Ontwerpresolutie - B5-0120/2002Ontwerpresolutie
B5-0120/2002

ONTWERPRESOLUTIE

7 februari 2002

naar aanleiding van een verklaring van de Raad
ingediend overeenkomstig artikel 37, lid 2 van het Reglement
door Cecilia Malmström, Jules Maaten en Elspeth Attwooll
namens de ELDR-Fractie
over de inwerkingtreding van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B5-0120/2002

Procedure : 2002/2520(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B5-0120/2002
Ingediende teksten :
B5-0120/2002
Debatten :
Stemmingen :
Aangenomen teksten :

B5‑0120/2002

Resolutie van het Europees Parlement over de inwerkingtreding van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof

Het Europees Parlement,

A.  overwegende dat in de vorige eeuw miljoenen kinderen, vrouwen en mannen het slachtoffer zijn geworden van onvoorstelbare wreedheden, inclusief terroristische aanslagen op onschuldige burgers, hetgeen het geweten van de mensheid diep heeft geschokt,

B.  overwegende dat op 17 juli 1998 in Rome het Statuut inzake het Internationaal Strafhof voor oorlogsmisdaden, volkerenmoord en misdaden tegen de menselijkheid werd goedgekeurd,

C.  overwegende dat voor het eerst een rechtbank met wereldwijde jurisdictie zal worden opgericht, als efficiënte afschrikking en verhaalsmogelijkheid voor die misdaden die door de internationale gemeenschap als het ernstigst zijn aangemerkt,

D.  erop wijzend dat sinds 5 februari 2002 52 landen het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof hebben geratificeerd en dat 60 ratificaties nodig zijn om het Statuut in werking te doen treden en de rechtbank realiteit te laten worden,

E.  overwegende dat de eerste assemblee van staten die partij bij het Statuut van Rome zijn door de Verenigde Naties is gepland voor september 2002 en dat alle landen die het Statuut in juni 2002 hebben geratificeerd als volwaardig lid aan deze assemblee zullen deelnemen,

F.  overwegende evenwel dat een aantal regio's van de wereld binnen de groep landen die het Statuut hebben geratificeerd nog sterk is ondervertegenwoordigd en dat verdere stappen nodig zijn om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk landen het Statuut van Rome onderschrijven,

G.  zich ervan bewust dat de daadwerkelijke oprichting van het Strafhof een gedenkwaardige gebeurtenis is en dat de stappen die de komende maanden moeten worden gezet in de richting van de inwerkingtreding van het Statuut van Rome van fundamenteel belang zijn met het oog op het succes van het Strafhof op de lange termijn,

1.  verwelkomt de inspanningen van de Raad en de lidstaten voor de snelle oprichting van het Internationaal Strafhof en de volledige tenuitvoerlegging van het Statuut van Rome krachtens het gemeenschappelijk standpunt van 11 juni 2001;

2.  feliciteert de 52 staten die het Statuut van Rome reeds hebben geratificeerd of reeds tot het Statuut zijn toegetreden en verwelkomt de aanstaande inwerkingtreding van het Statuut;

3.  prijst de essentiële rol van de Commissie, in samenwerking met niet-gouvernementele organisaties, bij het aansporen tot snelle en efficiënte ratificatie door landen in de hele wereld;

4.  geeft uitdrukking aan zijn diepe teleurstelling dat de uitvoerende en wetgevende macht in de Verenigde Staten zich tegen de oprichting van het Internationaal Strafhof blijft verzetten, in het bijzonder door middel van steun voor of het goedkeuren van verschillende vormen van tegen het Strafhof gerichte wetgeving, inclusief regels houdende een verbod op samenwerking met de werkzaamheden of onderzoeken van het Strafhof, regels houdende een verbod op financiering van Amerikaanse deelname aan onderhandelingen in het kader van het Strafhof en regels houdende goedkeuring van het "gebruik van alle nodige en gepaste middelen" voor het vrij krijgen van door het Strafhof vastgehouden personeel van bondgenoten van de VS;

5.  spoort de lidstaten van de EU en de kandidaat-lidstaten die het Statuut van Rome nog niet hebben geratificeerd aan dit zo snel mogelijk te doen en de nodige uitvoeringswetgeving goed te keuren;

6.  verzoekt alle andere staten met klem het Statuut zo snel mogelijk te ratificeren teneinde een brede participatie van alle regio's van de wereld te garanderen aan de eerste assemblee van staten die partij bij het Statuut zijn;

7.  verzoekt de Europese Unie en de lidstaten in alle bilaterale en multilaterale contacten, in het bijzonder met landen uit ondervertegenwoordigde regio's, de nodige stappen te ondernemen om de ratificatie en de goedkeuring van uitvoeringswetgeving door een zo groot mogelijk aantal staten te bevorderen;

8.  verzoekt het Spaanse voorzitterschap van de Europese Unie een concreet actieplan te ontwikkelen, voor goedkeuring tijdens de Europese Raad van Valencia, betreffende de daadwerkelijke oprichting van het Strafhof en de ratificatie van het Statuut van het Strafhof door landen uit alle regio's van de wereld, in samenwerking met de voorbereidende commissie van de Verenigde Naties en het gastland;

9.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de parlementen van de lidstaten, de regeringen en de parlementen van de kandidaat-lidstaten en de secretaris-generaal van de VN.