Ontwerpresolutie - B10-0077/2025Ontwerpresolutie
B10-0077/2025

ONTWERPRESOLUTIE over desinformatie en geschiedvervalsing door Rusland om de aanvalsoorlog tegen Oekraïne te rechtvaardigen

20.1.2025 - (2024/2988(RSP))

naar aanleiding van een verklaring van de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid
ingediend overeenkomstig artikel 136, lid 2, van het Reglement

Bernard Guetta, Petras Auštrevičius, Malik Azmani, Dan Barna, Olivier Chastel, Karin Karlsbro, Ľubica Karvašová, Ilhan Kyuchyuk, Michał Kobosko, Jan‑Christoph Oetjen, Urmas Paet, Marie‑Agnes Strack‑Zimmermann, Eugen Tomac, Hilde Vautmans, Sophie Wilmès, Lucia Yar, Dainius Žalimas
namens de Renew-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B10-0074/2025

Procedure : 2024/2988(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B10-0077/2025
Ingediende teksten :
B10-0077/2025
Debatten :
Stemmingen :
Aangenomen teksten :

B10‑0077/2025

Resolutie van het Europees Parlement over desinformatie en geschiedvervalsing door Rusland om de aanvalsoorlog tegen Oekraïne te rechtvaardigen

(2024/2988(RSP))

Het Europees Parlement,

 gezien zijn eerdere resoluties over Rusland en Oekraïne,

 gezien zijn eerdere resoluties over historische herinnering,

 gezien zijn verklaring van 23 september 2008 over de proclamatie van 23 augustus als Europese herdenkingsdag voor de slachtoffers van het stalinisme en het nazisme[1],

 gezien Resolutie 1481 van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa van 26 januari 2006 over de noodzaak van internationale veroordeling van de misdaden van totalitaire communistische regimes,

 gezien artikel 136, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat Rusland systematisch gebruikmaakt van desinformatie en geschiedvervalsing om zijn illegale aanvalsoorlog tegen Oekraïne te rechtvaardigen;

B. overwegende dat het Kremlin historische narratieven manipuleert om imperiale nostalgie op te wekken, agressie te rechtvaardigen en de soevereiniteit van Oekraïne en andere buurlanden te ontkennen;

C. overwegende dat de politieke doctrine van de “Russkij mir” (“Russische wereld”), versterkt door de gevestigde structuren, wordt gebruikt om de Russische visie op de wereld te bevorderen, Ruslands dominantie in buurlanden en wereldwijd uit te breiden en de aanvalsoorlog tegen Oekraïne te rechtvaardigen;

D. overwegende dat de Russische staatspropaganda kort na februari 2022 gericht werd op het indoctrineren van Russische schoolkinderen door het produceren van herschreven geschiedenisboeken waarin de aanvalsoorlog wordt voorgesteld als een “missie om Oekraïne te bevrijden” en met geen woord wordt gerept over wreedheden door het Russische leger; overwegende bovendien dat de militaire basisopleiding opnieuw is ingevoerd in middelbare scholen en dat tegen leerkrachten die zich verzetten tegen staatspropaganda en die objectieve informatie over de oorlog in Oekraïne verstrekken strafrechtelijk onderzoek wordt ingesteld;

E. overwegende dat de Russische staatspropaganda de acties van de Sovjet-Unie tijdens de Tweede Wereldoorlog uitsluitend als bevrijdingsinspanningen afschildert en dat wordt voorbijgegaan aan de Russische collaboratie met nazi-Duitsland via het Molotov-Ribbentroppact en de geheime protocollen daarvan, waarmee de verdeling van Europa werd geregeld en de laatste stap werd gezet voor het uitbreken van de oorlog, en dat de wreedheden van de Sovjetstrijdkrachten, waaronder massadeportaties, executies, massaverkrachtingen en repressie in de bezette gebieden, worden gerelativeerd; overwegende dat Polen een van de belangrijkste slachtoffers van deze collaboratie was en geconfronteerd werd met het bloedbad van Katyn, de gedwongen deportatie van honderdduizenden Polen naar Siberië, misdaden die werden gepleegd tijdens de inval van het Rode leger in Opper-Silezië in 1945, bekend als de tragedie van Opper-Silezië, en wijdverbreide repressie en terreur gericht op het vernietigen van de Poolse identiteit; overwegende dat hieruit blijkt dat Rusland de geschiedenis herhaalt, waarbij Oekraïne nu het slachtoffer is van de Russische agressie;

