ONTWERPRESOLUTIE
6.12.2006
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
door Brian Crowley, Roberta Angelilli, Guntars Krasts, Gintaras Didžiokas, Zdzisław Zbigniew Podkański,
namens de UEN-Fractie
over het wetgevings- en werkprogramma van de Commissie voor 2007
B6‑0635/2006
Resolutie van het Europees Parlement over het wetgevings- en werkprogramma van de Commissie voor 2007
Het Europees Parlement,
- naar aanleiding van zijn resolutie van 16 december 2004 over de strategische beleidsoriëntaties van de Commissie-Barroso,
- naar aanleiding van de mededeling van de Commissie over de jaarlijkse beleidsstrategie voor 2007 "Werken aan het bouwen van vertrouwen" (COM(2006) 122),
- naar aanleiding van zijn resolutie van 18 mei 2006 over de jaarlijkse beleidsstrategie van de Commissie voor 2007,
- naar aanleiding van zijn resolutie over de mededeling van de Commissie van 24 oktober 2006 over haar wetgevings- en werkprogramma voor 2007 (COM(2006) 629),
- gezien de kaderovereenkomst van 26 mei 2005 over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Commissie en de gestructureerde dialoog daarbinnen,
- gelet op de artikelen 33 en 103, lid 2 van zijn Reglement,
A. overwegende dat in 2007 de 50ste verjaardag wordt gevierd van het Verdrag van Rome en dat de verklaring van Berlijn die deze datum zal markeren de Europese leiders en de Europese instellingen de gelegenheid biedt hun inzet te beklemtonen voor een uitgebreid en concurrerend Europa dat in de wereld een belangrijke rol speelt en waar solidariteit een kernbeginsel is,
B. overwegende dat het wetgevings- en werkprogramma van de Commissie voor 2007 een weerspiegeling dient te zijn van het vermogen van de uitgebreide Europese Unie om gemeenschappelijke oplossingen te vinden voor de aanpak van Europese en mondiale kwesties,
C. overwegende dat het Europees beleid een concrete factor kan en moet zijn, die de burger helpt in te spelen op een snel veranderende maatschappij,
D. overwegende dat de Commissie sterk de nadruk heeft gelegd op de verbetering van de levenskwaliteit van de Europese burger, op een schoner milieu en op de ontwikkeling van onderzoek en innovatie,
E. overwegende dat de implementatie en de voltooiing van een moderne vrije markt door het opruimen van nog bestaande barrières voor het vrije verkeer van personen, diensten en werknemers, van bijzonder belang is voor het concurrentievermogen van Europa op de wereldmarkt,
F. overwegende dat de Europese Unie zich ten doel heeft gesteld de Europese burger veiligheid, gerechtigheid en bescherming te bieden en dat dit streven door de Europese Commissie in haar werkprogramma voor 2007 wordt ondersteund,
G. overwegende dat groei en werkgelegenheid en de kansen die ze bieden de kern moeten vormen van de agenda van de Europese Commissie voor Europa omdat zij een essentiële voorwaarde zijn voor economische welvaart, sociale gerechtigheid en duurzame ontwikkeling en centrale criteria voor de burgers bij de beoordeling van de gevolgen die Europa heeft voor hun dagelijks leven,
H. overwegende dat het één van de belangrijkste taken van de Commissie is Europa toe te rusten voor de globalisering en de concurrentie in een mondiale economie die in de afgelopen jaren dramatische veranderingen te zien heeft gegeven door het optreden van belangrijke nieuwe spelers,
I. overwegende dat de Europese Unie de beschikbare financiële middelen moet gebruiken om recht te doen aan de beleidsprioriteiten door te zorgen voor kwaliteit en kosteneffectiviteit van de Europese wetgeving,
J. overwegende dat meertaligheid en de bevordering van de culturele diversiteit een van de hoekstenen van het culturele beleid van de uitgebreide Europese Unie moet zijn,
K. overwegende dat het van het allergrootste belang is dat onafhankelijke en omvangrijke effectrapportage wordt uitgevoerd van nieuwe Europese wetgeving,
L. overwegende dat niets de steun voor de Europese Unie zozeer ondermijnt als wanbeheer, incompetentie en fraude,
1. is ingenomen met de oriëntatie van het wetgevings- en werkprogramma van de Commissie voor 2007, waarin een reeks bijdragen is terug te vinden van parlementaire commissies binnen het kader van de nieuwe gestructureerde dialoog en onderstreept de beleidsvisie en de relevantie van de beleidsprioriteiten;
