ONTWERPRESOLUTIE
6.6.2006
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
door Francis Wurtz
namens de GUE/NGL-Fractie
over de toename van het racistisch geweld in Europa
B6‑0330/2006
Resolutie van het Europees Parlement over de toename van het racistisch geweld in Europa
Het Europees Parlement,
– gelet op de artikelen 2, 6, 7 en 29 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 13 van het EG-Verdrag krachtens welke de lidstaten verplicht zijn de hoogste normen op het gebied van mensenrechten en non-discriminatie te handhaven en het handvest van de grondrechten van de Europese Unie na te leven,
– onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties van 27 oktober 1994, 27 april 1995, 26 oktober 1995, 30 januari 1997, 16 maart 2000 en 27 januari 2005 over racisme, vreemdelingenhaat en antisemitisme,
– onder verwijzing naar het rapport van Amnesty International: "Russische Federatie: gewelddadig racisme loopt uit de hand" van 4 mei 2006,
– onder verwijzing naar zijn eerdere schriftelijke verklaringen over racisme in het voetbal,
– onder verwijzing naar Richtlijn 2000/43/EG van de Raad van 29 juni 2000 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen, ongeacht ras of etnische afstamming, waarin discriminatie op grond van ras wordt verboden (richtlijn inzake gelijkheid van rassen),
– onder verwijzing naar de jaarlijkse en thematische verslagen van het Europees Waarnemingscentrum inzake racisme en vreemdelingenhaat en met name zijn jaarverslag van 2005,
– gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,
A. overwegende dat seksueel, racistisch, xenofoob, etnisch, religieus, antisemitisch en anti-islamitisch geweld en discriminatie in de EU in de afgelopen jaren is toegenomen, ongeacht de belangrijke maatregelen die de Europese Unie heeft genomen door de toepassing van artikel 13 van het EG-Verdrag,
B. overwegende dat racistische aanslagen vaak veroorzaakt en gepleegd worden door neonazis en andere rechtse militante xenofobe groepen en hun leden,
C. overwegende dat er tijdens voetbalwedstrijden in Europa ernstige racistische incidenten hebben plaatsgevonden,
D. overwegende dat er een relatie bestaat tussen de toename van racisme en vreemdelingenhaat en de verslechtering van de economische en sociale omstandigheden,
E. overwegende dat er een toename is geweest van racistische moorden in enkele lidstaten, zoals de moord op een Malinese vrouw in België, de marteling van en moord op Ilan Halimi in Frankrijk en de sectarische moord op de 15-jarige Michael McIlveen in Noord-Ierland van 7 mei
F. overwegende dat uit de jaarverslagen van het Europees Waarnemingscentrum inzake racisme en vreemdelingenhaat (EUMC) en diverse andere verslagen over racisme in Europa van nationale media, de officiële autoriteiten of NGO's blijkt dat geen enkel land van de Europese Unie imuun is voor het fenomeen racistisch, xenofoob, etnisch, religieus, antisemitisch en anti-islamitisch geweld en discriminatie,
G. overwegende dat er een toename is geweest van homohaat in verschillende lidstaten, zoals het verbod op "gay pride" of gelijkheidsmarsen, het gebruik van bedreigende taal of haatzaaiende taal door vooraanstaande politici en religieuze leiders, het feit dat de politie er niet in is geslaagd adequate bescherming te bieden of zelfs vreedzame demonstraties uiteen heeft gejaagd, gewelddadige demonstraties door groepen homohaters, en de invoering van veranderingen in de grondwetten om relaties van hetzelfde geslacht expliciet te verbieden,
H. overwegende dat artikel 13 van het EG-Verdrag alle vormen van discriminatie, met name op grond van "ras" of "etnische" afstamming, godsdienst, overtuiging of seksuele geaardheid verbiedt,
I. overwegende dat racisme, antisemitisme en vreemdelingenhaat een directe bedreiging vormen van de beginselen van vrijheid en democratie en van de fundamentele waarden die gedeeld worden door de lidstaten van de EU, zoals bepaald in artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en in het Handvest van de grondrechten,
J. overwegende dat door de mislukking van het beleid van de lidstaten om migranten te integreren racistisch en xenofoob gedrag in de gastlanden toeneemt,
