ONTWERPRESOLUTIE
24.10.2005
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
door Hannes Swoboda en Panos Beglitis
namens de PSE-Fractie
over Azerbeidzjan
B6‑0559/2005
Resolutie van het Europees Parlement over Azerbeidzjan
Het Europees Parlement,
– onder verwijzing naar zijn vroegere resoluties over Azerbeidzjan en de Zuidelijke Kaukasus en met name die van 9 juni 2005,
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 20 november 2003 over de grotere Europese nabuurschap: Een nieuw kader voor de betrekkingen met de oostelijke en zuidelijke buurlanden,
– gezien de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst met Azerbeidzjan, die op 1 juli 1999 in werking is getreden en waarin de handhaving van de democratie, de beginselen van het internationaal recht en de mensenrechten zijn verankerd,
– gezien het landenverslag van de Commissie over Azerbeidzjan van 2 maart 2005,
– gezien de verklaring van de Raad over Azerbeidzjan van 6 oktober 2005,
– gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,
A. overwegende dat bij de komende parlementsverkiezingen die op 6 november 2005 worden gehouden, de toezeggingen die de regering van Azerbeidzjan heeft gedaan inzake de voortzetting van het democratisch proces, op de proef worden gesteld,
B. overwegende dat de opname van de landen van de Zuidelijke Kaukasus in het Europese nabuurschapsbeleid Azerbeidzjan het kader en de mogelijkheid biedt om aansluiting te zoeken bij Europees beleid en Europese waarden en nauwere banden aan te gaan met de EU die verder gaan dan voorzien is in de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst,
C. overwegende dat het Europese nabuurschapsbeleid erkent dat Azerbeidzjan zich op Europa richt en in historisch, cultureel en economisch opzicht sterk met Europa verbonden is en voorts dat een concreet en evenwichtig partnerschap alleen kan worden ontwikkeld op grond van gedeelde waarden als democratie, de rechtsstaat, eerbiediging van de mensenrechten en erkenning van de rechten van minderheden en de burgerlijke vrijheden,
D. overwegende dat het actieplan voor Azerbeidzjan dient te worden opgesteld in overleg met de regering en de samenleving om een echte democratie tot ontwikkeling te brengen waarin respect bestaat voor de mensenrechten en de rechtsstaat; dringt er bij de Commissie op aan haar optreden te coördineren met de Raad van Europa en alles in het werk te stellen om de kwetsbare samenleving in Azerbeidzjan te ondersteunen en te versterken,
E. overwegende dat Azerbeidzjan een geschiedenis heeft van ernstig verkiezingsbedrog en dat met name de presidentsverkiezingen in 2003 volgens internationale waarnemers niet hebben voldaan aan de internationale normen,
F. overwegende dat president Ilham Alijev in verband met de parlementsverkiezingen in november 2005 op 12 mei 2005 een decreet heeft uitgevaardigd over de verbetering van het verkiezingsproces in de Republiek Azerbeidzjan,
G. overwegende dat in het eerste tussentijds verslag van de waarnemersmissie van de OVSE van september 2005 bezorgdheid wordt geuit over de beperkingen van de vrijheid van vergadering en ook wordt bevestigd dat de aanbevelingen van de Venetië-commissie ter verbetering van het rechtskader voor de verkiezingen en invoering van onmisbare garanties om het vertrouwen van de publieke opinie te vergroten, slechts voor een deel ten uitvoer zijn gelegd,
H. overwegende dat in het tweede tussentijds verslag van de waarnemersmissie van de OVSE van oktober 2005 weliswaar erkend wordt dat enige verbetering is opgetreden bij de toegang tot de media van alle partijen, maar voorts wordt beklemtoond dat regeringsgezinde krachten de oppositiekandidaten in de verkiezingscampagne nog steeds onevenredig strenge beperkingen opleggen en dat een aantal kiescommissies de kieswet niet op een eerlijke en onpartijdige manier uitvoeren,
I. overwegende dat bij de recente demonstraties die op 25 september en op 1 en 9 oktober hebben plaatsgevonden, de politie extreem en ongerechtvaardigd geweld heeft gebruikt tegen betogers en tientallen demonstranten heeft gearresteerd,
