ONTWERPRESOLUTIE
4.10.2006
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
door
- -Klaus-Heiner Lehne, Giuseppe Gargani en Nicole Fontaine, namens de PPEDEFractie
- -Maria Berger en Michel Rocard, namens de PSEFractie
- -Sharon Bowles en Toine Manders, namens de ALDEFractie
B6‑0522/2006
Resolutie van het Europees Parlement over het toekomstige octrooibeleid in Europa
Het Europees Parlement,
– gezien het Groenboek van de Commissie van 24 juni 1997 over het Gemeenschapsoctrooi en het octrooistelsel in Europa - Bevordering van innovatie door middel van octrooien (COM(1997)314),
– gelet op richtlijn 98/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 1998 betreffende de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen,
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 26 oktober 2005 over octrooien op biotechnologische uitvindingen,
– gelet op de raadpleging die de Commissie op 9 januari 2006 over het toekomstige octrooibeleid in Europa op gang heeft gebracht,
– gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,
A. overwegende dat het weinig waarschijnlijk is dat de tekortkomingen in de voorstellen voor het Gemeenschapsoctrooi in de nabije toekomst zullen kunnen worden weggewerkt,
B. overwegende dat een voor iedereen toegankelijk doeltreffend, concurrentieel en kosteneffectief octrooistelsel een van de hoofdvereisten is van de strategie van Lissabon voor een concurrentiële kennismaatschappij en van cruciaal belang is voor de bloei zowel van het MKB als van grote ondernemingen,
1. verzoekt de Commissie alle paden te verkennen om het octrooistelsel en de octrooigeschillenregeling in de Europese Unie te verbeteren, onder meer door deel te nemen aan de verdere onderhandelingen over de overeenkomst betreffende de geschillenregeling bij Europese octrooien (EPLA) en toe te treden tot de overeenkomst van Munchen, alsook door de voorstellen voor het Gemeenschapsoctrooi te herzien; is in verband met de EPLA van mening dat de voorgestelde tekst fors moet worden verbeterd en dat er een bevredigend voorstel nodig is voor het reglement van het EPLA-gerecht;
2. vraagt dat zijn Juridische Dienst opdracht krijgt om een tussentijds advies te verstrekken over de EU-gerelateerde aspecten van de mogelijke sluiting van de EPLA door de lidstaten in het licht van de aspecten waar de EPLA en het acquis communautaire elkaar mogelijk overlappen en duidelijkheid te scheppen over de wetgevende bevoegdheden op dit gebied;
3. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen en parlementen van de lidstaten.