2. verwelkomt het besluit van de Commissie om in beginsel een scheiding aan te brengen tussen een handelbaar aantal strategische initiatieven (21) - die de Commissie volgens haar toezegging in 2007 tot een goed einde zal brengen - en een langere lijst prioritaire initiatieven (60), die zo mogelijk in dat tijdvak zullen worden uitgevoerd; is van mening dat een dergelijk onderscheid de helderheid en geloofwaardigheid van het wetgevings- en werkprogramma als instrument voor het voorstellen en goedkeuren van een samenhangende wetgevingsagenda voor het komende jaar, ten goede komt;
Prioriteiten voor 2007
Modernisering van de Europese economie
Onderzoek en ontwikkeling
3. is van mening dat de oprichting van een Europees Technologie-instituut (ETI), indien dit op goede uitgangspunten berust, een bijdrage zal leveren aan de concurrentiekracht van de Europese economie, door ombuiging van de tendens tot versnippering in onderzoek, onderwijs en innovatie, die tot nu toe de vooruitgang heeft gefnuikt;
4. verklaart andermaal dat als Europa een plaats wil innemen temidden van de kenniseconomieën van morgen, innovatie steeds meer de kern moet vormen van onze economische en maatschappelijke strategie om de Europese economie dynamischer en concurrerender te maken; en dat samenwerking op onderzoeksgebied moet worden bevorderd, met name bij de geavanceerde technologieën;
Ruimtevaartbeleid
5. ondersteunt de strategische doelstellingen om in aansluiting op het beleid en de initiatieven in de lidstaten en de Europese Ruimtevaartorganisatie, een samenhangend en alomvattend Europees ruimtevaartbeleid uit te stippelen, dat gericht is op exploitatie van ruimtevaarttechnologieën en -systemen ter ondersteuning van beleid en doelstellingen van de Unie;
Telecommunicatie- en informatietechnologieën
6. dringt erop aan dat de inspanningen ter bevordering van de technologische sectoren met betrekking tot telecom en de informatiemaatschappij sterker worden gebundeld en hoog op de beleidsagenda worden geplaatst, indien de Europese Unie een hoofdrol wil spelen op dit terrein waar sprake is van moordende concurrentie;
Interne markt
7. beklemtoont dat het van groot belang is dat de interne markt zijn mogelijkheden onbeperkt kan uitbuiten en dat daarom de interne-marktstrategie 2007-2014 tot een goed einde moet worden gebracht; suggereert dan ook in dit verband de ontwikkeling van een uitvoeringsplan voor de dienstenrichtlijn;
8. beklemtoont dat de adequate uitvoering en tijdige toepassing van in de afgelopen jaren goedgekeurde wetgeving op het terrein van de financiële dienstverlening in 2007 een hoge prioriteit moet krijgen;
9. ondersteunt de beide prioriteiten die de Commissie op dit terrein heeft gesteld - een pakket moderne, niet-drukkende regels van vennootschapsrecht, dat de bureaucratie reduceert en zorgt voor een gezond bedrijfsbestuur en voorts een hervorming van de Europese regels voor intellectueel eigendom, die innovatie bevordert en innoverende bedrijven beloont;
10. is van mening dat coëxistentie van elkaar beconcurrerende belastingstelsels binnen de interne markt mogelijk is en een aanvaardbaar instrument dat consument en bedrijfsleven voordeel kan bieden;
Landbouw
11. neemt kennis van het initiatief van de Commissie inzake de hervorming van de wijnsector, een kernelement in het multifunctionele Europees landbouwmodel, en is van mening dat de wijnbouw zo belangrijk is dat een dergelijke hervorming die gebaseerd is op de instandhouding van de GMO moet worden gestimuleerd; neemt voorts kennis van de desbetreffende communautaire begroting in het kader van de eerste pijler van het GLB; is verder van mening dat de Commissie ook het initiatief moet nemen tot een hervorming van de groenten- en fruitsector;
12. verzoekt de hervorming vergezeld te doen gaan van een versterking van de concurrentiekracht van de Europese wijnsector binnen een internationale context waarin de concurrentie voortdurend toeneemt, en wel mede door gerichte promotiecampagnes om marktaandeel te heroveren en nieuwe markten binnen en buiten de Unie te ontsluiten;
