Ontwerpresolutie - B6-0583/2005Ontwerpresolutie
B6-0583/2005

ONTWERPRESOLUTIE

8.11.2005

naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6‑0333/2005
ingediend overeenkomstig artikel 108, lid 5 van het Reglement
door Etelka Barsi-Pataky
namens de Commissie industrie, onderzoek en energie
over de versnelling van de overgang van analoge naar digitale omroep

Procedure : 2005/2634(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B6-0583/2005
Ingediende teksten :
B6-0583/2005
Aangenomen teksten :

B6‑0583/2005

Resolutie van het Europees Parlement over de versnelling van de overgang van analoge naar digitale omroep

Het Europees Parlement,

- gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's inzake de versnelling van de overgang van analoge naar digitale omroep (COM(2005)0204),

- gezien het advies van de Beleidsgroep Radiospectrum van 19 november 2004 over de gevolgen van de omschakeling naar digitale omroep voor het radiospectrum (Opinion on spectrum implications of switchover to digital broadcasting, RSPG04-55 rev.),

- gezien de plannen voor een omschakeling naar digitale omroep van de lidstaten die in het kader van het eEurope-actieplan zijn gepubliceerd[1],

- gezien de recente in opdracht van de Europese Commissie uitgevoerde studies over spectrumbeheer op omroepgebied en over het overheidsbeleid inzake digitale terrestrische televisie[2],

- gelet op Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten (kaderrichtlijn),

- onder verwijzing naar zijn resolutie van 16 september 2002 houdende een verzoek tot ontwikkeling van een EU-actieplan voor de succesvolle introductie van digitale televisie in Europa (B5‑0488/2002, PE 323.002),

- gelet op artikel 108, lid 5 en artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,

A. overwegende dat de overgang van analoge naar digitale omroep op alle niveaus voordelen met zich brengt, aangezien er nieuwe en betere omroepdiensten mogelijk worden, er in de VHF- en UHF-frequentiebanden honderden megahertz voor andere toepassingen vrijkomen en de concurrentie en de innovatie in de markt toenemen,

B. overwegende dat de VS van plan zijn per 1 januari 2009 met analoge terrestrische uitzendingen te stoppen en dat Zuid-Korea en Japan hebben aangekondigd tegen het einde van 2010, respectievelijk in 2011 met analoge terrestrische uitzendingen te willen stoppen, en het van cruciaal belang is dat de Europese Unie ten opzichte van haar belangrijkste concurrenten geen achterstand oploopt,

C. overwegende dat de Commissie heeft voorgesteld dat per begin 2012 alle lidstaten van de EU met de analoge omroep gestopt moeten zijn, maar dat bepaalde lidstaten nog geen omschakelingsplannen hebben aangekondigd,

D. overwegende dat het omschakelingsproces door de markt gestuurd dient te worden, maar dat tegelijk coördinatie tussen de omroepen nodig is en dat in dit verband duidelijke overheidsmaatregelen gewenst zijn,

E. overwegende dat in de kaderrichtlijn weliswaar het beginsel van technologische neutraliteit is vastgelegd, maar dat dit niet wegneemt dat het nemen van redelijke stappen ter bevordering van bepaalde diensten is toegestaan, mits dit gerechtvaardigd is,

F. overwegende dat de in 2006 te houden Regionale Radiocommunicatieconferentie (RRC06) is bedoeld om de in het Verdrag van Stockholm (1961) opgenomen regeling over het gebruik van de frequentiebanden 174-230 MHz en 470-862 MHz voor omroepdiensten te herzien,

1. spoort alle lidstaten die nog geen omschakelingsplannen hebben aangekondigd aan dit vóór het eind van dit jaar te doen, zodat zij voor zowel de consumenten als de omroepen een duidelijk signaal afgeven en helderheid scheppen; moedigt hen aan de periode voor 'simulcasting' zo kort mogelijk te houden teneinde hoge uitzendkosten en een tijdelijk grotere schaarste aan capaciteit te vermijden en een zo spoedige mogelijke omschakeling te bewerkstelligen;

2. roept de lidstaten op ervoor te zorgen dat de beleidsmaatregelen die de omschakeling naar de digitale omroep moeten waarborgen en bespoedigen transparant, gerechtvaardigd, evenredig en niet-discriminerend zijn;

3. verzoekt de Europese Commissie duidelijk omlijnde beleidsdoelstellingen op te stellen teneinde de penetratie van nieuwe en innovatieve digitale diensten op een zo groot mogelijke schaal te garanderen;

