkbaarheid van broeikasgasemissiegegevens die in de gehele multimodale vervoersketen worden gedeeld. Daarnaast strekt het voorstel ertoe marktdeelnemers en andere relevante entiteiten te stimuleren een broeikasgasemissieboekhouding op te stellen, om op die manier een bijdrage te leveren aan de vermindering van de broeikasgasemissies van vervoersdiensten.
Het voorstel van de Commissie bevat geen verplichting tot het berekenen van broeikasgasemissies of het openbaar maken van broeikasgasemissiegegevens. Het voorstel bevat wel de verplichting voor entiteiten die vervoersdiensten aanbieden of organiseren om bij openbaarmaking van gegevens of indien zij uit hoofde van andere Uniewetgeving of het toepasselijke nationale recht verplicht zijn tot een dergelijke berekening en openbaarmaking, het in dit voorstel neergelegde gemeenschappelijke kader te eerbiedigen.
ISO-norm 14083:2023
De Commissie stelt voor om de broeikasgasemissies van vervoersdiensten te berekenen op basis van de methode zoals vastgelegd in de nieuwe ISO-norm 14083:2023. Deze norm is wereldwijd erkend, waardoor mondiale afstemming tot de mogelijkheden behoort.
Inputgegevens
Om ervoor te zorgen dat de resultaten van berekeningen van broeikasgasemissies vergelijkbaar en nauwkeurig zijn, wordt in het voorstel van de Commissie bepaald dat voorrang gegeven moet worden aan het gebruik van primaire gegevens. Aangezien het voor bepaalde belanghebbenden echter onmogelijk of buitensporig kostbaar kan zijn om primaire gegevens te vergaren, moet het gebruik van secundaire gegevens, inclusief standaardwaarden, onder duidelijke voorwaarden worden toegestaan. De Commissie zal een geharmoniseerde reeks standaardwaarden opstellen die in centrale EU-databanken zullen worden gepubliceerd. Daarnaast is het gebruik van door derden ontwikkelde externe databanken met standaardwaarden toegestaan. Om het gebruik van primaire gegevens te bevorderen, willen de rapporteurs het gebruik van primaire gegevens verplicht stellen voor alle betrokken entiteiten, uitgezonderd kmo’s. Zij stellen ook voor om te bepalen dat in door conformiteitsbeoordelingsinstanties afgegeven bewijzen van overeenstemming duidelijk moet worden aangegeven of de betrokken entiteiten primaire gegevens hebben gebruikt. Ten slotte pleiten zij ervoor dat wordt gespecificeerd of externe berekeningsinstrumenten berekeningen op basis van primaire gegevens ondersteunen.
Inwerkingtreding en uitvoering
Met betrekking tot de herzieningsclausule zouden de rapporteurs graag zien dat de Commissie het effect beoordeelt van de invoering van de verplichting voor entiteiten die vervoersdiensten aanbieden of organiseren om broeikasgasemissies te kwantificeren en broeikasgasemissiegegevens openbaar te maken.
BIJLAGE: ENTITEITEN WAARVAN OF PERSONEN VAN WIE DE RAPPORTEUR INPUT HEEFT ONTVANGEN
Overeenkomstig artikel 8 van bijlage I bij het Reglement verklaart de rapporteur bij de opstelling van het verslag voorafgaand aan de goedkeuring ervan in de commissie input te hebben ontvangen van de volgende entiteiten of personen:
Entiteit en/of persoon |
CEFIC |
SNCF |
T&E |
ICCT |
Smart Freight Centre |
ADEME |
Trainline |
La Poste |
BEUC |
Arbeiterkammer Wien AK |
Volvo |
Scania |
UNIFE |
A4E |
Overeenkomstig artikel 8 van bijlage I bij het Reglement verklaart rapporteur Thaler bij de opstelling van het ontwerpverslag input te hebben ontvangen van de volgende entiteiten of personen:
Entiteit en/of persoon |
ACEA |
Alstom |
DB |
GE Aerospace |
FS Itaniane |
CER |
FuelsEurope |
Volvo |
Connekt |
UNIFE |
UPS |
Rolls Royce |
Daimler |
CEFIC |
SNCF |
IRU |
Trainline |
Arbeiterkammer Wien AK |
ZF Group |
DHL Group |
ERFA |
ÖBB |
WKÖ |
UIRR |
CIPRA |
Climanomics |
Land Tirol |
Lufthansa |
A4E |
De bovenstaande lijsten zijn opgesteld onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de rapporteurs.
PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE
Titel |
Een broeikasgasemissieboekhouding voor vervoersdiensten |
|||
Document- en procedurenummers |
COM(2023)0441 – C9-0305/2023 – 2023/0266(COD) |
|||
Datum indiening bij EP |
12.7.2023 |
|
|
|
Bevoegde commissies Datum bekendmaking |
ENVI 19.10.2023 |
TRAN 19.10.2023 |
|
|
Rapporteurs Datum benoeming |
Pascal Canfin 12.10.2023 |
Barbara Thaler 12.10.2023 |
|
|
Artikel 58 – Gezamenlijke commissieprocedure Datum bekendmaking |
19.10.2023 |
|||
Behandeling in de commissie |
11.1.2024 |
|
|
|
Datum goedkeuring |
4.3.2024 |
|
|
|
Uitslag eindstemming |
+: –: 0: |
58 19 1 |
||
Bij de eindstemming aanwezige leden |
Maria Arena, Marek Paweł Balt, Traian Băsescu, José Ramón Bauzá Díaz, Sergio Berlato, Izaskun Bilbao Barandica, Malin Björk, Karolin Braunsberger-Reinhold, Nathalie Colin-Oesterlé, Ciarán Cuffe, Jakop G. Dalunde, Karima Delli, Bas Eickhout, Cyrus Engerer, Jens Gieseke, Linus Glanzelius, Catherine Griset, Martin Hojsík, Jan Huitema, Karin Karlsbro, Elena Kountoura, Bogusław Liberadzki, César Luena, Peter Lundgren, Benoît Lutgen, Marian-Jean Marinescu, Lydie Massard, Tilly Metz, Silvia Modig, Alessandra Moretti, Ljudmila Novak, Jan-Christoph Oetjen, Nikos Papandreou, Rovana Plumb, Jessica Polfjärd, Dominique Riquet, Sándor Rónai, Maria Veronica Rossi, Maria Spyraki, Barbara Thaler, Edina Tóth, Achille Variati, Mick Wallace, Pernille Weiss, Michal Wiezik, Stefania Zambelli |
|||
Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers |
João Albuquerque, Catherine Chabaud, Christophe Clergeau, Estrella Durá Ferrandis, Angel Dzhambazki, Michael Gahler, Martin Häusling, Radan Kanev, Ska Keller, Max Orville, Andrey Slabakov |
|||
Bij de eindstemming aanwezige plaatsvervangers (art. 209, lid 7) |
Andrus Ansip, Gabriele Bischoff, Ilana Cicurel, Katalin Cseh, Marie Dauchy, Martina Dlabajová, Francisco Guerreiro, Anja Haga, Heidi Hautala, Sophia in ‘t Veld, Marina Kaljurand, Fabienne Keller, Moritz Körner, Alice Kuhnke, Miapetra Kumpula-Natri, Javier Moreno Sánchez, Maria Noichl, Witold Pahl, Mounir Satouri, Birgit Sippel, Thomas Waitz |
|||
Datum indiening |
6.3.2024 |
HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE
58 |
+ |
PPE |
Nathalie Colin‑Oesterlé, Jessica Polfjärd, Maria Spyraki, Stefania Zambelli |
Renew |
Andrus Ansip, José Ramón Bauzá Díaz, Izaskun Bilbao Barandica, Catherine Chabaud, Ilana Cicurel, Katalin Cseh, Martina Dlabajová, Martin Hojsík, Jan Huitema, Karin Karlsbro, Fabienne Keller, Moritz Körner, Jan‑Christoph Oetjen, Max Orville, Dominique Riquet, Michal Wiezik, Sophia in 't Veld |
S&D |
João Albuquerque, Maria Arena, Marek Paweł Balt, Gabriele Bischoff, Christophe Clergeau, Estrella Durá Ferrandis, Cyrus Engerer, Linus Glanzelius, Marina Kaljurand, Miapetra Kumpula‑Natri, Bogusław Liberadzki, César Luena, Javier Moreno Sánchez, Alessandra Moretti, Maria Noichl, Nikos Papandreou, Rovana Plumb, Sándor Rónai, Birgit Sippel, Achille Variati |
The Left |
Malin Björk, Elena Kountoura, Silvia Modig, Mick Wallace |
Verts/ALE |
Ciarán Cuffe, Jakop G. Dalunde, Karima Delli, Bas Eickhout, Francisco Guerreiro, Heidi Hautala, Martin Häusling, Ska Keller, Alice Kuhnke, Lydie Massard, Tilly Metz, Mounir Satouri, Thomas Waitz |
19 |
- |
ECR |
Sergio Berlato, Angel Dzhambazki, Peter Lundgren, Andrey Slabakov |
ID |
Marie Dauchy, Catherine Griset |
NI |
Edina Tóth |
PPE |
Karolin Braunsberger‑Reinhold, Traian Băsescu, Michael Gahler, Jens Gieseke, Anja Haga, Radan Kanev, Benoît Lutgen, Marian‑Jean Marinescu, Ljudmila Novak, Witold Pahl, Barbara Thaler, Pernille Weiss |
1 |
0 |
ID |
Maria Veronica Rossi |
Verklaring van de gebruikte tekens:
+ : voor
- : tegen
0 : onthouding