K. overwegende dat vier lidstaten - Duitsland, Luxemburg, Oostenrijk en Finland - zijn aangeklaagd voor het Europees Hof van Justitie (HvJ) omdat zij er niet in geslaagd zijn de vereisten van richtlijn 2000/43/EG (richtlijn inzake rassengelijkheid) na te leven,
L. overwegende dat openbaar beschikbare officiële gegevens en statistieken over incidenten met racistisch geweld en racistische misdrijven van essentieel belang zijn in de strijd tegen rassendiscriminatie, maar dat van de EU15 Griekenland, Spanje, Italië en Portugal geen publiek beschikbare officiële gegevens over incidenten met racistisch geweld en misdrijven hebben en dat van de nieuwe lidstaten alleen de Tsjechische Republiek, Hongarije, Polen en Slowakije officiële gegevens over racistisch geweld en racistische misdrijven verzamelen,
M. overwegende dat gewelddadig en agressief optreden tegen etnische minderheden, religieuze en buitenlandse groeperingen soms zelfs door openbare ambtenaren worden gepleegd, zoals de politie en immigratiefunctionarissen,
1. herhaalt zijn veroordeling van alle vormen van xenofoob, racistisch en sectarisch geweld of discriminatie,
2. veroordeelt met name met klem de racistische moord in België op de Malinese Oulemata Niangadou, en het Belgische kind dat zij onder haar hoede had, door een extreem rechtse jongeman die enkele ogenblikken daarvoor een vrouw van Turkse afkomst ernstig had verwond toen hij probeerde haar te doden; is diep geschokt door de marteling van en de moord op Ilan Halimi in februari jl. in Frankrijk en is bezorgd over de antisemitische dimensie van dergelijke misdrijven;
3. veroordeelt met klem alle vormen van racisme tijdens voetbalwedstrijden, zowel op als buiten het veld en dringt er bij de Duitse autoriteiten en de FIFA op aan racisme tijdens de aanstaande wereldkampioenschappen voetbal te bestrijden en de populariteit van deze manifestatie te gebruiken om racisme te helpen bestrijden;
4. dringt er bij de instellingen van de Europese Unie, de lidstaten en alle Europese politieke partijen op aan elke vorm van intolerantie, aansporing tot misdaad, intimidatie of geweld te veroordelen en om zonder voorbehoud alle vormen van racisme, antisemitisme, islamofobie en xenofobie te veroordelen;
5. dringt er bij de lidstaten op aan de uitvoering van praktische maatregelen ter bestrijding van racisme op te voeren: een strikte uitvoering en constante verbetering van anti-racistische wetten, voorlichtings- en bewustmakingscampagnes in de media en onderwijsinstellingen; wettelijke maatregelen tegen partijen of groeperingen die racisme bevorderen; bevordering van algemene en reguliere politietraining over een effectief optreden tegen racistische misdrijven, gebaseerd op "goede praktijken";
6. dringt er bij de lidstaten op aan gedetailleerde statistieken over racistische misdrijven te verzamelen en openbaar te maken en misdaad/slachtofferoverzichten te ontwikkelen waarmee kwantitatieve en vergelijkbare gegevens over slachtoffers van racistische misdrijven kunnen worden verzameld;
7. dringt er bij de Raad op aan onmiddellijk het voorstel voor een kaderbesluit betreffende de bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat (COM(2001)664) aan te nemen;
8. dringt er bij alle lidstaten op aan de richtlijn inzake rassengelijkheid 2000/43/EG effectief ten uitvoer te leggen;
9. verzoekt de Commissie een begin te maken met een herziening van de toepassing van de Richtlijn inzake rassengelijkheid 2000/43/EG teneinde de antidiscriminatiemaatregelen van de Europese Unie aan te scherpen;
10. dringt er bij opinieleiders en besluitvormers op aan in hun houding of woordgebruik, al dan niet bewust, geen aanleiding te geven voor het ontstaan van een klimaat van racisme, latente vreemdelingenhaat, antisemitisme, islamofobie, sectarisme en homofobie, met name met betrekking tot het migratie- en asielbeleid; wenst een ontvankelijk klimaat voor nieuwe wetten waarmee strikte controles en toezicht, zoals voorzien in de antiterrorismewetten, worden geïntroduceerd;
11. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen en parlementen van de lidstaten en kandidaat-lidstaten.