ONTWERPRESOLUTIE
5.12.2007
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
door Brian Crowley, Cristiana Muscardini, Adam Bielan, Guntars Krasts, Gintaras Didžiokas, Roberta Angelilli, Janusz Wojciechowski, Ryszard Czarnecki, Konrad Szymański, Mieczysław Edmund Janowski en Mario Borghezio
namens de UEN-Fractie
over het wetgevings- en werkprogramma van de Commissie voor 2008
B6‑0506/2007
Resolutie van het Europees Parlement over het wetgevings- en werkprogramma van de Commissie voor 2008
Het Europees Parlement,
– gezien zijn resolutie van 16 december 2004 over de strategische beleidsoriëntaties van de Commissie-Barroso,
– gezien zijn resolutie over de jaarlijkse beleidsstrategie van de Commissie voor 2008, die op 23 mei 2007 werd goedgekeurd,
– gezien de Mededeling van de Commissie over het wetgevings- en werkprogramma van de Commissie voor 2008 (COM(2007) 640) van 23 oktober 2007,
– gezien de Kaderovereenkomst over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Commissie van 26 mei 2005 en de in het kader van die overeenkomst in het leven geroepen "gestructureerde dialoog",
– gelet op de artikelen 33 en 103, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat 2008 tot het Jaar van de interculturele dialoog is uitgeroepen en de Commissie deze gelegenheid zou kunnen aangrijpen om in Europa nieuwe bruggen te slaan en nauwere onderlinge betrekkingen tot stand te brengen,
B. overwegende dat het wetgevings- en werkprogramma (WWP) van de Commissie voor 2008 een weerspiegeling dient te zijn van het vermogen van de uitgebreide Europese Unie om gezamenlijk oplossingen te vinden voor gemeenschappelijke interne en mondiale uitdagingen,
C. overwegende dat het Europees publiek beleid burgers daadwerkelijk kan en moet helpen bij het anticiperen en reageren op een snel veranderende samenleving,
D. overwegende dat de Commissie sterk de nadruk heeft gelegd op de rol van de burger als zijnde van cruciaal belang voor het Europees project, onder andere door verbetering van de kwaliteit van leven in Europa en bevordering van betere gezondheidsomstandigheden in onze landen,
E. overwegende dat de implementatie en voltooiing van een moderne interne markt, door het elimineren van de nog altijd bestaande belemmeringen voor het vrij verkeer van personen, diensten en werknemers, een essentieel instrument is voor het mondiale concurrentievermogen van Europa,
F. overwegende dat zekerheid, rechtvaardigheid, veiligheid en bescherming van burgers in Europa een doelstelling van de Europese Unie is die door de Commissie in haar werkprogramma voor 2008 wordt onderschreven,
G. overwegende dat groei en werkgelegenheid, en de kansen die zij creëren, in de agenda voor Europa van de Commissie een centrale plaats dienen in te nemen omdat zij een conditio sine qua non zijn voor welvaart, sociale rechtvaardigheid en duurzame ontwikkeling, en een belangrijk criterium aan de hand waarvan burgers zullen bepalen of Europa hun dagelijks leven positief beïnvloedt,
H. overwegende dat energie, en met name hernieuwbare energiebronnen, van strategisch belang voor de toekomst van de Europese Unie moeten worden beschouwd, teneinde de klimaatverandering te beheren en de grondstoffenvoorziening te garanderen,
I. overwegende dat het voorbereiden van Europa op de mondialisering en de concurrentieslag in de mondiale economie, die de afgelopen jaren radicaal is veranderd en is aangevuld met nieuwe en belangrijke actoren, één van de grootste uitdagingen voor de Commissie is,
J. overwegende dat de Europese Unie de beschikbare financiële middelen op de beleidsprioriteiten moet laten aansluiten door te zorgen voor kwalitatief hoogwaardige en kosteneffectieve Europese wetgeving,
K. overwegende dat meertaligheid, en derhalve de bevordering van culturele verscheidenheid, één van de hoekstenen van het cultuurbeleid van de uitgebreide Europese Unie moet zijn,
