Ontwerpresolutie - B6-0370/2005Ontwerpresolutie
B6-0370/2005

ONTWERPRESOLUTIE

6.6.2005

naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
door Cem Özdemir en Bart Staes
namens de Verts/ALE-Fractie
over Oezbekistan

Procedure : 2005/2570(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B6-0370/2005
Ingediende teksten :
B6-0370/2005
Aangenomen teksten :

B6‑0370/2005

Resolutie van het Europees Parlement over Oezbekistan

Het Europees Parlement,

–  onder verwijzing naar zijn resoluties over Oezbekistan en de Centraal-Aziatische republieken, in het bijzonder de resolutie van 12 mei 2005,

–  onder verwijzing naar zijn resolutie van 28 april 2005 over mensenrechten in de wereld en het EU-beleid,

–  onder verwijzing naar zijn resolutie van 24 februari 2005 over mensenrechten (Genève, 14 maart t/m 22 april 2005),

–  gezien de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst met Oezbekistan, die in 1999 in werking trad,

–  gezien de conclusies van de Raad Algemene Zaken en Buitenlandse Betrekkingen van 23/24 mei 2005,

–  gezien het strategisch document van de Commissie voor Centraal-Azië voor de periode 2002-2006,

–  gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,

A.  overwegende dat in mei 13.000 mensen, waaronder veel vrouwen en kinderen, deel hebben genomen aan een betoging in het centrum van de Oezbeekse stad Andizjan, naar aanleiding van een proces tegen 23 plaatselijke zakenmensen die van islamitisch extremisme werden beschuldigd,

B.  overwegende dat sommige demonstranten daarbij de plaatselijke militaire basis hebben overvallen, wapens hebben buitgemaakt en vervolgens het regionale regeringsgebouw en de plaatselijke gevangenis hebben bestormd, waarbij de zakenmensen werden bevrijd, samen met ongeveer 2.000 andere personen,

C.  ontzet over het gewelddadige optreden van de regeringstroepen, die met gepantserde voertuigen en tanks de stad binnentrokken en zonder onderscheid des persoons het vuur hebben geopend op burgers, waarbij volgens onafhankelijke rapporten meer dan 500 doden zijn gevallen en een groot aantal gewonden, cijfers die sterk afwijken van de officiële cijfers, volgens welke 170 doden zijn gevallen,

D.  ernstig verontrust over het besluit van de Oezbeekse autoriteiten om onafhankelijke en buitenlandse journalisten te bevelen de stad te verlaten, waardoor het onmogelijk is om een duidelijk beeld van de situatie te krijgen,

E.  overwegende dat honderden mensen de stad en de naaste omgeving van de stad zijn ontvlucht en illegaal de grens met Kirgizië zijn overgestoken, op zoek naar een schuilplaats en bescherming tegen de uitbarsting van geweld en de daaropvolgende onderdrukking,

F.  ernstig bezorgd over de voortdurende verdwijningen van gewonden uit ziekenhuizen en de willekeurige arrestaties, opsluitingen en fysieke aanvallen op mensenrechtenactivisten die het blinde gebruik van geweld tegen burgers aan de kaak hebben gesteld en hiernaar onderzoek hebben verricht,

G.  nadrukkelijk verwijzend naar de oproepen tot een grondig internationaal en onafhankelijk onderzoek naar de tragische gebeurtenissen, zoals die zijn gedaan door de Verenigde Naties, de EU en de OVSE, en naar het bijzonder pijnlijke feit dat de Russische Federatie en China hun steun hebben uitgesproken voor het optreden van de regering,

H.  nadrukkelijk wijzend op de belangrijke rol die Oezbekistan speelt in de strijd tegen het terrorisme, doch vraagtekens zettend bij de manier waarop deze strijd wordt gevoerd,

I.  ernstig verontrust over de kwalijke praktijken van president Islam Karimov om de meeste van zijn politieke tegenstanders aan te merken als islamitische extremisten, ten einde aldus zijn autoritaire optreden te rechtvaardigen,

1.  spreekt zijn krachtige veroordeling uit over het gewelddadige en repressieve optreden van de Oezbeekse veiligheidstroepen en betuigt zijn medeleven met de familieleden van allen die bij deze tragische gebeurtenissen het leven hebben gelaten;

