Ontwerpresolutie - B6-0366/2007Ontwerpresolutie
B6-0366/2007

ONTWERPRESOLUTIE

25.9.2007

naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2, van het Reglement
door Ana Maria Gomes, Alain Hutchinson en Marie-Arlette Carlotti
namens de PSE-Fractie
over de EVDB-operatie in Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR)

Procedure : 2007/2627(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B6-0366/2007
Ingediende teksten :
B6-0366/2007
Aangenomen teksten :

B6‑0366/2007

over de EVDB-operatie in Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR)

Het Europees Parlement,

–  gezien het geschil in Darfur en de meer algemene regionale gevolgen met name voor het oostelijke deel van Tsjaad en het noordelijke deel van de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR),

–  gezien resolutie 1706 van 31 augustus 2006 van de Veiligheidsraad van de VN waarin werd gesteld dat de regionale veiligheidsaspecten moesten worden opgelost om duurzame vrede in Darfur te kunnen bewerkstelligen,

–  gezien de conclusies van de Raad van Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 23 en 24 juli waarin de bevoegde organen werden verzocht plannen te blijven maken met het oog op een mogelijke overbruggingsoperatie in het kader van het Europees veiligheids- en defensiebeleid, ter ondersteuning van een multidimensionale VN-aanwezigheid in oostelijk Tsjaad en het noordoosten van de Centraal-Afrikaanse Republiek ter verbetering van de veiligheid in die gebieden,

–  gezien resolutie 1769(2007) van de Veiligheidsraad van de VN van 31 juli 2007 op basis waarvan in eerste instantie voor een periode van 12 maanden een gemengde operatie van AU en VN wordt opgezet in Darfur (UNAMID)

–  gezien het verslag dat op 10 augustus 2007 door de secretaris-generaal van de VN is ingediend en waarin het inzetten wordt aanbevolen van een multidimensionale aanwezigheid in het oosten van Tsjaad en het noordoosten van de Centraal-Afrikaanse Republiek, ter verbetering van de veiligheid van de vluchtelingen en ontheemden, ter vergemakkelijking van de aanvoer van humanitaire hulp en om de voorwaarden te scheppen voor wederopbouw- en ontwikkelingswerkzaamheden in deze gebieden,

–  gezien de bijeenkomst van Arusha over vrede in Darfur, die is gehouden van 3 tot 6 augustus 2007,

–  overwegende dat op 13 augustus 2007 in N'Djamena in aanwezigheid van de internationale gemeenschap en het staatshoofd van Tsjaad, president Idriss Deby Itno, de politieke overeenkomst is ondertekend ter consolidatie van het democratische proces in Tsjaad door alle desbetreffende Tsjadische politieke partijen van regering en oppositie,

–  gezien de verklaring van de voorzitter van de Veiligheidsraad van de VN van 27 augustus 2007 waarin de bereidheid wordt bevestigd een VN-missie naar Tsjaad te sturen en waarin waardering wordt uitgesproken voor het voornemen van de EU steun te geven in de vorm van een militaire EVDB-missie,

–  gezien de vaststelling door de Raad van de Europese Unie van een concept-crisisbeheer via een schriftelijke procedure op 10 september,

-  onder verwijzing naar zijn resolutie van 12 juli 2007 over de situatie in Darfur

–  gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,

A.  overwegende dat momenteel ten gevolge van het geschil in Darfur en de grensoverschrijdende gevolgen daarvan ongeveer 238.000 vluchtelingen uit Soedan, 44.600 uit de Centraal-Afrikaanse Republiek en 170.000 in eigen land ontheemden zijn ondergebracht in 12 kampen langs de oostgrens van Tsjaad met Soedan,

B.  verontrust over de veiligheidssituatie in het oostelijke deel van Tsjaad die sinds 2006 slechter is geworden ten gevolge van botsingen tussen Tsjadische veiligheidstroepen en Tsjadische opstandelingen en invallen van janjaweed milities en gewapende benden uit Soedan, en door banditisme en aanvallen op humanitaire organisaties,

C.  overwegende dat de burgerbevolking in het noodoosten van de Centraal-Afrikaanse Republiek eveneens is aangevallen door troepen van uit Soedan afkomstige opstandelingen,

D.  overwegende dat het van wezenlijk belang is dat er in het kader van een algemene en regionale aanpak een bijdrage wordt geleverd aan de beveiliging van deze regio die gebukt gaat onder het geschil Darfur,