13. dringt er bij de Commissie op aan in 2007 een debat te beginnen over de toekomst van de melkquota in verband met het geplande onderzoek over de "gezondheid" van het GLB in 2008;
14. dringt er bij de Commissie op aan de Europese strategie inzake biomassa en biobrandstoffen met kracht voort te zetten om de toepassing van hernieuwbare energie te vergemakkelijken en een bijdrage te leveren aan het terugdringen van de afhankelijkheid op energiegebied;
15. beklemtoont dat het regionaal ontwikkelingsbeleid centraal moet staan bij de versterking van het concurrentievermogen en de milieuvriendelijkheid van de landbouwsector en dat werkgelegenheid en groei in de daarmee verwante economische sectoren moet worden gestimuleerd;
Aanpak van de problemen van de Europese samenleving
16. erkent dat jonge mensen bij het verlaten van de school en het betreden van de arbeidsmarkt moeilijkheden kunnen ondervinden met de economische en maatschappelijke integratie en is van mening dat gerichte maatregelen nodig zijn om tegemoet te komen aan de behoeften van gehandicapten en de jeugdwerkloosheid te bestrijden, via opleiding en de ontwikkeling van ondernemingszin;
17. moedigt de Commissie aan de nodige studies uit te voeren en de lidstaten een aantal leidraden voor te stellen inzake de "flexiveiligheid"-aanpak, die de mogelijkheid kunnen bieden om de juiste balans te vinden tussen werk en vrije tijd en werk en de levenscyclus, en daarbij het vermogen van de werknemer te ontwikkelen om werk te vinden en te behouden door middel van mobiliteit of vergroting van vaardigheden door opleiding en levenslang leren;
18. wijst er andermaal op dat er, gezien de demografische ontwikkelingen, een beleid moet worden gevoerd dat werk en gezin met elkaar in overeenstemming brengt, om een flexibele economie te creëren en de leefkwaliteit van de werknemer te verbeteren;
Beheersing van de migratiestroom
19. steunt de initiatieven van de Commissie voor de beheersing van de migratiestroom op Europees niveau en om een helder en betrouwbaar kader in het leven te roepen voor economische immigranten, met name hooggeschoolden, zodat duidelijkheid ontstaan over hun rechten en plichten;
Veilige, concurrerende en duurzame energie
20. wijst andermaal op de strategische betekenis van energie voor de toekomst van de EU;
21. dringt bij de lidstaten aan op uitvoering van het door de Commissie goedgekeurde actieplan ter verbetering van de energiemarkt, de bespoediging van de toepassing van nieuwe technologieën, de diversificatie en de betrouwbaarheid van de aanvoer, de beheersing van de vraag en de stimulering van energie-efficiëntie, met name via een sterkere coördinatie van het energiebeleid van de lidstaten;
22. acht het voorts wenselijk dat de Europese Unie met één stem spreekt en onderhandelt met haar energieleveranciers, met name Rusland, zodat haar onderhandelingspositie versterkt wordt en de belangen van alle lidstaten kunnen worden gewaarborgd;
Europa: een betere plek om te leven
Milieu, verkeer en duurzame ontwikkeling
23. onderstreept de leidende rol die de Europese Unie op internationaal niveau speelt bij de aanpak van milieuvraagstukken en stemt ermee in dat volgend jaar de inspanningen worden gericht op de bescherming van de biodiversiteit en de aanpak van de klimaatverandering, onder meer door een intensief energiebeleid dat gericht is op de groei van het aandeel van hernieuwbare energie en op energiebesparing en -efficiëntie in Europa; is in dit verband ingenomen met het Groenboek over de klimaatverandering na 2012 dat een bijdrage kan leveren aan het opsporen van sectoren waar optreden onontkoombaar is;
24. dringt er bij de Commissie op aan om de initiatieven die na de Milieuraad van 9 maart 2005 zijn genomen, met kracht voort te zetten om het probleem van waterschaarste en droogte te kunnen aanpakken;
25. is ingenomen met het actieplan voor duurzame consumptie en productie, dat het duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen moet stimuleren;
