ONTWERPRESOLUTIE
23.11.2006
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
door Miguel Angel Martinez Martinez, Glenys Kinnock, Karin Scheele en Ana Gomes
namens de PSE-Fractie
over HIV/AIDS (Wereldaidsdag)
B6‑0622/2006
Resolutie van het Europees Parlement over HIV/AIDS (Wereldaidsdag)
Het Europees Parlement,
– gelet op Wereldaidsdag op 1 december 2006, met dit jaar als thema: "Rekenschap: Stop Aids, Hou je belofte",
– gezien het op 21 november 2006 gepubliceerde UNAIDS/WHO AIDS-Jaarrapport voor 2006,
– gelet op de zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 31 mei tot 1 juni 2006, waarbij de resultaten werden geëvalueerd van de Declaration of Commitment on HIV/AIDS,
– gelet op de XVIe Internationale AIDS Conferentie in Toronto in augustus 2006,
– gelet op de Nieuwe Financiële Vooruitzichten van de EU voor 2007-2013,
– gelet op de VN Millenniumontwikkelingsdoelstellingen (MDGs) en met name de doelstelling om de verspreiding van de HIV/AIDS epidemie vóór 2015 een halt toe te roepen,
– gezien de door de Internationale Conferentie over Bevolking en Ontwikkeling voorgenomen doelstelling om voor 2015 universele toegang tot reproductieve gezondheid te realiseren,
– gelet op de eerste bijeenkomst van het Global Steering Committee op 9-10 januari 2006 inzake opschroeven van toegangsmogelijkheden tot preventie, behandeling, zorg en begeleiding in verband met HIV,
– gelet op de Internationale Conferentie over Bevolking en Ontwikkeling die in 1994 werd gehouden en de follow-up voor het in 1999 en 2004 vastgestelde actieprogramma,
- gezien het door de Europese Commissie in april 2005 vastgestelde Europees actieprogramma tegen HIV/aids, malaria en tuberculose dat alle ontwikkelingslanden voor de periode 2007-2011 omvat,
– gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,
HIV/AIDS wereldwijd
A. overwegende dat volgens het op 21 november uitgebrachte UNAIDS jaarverslag in 2006 4.3 miljoen nieuwe besmettingen hebben plaatsgevonden, waarvan 2,8 miljoen (65%) alleen al in Afrika ten zuiden van de Sahara,
B. overwegende dat meer dan 95% van de 39,5 miljoen mensen die wereldwijd aan HIV/AIDS lijden, in de ontwikkelingslanden wonen,
C. overwegende dat er aanwijzingen zijn dat het besmettingspercentage in Oost-Europa en Centraal Azië sinds 2004 met meer dan 50% is gestegen, en dat er maar weinig voorbeelden zijn van landen die het aantal nieuwe besmettingen hebben weten terug te brengen,
D. overwegende dat van de 6.8 miljoen mensen met HIV in de lage- en middeninkomenslanden die op anti-retrovirale middelen zijn aangewezen, slechts 24% toegang heeft tot de noodzakelijke behandeling,
E. overwegende dat er in totaal naar schatting 15 miljoen HIV/AIDS-wezen zijn, waarvan 12,3 miljoen alleen al in Afrika,
F. Overwegende dat oudere kinderen en grootouders de zorg voor vaak grote aantallen AIDS-wezen op zich nemen, en de stervende generatie van jonge volwassenen met HIV/AIDS in sommige landen een tekort achterlaat aan onderwijzers, verpleegsters, dokters en andere onmisbare professionele krachten,
G. overwegende dat vooral de generatie van economisch actieve jonge mensen in onevenredige mate door AIDS wordt getroffen,
Feminisering van de epidemie
H. overwegende dat Nelson Mandela heeft gezegd dat “het vrouwen zijn die de realiteit rond AIDS het meest aan den lijve ervaren",
I. overwegende dat thans 50% van alle mensen ter wereld die met het HIV-virus zijn besmet en 60% van de mensen in Afrika die door het HIV-virus zijn besmet, vrouwen zijn,
J. overwegende dat de aan geslacht gerelateerde ongelijkheden in verband met HIV/AIDS onderstrepen dat de ontwikkeling van vaccins die voor vrouwen en jonge meisjes vóór het begin van hun seksuele leven beschikbaar zijn, een budgettaire en politieke prioriteit dient te zijn; benadrukt dat vrouwen moeten worden betrokken bij alle desbetreffende klinische onderzoek, waaronder ook proeven met vaccins,
