ONTWERPRESOLUTIE
25.9.2007
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
door Annemie Neyts-Uyttebroeck, Thierry Cornillet en Philippe Morillon
namens de ALDE-Fractie
over de EVDB-operatie in Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR)
B6‑0362/2007
Resolutie van het Europees Parlement over de EVDB-operatie in Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR)
Het Europees Parlement,
– gezien het geschil in Darfur en de meer algemene regionale gevolgen hiervan, met name voor het oostelijke deel van Tsjaad en het noordelijke deel van de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR),
– gezien de conclusies van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 23 en 24 juli waarin de bevoegde organen werden verzocht plannen te blijven maken met het oog op een mogelijke overbruggingsoperatie in het kader van het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid, ter ondersteuning van een multidimensionale VN-aanwezigheid in oostelijk Tsjaad en het noordoosten van de Centraal-Afrikaanse Republiek ter verbetering van de veiligheid in die gebieden,
– gezien de resolutie van de Veiligheidsraad van de VN 1769(2007) van 31 juli 2007, ter vaststelling van een gemengde AU/VN-operatie in Darfur (UNAMID) voor een beginperiode van 12 maanden,
– gezien de bijeenkomst van Arusha over vrede in Darfur, die is gehouden van 3 tot 6 augustus 2007,
– overwegende dat op 13 augustus 2007 in N'Djamena in aanwezigheid van de internationale gemeenschap en het staatshoofd van Tsjaad, president Idriss Deby Itno, de politieke overeenkomst is ondertekend ter versteviging van het democratische proces in Tsjaad door alle desbetreffende Tsjadische politieke partijen van regering en oppositie,
– gezien de verklaring van de voorzitter van de Veiligheidsraad van de VN van 27 augustus 2007 waarin de bereidheid wordt bevestigd een VN-missie naar Tsjaad te sturen en waarin waardering wordt uitgesproken voor het voornemen van de EU steun te geven in de vorm van een militaire EVDB-missie,
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 12 juli 2007 over de situatie in Darfur,
– gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,
A. overwegende dat momenteel, ten gevolge van het geschil in Darfur en de grensoverschrijdende gevolgen daarvan, ongeveer 238.000 vluchtelingen uit Soedan, 44.600 uit de Centraal-Afrikaanse Republiek en 170.000 in eigen land ontheemden zijn ondergebracht in 12 kampen langs de oostgrens van Tsjaad met Soedan,
B. verontrust over de veiligheidssituatie in het oostelijke deel van Tsjaad die sinds 2006 slechter is geworden ten gevolge van botsingen tussen Tsjadische veiligheidstroepen en Tsjadische opstandelingen en invallen van Janjaweed-milities en gewapende benden uit Soedan, en door banditisme en aanvallen op humanitaire organisaties,
C. zijn voldoening uitsprekend over de resolutie van de VN Veiligheidsraad 1769(2007), waarin de inzet van een AU/VN troepenmacht van 26.000 soldaten in Darfur wordt toegestaan, die de hele regio zal helpen pacificeren, samen met de inzet van een VN-politiemacht en de geplande EVDB-operatie in het oostelijke deel van Tsjaad en het noordelijke deel van de CAR,
D. zijn steun uitsprekend voor de inspanningen van de secretaris-generaal van de VN, Ban Ki-Moon, om via onderhandelingen een oplossing te vinden voor het conflict in Darfur, door contacten te bevorderen tussen de Soedanese autoriteiten en de verschillende rebellengroepen,
E. zijn waardering uitsprekend voor de ondertekening op 13 augustus 2007 in N'Djamena door alle desbetreffende Tsjadische politieke partijen van een overeenkomst ter consolidatie van het democratische proces in Tsjaad,
F. overwegende dat het Libische leiderschap inspanningen doet om een oplossing te vinden voor het interne conflict in Tsjaad met de groepen die voorgaand akkoord niet hebben ondertekend,
1. meent dat de gecoördineerde inspanningen van de EU en de VN kunnen helpen om de voorwaarden te creëren waaronder de verschillende partijen in het conflict in de wijdere regio van Darfur/oostelijk Tsjaad/noordelijk CAR een politieke oplossing kunnen vinden die een einde zou maken aan de onveiligheid in de regio, waarmee de terugkeer van de vluchtelingen en de intern ontheemden naar hun plaatsen van herkomst kan worden vergemakkelijkt;
2. steunt in deze context het op gang brengen van een EVDB-operatie in het oostelijk deel van Tsjaad en het noordelijk deel van de CAR om deze beide regio's veilig te maken, waardoor wordt bijgedragen tot de doelmatigheid van de AU/VN-operatie in Darfur en steun wordt gegeven aan de VN-politietroepen die in het oostelijke deel van Tsjaad moeten worden ingezet om de Tsjadische politiemacht, die tot taak zal hebben de kampen en dorpen te beveiligen, op te leiden en te begeleiden;
3. merkt op dat deze EVDB-operatie in het oostelijk deel van Tsjaad en het noordelijk deel van de CAR hoofdzakelijk een humanitair karakter heeft;
4. beveelt aan dat deze EVDB-operatie in het oostelijk deel van Tsjaad en het noordelijk deel van de CAR, die een humanitair karakter heeft, voldoet aan onderstaande voorwaarden:
- –de troepenmacht van de Europese Unie (EUFOR) moet beschikken over een duidelijk vooraf bepaald tijdschema waarbinnen ze zal opereren,
- –EUFOR moet beschikken over een robuust mandaat en duidelijke "rules of engagement" die het gebruik van geweld wanneer nodig mogelijk maken, in het bijzonder wanneer burgers, kampen, dorpen en humanitaire werkers worden aangevallen, alsook uit zelfverdediging,
- –EUFOR moet effectieve communicatieverbindingen met UNAMID opzetten, om het gebied dat onder haar verantwoordelijkheid valt zo doeltreffend mogelijk te beveiligen,
- –een duidelijke terugtrekkingsstrategie moet worden vastgelegd vóór EUFOR wordt ingezet,
- –deze terugtrekkingsstrategie moet vanaf het begin voorzien in de vervanging van EUFOR door een andere troepenmacht (van de UA of de VN, of een hybride troepenmacht);
5. verzoekt de Raad het Europees Parlement regelmatig op de hoogte te houden, in het bijzonder via haar Subcommissie veiligheid en defensie, met betrekking tot de verschillende fasen van de operatie (crisisbeheersingsconcept (CMC), gemeenschappelijk optreden, operationeel concept (CONOPS), operatieplan (OPLAN), proces ter vorming van de strijdkrachten, vooruitgang van de operatie tot de voltooiing ervan en het proces met betrekking tot de opgedane ervaring);
6. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de secretaris-generaal van de Verenigde Naties.