J. overwegende dat de politie op 16 en 17 oktober ongeveer 200 oppositieleden in hechtenis heeft genomen en tenminste 86 personen heeft aangehouden in verband met de voorgenomen terugkeer naar Bakoe van de uitgeweken voorzitter van de Democratische Partij van Azerbeidzjan, Rasoel Goelijev,
1. betreurt de weigering van de autoriteiten om bijeenkomsten van de oppositie op centrale punten in Bakoe toe te staan en de intimidatie en het geweld van de veiligheidsdiensten tegen demonstranten en activisten;
2. dringt aan op de onmiddellijke invrijheidstelling van de arrestanten en op een onderzoek naar gewelddadig politieoptreden;
3. betreurt het dat de zeven oppositieleiders die tijdens protesten na de presidentsverkiezingen in 2003 werden gearresteerd, niet aan de verkiezingen mogen deelnemen;
4. dringt er bij Azerbeidzjan op aan de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te garanderen en de onvervreemdbare grondrechten van zich in hechtenis bevindende personen te waarborgen; dringt er voorts bij de autoriteiten op aan maatregelen te nemen om een einde te maken aan de tekortkomingen die tijdens procesvoering aan het licht zijn gekomen en dringt er in dit verband bij de regering op aan gevolg te geven aan de aanbevelingen van de Raad van Europa over de behandeling van politieke gevangenen, die volgens een groot aantal geloofwaardige getuigenissen aan marteling en mishandeling blootstaan;
5. veroordeelt de intimidatie van journalisten en de voortdurende druk op journalisten en onafhankelijke media, via beperkingen die worden opgelegd aan verkooppunten, drukkerijen en distributienetten; en geeft uiting aan zijn bezorgdheid over de ongelijke toegang die de kandidaten tot de media hebben, omdat oppositiekandidaten en onafhankelijken ernstig benadeeld worden en regeringsgezinde kandidaten bevoordeeld;
6. is bezorgd over de concrete, door de kiescommissie genomen maatregelen, die fraudegevoelig zijn en, door onnauwkeurige kieslijsten en slordige distributie van stemkaarten er feitelijk toe kunnen leiden dat het stemrecht niet gewaarborgd is; geeft uiting aan zijn bezorgdheid over dergelijke maatregelen die geen garantie bieden voor het stemrecht van de gehele bevolking, met name de binnenlandse ontheemden;
7. dringt er bij de Commissie op aan het verlenen van de nodige steun aan de regering van Azerbeidzjan voort te zetten zodat zij de wettelijke en institutionele hervormingen op het terrein van de mensenrechten en de rechtsstaat ten uitvoer kan leggen;
8. dringt er bij de regering van Azerbeidzjan op aan het Internationaal verdrag voor de burgerluchtvaart, de ICAO-normen en de desbetreffende resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties inzake Cyprus volledig na te leven en verzoekt de Commissie nauwkeurig de situatie in het oog te houden die ontstaan is met de opening van een luchtverbinding tussen Bakoe en Noord-Cyprus door de regering van Azerbeidzjan;
9. zegt krachtige en niet-aflatende steun toe voor de pogingen van de bevolking van Azerbeidzjan om de rechtsstaat en een volledig functionerende democratie te vestigen en de mensenrechten te doen eerbiedigen;
10. beklemtoont dat de komende verkiezingen, met name wat betreft de naleving van de internationale normen tijdens het verkiezingsproces, van het grootste belang zijn voor de verdere ontwikkeling van de betrekkingen tussen Azerbeidzjan en de Europese Unie;
11. dringt er bij de autoriteiten in Azerbeidzjan op aan ervoor te zorgen dat aan alle voorwaarden voor vrije en eerlijke parlementsverkiezingen wordt voldaan, zowel op de dag van de verkiezingen als tijdens de campagne die daaraan voorafgaat en aldus te waarborgen dat zij hun internationale verplichtingen die zijn vastgelegd door de Raad van Europa en de OVSE, nakomen;
12. dringt er bij de autoriteiten in Azerbeidzjan op aan ervoor te zorgen dat in de laatste fase van de verkiezingscampagne alle partijen op onpartijdige en eerlijke berichtgeving in de media kunnen rekenen;
13. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de parlementen en de regeringen van de lidstaten, de president, de regering en het parlement van de Republiek Azerbeidzjan en de Parlementaire Assemblees van de OVSE en de Raad van Europa.