Ontwerpresolutie - B6-0525/2006Ontwerpresolutie
B6-0525/2006

ONTWERPRESOLUTIE

4.10.2006

naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6‑0435/2006
ingediend overeenkomstig artikel 108, lid 5 van het Reglement
door Joseph Daul
namens de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling
over de situatie in de sector zacht fruit en kersen voor verwerking

Procedure : 2006/2612(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B6-0525/2006
Ingediende teksten :
B6-0525/2006
Aangenomen teksten :

B6‑0085/2006

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in de sector zacht fruit en kersen voor verwerking

Het Europees Parlement,

–  gezien het verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 28 juni 2006 over de situatie in de sector zacht fruit en kersen voor verwerking (COM(2006)0345),

–  gezien de Verordeningen (EG) nrs. 2200/96[1], 2201/96[2], 2202/96[3] en 2699/2000[4] van de Raad, waarop de gemeenschappelijke ordening der markten (GMO) in de groenten- en fruitsector berust,

–  onder verwijzing naar zijn resolutie van 5 juli 2001 over het verslag van de Commissie aan de Raad over de gemeenschappelijke ordening der markten in de groenten- en fruitsector[5],

–  gezien Verordening (EG) nr. 1432/2003 van de Commissie met betrekking tot de erkenning van telersgroepen[6] en Verordening (EG) nr. 1433/2003[7] van de Commissie voor wat de actiefondsen en de operationele programma's in deze sector betreft,

–  gezien de Verordeningen (EG) nrs. 1535/2003[8], 2111/2003[9] en 103/2004[10] van de Commissie inzake de vereenvoudiging van de voorschriften van de geldende verordeningen in deze sector,

–  gezien Verordening (EG) nr. 1782/2003[11] van de Raad en Verordening (EG) nr. 2237/2003[12] van de Commissie tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor producenten van noten,

–  gezien het Commissiedocument "Uitbreiding van de Europese Unie: follow-up voor de sector groenten en fruit" (DG AGRI, C-4, april 2004),

–  gezien het verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 10 augustus 2004 over de vereenvoudiging van de gemeenschappelijke ordening der markten (GMO) in de sector groenten en fruiten (COM(2004)0549),

–  gezien het werkdocument van de Commissie van 3 september 2004 inzake de analyse van de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (SEC(2004)1120),

–  onder verwijzing naar zijn resolutie van 11 mei 2005 inzake de vereenvoudiging van de gemeenschappelijke ordening der markten (GMO) in de sector groenten en fruiten (P6_TA(2005)0174),

–  gezien het werkdocument van de Commissie van 28 juni 2006 inzake de situatie in de sector zacht fruit en kersen voor verwerking (SEC(2006)0838),

–  gelet op artikel 108, lid 5 van zijn Reglement,

A.  overwegende dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid als hoofddoelstellingen heeft de productiviteit van de landbouw te doen stijgen, de landbouwbevolking een redelijke levensstandaard te verzekeren, de markten te stabiliseren, de voorziening veilig te stellen en redelijke prijzen voor de verbruikers te verzekeren,

B.  overwegende dat in het Verdrag van Rome wordt voorgesteld bij het tot stand brengen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid rekening te houden met de bijzondere aard van het landbouwbedrijf, welke voortvloeit uit de maatschappelijke structuur van de landbouw en uit de structurele en natuurlijke ongelijkheid tussen de verschillende landbouwgebieden; met de noodzaak de dienstige aanpassingen geleidelijk te doen verlopen en met het feit, dat de landbouwsector in de lidstaten nauw verweven is met de gehele economie,

C.  overwegende dat het GLB op drie basisbeginselen berust: één gemeenschappelijke markt, communautaire preferenties en financiële solidariteit,

D.  overwegende dat de situatie in de sector zacht fruit en kersen sinds de uitbreiding van de Europese Unie ingrijpend gewijzigd is, in aanmerking nemend dat het areaal van die sector van 69 000 hectare is uitgebreid tot 237 000 hectare,

E.  overwegende dat Polen er in het Toetredingsverdrag op heeft gewezen dat er zich na de uitbreiding voorspelbare knelpunten zouden voordoen op de communautaire markt in de sector groenten en fruit en dat Polen heeft gewezen op de noodzaak om beschermingsmaatregelen te treffen in die sector,

F.  overwegende dat na de uitbreiding van 2004 zacht fruit voor de EU een aanzienlijke economische betekenis heeft gekregen, met name gezien het feit dat enige nieuwe lidstaten ook thans nog wereldwijd leiding