L. overwegende dat alomvattende en onafhankelijke effectbeoordelingen van voorstellen voor EU-wetgeving van fundamenteel belang zijn,
M. overwegende dat niets de steun voor de Europese Unie méér ondermijnt dan gevallen van wanbeheer, incompetentie of fraude,
1. is verheugd over de algemene oriëntatie van het wetgevings- en werkprogramma van de Commissie voor 2008 omdat daarin een groot aantal bijdragen van de commissies van het Parlement uit de nieuwe gestructureerde dialoog is opgenomen, en onderschrijft de politieke insteek en de relevantie van de politieke prioriteiten;
2. stelt met tevredenheid vast dat de Commissie in beginsel heeft besloten een onderscheid te maken tussen een beheerbaar aantal 'strategische initiatieven' - waar zij zich voor 2008 op vastlegt - en een langere lijst 'prioritaire initiatieven', die ze indien haalbaar in 2008 zal ontplooien; is van oordeel dat dit onderscheid de helderheid en de geloofwaardigheid van het wetgevings- en werkprogramma als een instrument voor het voorstellen en goedkeuren van een coherente wetgevingsagenda in 2008 ten goede komt;
Prioriteiten voor 2008
Groei en werkgelegenheid
Onderzoek en ontwikkeling
3. is verheugd over de verklaring van de Commissie dat "de kennismaatschappij een hoeksteen van de strategie voor groei en werkgelegenheid" is; is van oordeel dat de ambitieuze doelstellingen van de strategie van Lissabon alleen kunnen worden verwezenlijkt met een nieuwe benadering van het ontwikkelen en bevorderen van onderzoek, met name in spitstechnologieën, onderwijs, opleiding, innovatie en levenslang leren; denkt dat voldoende investeringen in kennis tot een sterkere economie zullen leiden, waarmee problemen zoals armoede, sociale uitsluiting en werkloosheid kunnen worden aangepakt en een betere bescherming van werknemers kan worden gerealiseerd;
4. wijst met klem op de moeilijkheden die jonge mensen niet zelden ondervinden om bij het verlaten van het onderwijs en het betreden van de arbeidsmarkt sociaal-economisch te integreren, en is van mening dat er speciale maatregelen nodig zijn voor mensen met een handicap en jonge werklozen, bijvoorbeeld op het gebied van opleiding en het ontwikkelen van ondernemersgeest;
5. neemt nota van de inspanningen van de Commissie gericht op verwezenlijking van de arbeidsparticipatiedoelstelling van de Strategie van Lissabon; spoort de Commissie aan door te gaan met het ontwikkelen van een gemeenschappelijke benadering van flexizekerheid, waarbij enerzijds een grotere flexibiliteit op de arbeidsmarkt en anderzijds ook de zekerheid voor werknemers moet worden bevorderd, zonder hetwelk betere economische prestaties niet mogelijk zijn;
6. spoort de Commissie met klem aan een gemeenschappelijke benadering te ontwikkelen voor het inspelen op de demografische veranderingen; is van oordeel dat het best op deze uitdagingen kan worden ingespeeld met passende maatregelen voor steun aan gezinnen en voor het combineren van werk- en privéleven; verzoekt de Commissie derhalve een kader vast te stellen voor het uitwisselen van goede praktijken op dit gebied;
Interne markt
7. onderstreept het belang van het benutten van het volledige potentieel van de interne markt door middel van afronding van de strategie voor de interne markt voor 2007-2014; stelt voor dit aan te vullen met een plan voor de implementatie van de dienstenrichtlijn;
8. steunt de prioriteitenkeuze van de Commissie op dit vlak, te weten 1) een modern, 'light' pakket wetgevingsregels, met minder bureaucratie en garanties betreffende beter bedrijfsbestuur, en 2) een hervorming van Europa's regels inzake intellectuele eigendom, gericht op bevordering van innovatie en het belonen van vernieuwers;
9. is van mening dat in de interne markt concurrerende belastingsstelsels naast elkaar kunnen bestaan en dat ze tot méér voordelen voor consumenten en bedrijven kunnen leiden;
Landbouw
10. roept de Commissie met klem op snel een voorstel te doen voor een tijdelijke verhoging van de melkquota om de prijzen op de interne markt te stabiliseren;