F. overwegende dat Rusland de rol die het heeft gespeeld bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog nooit heeft erkend en geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor de wreedheden die zijn begaan in de door de Sovjet-Unie bezette gebieden; overwegende dat, in tegenstelling tot de misdaden van het naziregime, de misdaden die in Europa in de 20e eeuw door communistische dictaturen zijn begaan nooit ten volle juridisch en politiek zijn beoordeeld en veroordeeld op internationaal niveau en dat dit heeft bijgedragen tot de instrumentalisering van de geschiedenis onder het bewind van Poetin in Rusland;

G. overwegende dat het in 2025 tachtig jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog; overwegende dat de Russische Federatie, als staat die beweert de internationale rechtspersoonlijkheid van de USSR voort te zetten, de overwinning op het nazisme probeert te monopoliseren en een “overwinningscultus” heeft gecreëerd om de Russen ideologisch te mobiliseren voor een voortzetting van de aanvalsoorlog tegen Oekraïne;

H. overwegende dat het regime van Poetin de geschiedenis manipuleert om onder de Russische bevolking gevoelens van loyaliteit aan te wakkeren door de Sovjet-Unie te verheerlijken, de geschiedenis van Rusland en Oekraïne te vervalsen en afstand te nemen van Russische pogingen uit het verleden om stalinistische misdaden te erkennen;

I. overwegende dat de viering door Rusland van de Dag van de Overwinning op 9 mei, een dag later dan de herdenkingsdag van de westerse bondgenoten, gepaard gaat met een sterke bevrijdingspropaganda en dat de bezetting van de Baltische staten, die tot in de jaren 1990 heeft geduurd, compleet wordt genegeerd;

J. overwegende dat de Russische door de staat gecontroleerde media en officiële retoriek onjuiste beweringen verspreiden over de oorzaken van de oorlog in Oekraïne, onder meer door Oekraïne en zijn leiders te beschuldigen van nazisme; overwegende dat soortgelijke beschuldigingen zijn geuit tegen de EU-lidstaten die Oekraïne sterk hebben gesteund, die er bovendien ook van worden beschuldigd russofoob te zijn;

K. overwegende dat het Kremlin de eigen nationale identiteit van Oekraïne ontkent met de onjuiste bewering dat die tot de “Russische wereld” (“Russkij mir”) behoort, een narratief dat zijn wortels heeft in de imperialistische ideologie; overwegende dat Rusland in de bezette gebieden van Oekraïne gedenktekens voor de Holodomor vernielt en gedecommuniseerde Lenin-monumenten terugplaatst;

L. overwegende dat de Russische Federatie wetgeving heeft aangenomen die de waarheidsgetrouwe weergave van Sovjet- en Russische misdaden strafbaar stelt en gericht is tegen historici, journalisten en actoren uit het maatschappelijk middenveld die het officiële discours in twijfel trekken of misdaden uit heden en verleden onderzoeken; overwegende dat Rusland het historisch onderzoek belemmert door personen die door de Sovjet-Unie of het huidige Russische regime gepleegde misdaden aan het licht proberen te brengen de toegang tot Sovjetarchieven te ontzeggen en te vervolgen; overwegende dat Rusland in de loop van de geschiedenis herhaaldelijk historische feiten heeft verdraaid als dat politiek goed uitkwam, met als sprekend voorbeeld de jarenlange ontkenning van zijn verantwoordelijkheid voor het bloedbad van Katyn, waarbij in 1940 duizenden Poolse officieren, intellectuelen en vertegenwoordigers van de elite systematisch zijn geëxecuteerd door de NKVD (de geheime politie van de Sovjet-Unie), een misdaad die in de Sovjetpropaganda gedurende tientallen jaren ten onrechte aan Duitsland is toegeschreven; overwegende dat Memorial, winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede, een van de organisaties is die onder vuur kwamen te liggen en zijn opgedoekt en die Sovjetmisdaden en mensenrechtenschendingen in Rusland onderzochten, documenteerden en aan het licht brachten;

M. overwegende dat met Russische desinformatiecampagnes actief wordt geprobeerd verdeeldheid binnen de Europese samenlevingen uit te buiten door onjuiste historische narratieven te verspreiden, met name over de rol van de NAVO en de toetreding van nieuwe leden, de Verenigde Staten, uitbreiding van de EU en westerse steun voor Oekraïne;

