Ontwerpresolutie - B6-0364/2007Ontwerpresolutie
B6-0364/2007

ONTWERPRESOLUTIE

25.9.2007

naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2, van het Reglement
door Ģirts Valdis Kristovskis, Ryszard Czarnecki, Adam Bielan, Hanna Foltyn-Kubicka, Marcin Libicki, Mieczysław Edmund Janowski en Konrad Szymański
namens de UEN-Fractie
over de EDVB-operatie in Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR)

Procedure : 2007/2627(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B6-0364/2007
Ingediende teksten :
B6-0364/2007
Aangenomen teksten :

B6‑0364/2007

Resolutie van het Europees Parlement over de EDVB-operatie in Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR)

Het Europees Parlement,

–  gezien het conflict in Darfur en het regionale effect hiervan, in het bijzonder in het oostelijke deel van Tsjaad en het noordelijke deel van de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR),

–  gezien de conclusies van de Raad Algemene zaken en Buitenlandse Betrekkingen van 23-24 juli, waarin de Raad zijn bevoegde instanties verzocht "te blijven plannen met het oog op een mogelijk besluit betreffende een overbruggingsoperatie, in het kader van het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid, ter ondersteuning van de multidimensionale VN-aanwezigheid in Oost-Tsjaad en het noordoostelijk deel van de Centraal-Afrikaanse Republiek ter verbetering van de veiligheid in die regio's.",

–  gezien de bijeenkomst in Arusha over vrede in Darfur, die van 3 tot 6 augustus 2006 is gehouden, in aanwezigheid van verschillende rebellengroepen en bemiddelaars van de VN en de Afrikaanse Unie,

–  gezien de resolutie van de Veiligheidsraad van de VN1769(2007) van 31 juli 2007, ter vaststelling van een gemengde AU/VN operatie in Darfur (UNAMID) voor een beginperiode van 12 maanden,

–  gezien de ondertekening in N'Djamena op 13 augustus 2007 van het politiek akkoord, met het oog op de versterking van het democratische proces in Tsjaad door alle Tsjadische politieke partijen die de meerderheid hebben en die in de oppositie zitten,

–  gezien de verklaring van de voorzitter van de Veiligheidsraad van de VN van 27 augustus 2007 waarin de bereidheid wordt bevestigd een VN-missie naar Tsjaad te sturen en waarin waardering wordt uitgesproken voor het voornemen van de EU steun te geven in de vorm van een militaire EVDB-missie,

–  onder verwijzing naar zijn resolutie van 12 juli 2007 over de situatie in Darfur,

–  gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,

A.  uiterst verontrust over de verslechtering van de humanitaire situatie in Tsjaad waar, ten gevolge van het conflict in Darfur en de grensoverschrijdende effecten ervan, ongeveer 238.000 vluchtelingen uit Soedan, 44.600 vluchtelingen uit de Centraal Afrikaanse Republiek en 170.000 intern ontheemden zijn gehuisvest in 12 kampen langs de oostelijke grens van Tsjaad met Soedan,

B.  bezorgd over de veiligheidssituatie in het oostelijke deel van Tsjaad, die sinds 2006 verslechterd is, ten gevolge van botsingen tussen Tsjadische veiligheidstroepen en Tsjadische rebellen en invallen van Janjaweed-milities en gewapende benden uit Soedan, en door banditisme en aanvallen op humanitaire organisaties,

C.  zijn steun uitsprekend voor de inspanningen van de VN secretaris-generaal Ban Ki-Moon om via onderhandelingen een oplossing te vinden voor het conflict in Darfur, door contacten te bevorderen tussen de Soedanese autoriteiten en de verschillende rebellengroepen;

D.  zijn voldoening uitsprekend over de resolutie van de VN Veiligheidsraad 1769(2007), waarin de inzet van een AU/VN troepenmacht van 26.000 soldaten in Darfur wordt toegestaan, die de hele regio zal helpen pacificeren, samen met de inzet van een VN politiemacht en de geplande EVDB-operatie in het oostelijke deel van Tsjaad en het noordelijke deel van de Centraal-Afrikaanse Republiek;