2.  spreekt zijn krachtige steun uit voor de oproep tot een open internationaal onderzoek naar het bloedbad en verzoekt de autoriteiten van Tasjkent hun standpunt te heroverwegen en volledig aan een dergelijk onderzoek mee te werken;

3.  verzoekt de autoriteiten van Tasjkent een einde te maken aan het vervolgen en opsluiten van mensenrechtenactivisten en alles in het werk te stellen om volledige openheid van zaken te geven ten aanzien van de vermisten;

4.  verzoekt de Commissie te zoeken naar manieren waarop alle mogelijke steun kan worden verleend aan vluchtelingen in Kirgizië en verzoekt de Kirgizische autoriteiten om deze vluchtelingen op te vangen;

5.  stelt zich op het standpunt dat de strijd tegen het terrorisme moet worden gevoerd onder naleving van de internationale verdragen en de OVSE-verplichtingen en dat deze strijd nooit mag worden aangevoerd als rechtvaardiging voor het uitschakelen van politieke tegenstanders, het schenden van de mensenrechten en het beperken van de burgerlijke vrijheden;

6.  verwelkomt de wijzigingen die in 2003 zijn aangebracht in het wetboek van strafrecht en waarbij foltering en mishandeling in gevangenschap onwettig werd verklaard en het gebruik van dergelijke methoden strafbaar werd gesteld; betreurt het echter dat tot nog toe geen werkelijke vooruitgang is geboekt en roept Oezbekistan op deze veranderingen daadwerkelijk ten uitvoer te leggen en de resterende politieke gevangenen vrij te laten;

7.  verzoekt de regering van Oezbekistan om serieuze stappen te ondernemen op weg naar afschaffing van de doodstraf, overeenkomstig zijn toezeggingen hiertoe, zoals het instellen van een moratorium op doodstraffen en executies;

8.  verwelkomt het feit dat de regering onlangs ingrijpende hervormingen heeft doorgevoerd, met inbegrip van versterking van de onafhankelijkheid van de rechtspraak; pleit in het bijzonder voor het invoeren van overheidscontrole op huizen van bewaring en gevangenissen;

9.  verzoekt de Oezbeekse autoriteiten om de nationale mediawetgeving in overeenstemming te brengen met internationale vereisten en normen, een einde te maken aan de censuur en niet langer druk uit te oefenen op onafhankelijke journalisten en krantenuitgevers, en tenslotte om de voorwaarden te scheppen voor daadwerkelijke vrijheid van meningsuiting;

10.  dringt er bij de regering van Tasjkent op aan de registratieprocedure voor NGO's, met inbegrip van buitenlandse vertegenwoordigingen, te wijzigen en te vereenvoudigen, en wijzigingen door te voeren die erop zijn gericht de controle door overheidsinstanties en het Ministerie van Justitie op de activiteiten van NGO's te verminderen;

11.  verzoekt de Raad en de Commissie om te komen tot een gezamenlijke strategie voor de Centraal-Aziatische republieken ten einde op korte en middellage termijn een algemeen en coherent beleid te kunnen volgen ten aanzien van de gehele regio;

12.  dringt er bij de Commissie op aan om de TACIS-democratiseringsprogramma's in Centraal-Azië te versterken ten einde het maatschappelijk middenveld te ondersteunen en ervoor te zorgen dat de vorming van een institutionele structuur op open en transparante wijze geschiedt;

13.  verzoekt de Commissie om de Centraal-Aziatische republieken op te nemen in de prioriteiten van het Europees initiatief voor democratie en mensenrechten;

14.  dringt er bij de Raad en de Commissie op aan de Centraal-Aziatische republieken op de agenda te zetten van de EU/Rusland-tops, ten einde te komen tot een gezamenlijk beleid ten aanzien van deze regio en de autoriteiten van Moskou actief te betrekken bij de noodzakelijke hervormingen in Oezbekistan;

15.  verzoekt de Raad de kwestie van Oezbekistan op te nemen met de autoriteiten van de VS, en het hun duidelijk te maken dat het huidige "Rendition Programme" moet worden uitgevoerd onder volledige naleving van de internationale voorschriften en niet mag worden beschouwd als een stilzwijgend instemmen met de onderdrukking waarvan momenteel in Oezbekistan sprake is;

16.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie en de president, de regering en het parlement van Oezbekistan.