N. overwegende dat desinformatie en geschiedvervalsing integraal deel uitmaken van Ruslands strategie voor hybride oorlogvoering, die tot doel heeft de Europese eenheid en democratie te ondermijnen; overwegende dat de verdraaiing van de geschiedenis en desinformatiecampagnes een bedreiging vormen voor de historische waarheid, democratische waarden en vrede in Europa;

O. overwegende dat Rusland vasthoudt aan de bewering dat buurlanden onder zijn exclusieve invloedssfeer vallen; overwegende dat de grootschalige invasie van Oekraïne werd voorafgegaan door eisen aan de VS en de NAVO om Ruslands exclusieve belangen in Oekraïne, Oost-Europa, de zuidelijke Kaukasus en Centraal-Azië te erkennen;

P. overwegende dat Rusland EU- en NAVO-landen meermaals heeft bedreigd met militaire en nucleaire agressie, met name ten aanzien van de territoriale integriteit van de Baltische staten, personen heeft aangevallen op het grondgebied van de EU en hybride operaties heeft uitgevoerd tegen lidstaten en democratische instellingen van de EU;

Q. overwegende dat de communistische en de nazistische ideologie en symbolen en de symbolen van de aanhoudende Russische agressie in sommige lidstaten bij wet verboden zijn;

1. spreekt nogmaals zijn veroordeling uit over Ruslands aanvalsoorlog tegen Oekraïne, zijn bezetting en poging tot annexatie van Oekraïens grondgebied, de oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid die bij deze aanval zijn begaan en het beleid van het Kremlin om de Oekraïense nationale identiteit te ontkennen, waaronder de gedwongen invoering van een paspoortbeleid in bezette gebieden en de ontvoering van Oekraïense kinderen om hun familiegeschiedenis en culturele identiteit uit te wissen;

2. hekelt de systematische vervalsing en verdraaiing van de geschiedenis door Rusland om zijn aanvalsoorlog tegen Oekraïne te rechtvaardigen, onder de Russische bevolking imperiale nostalgie op te wekken en op het internationale toneel steun voor zijn acties te proberen krijgen, en de EU te destabiliseren; wijst op de inspanningen van het Kremlin om de culturele en historische identiteit van Oekraïne uit te wissen, onder meer door de vernieling van monumenten, archieven en religieuze locaties in bezette gebieden, en benadrukt dat het van belang is deze daden te documenteren;

3. veroordeelt de nationalistische ideologie en beleidskeuzes van het Kremlin, waarbij de militaire agressie van Rusland op de voorgrond wordt geplaatst, imperiale nostalgie wordt aangewakkerd en de Europese veiligheid wordt bedreigd; benadrukt dat deze onverenigbaar zijn met het internationaal recht en verzet zich resoluut tegen praktijken en eisen die de totstandbrenging van zones van exclusief belang inhouden ten koste van de soevereiniteit en territoriale integriteit van andere staten;

4. hekelt de verheerlijking van het stalinistische totalitarisme en de vervalsing van historische gebeurtenissen door het regime van Poetin, waaronder de pogingen om het Molotov-Ribbentroppact te rechtvaardigen en de weigering om de verantwoordelijkheid van de Sovjet-Unie te erkennen voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en voor misdaden uit het Sovjettijdperk als de Holodomor, de Grote Terreur en massadeportaties;

5. veroordeelt de onderdrukking van onafhankelijk historisch onderzoek en de weigering aan EU-burgers van toegang tot begraafplaatsen van familieleden die gedwongen zijn gedeporteerd en tot Sovjetarchieven; veroordeelt tevens de vervolging van maatschappelijke organisaties die onderzoek doen naar Sovjetmisdaden of de misdaden van het huidige regime, waaronder het opdoeken van International Memorial, Human Rights Centre Memorial en de Moscow Helsinki Group, en de gedwongen stopzetting van de werkzaamheden van het Sacharovcentrum;

6. veroordeelt het gebruik door Rusland van desinformatie, propaganda en technologieën voor hybride beïnvloeding om de EU te destabiliseren en de Russische agressie tegen Oekraïne en buurlanden te rechtvaardigen; veroordeelt de pogingen van Rusland om met behulp van desinformatie de steun aan Oekraïne te ondermijnen en de internationale solidariteit tegen de Russische agressie te verzwakken;