26. dringt er bij de Commissie op aan serieus te onderzoeken hoe de Unie een bijdrage kan leveren aan beter vervoer in stadsgebieden, omdat miljoenen Europeanen daarvan iedere dag gebruik maken; is ingenomen met het Groenboek over vervoer in steden en stadsgebieden dat knelpunten identificeert en nieuwe maatregelen voorstelt, zoals preventief optreden en kwesties van verantwoordelijkheid aan de orde stelt;
Gezondheidszorg
27. is ingenomen met de bijdrage die de Commissie levert aan de vormgeving van de gezondheidszorg in Europa, met het doel een communautair kader te scheppen voor veilige, efficiënte gezondheidsdiensten van hoge kwaliteit door heel Europa heen;
28. onderstreept het feit dat een efficiënte Europese gezondheidsstrategie afhangt van een nauwere samenwerking tussen de gezondheidsdiensten, zodat overal waar gezondheidszorg wordt aangeboden de veiligheid van de patiënt is gewaarborgd en onzekerheid over de toepassing van het Gemeenschapsrecht op het punt van gezondheidsdiensten wordt opgeheven, informatie wordt geboden over de gevolgen van verandering van leefstijl en de problemen die gepaard gaan met een gezond ouder wordende bevolking worden aangepakt;
Onderwijs
29. is ingenomen met het besluit van de Commissie om een speciale portefeuille in het leven te roepen voor meertaligheid, zodat de aandacht van de burger wordt gevestigd op het belang van culturele diversiteit en van een dialoog tussen de culturen in een uitgebreide Unie; beklemtoont dat verdere initiatieven door de Commissie moeten worden ondernomen om de Europese universiteiten naar het hoogste niveau te tillen;
De veiligheid van de burgers
30. steunt de opvatting dat de Unie misdaad en geweld moet bestrijden ter bescherming van de burger en dat daarom wetshandhaving en strafrechterlijk onderzoek door de gehele EU heen moet plaatsvinden; aangezien veiligheid een kernelement is bij het welbevinden van de Europeanen steunt het voorts de maatregelen die de Commissie ten uitvoer wil brengen ter bestrijding van terrorisme, propaganda voor terrorisme en de overdracht van expertise - zoals voor het maken van explosieven - voor terroristische doeleinden, alsmede de bestrijding van cybermisdaad in al zijn vormen;
31. steunt de tenuitvoerlegging van het fonds voor de buitengrenzen en stemt in met de opvatting dat grenscontrole, gekoppeld aan de uitbreiding van het Schengengebied, een kernpunt wordt van het optreden in 2007;
32. is ingenomen met de totstandkoming van het gemeenschappelijk asielbeleid, uiterlijk in 2010 en meent dat dit moet worden aangevuld met de EG-Richtlijn over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal in de Unie verblijf houden, zodat een betere beheersing van de migratiestroom kan worden bereikt;
Europa als partner in de wereld
Uitbreiding
33. steunt de opvatting van de Commissie dat consolidatie, conditionaliteit en communicatie de belangrijkste leidraden zijn voor het uitbreidingsbeleid van de Unie; beklemtoont de noodzaak van een diepgaande en brede analyse van alle aspecten en implicaties van de verdere uitbreidingen van de EU, en dat lessen moeten worden getrokken uit eerdere uitbreidingen en aanbevelingen moeten worden gedaan voor nieuwe maatregelen om landen op hun weg naar het lidmaatschap te steunen, publieke steun voor verdere uitbreiding te verwerven, problemen die gepaard gaan met de uitbreiding aan te pakken en het opnamevermogen van de EU te garanderen;
Bilaterale betrekkingen
34. is van mening dat het Europese nabuurschapsbeleid een centrale strategie is voor de betrekkingen met onze buren in het oosten en het zuiden, waardoor een gemeenschappelijke ruimte kan ontstaan van vrede, stabiliteit, veiligheid, eerbiediging van de mensenrechten, democratie en gerechtigheid en waar welvaart kan ontstaan en groeien;
35. beklemtoont dan ook het belang van de intensivering van het nabuurschapsbeleid; en dringt er bij de Commissie op aan de grootst mogelijke aandacht te schenken aan de democratische waarden bij de toetsing van de uitvoering van de bestaande actieplannen, bij verlenging van aflopende actieplannen en overeenkomsten en in de betrekkingen en dialogen van de EU met haar belangrijkste strategische partners;
