ONTWERPRESOLUTIE
8 november 2001
ingediend overeenkomstig artikel 37, lid 2 van het Reglement
door Georg Jarzembowski, Sir Robert Atkins, Jacqueline Foster, James Nicholson, Bartho Pronk en Carlos Ripoll i Martínez Bedoya
namens de PPE-DE-Fractie
over de economische en werkgelegenheidssituatie in de luchtvervoerssector en aanverwante industrie- en dienstverleningssectoren
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B5-0687/2001
B5‑0687/2001
Resolutie van het Europees Parlement over de economische en werkgelegenheidssituatie in de luchtvervoerssector en aanverwante industrie- en dienstverleningssectoren
Het Europees Parlement,
A. overwegende dat zelfs vóór de tragische gebeurtenissen van 11 september 2001 sommige luchtvaartmaatschappijen met ernstige structurele problemen te kampen hadden als gevolg van de wereldwijde economische recessie en, in sommige gevallen, als gevolg van verkeerde beslissingen binnen het bedrijf,
B. overwegende dat sinds de aanslagen van september het aantal passagiers wereldwijd achteruit is gelopen, met name op de transatlantische route, en dat tal van luchtvaartmaatschappijen hun vluchten naar een groot aantal bestemmingen tijdelijk of definitief hebben geschrapt om het effect van deze ontwikkeling te neutraliseren,
C. erover verontrust dat de VS-regering het internationale luchtverkeer uit evenwicht brengt door grootscheepse subsidies te verlenen aan de Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen,
D. erover verontrust dat nog meer luchtvaartmaatschappijen hun bestelling van vliegtuigen kunnen opschorten of annuleren,
E. overwegende dat de Amerikaanse vliegtuigbouwers reeds een fors verlies aan banen hebben gekend en dat ook de Europese vliegtuigbouwers met ernstige problemen te kampen hebben als gevolg van de aanslagen van 11 september 2001,
F. verontrust over de dramatische achteruitgang van het aantal toeristen, met name Amerikanen die Europa bezoeken, met alle verreikende gevolgen vandien voor de gehele toerismebranche,
1. is ervan overtuigd dat de luchtvaartmaatschappijen grotendeels gecompenseerd moeten worden voor de verliezen die zij hebben geleden als gevolg van de 4 à 7 dagen durende sluiting van de Amerikaanse luchthavens;
2. verzoekt de lidstaten alle nodige maatregelen te nemen om de luchtvaartmaatschappijen te helpen een oplossing te vinden voor de geannuleerde verzekeringsdekking omdat zij niet financieel verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor de aan oorlog en terreurdaden verbonden risico's;
3. is fel gekant tegen algemene overheidssteun voor luchtvaartmaatschappijen omdat dergelijke subsidies de mededinging verstoren en in strijd zijn met EU-recht;
4. verzoekt de Commissie passende voorstellen uit te werken die de mogelijkheid bieden het effect van de grootscheepse steun van de Amerikaanse regering voor Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen te neutraliseren;
5. wenst dat de extra veiligheidsuitgaven ten laste komen van de nationale regeringen;
6. verzoekt de Commissie verder gedurende het proces van consolidering van de Europese luchtvaartmaatschappijen de Europese mededingingsregels in individuele gevallen toe te passen, zodat tussen de Europese luchtvaartmaatschappijen nieuwe structuren kunnen ontstaan;
7. verzoekt de Commissie de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de luchtvaartindustrie nauwgezet in de gaten te houden, zodat zij zonodig met doeltreffende voorstellen kan komen voor het behoud van werkgelegenheid of het creëren van nieuwe banen;
8. steunt de inspanningen van de sociale partners om meer ontslagen te voorkomen door tijdelijke salarisverlagingen en flexibeler arbeidstijden, en verwacht van beide partijen dat zij nieuwe wegen vinden om de werkgelegenheid te stabiliseren;
9. verzoekt de Commissie en de lidstaten uitvoering te geven aan adequate voorstellen om het vertrouwen van het publiek in de veiligheid van het luchtvervoer te herstellen en het toerisme te doen opleven;
10. wenst dat de Europese Unie grootscheepse steun verleent aan nationale voorlichtingscampagnes, met name in de Verenigde Staten, om het toerisme weer op gang te brengen;
11. verzoekt de Commissie erop toe te zien dat binnen de Europese interne markt de lidstaten geen unilaterale maatregelen nemen in het voordeel van hun eigen luchtvaartmaatschappijen en dat concurrentie tussen de Europese luchtvaartmaatschappijen niet wordt beperkt;
12. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, de regeringen van de lidstaten en de regeringen van de kandidaat-landen.