G.  overwegende dat vóór de uitbreiding van 2004 zacht fruit en kersen in de gemeenschappelijke rechtsvoorschriften niet werden beschouwd als producten die uiterst marktgevoelig zijn en derhalve ook geen oplossingen in het kader van de desbetreffende gemeenschappelijke maatregelen werden gepland (GMO groenten en fruit, douanebeleid); dat na de uitbreiding de gemeenschappelijke rechtsvoorschriften niet adequaat aan de nieuwe omstandigheden van de sector zacht fruit in de Gemeenschap zijn aangepast,

H.  overwegende dat het probleem van het zachte fruit en de kersen in de eerste plaats de nieuwe lidstaten aangaat en dan met name Polen, dat tweederde van de gehele sector zacht fruit en kersen voor verwerking in de EU voor zijn rekening neemt; dat ook bepaalde regio's van de oude lidstaten waar deze productie een belangrijke landbouwactiviteit vormt, met dit probleem te maken hebben,

I.  overwegende dat als gevolg van het zeer grote aanbod van grondstoffen op de kersenmarkt van de EU de verwerkende bedrijven in toenemende mate tal van producten vervangen (bijvoorbeeld zoete kersen door zure kersen); dat door deze tendens de bedreiging voor het voortbestaan van een in bepaalde lidstaten traditionele productie als gevolg van de druk van de invoer uit derde landen, nog wordt versterkt,

J.  overwegende dat de productie van zacht fruit en kersen geconcentreerd is in enkele van de armste regio's van de EU en dat het om die reden niet alleen een economisch maar ook een maatschappelijk probleem vormt,

K.  overwegende dat een aanzienlijk deel van de gehele productie van zacht fruit en kersen geleverd wordt door kleine familiebedrijven voor wie de teelt van zacht fruit een bestaansvoorwaarde is,

L.  overwegende dat de sector groenten- en fruitsector kampt met een langdurige crisissituatie die de toekomst van de sector bedreigt,

M.  overwegende dat de prijzen van aardbeien voor verwerking en diepgevroren aardbeien in de EU in 2004 en 2005 aanzienlijk zijn gedaald in verband met de toegenomen concurrentie uit derde landen en de tijdelijke stijging van de productie in de EU,

N.  overwegende dat er aanzienlijke hoeveelheden van frambozen en kersen worden geïmporteerd naar de EU-25, maar dat de afgelopen jaren met name de import van diepgevroren aardbeien is toegenomen, en dat daardoor in de sector aardbeien voor verwerking de concurrentie van geïmporteerde goedkope diepgevroren aardbeien uit derde landen, met name China en Marokko, is toegenomen,

O.  overwegende dat zwarte bessen in de noordelijke lidstaten van Europa worden geteeld en dat de EU de grootste producent ter wereld is van dit fruit,

P.  overwegende dat sinds de uitbreiding van de EU in 2004 de communautaire frambozenproductie gestegen is van 28.000 ton naar 87.000 ton (gemiddelde productie in de periode 2002-2004) omdat er twee belangrijke producenten zijn toegetreden, te weten Polen (48.000 ton) en Hongarije (10.000 ton),

Q.  overwegende dat sinds de uitbreiding het merendeel van de kersenproductie in de EU afkomstig is uit de nieuwe lidstaten: Polen (190.000 ton in de periode 2002-2004) en Hongarije (51.000 ton),

R.  overwegende dat telerorganisaties en -groepen de belangrijkste ontvangers van steun zijn in de sector groenten en fruit en tegelijkertijd dat hun aandeel op de markt in de nieuwe lidstaten gering is, terwijl de nieuwe lidstaten de grootste producenten van zacht fruit zijn,

S.  overwegende dat het merendeel van de communautaire begrotingsmiddelen in de sector groenten en fruit wordt aangewend voor aanvullende steun voor de verwerking en dat zacht fruit en kersen hiervan worden uitgesloten,

T.  overwegende dat de teelt van voor verwerking bestemd zacht fruit en kersen in enkele lidstaten een zelfstandig activiteitenterrein is dat zijn steentje bijdraagt tot de instandhouding van het sociaal-economisch bestel in deze landen,

1.  dringt er bij de Commissie op aan onmiddellijk te zorgen voor samenwerkingsprojecten alsmede voor scholingsmaatregelen voor de betrokken landbouwers en ondersteuning voor

