ONTWERPRESOLUTIE
25.9.2007
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2, van het Reglement
door Tobias Pflüger, Marco Rizzo en Willy Meyer Pleite
namens de GUE/NGL-Fractie
over de EVDB-operatie in oostelijk Tsjaad en het noorden van de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR)
B6‑0365/2007
Resolutie van het Europees Parlement over de EVDB-operatie in oostelijk Tsjaad en het noorden van de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR)
Het Europees Parlement,
– gezien het conflict in Darfur en het regionale effect hiervan, met name voor het oostelijke deel van Tsjaad en het noordelijke deel van de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR),
– gezien de conclusies van de Raad van Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 23 en 24 juli 2007 waarin de bevoegde organen werden verzocht plannen te blijven maken met het oog op een mogelijke overbruggingsoperatie in het kader van het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid, ter ondersteuning van een multidimensionale VN-aanwezigheid in oostelijk Tsjaad en het noordoosten van de Centraal-Afrikaanse Republiek ter verbetering van de veiligheid in die gebieden,
– onder verwijzing naar de resolutie van de Veiligheidsraad van de VN 1769(2007) van 31 juli 2007, ter vaststelling van een gemengde AU/VN-operatie in Darfur (UNAMID) voor een eerste periode van 12 maanden,
– gezien de bijeenkomst in Arusha over vrede in Darfur, die is gehouden van 3 t/m 6 augustus 2007,
– gezien Frankrijk's initiatief om in delen van Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek een EU-troepenmacht in te zetten,
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 12 juli 2007 over de situatie in Darfur,
– gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,
A. verontrust over de veiligheidssituatie in het oostelijk deel van Tsjaad die sinds 2006 is verslechterd; overwegende dat er momenteel 400.000 vluchtelingen en ontheemden in Tsjaad zijn en meer dan 200.000 ontheemden in het noordelijke deel van de Centraal-Afrikaanse Republiek,
B. overwegende dat het de pogingen van de VN-secretaris-generaal Ban Ki-Moon steunt om via onderhandelingen tot een vreedzame oplossing te komen van het geschil in Darfur door contacten te bevorderen tussen de Soedanese autoriteiten en de verschillende rebellengroepen,
C. verheugd dat op 13 augustus 2007 in N'Djamena door alle politieke partijen van Tsjaad een overeenkomst is ondertekend,
D. overwegende dat het Libische leiderschap inspanningen doet om een oplossing te vinden voor het interne conflict in Tsjaad met de groepen die de overeenkomst niet hebben ondertekend,
E. overwegende dat er tussen verschillende EU-lidstaten verschil van mening bestaat over de inzet van een EU-missie in Tsjaad,
F. overwegende dat de voorgestelde inzet een militaire EU-troepenmacht zou omvatten van 4.000 manschappen die o.a. uitgerust is met pantservoertuigen en helikopters en die optreedt als gevechtsmissie overeenkomstig Hoofdstuk VII van het VN-Handvest,
1. is verontrust over de verslechterde situatie in Tsjaad en het uitblijven van een politieke oplossing van het geschil; is desalniettemin tegen het sturen van een militaire EU-troepenmacht naar Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek; hekelt dat er bijna geen informatie over de missie beschikbaar is, noch over het mandaat en evenmin over de financiering en de werkelijke doelstelling ervan;
2. dringt aan op meer humanitaire hulp voor de vluchtelingen en ontheemden en op meer ontwikkelingshulp voor de regio, met name gezien de huidige overstromingen waar 18 Afrikaanse landen mee kampen;
3. dringt er bij alle partijen op aan af te zien van het gebruik van geweld en ieder optreden te vermijden waardoor de levens van vluchtelingen, ontheemden en humanitaire hulpverleners in gevaar komen, en het werk van laatstgenoemden te faciliteren;
4. dringt aan op steun voor de pogingen van de Afrikaanse Unie in haar streven naar een vreedzame oplossing van de geschillen in de regio, en dringt in dit verband aan op een overeenkomst over de vluchtelingenproblematiek;
5. geeft uiting aan zijn bezorgdheid over het feit dat de EU steeds vaker betrokken raakt bij militaire oplossingen van geschillen in Afrika, hetgeen weerspiegeld wordt in het toenemende aantal militaire operaties; is bezorgd over de plundering en exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen en grondstoffen van het Afrikaanse continent door de ontwikkelde landen, waardoor de rechten alsmede de politieke en economische toekomst van de Afrikaanse volkeren in gevaar worden gebracht, met name met betrekking tot de grondstoffen in Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek;
6. dringt aan op een herziening van de "EU-strategie voor Afrika" waarbij de Afrikaanse landen volledig zouden moeten worden betrokken; staat erop dat iedere nieuwe strategie gebaseerd moet zijn op de beginselen van partnerschap, gelijkheid, eerbied en samenwerking;
7. geeft uiting aan zijn bezorgdheid over de toenemende handel in illegale wapens en de smokkel van wapens, met name illegale kleine wapens en lichte wapens, landmijnen en massavernietigingswapens, naar het Afrikaanse continent;
8. verzoekt de Raad het Europees Parlement voorafgaand aan ieder optreden en op regelmatige basis te informeren, met name via zijn Subcommissie veiligheid en defensie, over de volledige geplande EU-operatie;
9. is bezorgd dat de toename van de militaire missies zal leiden tot verdere militarisering van de EU, en dat dit als blauwdruk gebruikt zal worden voor toekomstige militaire EU-interventies waardoor het militaire aspect in het nieuwe Herzieningsverdrag zal worden versterkt;
10. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de secretaris-generaal van de Verenigde Naties.