E.  zijn voldoening uitsprekend over de ondertekening in N'Djamena op 13 augustus 2007 in bijzijn van de internationale gemeenschap en van het staatshoofd van Tsjaad, president Idriss Deby Itno, door alle Tsjadische politieke partijen van een akkoord ter versterking van het democratische proces in Tsjaad;

F.  kennis nemend van de inspanningen van het Libische leiderschap om een oplossing te vinden voor het interne conflict in Tsjaad met de groepen die voorgaand akkoord niet hebben ondertekend;

1.  meent dat de gecoördineerde inspanningen van de EU en de VN kunnen helpen om de voorwaarden te creëren waaronder de verschillende partijen in het conflict in de wijdere regio van Darfur/oostelijk Tsjaad/noordelijk CAR een politieke oplossing kunnen vinden die een einde zou maken aan de onveiligheid in de regio, waarmee de terugkeer van de vluchtelingen en de intern ontheemden naar hun dorpen van herkomst kan worden vergemakkelijkt,

2.  steunt de start van de EVDB-operatie in het oostelijk deel van Tsjaad en het noordelijk deel van de CAR, die een jaar gaat duren, om veiligheid in deze twee regio's te brengen, zij het onder de volgende voorwaarden:

  • a)de missie van de Europese troepenmacht (EUFOR) moet humanitaire activiteiten steunen en de voorwaarden creëren voor een veilige omgeving voor het werk van de VN-politiemacht, de terugkeer van intern ontheemden en de voortzetting van het overleg tussen de politieke groeperingen van de regio,
  • b)de Europese troepenmacht (EUFOR) moet neutraal optreden met betrekking tot de complexe politieke situatie in de regio, door zich niet te laten betrekken in gevechten tussen regeringsautoriteiten en rebellengroepen,
  • c)EUFOR moet een robuust mandaat hebben krachtens hoofdstuk VII van het handvest van de Verenigde Naties en duidelijke inzetregels, die zo nodig het gebruik van geweld toestaan, met name bij aanvallen op burgers, humanitaire werkers, kampen, dorpen of VN politieofficieren en in geval van zelfverdediging,
  • d)om potentiële agressors af te schikken moet EUFOR zichtbaar zijn en adequaat uitgerust; er moeten lange-afstandspatrouilles kunnen worden uitgevoerd met pantservoertuigen en helikopters (met inbegrip van aanvalshelikopters),
  • e)er moet een vastomlijnde exitstrategie zijn vastgesteld voordat de troepen worden ingezet; dit betekent dat EUFOR een tijdelijk mandaat moet hebben, dat voorziet in de vervanging van EUFOR door een andere troepenmacht zodat zijn mandaat succesvol kan worden afgerond en de betreffende troepen volgens schema kunnen terugkeren,
  • f)EUFOR moet niet betrokken raken bij of zich inlaten met de taken die worden uitgevoerd door NGO's in Tsjaad en de CAR, zodat deze niet in gevaar worden gebracht,
  • g)hoewel Franse troepen volgens het plan het grootste deel zullen uitmaken van het EU-contingent, is het uiterst belangrijk dat EUFOR als onpartijdig wordt beschouwd en niet als een verlengstuk van de Franse militaire capaciteit in de regio;

3.  verzoekt de Raad dringend het Europees Parlement regelmatig op de hoogte te stellen van de verschillende fases van de operatie, namelijk: het crisisbeheersingsconcept (CMC), het gemeenschappelijk optreden, het operationeel concept (CONOPS), het operatieplan (OPLAN), de opbouw van de troepenmacht, het verloop van de operatie tot het einde ervan en het leerervaringsproces;

4.  betreurt het dat deze EVDB-operatie niet geleid kan worden vanuit het onlangs opgerichte operatiecentrum van de Europese Unie; hoopt dat deze situatie zal veranderen met het nieuwe hervormingsverdrag, dat het EVDB doeltreffender moet maken;

5.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties en de presidenten, regeringen en parlementen van Tsjaad, de Centraal-Afrikaanse Republiek en Soedan.