ONTWERPRESOLUTIE
23.11.2006
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2, van het Reglement
door Georgs Andrejevs en Marios Matsakis
namens de ALDE-Fractie
over Wereld AIDS Dag
B6‑0623/2006
Resolutie van het Europees Parlement over Wereld AIDS Dag
Het Europees Parlement,
– gezien Wereld AIDS Dag op 1 december 2006 met als thema verantwoordelijkheid,
– onder verwijzing naar de Conferentie van Toronto van augustus 2006, waar een oproep werd gedaan om resultaten te leveren met betrekking tot universele toegang tot bewezen preventiestrategieën, HIV-zorg en -behandeling,
– gezien het AIDS-rapport 2006 van de Verenigde Naties,
– gezien het VN-rapport 2006 over de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling,
– gezien de Speciale Zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (UNGASS) op hoog niveau over HIV/AIDS van 2 juni 2006 en de politieke verklaring die op deze vergadering werd aangenomen,
– gezien de verbintenis van de staatshoofden en regeringsleiders op de Wereldtopconferentie van de VN in 2005, waarin wordt opgeroepen tot universele toegang tot HIV/AIDS-preventiediensten, behandeling en zorg vóór 2010,
– onder verwijzing naar de Verklaring van Dublin van 24 februari 2004 over het "Partnerschap voor de bestrijding van HIV/AIDS in Europa en Centraal-Azië" en de Verklaring van Vilnius van 17 september 2004 betreffende "maatregelen voor een krachtigere HIV/AIDS-bestrijding in de Europese Unie en de naburige landen",
– onder verwijzing naar de Declaration of Commitment on HIV/AIDS "Global crisis - Global Action" van de VN, zoals aangenomen tijdens de 26-ste Speciale Zitting van de Algemene Vergadering van de VN op 27 juni 2001,
– onder verwijzing naar de standpuntnota van de Verenigde Naties over voorkoming van de overdracht van HIV onder drugsgebruikers,
– onder verwijzing naar resolutie 1394 (2004) van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa, waarin de leden van de Raad van Europa en de waarnemerstaten ertoe worden opgeroepen mannen en jongens te betrekken bij alle aspecten van seksuele en reproductieve gezondheid door middel van scholingsprogramma's en betere toegang tot reproductieve-gezondheidsdiensten,
– onder verwijzing naar resolutie 1399 (2004) van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa, waarin de lidstaten ertoe worden opgeroepen een Europese strategie te ontwikkelen voor het bevorderen van reproductieve gezondheid en rechten,
– gezien de Europese strategie voor de bevordering van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten van 4 oktober 2004,
– gelet op artikel 103, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat meer dan 39,5 miljoen mensen in de wereld leven met HIV en dat in 2006 4,3 miljoen nieuwe besmettingen zijn gerapporteerd, waarvan 65% in de sub-Sahara,
B. overwegende dat het besmettingspeil het hoogst is in Oost-Europa en Centraal-Azië, en sinds 2004 is gestegen met 50%, met name in de Russische Federatie, de Oekraïne en Oezbekistan,
C. overwegende dat injecterende drugsgebruikers in Oost-Europa de groep is die het hoogste risico loopt,
D. overwegende dat meer dan de helft van de nieuwe HIV-besmettingen jongeren onder 25 jaar betreft,
E. overwegende dat de term "kwetsbare groepen" voornamelijk betrekking heeft op vrouwen en meisjes, jongeren, mannen die seks hebben met mannen, sekswerkers en hun klanten, alsmede injecterende drugsgebruikers en migranten,
F. overwegende dat HIV-preventieprogramma's niet de mensen bereiken die het hoogste risico lopen om besmet te raken, zoals jongeren, vrouwen en meisjes, mannen die seks hebben met mannen, sekswerkers en hun klanten, injecterende drugsgebruikers en migranten,
G. overwegende dat preventieprogramma's, met inbegrip van scholing, betere toegang tot voorlichting, toegang tot behandeling en reïntegratie van drugsverslaafden, de meest effectieve instrumenten zijn voor het bestrijden van de HIV-epidemie,
H. overwegende dat de toegang tot behandeling voor HIV nog steeds niet voldoet aan de millenniumdoelstellingen,
1. geeft uiting aan zijn diepe bezorgdheid over de dramatische verspreiding in de afgelopen twee jaar van het HIV-virus in alle delen van de wereld, in het bijzonder in de voormalige Sovjet-Unie, waar het aantal gevallen van HIV in twee jaar met 21% is gestegen;
2. benadrukt het belang van de verantwoordelijkheid van regeringen, verleners van gezondheidsdiensten, de farmaceutische industrie, NGO's en het maatschappelijk middenveld met betrekking tot het behalen van de doelstelling ten aanzien van universele dekking van preventie, behandeling en zorg;
3. erkent de inspanningen van de Commissie met betrekking tot het ontwikkelen van een beter gestructureerde aanpak van het toezicht op HIV en strategische reacties op de epidemie;
4. roept de Commissie ertoe op de ontwikkeling en uitvoering van een doeltreffende strategie voor het bestrijden van HIV in de lidstaten te bevorderen door HIV-preventieprogramma's fiscaal te ondersteunen op basis van de specifieke behoeften en obstakels in elk van de lidstaten;
5. dringt er bij de Commissie en de naburige landen op aan een alomvattende preventiestrategie te ontwikkelen in het kader van hun individuele landenstrategiedocumenten en daarbij rekening te houden met hun onderscheiden nationale karakteristieken;
6. roept de lidstaten ertoe op voorlichting en bewustmaking op het gebied van HIV/AIDS te bevorderen en veilig gedrag en weloverwogen besluiten aan te moedigen;
7. dringt bij de Commissie aan op verdere uitbreiding van de samenwerking met NGO's en het maatschappelijk middenveld via het Civil Society Forum; is van mening dat de rol van het Forum, met betrekking tot een doorlopende verstrekking van alomvattende overzichten van de situatie aan de Commissie, niet moet worden onderschat en, indien mogelijk, zelfs moet worden uitgebreid;
8. benadrukt dat er, om passende preventieve maatregelen te kunnen nemen tegen de verspreiding van HIV/AIDS, universele overeenstemming moet bestaan over de meest kwetsbare groepen voor de ziekte, dat HIV-positieve meisjes en vrouwen moeten worden betrokken bij het ontwikkelen en uitvoeren van programma's en dat mannen moeten worden betrokken bij seksuele gezondheid en rechten;
9. roept de Commissie en de lidstaten ertoe op te waarborgen dat de uitgaven voor gezondheidszorg een niveau bereiken dat evenredig is met de gedane politieke toezeggingen, met betrekking tot de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling in het algemeen en ten aanzien van de bestrijding van HIV/AIDS in het bijzonder;
10. dringt er bij regeringen, het maatschappelijk middenveld en de particuliere sector op aan gezamenlijke acties te ondernemen tegen stigmatisering en discriminatie van mensen met AIDS;
11. verzoekt om meer investeringen en wetenschappelijk onderzoek voor vaccins, microbicides en innovatieve HIV-geneesmiddelen, alsook voor het ontwikkelen en verstrekken van pediatrische formulaties voor kinderen met AIDS;
12. roept de Commissie ertoe op ervoor te zorgen dat de waardevolle inspanningen van het Wereldfonds voor de bestrijding van HIV/AIDS, tuberculose en malaria in de toekomst op toereikende wijze worden gefinancierd en gesteund;
13. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de lidstaten, de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties en de Wereldgezondheidsorganisatie.