11. spoort de Commissie aan om in het kader van de gezondheidscontrole het systeem van naleving van randvoorwaarden te vereenvoudigen en de nieuwe lidstaten, die nog niet het volledige steunbedrag ontvangen, in staat te stellen tot 2013 gebruik te maken van de Regeling inzake een enkele areaalbetaling;
12. verzoekt de Commissie haar beleid van beperking van de landbouwproductie in de EU onder de loep te nemen;
13. verzoekt de Commissie om implementatie van de EU-strategie inzake biomassa en biobrandstoffen, teneinde het gebruik van hernieuwbare energiebronnen te vergroten en bij te dragen aan een reductie van de energie-afhankelijkheid; vraagt de Commissie een speciaal verslag over biogas en de bevordering van het gebruik ervan in Europa te presenteren, en daarin nader in te gaan op de noodzaak van bevordering van de biogassector;
14. beklemtoont dat maatregelen inzake plattelandsontwikkeling de sleutel zijn tot verbetering van het concurrentievermogen en de ecologische duurzaamheid van de landbouwsector, en tot het bevorderen van groei en werkgelegenheid in aan de landbouw gerelateerde sectoren van de economie;‑{}‑
Een duurzaam Europa
15. is verheugd over het initiatief van de Commissie om het Europees vervoer in energie- en milieutermen duurzaam te maken door middel van het 'groenen' van de vervoersector; onderstreept het belang van een pakket elkaar ondersteunende en corrigerende maatregelen voor het vinden van het juiste evenwicht tussen duurzame mobiliteit, het economische belang van de vervoersector en milieu-aspecten;
16. onderstreept dat de rol van het maritiem vervoer in het Europees economisch systeem in zijn geheel verder moet worden versterkt en is derhalve verheugd over het in 2007 door de Commissie aangenomen actieplan voor het nieuwe geïntegreerde maritiem beleid van de EU; kijkt uit naar de implementatie ervan, alsook naar toezicht op, rapportage over en vereenvoudiging, waar nodig, van de administratieve procedures door middel van de in het werkprogramma voor 2008 in kaart gebrachte gerelateerde initiatieven;
17. is verheugd over de door de Commissie voorgestelde initiatieven voor het versterken van de gemeenschappelijke veiligheidsregels voor de luchtvaart en het bevorderen van nieuwe technologieën in deze sector, onder andere door middel van het verbeteren van ATM en SESAR, teneinde bij te dragen aan de verwezenlijking van de duurzaamheidsdoelstellingen;
18. beklemtoont dat het thema rechten van passagiers meer aandacht dient te krijgen, met name de bescherming van passagiers in het geval van lange bus- en touringcarreizen, en trein- en bootreizigers;
19. onderstreept dat de nieuwe regeling voor handel in emissierechten van de luchtvaart, die op dit moment wordt uitgewerkt en waarover de instellingen van de EU onderhandelen, moet voorzien in gelijke behandeling van luchtvaartmaatschappijen met verschillende uitgangsposities en ontwikkelingstendenzen, en dat deze nieuwe wetgeving geen negatieve invloed mag hebben op de mobiliteit van de bevolking in een deel van de EU;
20. benadrukt de noodzaak van bescherming van de biodiversiteit tegen bevolkingsdruk, vervuiling, bodemverontreiniging en klimaatverandering, en acht het van essentieel belang biodiversiteit te integreren in andere beleidsterreinen, zoals landbouw, bodembescherming en biobrandstoffen; dringt aan op de vaststelling, op Europees niveau, van duidelijke en meetbare doelstellingen voor monitoring van de situatie en roept op tot snelle en concrete maatregelen, teneinde de EU-doelstellingen om het verlies van biodiversiteit uiterlijk in 2010 tot staan te brengen, te kunnen verwezenlijken;
21. herhaalt nog eens dat energie van strategisch belang is voor de toekomst van de EU; is in dit verband van oordeel dat de initiatieven van de Commissie gericht op het liberaliseren van de markt voor elektriciteit bijdragen aan de totstandbrenging van een effectieve en concurrerende energiemarkt;
