ONTWERPRESOLUTIE
8.11.2006
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
door Godelieve Quisthoudt-Rowohl, Ria Oomen-Ruijten en Maria Martens
namens de PPE-DE-Fractie
over tariefpreferenties voor SAP+-landen
B6‑0579/2006
Resolutie van het Europees Parlement over tariefpreferenties voor SAP+-landen
Het Europees Parlement,
– gezien Verordening van de Raad (EG) nr. 980/2005[1] van 27 juni 2005 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties,
– gezien Besluit 2005/924/EG[2] van de Commissie tot vaststelling van de lijst van begunstigde landen die in aanmerking komen voor de bijzondere regeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur overeenkomstig artikel 26, onder e) van Verordening (EG) nr. 980/2005 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties,
– gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,
A. overwegende dat de bijzondere stimuleringsmaatregelen, opgenomen in Besluit 2005/924/EG van de Commissie inzake duurzame ontwikkeling en goed bestuur, preferentiële toegang inhouden tot de Europese markten voor goederen die afkomstig zijn uit ontwikkelingslanden welke voldoen aan bepaalde internationale normen wat betreft mensenrechten en arbeidsrechten, milieubescherming, drugsbestrijding en goed bestuur,
B. overwegende dat de Commissie in haar besluit van 21 december 2005 speciale stimuleringsmaatregelen heeft toegekend aan Bolivia, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Georgië, Guatemala, Honduras, Sri Lanka, Moldavië, Mongolië, Nicaragua, Panama, Peru, El Salvador en Venezuela,
C. overwegende dat de nieuwe SAP+-regeling een stimulans zou moeten zijn voor de begunstigde landen om hun ontwikkelingsdoelstellingen te bereiken, met inbegrip van de oprichting van adequate instellingen teneinde volledig te beantwoorden aan de rechten die zijn neergelegd in de IAO-verdragen,
D. overwegende dat de tenuitvoerlegging van de VN/IAO-verdragen dient te worden beoordeeld op basis van de conclusies van de IAO en andere relevante toezichthoudende organen volgens een regulier proces, met de nodige inachtneming van de mening van het Europees Parlement en de begunstigde landen,
E. overwegende dat volgens artikel 16 van de SAP-verordening waarborgclausules en tijdelijke intrekkingen kunnen worden toegepast op landen die ernstige en systematische schendingen begaan van de beginselen die zijn neergelegd in de internationale verdragen die worden genoemd in bijlage III van Verordening (EG) nr. 980/2005 van de Raad,
F. overwegende dat waarborgclausules en tijdelijke intrekkingen in laatste instantie en met inachtneming van het beginsel van evenredigheid moeten worden toegepast,
1. neemt nota van het besluit van de Commissie om preferenties toe te kennen aan de landen die zijn genoemd in Besluit 2005/924/EG van de Commissie;
2. verzoekt de Commissie haar inzet te versterken om een daadwerkelijke tenuitvoerlegging van de in de VN/IAO-verdragen vastgelegde fundamentele mensenrechten en arbeidsrechten in de SAP+-landen te bevorderen en te waarborgen, alsmede van de verdragen inzake het milieu en de beginselen van het bestuur;
3. merkt op dat de economische ontwikkeling en integratie in het wereldhandelssysteem van de SAP+-landen van cruciaal belang is voor het verwezenlijken van ontwikkelingsdoelstellingen, waaronder stabiliteit en goed bestuur; onderstreept in dit verband dat economische actoren zowel uit de EU als uit de SAP+-landen een stabiel en voorspelbaar handels- en investeringsklimaat verlangen; waarschuwt derhalve voor overhaaste en ongefundeerde besluiten, zowel bij het verlenen als bij het intrekken van handelspreferenties;
4. verzoekt de Commissie om haar controle op de tenuitvoerlegging van de IAO-verdragen in de SAP+-landen te intensiveren en rekening te houden met de mening van de begunstigde landen, en met name om haar verplichtingen uit hoofde van artikel 18 van de verordening na te komen;
5. verzoekt de Commissie het Parlement te informeren over de mate waarin de SAP+‑landen zich houden aan de betreffende IAO/VN-Verdragen en in het bijzonder mede te delen of ernstige en systematische schendingen voorkomen van de in deze verdragen neergelegde beginselen;
6. onderstreept dat een besluit van de Commissie om over te gaan tot een tijdelijke intrekking van de preferenties in het geval van ernstige schendingen van de in de IAO‑verdragen neergelegde beginselen dient te zijn gebaseerd op de bevindingen van de passende controle-instanties waarbij naar behoren rekening moet worden gehouden met de mening van het Europees Parlement;
7. onderstreept dat een evaluatie van de doelmatigheid van de tenuitvoerlegging van de SAP+-vereisten dient te worden verricht voordat een verlenging van de SAP+‑preferenties wordt goedgekeurd bij het aflopen van de huidige verordening in 2008;
8. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.