36. wijst erop dat de bestaande partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Unie en Rusland in 2007 afloopt en dringt er nogmaals bij de Commissie op aan om in aansluiting op de mensenrechtenclausule, aanvullende voorwaarden vast te leggen en een helder instrument in het leven te roepen voor controle op de naleving van alle toezeggingen die in de overeenkomst zijn opgenomen;
37. wijst erop dat de EU onderhandelingen voorbereidt voor een alomvattende, uitgebreide overeenkomst met Oekraïne in 2007, ter vervanging van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst; beklemtoont dat de nieuwe overeenkomst bepalingen dient te bevatten over gemeenschappelijke waarden en over nauwere samenwerking op de terreinen van justitie, vrijheid en veiligheid, en uitgebreide bepalingen over energie en regelingen voor samenwerking op een groot aantal terreinen zoals verkeer en milieu; doet dan ook een beroep op de Commissie de wederzijdse banden aan te halen op basis van een geleidelijke economische integratie en een intensivering van de politieke samenwerking;
38. beklemtoont het belang van de tenuitvoerlegging van het vijfjarenwerkplan, waarover vorig jaar in Barcelona overeenstemming werd bereikt en dat betrekking heeft op het toekomstige Europese beleid voor het Middellandse-Zeegebied, en onderwerpen bevat als de politieke en de veiligheidsdialoog, een gedragscode terrorismebestrijding, vrijhandel, energie, verkeer en milieu, onderwijs, vrouwenrechten, de culturele dialoog en migratie;
Betrekkingen met andere landen
39. beklemtoont dat voorrang moet worden gegeven aan de transatlantische relatie die geschraagd dient te worden door een sterke kaderovereenkomst en wijst er nogmaals op dat de EU en de VS, als wereldmachten, geroepen zijn om samen een leidende rol in de wereld te spelen via het bevorderen van vrede en stabiliteit, de aanpak van mondiale problemen en het bevorderen van de expansie van de wereldhandel, de democratie en de mondiale ontwikkeling;
40. wijst andermaal op het belang van EU-overeenkomsten met belangrijke partnerlanden, zoals India, China en de Euromed-landen, maar ook met de ASEAN-landen en Latijns-Amerika, en wijst wat betreft de handelsaspecten op de noodzaak van de vrije markt en de eerbiediging van intellectuele-eigendomsrechten;
Regionale kwesties
41. merkt op dat de landen van Zuidoost-Europa aanzienlijke vooruitgang boeken op het punt van stabiliteit en veiligheid, wat kan leiden tot een toekomstige toetreding tot de Europese Unie zoals in de verklaring van Thessaloniki wordt verklaard, en verwacht dat de Unie het voortouw neemt bij het consolideren van de stabiliteit en de vergroting van de welvaart in de westelijke Balkan en de landen in dit gebied ook zal helpen bij het aanhalen van hun onderlinge economische en politieke banden;
Defensiemarkt
42. is ingenomen met de plannen van de Commissie op het punt van defensie-initiatieven en de aanschaf van materiaal, zodat minder gebruik zal worden gemaakt van ontheffingen in het kader van artikel 296 van het Verdrag, en de versnippering van de markt van oorlogsmateriaal en aanverwante bedrijfstakken wordt verminderd, terwijl het concurrentievermogen van de Europese defensiesector wordt versterkt;
Ontwikkelingsbeleid
43. is van mening dat om de ACS-landen de mogelijkheid te bieden ontwikkelingsdoelstellingen te bereiken, bij de onderhandelingen over de economische partnerschapsovereenkomsten de nadruk moet liggen op het regionaal ontwikkelingsaspect;
Handelsbeleid en WTO-onderhandelingen
44. is ernstig bezorgd over de opschorting van de Doha-ronde die in het kader van de WTO plaatsvindt en dringt erop aan dat de Commissie zich in samenwerking met de andere belangrijke deelnemers met kracht inzet voor een evenwichtige overeenkomst over alle belangrijke onderhandelingspunten, waarbij de groei van de ontwikkelingslanden en met name die van de mistontwikkelde landen in de conclusies centraal moet staan;
