ONTWERPRESOLUTIE
5.12.2007
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
door Paolo Costa
namens de Commissie vervoer en toerisme
over de schipbreuken in de Straat van Kertsj, Zwarte Zee
B6‑0503/2007
Resolutie van het Europees Parlement over de schipbreuken in de Straat van Kertsj, Zwarte Zee
Het Europees Parlement,
– gelet op de artikelen 71, 80 en 251 van het EG-Verdrag,
– gezien de Erika I-, II- en III-pakketten,
– onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over de veiligheid op zee, met name zijn resoluties van 21 november 2002 over de ramp met de olietanker Prestige en zijn resolutie van 23 september 2003 over de verbetering van de veiligheid op zee naar aanleiding van het ongeluk met de Prestige,
– gezien de zeven wetgevingsvoorstellen over de veiligheid op zee (derde zeevaartpakket) die de Commissie in november 2005 aan het Parlement heeft voorgelegd,
– gezien zijn, in april 2007 in eerste lezing aangenomen advies over het derde zeevaartpakket,
– gezien de recente scheepsramp in de Straat van Kertsj in de Zwarte Zee van 11 november 2007,
– gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,
A. overwegende dat 10 vaartuigen (tankers en vrachtschepen) tijdens een zware storm in de Straat en in het noordelijk deel van de Zwarte Zee gezonken of gestrand zijn, waaronder de Volganeft-139, die niet ontworpen was om zwaar weer op zee te doorstaan,
B. overwegende dat volgens voorlopige informatie zes zeelieden om het leven zijn gekomen en meer dan 2.000 ton stookolie en zwavel in zee is terechtgekomen en een milieuramp heeft veroorzaakt waarbij 15.000 vogels aan hun eind zijn gekomen,
C. overwegende dat zware stormen de vervuilende olie hebben verspreid waardoor gemeenschappen die in de regio leven en het milieu worden getroffen, en dat de vervuiling met olie en zwavel, afgezien van het feit dat daardoor mensen om het leven zijn gekomen, ook rechtstreekse gevolgen heeft gehad voor de fauna en flora met mogelijk langdurige consequenties voor de ecologische kwaliteit van de getroffen natuurlijke habitats,
D. overwegende dat de Zwarte Zee zich ontwikkelt tot een van de belangrijkste routes voor de stijgende olie-exporten in de regio,
E. overwegende dat dit verlies aan mensenlevens en de milieuramp in de Zwarte Zee onderstrepen dat de beraadslagingen in de Raad over de nog resterende wetgevingsmaatregelen van het derde zeevaartpakket over de veiligheid op zee moeten worden versneld,
1. toont zich solidair met en bevestigt zijn steun aan de slachtoffers van deze ramp;
2. verzoekt de Raad en de Commissie de situatie in de Zwarte Zee nauwlettend in het oog te houden en concrete maatregelen te nemen ter beperking van de milieugevolgen van de ramp;
3. dringt er bij de lidstaten op aan te zorgen voor een strikte toepassing van de vigerende communautaire wetgeving, met name de wetgeving inzake scheepsnormen, bijvoorbeeld inzake de havenstaatcontrole;
4. stelt vast dat naar aanleiding van de jongste reeks schipbreuken in de Straat van Kertsj verschillende maatregelen, zoals een tijdelijk verbod om met binnenvaarschepen op zee te varen, door de Russische autoriteiten zijn genomen en onderstreept dat deze maatregelen alleen mogen worden opgeheven nadat grondige onderzoeken en een beoordeling ter plaatse zijn afgerond;
5. onderstreept dat de meest strikte naleving van de navigatievoorschriften op zee essentieel is voor de veiligheid op zee en dringt er bij de lidstaten en de buurlanden van de EU op aan ervoor te zorgen dat de scheepsbemanningen en de maritieme instanties in geen geval stormwaarschuwingen in de wind slaan;
6. onderstreept dat de ramp in de Zwarte Zee de aandacht van de lidstaten van de EU, vooral Rusland, dat verschillende malen heeft verklaard voornemens te zijn zijn olietransporten en de exportcapaciteit aan de kust van de Zwarte Zee op te voeren, zou moeten vestigen de aspecten in verband met een modernisering van de zeevloot en op een verbod op het gebruik van verouderde eenwandige tankers;
7. erkent de proactieve rol van de Commissie die al in november 2006 een pakket van zeven wetgevingsvoorstellen (het zogenaamde derde zeevaartpakket) heeft ingediend ter verbetering van de Europese maritieme veiligheidswetgeving, zonder een ander scheepvaartongeluk af te wachten en om te voorkomen dat andere milieurampen en vervuiling van de zee plaatsvinden;
8. wijst erop dat het Europees Parlement zijn eerste lezing van de zeven voorstellen over het derde zeevaartpakket reeds in april 2007 heeft afgerond en is van mening dat de zeven wetgevingsvoorstellen nauw met elkaar samenhangen en daarom als pakket moeten worden aangenomen;
9. onderstreept dat ongelukken, zoals die in de Zwarte-Zeeregio, de beraadslagingen van de Raad zouden moeten versnellen en dringt er bij de Raad op aan onverwijld gemeenschappelijke standpunten over alle zeven wetgevingsvoorstellen aan te nemen;
10. dringt er bij de Raad en de Commissie op aan beter samen te werken met niet-EU-oeverstaten over de tenuitvoerlegging van maatregelen ter vermindering van de dreiging van milieuvervuiling als gevolg van scheepsongelukken, waaronder maatregelen in het kader van de Internationale Maritieme Organisatie en het Memorandum van Overeenstemming van Parijs;
11. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.