E.  overwegende dat deze operatie in het kader van het Europese Veiligheids- en Defensiebeleid deel moet zijn van het algemene kader van verplichtingen van de Europese Unie ter ondersteuning van een oplossing van de crisis in Darfur, door de destabiliserende gevolgen voor buurlanden aan te pakken,

F.  overwegende dat stabiliteit op lange termijn voor Soedan, Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek inhoudt dat de hand wordt gehouden aan mensenrechten, rechtsstaat en behoorlijk bestuur,

G.  overwegende dat regionale krachten trachten een oplossing te vinden voor het interne geschil in Tsjaad met groepen die de vorige overeenkomst niet hebben ondertekend, en van mening dat de internationale gemeenschap een initiatief tot herstel van mechanismen voor het oplossen van geschillen tussen gemeenschappen om vrede tot stand te brengen en vrijwillige terugkeer te vergemakkelijken, moet aanmoedigen en financieren,

H.  overwegende dat diverse landen van de Europese Unie reeds hebben ingestemd met deelname aan de operatie, en dat deelname van derde landen eveneens wordt overwogen,

I.  overwegende dat de Tsjadische en Centraal-Afrikaanse instanties ten overstaan van de secretaris-generaal van de VN hebben bevestigd in te stemmen met het inzetten van deze multidimensionele aanwezigheid van de Europese Unie,

1.  is van mening dat gecoördineerde initiatieven van EU en VN kunnen bijdragen tot totstandbrenging van de voorwaarden die de partijen in het geschil in de hele regio Darfur/oostelijk Tsjaad/noordelijke Centraal-Afrikaanse Republiek in staat kunnen stellen een politieke oplossing te vinden waardoor een eind wordt gemaakt aan de onveiligheid in deze regio, en waardoor de vrijwillige terugkeer naar hun dorpen van oorsprong wordt vergemakkelijkt van de vluchtelingen en in eigen land ontheemden;

2.  spreekt er zijn waardering voor uit dat op 13 augustus 2007 in N'Djamena door alle desbetreffende Tsjadische politieke partijen een overeenkomst is ondertekend ter consolidatie van het democratische proces in Tsjaad;

3.  spreekt zijn waardering uit voor resolutie 1769(2007) van de Veiligheidsraad van de VN waarin toestemming wordt gegeven voor het inzetten van een AU/VN-troepenmacht van 26.000 soldaten en politieagenten, hetgeen in combinatie met het inzetten van een VN-politiemacht en de voorgenomen EVDV-operatie in het oostelijke deel van Tsjaad en het noordelijke deel van de CAR een bijdrage levert tot de totstandbrenging van vrede in de hele regio;

4.  steunt de pogingen van de VN-secretaris-generaal Ban Ki-Moon om via onderhandelingen tot een vreedzame oplossing te komen van het geschil in Darfur door contacten te bevorderen tussen de Soedanese autoriteiten en de verschillende rebellengroepen;

5.  spreekt andermaal zijn steun uit voor het politieke proces in het kader van de gezamenlijke bemiddeling van AU en VN, waardoor volledige coördinatie gewaarborgd is van alle initiatieven met de speciale gezanten van AU en VN;

6.  wijst er andermaal op dat vredesmissies in het oostelijke deel van Tsjaad en het noordelijk deel van de CAR niet kunnen slagen zonder een daadwerkelijk verzoeningsproces; verzoekt de regeringen van Tsjaad en de CAR dan ook in elk van beide landen een integrale politieke dialoog op gang te brengen; verzoekt de internationale gemeenschap eveneens het concrete proces te begeleiden en voor de lange termijn de verplichting aan te gaan in de regio te zorgen voor duurzame vrede en veiligheid; spreekt dan ook de aanbeveling uit dat van de EU-troepenmacht een aanzienlijk aantal deskundigen op het gebied van mensenrechten, rechtsstaat en politieke aangelegenheden deel uitmaakt om een begin te maken met vergemakkelijking van het vredesproces ter plaatse;

7.  steunt het op gang brengen van een militaire EVDB-operatie in het oostelijk deel van Tsjaad en het noordelijk deel van de CAR om deze beide regio's veilig te maken, waardoor de doelmatigheid van de AU/VN-operatie in Darfur toeneemt en steun wordt gegeven aan de VN-politietroepen die in het oostelijke deel van Tsjaad moeten worden ingezet om de Tsjadische politiemacht, die tot taak zal hebben de kampen en dorpen te beveiligen, te instrueren en te begeleiden;

