Ontwerpresolutie - B6-0404/2007Ontwerpresolutie
B6-0404/2007

ONTWERPRESOLUTIE

22.10.2007

naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6‑0378/2007
ingediend overeenkomstig artikel 108, lid 5 van het Reglement
door Sergio Berlato, Janusz Wojciechowski, Gintaras Didžiokas, Andrzej Tomasz Zapałowski, Liam Aylward, Zdzisław Zbigniew Podkański, Zbigniew Krzysztof Kuźmiuk en Ryszard Czarnecki
namens de UEN-Fractie
over de aanzienlijke stijging van de prijzen van levensmiddelen en de consumentenbescherming

Procedure : 2007/2641(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B6-0404/2007
Ingediende teksten :
B6-0404/2007
Aangenomen teksten :

B6‑0404/2007

Resolutie van het Europees Parlement over de aanzienlijke stijging van de prijzen van levensmiddelen en de consumentenbescherming

Het Europees Parlement,

-  gelet op artikel 33 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

-  onder verwijzing naar zijn wetgevingsresolutie van 26 september 2007 over braaklegging voor 2008,

-  gelet op artikel 108, lid 5 van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de prijzen van basislevensmiddelen op mondiaal niveau, inclusief in heel Europa, en in het bijzonder in de nieuwe lidstaten, aanzienlijk zijn gestegen,

B.  overwegende dat de graan-, melk-, fruit- en groenteprijzen sinds een jaar in vele Europese landen, zoals Italië, Polen, Ierland en Litouwen, nagenoeg zijn verdubbeld; overwegende dat bijvoorbeeld in Polen de broodprijs in 2003 met 22,6 % is gestegen, de prijs van appelen met 83,8% en de prijs van aardappelen met 95,5%, en dat het brood in Italië de laatste maand 79% duurder is geworden,

C.  overwegende dat landbouwers getroffen worden door strenge weersomstandigheden die vorstschade, overstromingen en droogte veroorzaken,

D.  overwegende dat het concept van Europese landbouw duidelijk moet worden versterkt en beschermd gezien de sociale, economische en culturele waarde ervan, waarbij de specifieke kenmerken van de landbouwsector in sommige EU-lidstaten dienen te worden erkend,

E.  overwegende dat de zuivelsector van groot belang is voor de Europese landbouw, aangezien hij 14% van de landbouwproductie vertegenwoordigt,

F.  overwegende dat met name besluiten betreffende de import van genetisch gemodificeerde (GM) levensmiddelen uiterst schadelijke gevolgen kunnen hebben voor de landbouwsector,

G.  overwegende dat de bevolking in de ontwikkelingslanden groeit, en dat de vraag naar levensmiddelen toeneemt,

H.  overwegende dat artikel 33 van het EG-Verdrag bepaalt dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid o.a. ten doel heeft de voorziening veilig te stellen en redelijke prijzen bij de levering aan verbruikers te verzekeren,

I.  overwegende dat het EU-beleid erop gericht is de landbouwproductie te beperken en dat dit beleid steeds meer in strijd lijkt te zijn met de noden van de verbruikers,

1.  onderstreept de noodzaak het voortbestaan van het Europese landbouwmodel te waarborgen, teneinde de stabiliteit van de nationale landbouwmarkten te handhaven en ze te beschermen tegen internationale prijsschommelingen, en de modellen van productie en landgebruik die typisch zijn voor de Europese landbouw in stand te houden;

2.  onderstreept het recht van volkeren en naties om hun voedselautonomie en het voortbestaan van de landbouwsector te waarborgen, met name door zich te beschermen tegen afhankelijkheid scheppende import;

3.  verzoekt de Commissie dringend te voorzien in een tijdelijke verhoging van de melkquota, teneinde de prijzen op de interne markt te stabiliseren;

4.  verwelkomt het recente besluit van de ministers van Landbouw van de EU het voorstel van de Commissie om de braakleggingsverplichtingen voor 2008 op te schorten, goed te keuren;

5.  verzoekt de Commissie en de lidstaten de discrepanties tussen de aan de producenten betaalde prijzen en de prijzen die de voornaamste detailhandelaars aanrekenen, te onderzoeken;

6.  verzoekt de Commissie haar administratieve beleid van beperking van de landbouwproductie in de EU onder de loep te nemen;

7.  verzoekt de Commissie te garanderen dat producenten van derde landen aan dezelfde stringente controles worden onderworpen als EU-producenten;

 

8.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.