4. verzoekt de Europese Commissie er met het oog op de penetratie van nieuwe digitale diensten die niet onder de categorie omroep vallen voor te zorgen dat de onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten ten spoedigste worden afgerond;

5. verzoekt de Europese Commissie en de lidstaten ervoor te zorgen dat aanpak en regelgeving op het gebied van de spectrumwinst zo veel mogelijk op elkaar worden afgestemd, met name om aan de toekomstige vraag naar pan-Europese diensten te kunnen voldoen;

6. verzoekt de Europese Commissie om binnen de bestaande structuur (Comité voor communicatie) een Europese werkgroep voor de digitale omschakeling op te richten en deze met de volgende taken te belasten: coördinatie van alle regelingen, doelstellingen, strategieën en tijdschema's van de lidstaten op communautair niveau; regelmatige controle op de voortgang van de lidstaten op het gebied van de digitale omschakeling; organisatie van workshops waarin de lidstaten en andere betrokkenen kunnen debatteren en met elkaar van gedachten kunnen wisselen; bijdrage tot de onderlinge afstemming van alle benaderingen op het gebied van spectrumwinst zodat pan-Europese diensten in de toekomst in alle lidstaten kunnen worden verleend;

7. verzoekt de Commissie het ontstaan van verticale knelpunten en horizontale monopolies te beletten; roept de lidstaten op om in overeenstemming met het Gemeenschapsrecht subsidie te verlenen voor digitale tv-ontvangers (als set top box of als onderdeel van het tv-toestel), zoals Multimedia Home Platform, die een open API gebruiken teneinde het ontstaan van knelpunten te voorkomen; roept de lidstaten op interactieve diensten te bevorderen en te ontwikkelen teneinde de digitale kennis uit te bouwen en het concurrentievermogen van Europa te versterken, en tegelijkertijd de omroepen aan te moedigen technische maatregelen te nemen om geluids- en beeldmateriaal te weren dat de lichamelijke, geestelijke of morele ontwikkeling van minderjarigen kan schaden;

8. verzoekt de Europese Commissie informatie over de beste praktijken inzake financieringsaspecten te verspreiden en op het gebied van staatssteun en mededingingsrecht duidelijke richtsnoeren op te stellen;

9. roept de Europese Commissie en de lidstaten op om in het kader van de RRC06-onderhandelingen het belang te onderstrepen van een 'rechtvaardige toegang' tot de spectrumwinst en roept hen voorts op een gemeenschappelijke onderhandelingspositie te bepalen om alvast voorbereid te zijn op het scenario dat tegen 2015 de algemene bescherming tegen interferentie met analoge kanalen van buiten de Europese Unie wordt beëindigd, teneinde rond 2012 ongestoorde digitale uitzendingen veilig te kunnen stellen;

10. doet een beroep op de lidstaten om de digitale tweedeling in de maatschappij niet te verergeren door zo snel mogelijk vóór de omschakeling van analoog naar digitaal afdoende voorzieningen te treffen, waaronder financiële steun en duidelijke voorlichting, om de kosten van omschakeling voor groepen in de samenleving die moeite zullen hebben met de aanschaf van de noodzakelijke vervangingsapparatuur te beperken;

11. verzoekt de Europese Commissie om in haar regelgeving betreffende digitale uitzendingen een duidelijk onderscheid te maken tussen regelgeving op het gebied van de uitzending van elektronische signalen en de infrastructuur enerzijds en de regelgeving op het gebied van het inhoudelijke (geluids- en beeld)materiaal anderzijds; verzoekt de Commissie voorts te voorkomen dat de nieuwe uitzendmogelijkheden in meerdere of mindere mate door multinationale mediaondernemingen worden gemonopoliseerd teneinde de verscheidenheid en diversiteit op omroepgebied te beschermen; verzoekt de Commissie ervoor te zorgen dat de regelgeving van de verschillende aanvullende diensten die naast de digitale omroepdiensten via hetzelfde netwerk worden uitgezonden op het desbetreffende karakter is afgestemd: inhoudelijke diensten op omroepgebied, overige inhoudelijke diensten en telecommunicatiediensten;

12. doet een beroep op de Europese Commissie en de lidstaten om te zorgen voor volledige interoperabiliteit en technische neutraliteit ten einde dezelfde voorwaarden te scheppen voor alle economische actoren en de innovatie in Europa een stimulans te geven;

13. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de lidstaten.