Ontwerpresolutie - B6-0428/2005Ontwerpresolutie
B6-0428/2005

ONTWERPRESOLUTIE

5.7.2005

naar aanleiding van een verklaring van de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
door Rolandas Pavilionis, Konrad Szymański en Inese Vaidere
namens de UEN-Fractie
over de toestand in Wit-Rusland

Procedure : 2005/2582(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B6-0428/2005
Ingediende teksten :
B6-0428/2005
Aangenomen teksten :

B6‑0428/2005

Resolutie van het Europees Parlement over de toestand in Wit-Rusland

Het Europees Parlement,

–  onder verwijzing naar zijn vroegere resoluties over Wit-Rusland,

–  onder bijzondere verwijzing naar zijn resolutie van 10 maart ll.[1], waarmee het uiting geeft aan zijn bezorgdheid over het besluit van de Wit-Russische autoriteiten om de vergunning van de Europese Universiteit voor de geesteswetenschappen in Minsk om als rechtspersoon te werken, in te trekken,

–  gezien het actieplan van zijn Delegatie voor de betrekkingen met Wit-Rusland, dat de intentie uitspreekt om steun te verlenen aan de universiteit in ballingschap,

–  gezien het verslag van 27 juni ll. van de Internationale Federatie van Helsinki,

–  gezien de brief van 23 juni ll. vanwege de Raad voor de uitbouw van het maatschappelijk middenveld en de rechten van de mens, die in Moskou gevestigd is,

–  gezien de brief van 14 juni ll. van de Internationale Liga voor de rechten van de mens,

–  gezien de verklaring van 1 juni ll. van de hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid over de rechterlijke uitspraken tegen Wit-Russische oppositieleiders,

–  gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,

A.   overwegende dat de oppositieleiders Mikalay Statkevitsj, Pavel Sevyarynets en Andrei Klimov in juni ll. veroordeeld zijn tot straffen van 18 tot 36 maanden dwangarbeid wegens het organiseren van bijeenkomsten van de oppositie,

B.   overwegende dat de leiding van de Bond van Polen in Wit-Rusland op 12 mei ll. door het Wit-Russisch Ministerie van Justitie onrechtmatig verklaard is, dat een drukkerij op bevel van de regering geweigerd heeft om het Poolse weekblad Głos znad Niemna te drukken en dat er onder bescherming van de regering vervalste exemplaren van gedrukt zijn,

C.   overwegende dat in mei ll. het gebruik van de woorden "nationaal" en "Wit-Russisch" in de namen van organisaties of titels van tijdschriften per presidentieel decreet verboden is, zodat onafhankelijke nieuwsbladen als Belorusskaya delovaya gazeta, Belorusskaya gazeta, Belorusskiy rynok en Narodnaya volya een nieuwe vergunning moeten aanvragen, dat nieuwsbladen van de oppositie blootstaan aan pesterijen en op valse en banale gronden met boeten bestraft worden,

D.  overwegende dat de Europese Universiteit voor de geesteswetenschappen, die vorig jaar door de Wit-Russische autoriteiten gesloten is ondanks het feit - zoals in de EP-resolutie van 10 maart ll. over Wit-Rusland gesteld - dat ze een opmerkelijk voorbeeld van academische vrijheid en echte democratische waardenbeleving in de onderwijs- en onderzoeksprogramma's vertegenwoordigde, op 9 juni ll. in Vilnius heropend is,

E.  overwegende dat onderwijs de voornaamste factor voor het welslagen van Europa is en dat er geen diepgaande democratisering mogelijk is als de nieuwe generatie niet in de geest van de Europese waarden grootgebracht wordt,

1.  spreekt zijn afkeuring over de recente strafcampagne tegen de oppositie uit en beschouwt de veroordeling van haar leiders als een ernstige schending van de rechten van de mens en de politieke rechten; dringt er bij de Wit-Russische autoriteiten op aan om hun vonnissen te herzien en de veroordeelden en de andere politieke gevangenen vrij te laten;

2.  spreekt zijn afkeuring uit over het optreden van de regering tegen de Bond van Polen in Wit-Rusland en ziet er een poging in om de grootste niet-gouvernementele organisatie in Wit-Rusland en één van de weinige die niet onder controle van de regering staan, lam te leggen; herinnert eraan dat eerbiediging van minderheidsrechten de vrijheid van vereniging en erkenning van de verkozen statutaire organen van de minderheidsorganisaties omvat; betreurt de poging van de regering om de controle over Głos znad Niemna over te nemen;

3.  betreurt de nieuwe wet die ervoor zorgt dat oppositionele titels een nieuwe vergunning moeten vragen; wijst erop dat vrijheid van drukpers een grondrecht is en niet aan willekeurige politieke besluiten onderworpen mag worden met voorwendsels als het gebruik van bepaalde woorden in de titel;

4.  verheugt zich over de opening van de Europese Universiteit voor de geesteswetenschappen voor Wit-Russische studenten in ballingschap in Vilnius en over de inspanningen van Litouwen om de democratie en de rechten van de mens te verdedigen aan de hand van het onderwijs;

5.  roept de Wit-Russische autoriteiten op om een einde te maken aan de verdrijving van democratisch gezinde jongeren van de universiteiten en andere instellingen voor hoger onderwijs en betuigt zijn volledige steun voor de studenten die van de instellingen verjaagd zijn omdat ze zich uitgesproken hebben voor de democratische waarden en de verdediging van de rechten van de mens, en die op 25 mei ll. in hongerstaking gegaan zijn;

6.  vraagt de Europese Commissie en de lidstaten om de Europese Universiteit voor de geesteswetenschappen hun steun te verlenen voor de uitvoering van haar onderwijs- en onderzoeksprogramma's; benadrukt dat het van belang is om een plaats van academische vrijheid voor de Wit-Russische studenten in de Europese Unie in te stellen en vraagt de Europese universiteiten om nauwer samen te werken met de Europese Universiteit voor de geesteswetenschappen;

7.  vraagt de lidstaten om de titels die door de Europese Universiteit voor de geesteswetenschappen verleend zijn, te erkennen als bevestiging van haar grote bekwaamheid en uitstekend academisch vakmanschap, en stelt met vastberadenheid dat het van plan is om de Europese Universiteit voor de geesteswetenschappen ook verder met ruime middelen te blijven ondersteunen;

8.  onderschrijft het actieplan van zijn Delegatie voor de betrekkingen met Wit-Rusland en herhaalt zijn oproep aan de Raad en de Europese Commissie om steun te verlenen voor onafhankelijke uitzendingen die op de bevolking van Wit-Rusland gericht zijn, voor het opstellen van een opleidingsprogramma dat studiebeurzen voor jongeren en studenten uit Wit-Rusland geeft die in de Europese Unie wensen te studeren, en financiële steun voor academische instellingen die bereid zijn om studenten uit Wit-Rusland op te nemen;

9.  verzoekt zijn Voorzitter om deze resolutie te laten toekomen aan de Raad, de Europese Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de regering en het parlement van Wit-Rusland en de Parlementaire Vergadering van de OVSE en de Raad van Europa.