K. Overwegende dat vrouwen door hun sociaal-economische situatie en hun in veel landen bestaande afhankelijkheid van mannen niet kunnen onderhandelen over veilige seks, en dat microbiciden daarom worden beschouwd als een veelbelovend preventiemiddel,
Recht op seksuele en reproductieve gezondheid
L. overwegende dat seksuele en reproductieve gezondheidsrechten onlosmakelijk verband houden met de preventie van HIV/AIDS en andere aan armoede gerelateerde ziekten,
M. Overwegende dat de Millenniumontwikkelingsdoelstellingen (MDGs) alleen kunnen worden gehaald als seksuele en reproductieve gezondheidsvraagstukken bovenaan de MDG-agenda worden geplaatst,
N. overwegende dat mensen met HIV speciale behoeften hebben waar het gaat om hun reproductieve gezondheid, op het punt van gezinsplanning, het veilig ter wereld brengen en borstvoeden van hun babies, aan welke behoeften vaak niet wordt gedacht, gezien met name de feminisering van de epidemie,
O. overwegende dat de Internationale Conferentie over Bevolking en Ontwikkeling (ICPD) van 1994, met follow-up in 1999 en 2004, opnieuw heeft bevestigd hoezeer het van belang is dat vrouwen voor zichzelf leren opkomen en meer keuzemogelijkheden krijgen door uitgebreider toegang tot onderwijs en tot het volledige dienstenpakket op gebied van seksuele en reproductieve gezondheid,
P. overwegende dat de Amerikaanse regering onder president Bush nog steeds de financiering blokkeert van niet-Amerikaanse NGO's die voorlichting en advies geven over het volledige dienstenpakket op gebied van reproductieve gezondheid; en overwegende dat deze 'decency gap' voor de armste landen grotendeels door de EU wordt opgevuld,
.
Handel en generieke geneesmiddelen
Q. overwegende dat de rijke landen vijf jaar na de Verklaring van Doha nog steeds in gebreke zijn met hun verplichting om ervoor te zorgen dat goedkopere en levensreddende medicamenten in de ontwikkelingslanden ter beschikking komen,
R. Overwegende dat volgens de Wereldgezondheidsorganisatie 74% van de medicamenten tegen AIDS nog steeds onder een monopolie vallen, 77% van de Afrikanen nog geen toegang hebben tot AIDS-behandeling en 30% van de wereldbevolking nog geen reguliere toegang hebben tot de meest essentiële geneesmiddelen,
S. overwegende dat krachtige concurrentie met generieke geneesmiddelen ertoe heeft bijgedragen dat de prijzen van geneesmiddelen voor eerste-lijns AIDS-kuren sinds 2000 omlaag zijn gegaan met 99%, van $10.000 naar ongeveer $130 per patiënt per jaar, terwijl de prijzen voor tweedelijns medicijnen – die nodig worden naarmate de weerstand van de patiënt zich ontwikkelt – nog steeds hoog zijn door de toegenomen octrooibelemmeringen in de belangrijkste productielanden voor generieke geneesmiddelen zoals India,
T. overwegende dat deze vooruitgang wordt ondergraven door landen als de VS die er nog steeds op uit zijn handelsovereenkomsten af te sluiten met clausules waarin de vrijwaringsmogelijkheden van het partnerland met het oog op de volksgezondheid worden beperkt,
Internationale oproepen
U. overwegende dat de VN-resolutie over HIV/AIDS van december 2005 verlangt dat UNAIDS en haar medesponsoren hulp bieden bij de ondersteuning van inclusieve, in het land zelf geïnitieerde processen, waaronder raadpleging van de betrokken belanghebbenden, zoals niet-gouvernementele organisaties, maatschappelijk middenveld en de particuliere sector, binnen de bestaande nationale AIDS-strategie, om de preventie, behandeling, zorg en begeleiding op het gebied van HIV te intensiveren, met als uiteindelijk doel de doelstelling voor 2010 van universele toegang tot behandeling voor allen die deze nodig hebben, zo dicht mogelijk te benaderen,
