ONTWERPRESOLUTIE
21.5.2007
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
door Monica Frassoni en Daniël Cohn-Bendit
namens de Verts/ALE-Fractie
over de situatie in Estland
B6‑0217/2007
Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Estland
Het Europees Parlement,
– gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,
A. overwegende dat er op 26 april 2007 botsingen waren tussen demonstranten (het merendeel Russisch-sprekend), die protesteerden tegen de verplaatsing van een monument in Tallinn,
B. overwegende dat er ruimschoots bewijs was van het gebruik van excessief geweld door de politie,
C. overwegende dat er binnen de Estse maatschappij problemen met de onderlinge betrekkingen tussen de bevolkingsgroepen, die niet kunnen worden teruggebracht tot een probleem van bilaterale betrekkingen (Estland-Rusland of EU-Rusland),
1. is overtuigd dat dit de noodzaak bevestigt van een Europese benadering van de geschiedenis van ons werelddeel;
2. is zich ervan bewust dat het Rode Leger een essentiële rol heeft gespeeld bij de bevrijding van de Sovjet-Unie van de nazi's; is zich er tevens van bewust dat het Rode Leger een instrument was van de bezetting en onderdrukking van de Oostzeelanden na de oorlog en tot aan de onafhankelijkheid;
3. is overtuigd dat de onrust en de geschillen ten gevolge van de verplaatsing van het standbeeld ook te wijten zijn aan de achtergrond waarin de kwestie van de rechten en de rol van de Russisch-sprekende minderheid nog steeds niet is opgelost als het gaat om volledige integratie en deelname aan de maatschappij;
4. veroordeelt de houding van de Russische regering en van president Poetin die onrust aanwakkert en de verdeeldheid, vooral in Estland en Litouwen, aanmoedigt; verklaart zich op dit punt volledig solidair met de volkeren van Estland en Litouwen;
5. verzoekt de Raad en de Commissie om, op basis van het Handvest van de fundamentele rechten, te zorgen dat de Estse autoriteiten de rechten van de Russisch-sprekende minderheid in Estland garanderen;
6. herinnert eraan dat Estland moet voldoen aan zijn verplichtingen wat betreft niet-discriminatie en het scheppen van gelijke kansen voor allen;
7. verzoekt de Estse regering een meer inclusief integratiebeleid te volgen en de vervreemding van een groot deel van de bevolking tegen te gaan;
8. verzoekt de Estse autoriteiten meer proactief te zijn bij het vinden van pragmatische en op de behoeften afgestemde oplossingen voor het beleid jegens minderheden door onder meer de huidige definitie te herzien van wat een nationale minderheid is, waardoor momenteel het merendeel van de mensen die tot een minderheid behoren, geen minderheidsrechten of bescherming heeft, de taaleisen voor werkgelegenheid in de particuliere sector te herzien evenals de mogelijkheden voor het bieden van betaalbaar of gratis onderwijs in het Ests aan personen die tot de Russisch-sprekende minderheid behoren;
9. verzoekt de Estse regering te zoeken naar meer proactieve manieren om werkloosheid onder minderheden tegen te gaan en naar illegale en praktische manieren om minderheden in de Estse maatschappij op te nemen; verzoekt tevens de huidige wettelijke veranderingen van het onderwijsstelsel te herzien om te zorgen dat zij geen nadelige gevolgen hebben voor personen die tot een minderheid behoren, en niet leiden tot verdere maatschappelijke uitsluiting van toch al kwetsbare groepen;
10. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, de Raad van Europa en aan zowel het parlement als de regering van Estland.