ONTWERPRESOLUTIE
12.6.2006
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
door André Brie
namens de GUE/NGL-Fractie
over de stand van de voorbereidingen van Bulgarije en Roemenië op het EU‑lidmaatschap
B6‑0343/2006
Resolutie van het Europees Parlement over de stand van de voorbereidingen van Bulgarije en Roemenië op het EU-lidmaatschap
Het Europees Parlement,
– gezien het monitoringverslag inzake de stand van de voorbereidingen van Bulgarije en Roemenië op het EU-lidmaatschap (COM(2006) 214 def.),
– onder verwijzing naar de resoluties en de verslagen die het sinds het begin van de toetredingsonderhandelingen heeft opgesteld,
– gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,
A. overwegende dat de Europese Commissie in haar monitoringverslag opmerkt dat Bulgarije en Roemenië sinds het laatste verslag van de Commissie aanzienlijke verbeteringen hebben aangebracht,
B. overwegende dat de vooruitgang op een beperkt aantal terreinen nog steeds niet echt bevredigend is geweest,
C. overwegende dat de Commissie heeft geconcludeerd dat Bulgarije en Roemenië voor 1 januari 2007 voorbereid zouden moeten zijn op het lidmaatschap, mits door hen een aantal nog bestaande problemen wordt aangepakt,
D. overwegende dat de Commissie begin oktober 2006 verdere monitoringverslagen zal indienen inzake de stand van de voorbereidingen van Bulgarije en Roemenië op het EU‑lidmaatschap,
E. overwegende dat het Europees Parlement duidelijk de wens heeft uitgesproken dat Roemenië en Bulgarije op 1 januari 2007 toetreden tot de Europese Unie, voorzover door elk van die twee landen wordt voldaan aan de voorwaarden zoals die in het Toetredingsverdrag zijn vastgelegd,
1. is ingenomen met de over het algemeen positieve, maar op bepaalde punten ook kritische beoordeling van de stand van de voorbereidingen van Bulgarije en Roemenië op de toetreding zoals die wordt gegeven in het monitoringverslag van de Commissie;
2. beklemtoont dat de regeringen van Bulgarije en Roemenië zich bewust moeten zijn van de noodzaak om volledig gebruik te maken van de maanden die nog resteren en verdere inspanningen te doen om te voldoen aan de voorwaarden voor het bereiken van een volledig EU-lidmaatschap per 1 januari 2007;
3. spreekt zijn bezorgdheid uit over informatie volgens welke het grondgebied van Bulgarije en Roemenië door de CIA is gebruikt als basis voor het arrangeren van verdwijningen, geheime detenties en onrechtmatige overbrenging van personen tussen staten - zoals ook het geval is met veel andere landen in Europa en daarbuiten; verzoekt Bulgarije en Roemenië hun met de Verenigde Staten gesloten bilaterale overeenkomsten te herzien teneinde te waarborgen dat deze volledig in overeenstemming zijn met EU- en internationale normen op het gebied van de mensenrechten;
4. herhaalt dat het wegwerken van economische en sociale verschillen tussen de "oude" en de "nieuwe" en toekomstige lidstaten voor de Europese Unie de belangrijkste uitdaging is, die alleen tegemoet kan worden getreden door gemeenschappelijke solidariteit en samenwerking op basis van gelijke rechten; betreurt dat de nieuwe financiële vooruitzichten in weerwil van de enorme economische en sociale problemen in de "nieuwe" en toekomstige lidstaten geen toereikend antwoord op deze uitdaging bieden; spreekt zijn bezorgdheid uit over de gevolgen, bijvoorbeeld de vergroting van de ongelijkheid tussen huidige en toekomstige lidstaten;
5. is zich ervan bewust dat een besluit over de toetreding van elk afzonderlijk land zal worden genomen op basis van de eigen merites en resultaten van het desbetreffende land, maar is ervan overtuigd dat Bulgarije en Roemenië op basis van de vooruitgang die tot dusverre door beide landen is geboekt en hun inspanningen om de komende paar maanden verdere vooruitgang te boeken, samen en op dezelfde datum tot de Europese Unie kunnen toetreden;
6. houdt staande dat het zijn wens is dat Roemenië en Bulgarije op 1 januari 2007 toetreden tot de Europese Unie, voorzover door elk van deze twee landen wordt voldaan aan de voorwaarden zoals die in het Toetredingsverdrag zijn vastgelegd;
7. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten en de regeringen en parlementen van Bulgarije en Roemenië.