45. neemt kennis van de mededingingsagenda van de Commissie voor de toekomst van het Europees handelsbeleid en de daarmee verwante initiatieven; is van mening dat een alomvattende strategie inzake China, een mondiale strategie ter bescherming van intellectuele-eigendomsrechten, de vernieuwing van de Europese strategie van markttoegang, krachtiger maatregelen tegen piraterij en een nieuw programma van bilaterale vrijhandelsovereenkomsten, wat gezien moet worden als een aanvullend strategisch instrument van multilaterale aanpak, belangrijke punten zullen vormen in voor het handelsbeleid in de komende maanden;
46. is van mening dat iedere hervorming van de handelsbeschermende instrumenten, die moet aansluiten op de nieuwe verhoudingen in de wereld, moet worden bereikt door onderhandelingen op WTO-niveau en door alle belangrijke WTO-leden moet worden aanvaard en uitgevoerd; dringt erop aan dat het Europees Parlement bij dit proces betrokken wordt;
Horizontale kwesties
47. dringt er bij de Commissie op aan zich voortdurend in te spannen voor de kwaliteitsverbetering van nieuwe programma's en projecten die door de Unie worden gefinancierd in het kader van de nieuwe Financiële Vooruitzichten en zich in te zetten voor een betrouwbaar financieel beheer met het oog op de best mogelijke besteding van de middelen;
Betere wetgeving en beleidsresultaten
48. is ingenomen met de initiatieven van de Commissie om het Europese regelgevingskader te vereenvoudigen en te moderniseren en voorgestelde wetgeving na een adequate toetsing zonodig in te trekken; is in dit verband enthousiast over het strategisch bericht voor een betere regelgeving, met nieuwe elementen als effectrapportage en vereenvoudiging van de bestuurlijke rompslomp; verwacht in verband met dit laatste punt dat het actieplan voor de vaststelling van prioritaire activiteiten de bureaucratie op Unie- en lidstaatniveau uiterlijk in 2012 met 25% zal hebben teruggebracht;
49. beseft dat de ontwikkeling en uitvoering van EU-beleid slechts met medewerking van de lidstaten aan de hervormingsprogramma's tot stand kan komen; is echter van mening dat de Commissie een centrale taak heeft bij het assisteren van de lidstaten om de belangrijkste facetten van het EU-beleid actief te bevorderen en te ontwikkelen en dat de herziene Lissabon-strategie een voorbeeld is van de rol die de Commissie kan spelen;
Effectrapportage
50. is ingenomen met de verzekering van de Commissie dat zij voor alle wetgevingsmaatregelen, met inbegrip van het comitologieproces, die in 2007 als strategische dan wel prioritaire initiatieven worden voorgesteld, omvangrijke effectrapportages zal uitvoeren;
51. is ervan overtuigd dat met succes uitgevoerde effectrapportages van doorslaggevend belang zijn bij het ontstaan van een cultuur van betere regelgeving in Europa, waarnaar alle instellingen streven; herhaalt dat de continue ontwikkeling van een gemeenschappelijke methodologie van de instellingen bij de uitvoering van effectrapportages een belangrijk doel voor de komende jaren moet zijn;
EU-agentschappen
52. verzoekt de Commissie een uitgebreide evaluatie te houden van de rol, de werking en de concrete resultaten van de regelgevende en uitvoerende agentschappen en tevens te beoordelen of er aanleiding bestaat voor een herziening van de bepalingen betreffende uitvoerende agentschappen;
Beleidsprioriteiten en begrotingsmiddelen
53. wijst er met nadruk op dat de begrotingsmiddelen van de Europese Unie ten opzichte van de behoeften beperkt zijn en dat de Commissie derhalve bijzondere aandacht moet schenken aan de besteding van de financiële middelen en zowel begrotingsmiddelen als personeel gerichter moet inzetten, zoals ook wordt bepleit in de resolutie van het Parlement over de jaarlijkse beleidsstrategie van de Commissie;
Europa dichter bij de burger brengen
54. dringt bij de Commissie aan op herziening van de communicatiestrategie en opvoering van de inspanningen om met de Europese burger te communiceren en het Europese project begrijpelijker te maken, zodat de zichtbaarheid van de EU toeneemt en het Europees Parlement bij dit proces te betrekken; dringt er voorts bij de Commissie op aan nauw met het Parlement samen te werken bij de operationele voorstellen die het gevolg zijn van het Witboek communicatie;
55. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de parlementen van de lidstaten.