V. overwegende dat in de bijeenkomst op hoog niveau in New York in juni 2006 nogmaals het vaste voornemen van de internationale gemeenschap is bevestigd om de preventie, behandeling, zorg en begeleiding op het gebied van HIV te intensiveren, met als uiteindelijk doel de doelstelling voor 2010 van universele toegang tot behandeling voor allen die deze nodig hebben, zo dicht mogelijk te benaderen,
W. overwegende dat de Afrikaanse Unie in haar verklaring van april 2006 de EU vraagt om in haar onderhandelingen over Economische Partnershipsovereenkomsten geen verplichtingen te verlangen die verder reiken dan uit de TRIPS-overeenkomst voortvloeien, en om volledige toepassing te geven aan de oplossing van paragraaf 6,
1. onderkent dat HIV/AIDS een noodsituatie van mondiale omvang met zich brengt en een van de zwaarste uitdagingen vormt voor de ontwikkeling, vooruitgang en stabiliteit van onze respectieve samenlevingen en de wereld als geheel;
2. doet een beroep op alle internationale donoren om ervoor te helpen zorgen dat HIV-preventieprogramma's de mensen bereiken die het meest gevaar lopen op besmetting zoals jongeren, vrouwen en meisjes, mannen die seks hebben met mannen, sekswerkers en hun klanten, drugsgebruikers, en etnische en culturele minderheden, en daarbij gevolg te geven aan de conclusie van UNAIDS dat voor deze kwetsbare groepen niet voldoende wordt gezorgd;
3. erkent dat er sinds 2001 belangrijke vooruitgang is geboekt waar het gaat om de financiering, ruimere toegang tot preventie, behandeling, zorg en begeleiding en verzachting van de effecten van AIDS;
4. erkent dat vele doelstellingen die in de Verklaring over de Verplichtingen inzake HIV/AIDS zijn vervat, niet zijn gehaald;
5. onderkent de verspreiding en feminisering van de pandemie en het feit dat vrouwen thans 50% uitmaken van alle mensen die wereldwijd leven met AIDS;
6. wijst er met nadruk op dat de EU specifieke programma's moet financieren om ervoor te zorgen dat kinderen die door de AIDS-epidemie zijn getroffen, doordat zij een of beide ouders hebben verloren of zelf aan de ziekte lijden, onderwijs blijven volgen;
7. vraagt de Commissie en de regeringen van onze partnerlanden ervoor te zorgen dat gezondheid en onderwijs, met name en HIV/AIDS en seksuele en reproductieve gezondheid, prioriteit krijgen in de strategische landendocumenten
8. vraagt de Commissie steun te geven aan HIV surveillance in gebieden waar dit thans nog ontbreekt, vooral in Latijns Amerika, het Caribisch gebied, het Midden-Oosten en Noord- Afrika, alsmede in Afrika ten zuiden van de Sahara;
9. vraagt de Commissie en de lidstaten steun te geven aan programma's ter bestrijding van homofobie en slechting van de barrières die de doelmatige aanpak van de ziekte tegenhouden, met name in Cambodja, China, India, Nepal, Pakistan, Thailand en Vietnam, en overal in Latijns Amerika, waar de gegevens wijzen op een sterke toename van HIV-besmettingen onder mannen die seks hebben met mannen;
10. benadrukt dat er de komende jaren meer financiële middelen van donoren nodig zullen zijn voor de bevoorrading met alle soorten contraceptieven, waaronder condooms voor HIV-preventie, om het gat tussen bevoorrading en beschikbaarheid voor verkoop te vullen;
11. benadrukt dat alle dienstverleners op het gebied van gezondheidszorg, gezinsplanning daaronder begrepen, speciale training moeten krijgen in de preventie en ontdekking van en advisering over seksueel overdraagbare ziekten, met name infecties bij vrouwen en jongeren, waaronder ook HIV/AIDS;