22. acht het verder goed een onderscheid te maken tussen de ontwikkeling van de elektriciteitsmarkt enerzijds en de gasmarkt anderzijds, waarop sprake is van een sterk monopolistisch systeem met een grote afhankelijkheid van leveranties door derde landen;
23. is verheugd met het voorstel van de Commissie voor een pakket maatregelen gericht op vergroting van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen in de Europese Unie;
24. roept de lidstaten op uitvoering te geven aan het door de Commissie aangenomen actieplan, teneinde de energiemarkt te verbeteren, het gebruik van nieuwe technologieën te vergroten, de bevoorrading te diversifiëren en zeker te stellen, de vraag te beheren en energie-efficiëntie te stimuleren, in het bijzonder door een betere coördinatie van het energiebeleid van de afzonderlijke lidstaten;
Een geïntegreerde benadering van het migratievraagstuk
25. is van mening dat migratie en sociale integratie twee zijden van dezelfde medaille zijn en een grote uitdaging vormen; steunt in dit verband de initiatieven van de Commissie op het vlak van het beheer op Europees niveau van migratiestromen, onderwijs en integratie, gericht op het tot stand brengen van een duidelijk en veilig kader voor economische immigranten, met name geschoolde werknemers, dat duidelijkheid verschaft omtrent hun rechten en plichten;
26. is van mening dat het resultaat van de integratie mede afhangt van doeltreffende maatregelen tegen illegale immigratie en mensenhandel; steunt in dit verband de maatregelen van de Commissie gericht op bescherming van de buitengrenzen met gemeenschappelijke instrumenten, en is van oordeel dat het Agentschap buitengrenzen op dit gebied door middel van het nieuwe Europese surveillancesysteem een belangrijke rol kan vervullen;
27. is verheugd met het voornemen om uiterlijk in 2010 over een gemeenschappelijk Europees asielbeleid te willen beschikken en acht het met het oog op een beter beheer van de migratiestromen noodzakelijk dit aan te vullen met een richtlijn inzake gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor het terugzenden van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen;
De burgers komen op de eerste plaats
Gezondheid, bestrijding van discriminatie, sociale aspecten, internetevolutie
28. steunt de prima initiatieven van de Commissie gericht op het garanderen van gezondheidszorg voor iedere Europese burger en het vaststellen van hoge kwaliteitsnormen voor de behandeling van patiënten; verwelkomt derhalve de initiatieven inzake orgaandonatie en -transplantaties, alsook de aanbeveling over patiëntveiligheid;
29. erkent de Europese toegevoegde waarde van het op communautair niveau aanpakken van de determinanten van zeldzame ziekten en het uitwisselen van kennis en informatie, en spoort de Commissie aan op zo kort mogelijke termijn de eerste stappen te zetten voor de ontwikkeling van een Europees beleid inzake onderzoek naar zeldzame ziekten;
30. wijst op de leidende rol van de EU op internationaal niveau bij het bevorderen van aandacht voor milieuthema's en onderschrijft de stelling dat de inspanningen de komende jaren gericht dienen te zijn op bescherming van de biodiversiteit en klimaatverandering, onder andere door een stevig energiebeleid gericht op het vergroten van het aandeel energie uit hernieuwbare bronnen, energiebesparing en -efficiëntie in Europa; is in dit verband verheugd over het Groenboek over klimaatverandering na 2012, dat helpt bij het in kaart brengen van gebieden waarop actie noodzakelijk is;
31. is verheugd over het initiatief van de Commissie om een specifiek programma te starten voor het bevorderen van het correcte gebruik van internet en nieuwe technologieën door minderjarigen;
32. is van oordeel dat minderjarigen door middel van specifieke, geëigende filters beschermd moeten worden tegen de inhoud van bepaalde programma's op internet en nieuwe technologieën;