8.  neemt er kennis van dat deze militaire operatie, waaraan wellicht niet minder dan 4.000 soldaten zullen deelnemen, één jaar zal duren en dat halverwege een evaluatie plaatsvindt;

9.  spreekt de aanbeveling uit dat deze militaire EVDB-operatie in het oostelijk deel van Tsjaad en het noordelijk deel van de CAR ter waarborging van de noodzakelijke veiligheidsvoorwaarden zodat de humanitaire werkzaamheden doorgang kunnen vinden, voldoet aan onderstaande voorwaarden:

  • a)de Europese strijdmacht (EUFOR) moet afschrikwekkend zijn, hetgeen betekent dat zij dient te beschikken over een stevige taakomschrijving overeenkomstig hoofdstuk VII, en duidelijke inzetregels waardoor zo nodig en indien noodzakelijk via preventief optreden het gebruik van geweld mogelijk is, met name bij aanvallen op burgers, kampen en dorpen, humanitaire werkers en uit zelfverdediging, ten einde
    • -bij te dragen tot bescherming van burgers die in gevaar verkeren, met name vluchtelingen en ontheemden;
    • -de aanvoer van humanitaire hulp en het vrije verkeer van humanitaire-hulpverleners te vergemakkelijken;
    • -bij te dragen tot bescherming van personeel, gebouwen en materiaal van het VN;
    • -een eind te maken aan grensoverschrijdende aanvallen door de grens tussen Soedan en Tsjaad te beveiligen;
  • b)tegelijkertijd moet EUFOR volstrekt neutraal en onpartijdig te werk gaan door zich niet te laten betrekken bij gevechten tussen regeringsinstanties en opstandige groeperingen,
  • c)de samenstelling van EUFOR moet gemengd zijn en de lidstaten moeten zo spoedig mogelijk de noodzakelijke troepen leveren;
  • d)om eventuele aanvallers af te schrikken en om duidelijk onderscheid aan te brengen tussen militaire troepen en humanitaire werkers, moet EUFOR herkenbaar en naar behoren uitgerust zijn. er moeten lange-afstandspatrouilles kunnen worden uitgevoerd met pantservoertuigen en helikopters (o.m. aanvalshelikopters);
  • e)om efficiënt te kunnen optreden moet EUFOR snel de noodzakelijke gegevens over eventuele gevaren kunnen verzamelen: te dien einde dient EUFOR het nodige materieel en de nodige middelen te kunnen inzetten;
  • f)in noodgevallen moet EUFOR haar soldaten kunnen inzetten waar zij nodig zijn: mobiliteit zal een sleutelelement zijn in het welslagen van deze operatie. de lidstaten moeten aan EUFOR dus transporthelikopters ter beschikking stellen zodat zij in dreigende situaties snel kan reageren, en daardoor haar afschrikwekkende rol tot een maximum kan opvoeren;
  • g)volledig de voorschriften van de Internationale humanitaire wetgeving in acht nemend, moet EUFOR niet betrokken raken bij of zich inmengen in de taken die worden uitgevoerd door de in Tsjaad en de CAR aanwezige NGO om deze niet in gevaar te brengen;
  • h)EUFOR moet effectieve communicatiekanalen met UNAMID opzetten, om het gebied dat onder haar verantwoordelijkheid valt zo doeltreffend mogelijk te beveiligen,
  • i)in samenwerking met de ontvangende landen moet een duidelijke overdrachtsstrategie worden bepaald alvorens EUFOR wordt ingezet. Deze vertrekstrategie, in het kader waarvan van meet af aan de vervanging van EUFOR door een andere multinationale troepenmacht moet zijn vastgelegd, kan zo nodig worden herzien na de evaluatie die na zes maanden op het programma staat, met het oog op een geslaagde voltooiing van de taak en de veiligheid van de ingezette troepen;

10.  verzoekt de Raad het Europees Parlement met name via zijn Subcommissie veiligheid en defensie regelmatig op de hoogte te houden over de diverse stadia van planning en uitvoering van de operatie, met inbegrip van de tijdens het proces geleerde lessen;

11.  betreurt dat deze EVDB-operatie om tal van redenen niet kan worden geleid vanuit het onlangs opgerichte operatiecentrum van de Europese Unie; hoopt dat deze situatie verandert met het nieuwe herzieningsverdrag waardoor het EVDB doelmatiger zou moeten worden;

12  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de secretaris-generaal van de Verenigde naties, de AU en de covoorzitters van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU.