Ontwerpresolutie - B6-0426/2007Ontwerpresolutie
B6-0426/2007

ONTWERPRESOLUTIE

22.10.2007

naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
door Esko Seppänen, Gabriele Zimmer en André Brie
namens de GUE/NGL-Fractie
over de Top EU-Rusland

Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B6-0426/2007
Ingediende teksten :
B6-0426/2007
Stemmingen :
Aangenomen teksten :

B6‑0426/2007

Resolutie van het Europees Parlement over de Top EU-Rusland

Het Europees Parlement,

–  gezien de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst (PSO) tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten enerzijds, en de Russische Federatie anderzijds, die in 1997 in werking getreden is en in 2007 afloopt,

–  onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over de betrekkingen tussen de EU en Rusland,

–  gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,

A.  overwegende dat betere samenwerking en goede nabuurschapsbetrekkingen tussen de EU en Rusland van essentieel belang zijn voor de stabiliteit, veiligheid en welvaart van heel Europa;overwegende dat betere samenwerking en goede nabuurschapsbetrekkingen tussen de EU en Rusland van essentieel belang zijn voor de stabiliteit, veiligheid en welvaart van heel Europa,

B.  overwegende dat de betrekkingen een hele tijd lang door controversiële thema's overschaduwd zijn, zoals de situatie in Tsjetsjenië en de buurlanden, de energievoorziening en de mensenrechten en democratische rechten;overwegende dat de betrekkingen een hele tijd lang door controversiële thema's overschaduwd zijn, zoals de situatie in Tsjetsjenië en de buurlanden, de energievoorziening en de mensenrechten en democratische rechten,

C.  overwegende dat de verzwakking van de democratie in Rusland, de sterkere overheidscontrole op de media, het verslechterend klimaat voor niet-gouvernementele organisaties, sterker politieke controle op de rechterlijke macht, toenemende belemmeringen van de activiteiten van de politieke oppositie, en andere maatregelen die de macht van het Kremlin aanzienlijk uitgebreid hebben, voor aanhoudende en toenemende ongerustheid zorgen,

D.  overwegende dat de Amerikaanse plannen om een antiraketsysteem op te zetten, met onderdelen die in Polen en Tsjechië opgesteld worden, nieuwe spanningen en wantrouwen in de relaties tussen de Europese unie en Rusland veroorzaken, en dat de Russische president Poetin aankondigt dat Rusland zich niet langer aan het verdrag van 1990 over non-proliferatie en conventionele troepenvermindering in Europa wenst te houden,

E.  overwegende dat de ondertekening van een nieuwe partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en de Russische Federatie van het grootste belang is voor hun toekomstige samenwerking, vooral voor de verdere uitbouw van de economische betrekkingen, verdere verbetering van veiligheid en stabiliteit in Europa en betere eerbiediging van mensenrechten, democratie en de rechtstaat als grondslag voor de samenwerking; dat de beide partners de hangende problemen voordat de onderhandelingen geopend kunnen worden, niet opgelost hebben,

F.  overwegende dat de grote meningsverschillen tussen de lidstaten de EU beletten om een doeltreffend beleid tegenover Rusland uit te voeren,

1.  bevestigt zijn overtuiging dat Rusland een belangrijke partner in de opbouw van strategische samenwerking blijft, waarmee de EU niet alleen economische en handelsbelangen gemeen heeft, maar ook de doelstelling van nauwe samenwerking op het internationaal toneel en in de gemeenschappelijke omgeving;   

2.  betreurt dat er zich sinds de vorige topconferentie geen nieuwe ontwikkelingen in de betrekkingen tussen de Europese unie en Rusland voorgedaan hebben; benadrukt dat de betrekkingen zich in een kritieke fase bevinden en vraagt daarom van de beide partners een constructieve en resultaatgerichte opstelling;

3.  betreurt dat de aanvatting van de onderhandelingen over een strategische partnerschapsovereenkomst uitgesteld is en dat er zich sinds de vorige topconferentie bijna geen positieve ontwikkelingen voorgedaan hebben; vraagt de Russische regering om samen met de Europese unie de noodzakelijke omstandigheden te creëren om de onderhandelingen spoedig te kunnen openen; moedigt Portugal als voorzitter aan om zich te blijven inspannen om het onderhandelingsmandaat voor een nieuwe overeenkomst zo vlug mogelijk te laten aannemen en de onderhandelingen zonder verder uitstel aan te vatten;

4.  herhaalt zijn zienswijze dat krachtige verdediging van de rechten van de mens en de democratische waarden een centraal princiep van elke overeenkomst van de Europese unie met Rusland moet zijn; dringt er bij de Europese commissie op aan om te zorgen dat die waarden in het onderhandelingspakket EU-Rusland geen bijkomstigheden betekenen en dat elke vorm van financiële bijstand voor de Russische overheid de versteviging van de democratische normen in Rusland in overweging neemt;

5.  onderstreept dat de situatie in Tsjetsjenië een hindernis in de betrekkingen tussen de EU en Rusland blijft; herhaalt zijn scherpe kritiek op het Russisch beleid in Tsjetsjenië en zijn veroordeling van de talrijke schendingen van de rechten van de mens in Tsjetsjenië; vraagt de Russische federatie om dringend concrete stappen te ondernemen om foltering en andere vormen van mishandeling, willekeurige opsluiting en 'verdwijningen' in de Tsjetsjeense republiek uit te roeien en op te treden tegen de rechteloosheid waarin de overtredingen plaatsvinden;

6.  drukt zijn ongerustheid over de beperkingen van de democratische vrijheden in de aanloop naar de verkiezingen van december as. voor de Doema en de presidentsverkiezingen van maart 2008 uit ; vraagt de Russische autoriteiten om een eerlijk en vrij verloop van beide verkiezingen te waarborgen, zodat de oppositiepartijen de mogelijkheid krijgen om eraan deel te nemen en een ernstige verkiezingscampagne kunnen voeren, met volledige eerbiediging van de vrijheid van meningsuiting ; benadrukt dat vrije media één van de belangrijkste voorwaarden zijn om de verkiezingen als vrij en eerlijk te kunnen bestempelen; stelt er belang in om als waarnemer bij de komende parlementsverkiezingen aanwezig te zijn;

7.  neemt kennis van de recente overeenkomst tussen de EU en Rusland om visumverlening gemakkelijker te maken, maar onderstreept dat er behoefte aan nog veel gemakkelijker verlening bestaat, ook voor gewone bona fide reizigers die niet tot vooraf bepaalde categorieën behoren, en op lange termijn aan liberalisering;

8.  vraagt de Raad en de Europese commissie om hun inspanningen te verdubbelen om de problemen bij het oversteken van de grens tussen de Europese unie en Rusland op te lossen en concrete projecten aan te vatten, en bij de grensoverschrijdende samenwerking volledig gebruik te maken van het nieuw nabuurschaps- en partnerschapsinstrument en de Interreg-fondsen;

9.  benadrukt dat het van strategisch belang is om samen te werken in de energievoorziening en de betrekkingen tussen de Europese unie en Rusland op energiegebied uit te breiden ; onderlijnt dat verdere samenwerking in dat opzicht van de princiepen van wederzijdse afhankelijkheid en doorzichtigheid, en de belangrijke wederkerigheid in de toegang tot de markten, infrastructuur en investeringen moet uitgaan, om oligopole marktstructuren te voorkomen en de energievoorziening van de Europese unie te diversifiëren;

10.  pleit voor uitwisseling van informatie over vergevorderde energietechnologieën en moedigt contacten tussen de belanghebbende partijen in de energiesector van de EU en Rusland aan, naast de inspanningen die nodig zijn om de energie-efficiëntie te verbeteren en technologieën zonder uitstoot van CO2 te ontwikkelen, hetgeen aanzienlijke mogelijkheden tot samenwerking biedt, vooral industrieel, door uitwisseling van technologieën en optimale werkwijzen tussen bedrijven in Rusland en de EU;

11.  vraagt Rusland en de lidstaten van de Europese unie om de doelstellingen van het protocol van Kioto te verwezenlijken en wijst met nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van de industrielanden om in de vermindering van de uitstoot voorop te gaan ; vraagt Rusland om een actieve rol in de toekomstige internationale onderhandelingen te spelen en een spoedig akkoord mogelijk te maken tegen 2008 of uiterlijk 2009, om de continuïteit van de wereldmarkt voor koolstof te waarborgen;

12.  neemt akte van de verschillende zienswijzen van de Europese unie en Rusland in het nabuurschapsbeleid ; wijst buitenlandse beleidsvoering die op het instellen van invloedsferen gericht is, van de hand ; wijst er met nadruk op dat de soevereiniteit en territoriale integriteit van alle landen volledig geëerbiedigd moet worden ; vraagt de Europese unie en Rusland om opbouwend samen te werken om vastgelopen conflicten in hun gemeenschappelijke omgeving tot een oplossing te brengen;

13.  deelt de ernstige bezorgdheid van het Russisch volk over de Amerikaanse plannen om een antiraketsysteem op te stellen in een aantal lidstaten van de Europese unie ; meent dat nieuwe antiraketsystemen tot een nieuwe wapenwedloop dreigen te leiden, die van Europa een doelwit voor militaire aanvallen maakt, en tot nieuwe politieke verdeeldheid tussen de lidstaten van de Europese Unie onderling, en Rusland en de Europese Unie; vraagt de Verenigde Staten om hun plannen, die de Europese publieke opinie in beroering brengen, in te trekken ; vraagt de regering en het parlement van de Tsjechische republiek en Polen om geen antiraketsystemen op hun grondgebied te aanvaarden;

14.  staat op het standpunt dat de aankondiging van president Poetin, dat Rusland zich niet langer aan het verdrag van 1990 over non-proliferatie en conventionele troepenvermindering in Europa houdt, geen passend antwoord op de plannen voor antiraketsystemen is ; dringt erop aan om alle bestaande ontwapenings- en wapenbeheersingsovereenkomsten nauwlettend uit te voeren ; doet een oproep tot hervatting van de politieke dialoog over veiligheid, wapenbeheersing en ontwapening in het kader van de OVSE, om definitief een einde aan de bewapeningswedloop in Europa te maken, verdere wapenverminderingen overeen te komen en van Europa een kernwapenvrij gebied te maken;

15.  herhaalt dat de Europese unie en Rusland verder samen moeten werken om multilaterale oplossingen voor wereldwijde problemen te vinden ; vraagt ze om samen te werken voor een vreedzame oplossing voor de problemen met het Iraans kernenergiebeleid ; vraagt ze, als leden van het kwartet, om actief bij te dragen tot oplossing van het conflict in het Midden-Oosten door te zorgen dat de komende conferentie de uiteindelijke status van de betreffende landen behandelt en een volledige regionale vredesovereenkomst nastreeft;

16.  roept de EU en Rusland op, als leden van het kwartet, om hun verantwoordelijkheid op te nemen voor de oplossing van het conflict in het Midden-Oosten, en hun steun te verlenen voor pogingen om een internationale vredesconferentie voor een regionale vredesovereenkomst in het Midden-Oosten te houden, die van de resoluties van de Verenigde Naties en het Arabisch vredesinitiatief uitgaat;

17.  verzoekt zijn Voorzitter om deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten en de Russische Federatie, en de Raad van Europa.