7. wijst met name categorisch Poetins onjuiste bewering af dat Oekraïne een “genocide” heeft gepleegd tegen de Russischtalige bevolking van de Donbasregio, met meer dan 14 000 burgerslachtoffers tot gevolg, een bewering die wordt aangegrepen om de openlijke militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne te rechtvaardigen;

8. wijst categorisch het valse discours van het Kremlin af dat de democratische regering van Oekraïne gelijkstelt met het nazisme, een discours dat tot doel heeft de legitimiteit van de soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne onderuit te halen;

9. dringt aan op betere coördinatie tussen de EU-instellingen, de lidstaten en internationale partners om de desinformatiecampagnes van Rusland tegen te gaan en de verspreiding van onjuiste historische narratieven te voorkomen; doet een oproep aan de EU om het onderzoek naar door Rusland gebruikte hybride beïnvloedingstechnologieën op te voeren en dringt er bij de EU-instellingen en de lidstaten op aan te voorkomen dat in Europa wetgeving inzake buitenlandse agenten naar Russisch model wordt ingevoerd, die wordt gebruikt om hard op te treden tegen media, academici en maatschappelijke organisaties die van essentieel belang zijn om desinformatie door het Kremlin aan het licht te brengen;

10. dringt er bij de EU op aan de bestaande wetgevingsinstrumenten snel en strikt toe te passen in het geval van vermoedens van desinformatie of wanneer die worden bevestigd, met name wanneer de integriteit van verkiezingen dreigt te worden beïnvloed; verzoekt de Commissie in haar jaarverslag over de rechtsstaat een specifiek onderdeel op te nemen over de beschermende maatregelen die worden genomen tegen desinformatie, met name op onlineplatforms;

11. verzoekt de EU en haar lidstaten initiatieven te ondersteunen die tot doel hebben de geschiedvervalsing door Rusland aan het licht te brengen en tegen te gaan via door de EU gefinancierde onderzoeksprojecten en grensoverschrijdende onderwijsprogramma’s; dringt aan op steun voor Russische maatschappelijke organisaties zoals Memorial en Radio Sacharov, zodat zij hun belangrijke werkzaamheden in dit verband kunnen voortzetten; onderstreept dat het aanpakken van geschiedvervalsing van essentieel belang is voor het behoud van de Europese eenheid, de verdediging van de democratie en de rechtsstaat en het waarborgen van duurzame vrede in Europa;

12. dringt aan op een doeltreffende onderwijs- en voorlichtingscampagne om de viering van 9 mei als dag van bevrijding en overwinning te verwerpen, en verzoekt de leiders van de lidstaten elke deelname aan dergelijke vieringen te weigeren;

13. wijst er nogmaals op hoe belangrijk het is onderwijs over de misdaden van nazistische en communistische regimes te integreren in de leerplannen van scholen in alle EU-lidstaten; moedigt de lidstaten aan mediawijsheid en kritisch denkvermogen in onderwijsprogramma’s te integreren om desinformatie tegen te gaan en democratische veerkracht te bevorderen;

14. dringt aan op de oprichting van een speciaal internationaal tribunaal voor de vervolging van het misdrijf agressie tegen Oekraïne en steunt de inspanningen van het Internationaal Strafhof om oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid te vervolgen; betreurt gevallen van niet-medewerking met het Internationaal Strafhof bij de uitvoering van aanhoudingsbevelen;

15. betreurt het aanhoudende gebruik van symbolen van totalitaire regimes in de openbare ruimte en dringt aan op een verbod in de hele EU op zowel nazistische symbolen als communistische Sovjetsymbolen en symbolen van de Russische agressie tegen Oekraïne; spreekt zijn steun uit voor de bouw in Brussel van een pan-Europees gedenkteken voor de slachtoffers van totalitaire regimes in de 20e eeuw;

16. prijst de inspanningen van wetgevers, het maatschappelijk middenveld en de academische wereld om het bewustzijn te vergroten in verband met totalitaire misdaden, met name die van nazistische en communistische regimes, en door Rusland ontworpen symbolen, met name in verband met de Russische agressie tegen Oekraïne, en Russische nationale symbolen op openbare evenementen; moedigt verder onderzoek naar de Oost-Europese en Russische geschiedenis en cultuur aan;

17. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de relevante EU-instellingen, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, de Raad van Europa en de Russische autoriteiten.

Laatst bijgewerkt op: 22 januari 2025
Juridische mededeling - Privacybeleid