12. verneemt met bezorgdheid uit het UNAIDS-verslag dat het kennisniveau over veilige seks en HIV in veel landen nog steeds laag is, ook in de landen waar de epidemie een sterke weerslag heeft; bepleit in dit verband dat informatie, onderwijs en voorlichting over verantwoordelijk seksueel gedrag en effectieve preventie van seksueel overdraagbare ziekten waaronder HIV, tot integrale onderdeel worden gemaakt van alle diensten op gebied van reproductieve en seksuele gezondheid;
13. verlangt dat de bevordering van condoomgebruik en de betrouwbare aanvoer en distributie van condooms van goede kwaliteit een prioritaire plaats krijgt in de programma's van de EU op gebied van reproductieve en seksuele gezondheid, evenals de aanmoediging van condoomgebruik naast andere contraceptiemethoden; benadrukt dat de EU de verspreiding van elke desinformatie aangaande de doelmatigheid van condooms moet tegengaan;
14. benadrukt dat de strategieën die nodig zijn voor de bestrijding van de HIV/AIDS-epidemie een alomvattende benadering moeten inhouden van preventie, instructie, onderwijs, zorg en behandeling; hiertoe behoren ook toepassing van de thans gebruikte technologieën, uitgebreide toegang tot behandeling en de spoedige ontwikkeling van vaccins;
15. verzoekt de EU en de lidstaten de financiële middelen voor de ontwikkeling van microbiciden sterk te verhogen, omdat er bij voorzichtige schattingen van wordt uitgegaan dat de invoering van zelfs een gedeeltelijk doeltreffende microbicide in drie jaar zal leiden tot de preventie van 2,5 miljoen gevallen van HIV en dat aan het eind van dit decennium met de noodzakelijke financiële steun een doeltreffende microbicide zou kunnen worden ontwikkeld;
16. vraagt het onlangs in de VS gekozen Congres om afschaffing van de door de regering Bush gehanteerde 'global gag rule' die de financiering door niet-Amerikaanse NGO's van organisaties op gebied van reproductieve gezondheid die voorlichting geven over abortie, tegenhoudt, en vraagt de Commissie en de lidstaten op de Amerikaanse regering druk uit te oefenen om haar ‘global gag’ op uitgaven voor reproductieve gezondheid op te heffen;
17. vraagt de WHO om het effect van de TRIPS-overeenkomst op de betaalbaarheid en beschikbaarheid van geneesmiddelen in ontwikkelingslanden vijf jaar na de Verklaring van Doha nogmaals te bezien, en ervoor te zorgen dat alle landen in staat zijn hun volksgezondheid te beschermen;
18. vraagt de VS om de ontwikkelingslanden niet meer te willen overhalen tot aanvaarding van stringentere intellectuele eigendomsrechten, via met name bilaterale en regionale handelsovereenkomsten;
19. vraagt de EU duidelijk te maken, dat zij niet zal aandringen op opneming van TRIPS-plus maatregelen in de Economische Partnershipsovereenkomsten (EPAs), en dat zij de ontwikkelingslanden de ruimte garandeert om vrij gebruik te maken van de door de TRIPS geboden flexibiliteit;
20. vraagt de farmaceutische industrie op te houden met lobbyen bij de regeringen van rijke landen voor bevordering van stringentere intellectuele eigendomsrechten over de gehele wereld, en met druk uitoefenen op arme landen om sterkere intellectuele eigendomsrechten te aanvaarden die de volksgezondheid ondergraven;
21. verwelkomt het voorstel van de Commissie voor invoering van een uniform kader voor uitgifte van dwanglicenties die de productie en uitvoer van goedkopere medicijnen ten behoeve van de daarvoor in aanmerking komende behoeftige landen mogelijk maken;
22. acht het zeer belangrijk dat ervoor wordt gezorgd dat het doel, de ontwikkelingslanden te voorzien van betaalbare geneesmiddelen, niet in gevaar komt door al te restrictieve of omslachtige procedures, en evenmin door herinvoer naar de Europese Unie van farmaceutische producten die onder wanglicentie zijn vervaardigd;
23. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, de regeringen van de lidstaten en van de ACP-landen, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties en de bestuurders van UNAIDS, UNDP en UNFPA.