2.  verzoekt dat voor de verwerking van zacht fruit zoals aardbeien, aalbessen, frambozen, kruisbessen, zure kersen en zoete kersen steunregelingen worden ingevoerd naar het voorbeeld van die welke momenteel voor tomaten, peren, perziken en citrusvruchten worden toegepast om de markten voor deze producten te stabiliseren; vestigt de aandacht erop dat deze producten een strategische betekenis hebben zowel in bepaalde regio's van de oude lidstaten als in de nieuwe lidstaten, waar zij niet alleen een economische maar ook een maatschappelijke en landschappelijke waarde hebben;

3.  dringt er bij de Commissie op aan met een oplossing te komen en onmiddellijk maatregelen te treffen om de excessieve import van zacht fruit uit derde landen aan banden te leggen, met name uit die landen die dumpingprijzen hanteren;

4.  roept de Commissie op om voor zacht fruit op lange termijn een mechanisme van voorwaardelijke markttoegang te onderzoeken waarbij aan de invoer van producten uit derde landen de voorwaarde wordt gesteld dat bij de teelt wordt voldaan aan eisen op milieu- en maatschappelijk gebied die in overeenstemming zijn met die van de Europese Unie; dringt erop aan dat de invoer wordt belast met een heffing die de Europese producent vrijwaart van dumping wanneer niet wordt voldaan aan deze eisen, en dat de inkomsten uit deze heffing worden besteed aan projecten voor plattelandsontwikkeling in de betrokken exportlanden;

5.  is van mening dat mechanismen ter ondersteuning van telergroepen moeten worden ingevoerd, waardoor de telers in die lidstaten van de EU waar de sector groenten en fruit aanzienlijk zwakker is georganiseerd dan het communautaire gemiddelde, in versterkte mate worden aangemoedigd tot vorming van groeperingen (en uiteindelijk van telersorganisaties), bijvoorbeeld door verdubbeling van de steunpercentages voor op voorhand erkende telergroepen;

6.  stelt zich op het standpunt dat de nieuwe lidstaten gedurende een overgangsperiode verhoogde steun zouden moeten ontvangen voor de oprichting en het beheer van op voorhand erkende telersgroepen (steunpercentages van respectievelijk 10%, 10%, 8%, 6% en 4% in vijf opeenvolgende jaren in plaats van de momenteel gehanteerde 5%, 5%, 4%, 3% en 2%, waarbij tegelijkertijd de huidige steunplafonds worden gehandhaafd, d.w.z. 100.000, 100.000, 80.000, 60.000 en 50.000 €);

7.  dringt er bij de Commissie op aan ingrijpende maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat producten waarvoor lage douanetarieven gelden (zoals het geval is bij zacht fruit) op de lijst van gevoelige producten worden geplaatst en dat voor zacht fruit speciale vrijwaringsclausules en invoerprijsmechanismen worden ingevoerd;

8.  roept de Commissie op tot een dialoog met de lidstaten over een steunregeling voor braakleggingsprojecten van oude teeltbedrijven van zacht fruit en kersen in geval van een duurzaam overschot van het aanbod;

9.  roept de Commissie op de voorschriften te vereenvoudigen en de crisissteuncriteria voor telers van zacht fruit en kersen die verliezen leiden door ongunstige weersomstandigheden, te versoepelen; is van oordeel dat die vereenvoudiging met name moet inhouden dat compensatie van de gevolgen van slechte weersomstandigheden niet aan de voorafgaande goedkeuring van de Commissie is onderworpen, wat de betalingen aan de boeren aanzienlijk zou bespoedigen;

10.  roept de Commissie op in het kader van de hervorming van de GMO in de groenten- en fruitsector telers te compenseren die bereid zijn hun zacht fruit en hun kersen niet op de markt te brengen in onverwachte en tijdelijke probleemsituaties die verband houden met overmatig aanbod op de markt;

11.  is voorstander van invoering van een systeem van etikettering ter aanduiding van het land van oorsprong van de landbouwproducten die gebruikt zijn in verwerkte producten, alsook van de verplichte etikettering van het eindproduct, zodat de consument de mogelijkheid heeft te kiezen voor regionale producten;

12.  dringt erop aan dat er uit hoofde van de verordeningen die tot doel hebben de landbouwproducten te bevorderen, passende financiële middelen worden uitgetrokken voor een campagne om de consumptie hoogwaardig zacht fruit en hoogwaardige verwerkte producten op basis van zacht fruit van Europese herkomst te bevorderen;

13.  roept de Poolse regering op een einde te maken aan de fiscale benadeling van telersgroepen teneinde de vorming van afzetorganisaties te stimuleren en ervoor te zorgen dat de telers de voor de GMO in de groenten- en fruitsector beschikbare begrotingsmiddelen optimaal kunnen gebruiken;

14.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.