33. spoort de Commissie aan de na de Raad Milieu van 9 maart 2006 ontwikkelde initiatieven voor het aanpakken van de problemen van waterschaarste en droogte, te versnellen;
34. verzoekt de Commissie te onderzoeken hoe de EU een bijdrage kan leveren aan beter stadsvervoer, waar miljoenen Europeanen elke dag gebruik van maken; is in dit verband blij met het Groenboek over vervoer in steden en stedelijke agglomeraties, waarin de inventaris moet worden opgemaakt van de uitdagingen en de mogelijke nieuwe acties, waaronder vroegtijdige acties en verantwoordelijkheden;
35. verwelkomt de in februari 2007 door de Commissie gepresenteerde Communautaire strategie inzake gezondheid en veiligheid op het werk, waarin het belang wordt onderstreept van onderhandelingen tussen de sociale partners over preventie van geweld en intimidatie op de arbeidsplaats; roept de Commissie in dit kader op de effectiviteit van deze strategie en de daadwerkelijke en snelle omzetting ervan in nationale wetgeving te monitoren;
36. is verheugd met de bijdrage van de Commissie aan het vormgeven van het gezondheidsbeleid in Europa, gericht op het vaststellen van een communautair kader voor veilige, kwalitatief hoogwaardige en efficiënte gezondheidsdiensten in heel Europa;
37. onderstreept het feit dat een Europese gezondheidsstrategie alleen effectief kan zijn als de samenwerking tussen de gezondheidsdiensten wordt verbeterd, teneinde de veiligheid van de patiënt te allen tijde te garanderen, onduidelijkheden over de toepassing van de Gemeenschapswetgeving op gezondheidsdiensten weg te nemen, informatie over de gevolgen van veranderende levenswijzen te verschaffen en de uitdagingen van een gezond ouder wordende bevolking aan te pakken;
Onderwijs
38. is van oordeel dat de Commissie de burgers moet blijven wijzen op het belang van culturele diversiteit en derhalve van dialoog tussen culturen in de uitgebreide Unie; is van mening dat de interculturele dialoog ook buiten Europa moet worden versterkt om als brug te dienen voor wederzijds begrip en bij te dragen aan het voorkomen of oplossen van sociale en menselijke conflicten;
Veiligheid van burgers
39. onderschrijft de zienswijze dat de EU misdaad en geweld moet bestrijden, teneinde burgers te beschermen, en dat hiertoe wetshandhaving en strafrechtelijk onderzoek in de hele EU nodig is; steunt in dit verband, omdat veiligheid van essentieel belang is voor het welzijn van de Europese burgers, de door de Commissie voorgestelde maatregelen ter bestrijding van terrorisme, propaganda voor terrorisme en de overdracht van kennis - zoals kennis over het maken van explosieven - voor terroristische doeleinden, met inbegrip van alle vormen van cyber-misdaad;
Europa als mondiale partner
Bilaterale betrekkingen
40. beschouwt het nabuurschapsbeleid van de EU als een belangrijke strategie voor de betrekkingen met onze oostelijke en zuidelijke buren, via dewelke een gemeenschappelijke ruimte van vrede, stabiliteit, veiligheid, respect voor mensenrechten, democratie, de rechtstaat en voorspoed tot stand kan worden gebracht en uitgebreid door het voorkomen van nieuwe scheidslijnen tussen het uitgebreide Europa en zijn buurlanden;
41. benadrukt derhalve het belang van het versterken van het Europees nabuurschapsbeleid; verzoekt de Commissie met klem om bij het beoordelen van de implementatie van bestaande actieplannen van het Europees nabuurschapsbeleid, het herzien van aflopende actieplannen en overeenkomsten, en in de betrekkingen en dialogen met de belangrijkste strategische partners in het bijzonder aandacht te besteden aan democratische waarden;
42. wijst erop dat de EU de onderhandelingen voorbereidt voor een alomvattend nieuw versterkt akkoord met Oekraïne in 2007 als opvolger van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst; benadrukt dat het nieuwe akkoord bepalingen dient te bevatten inzake gemeenschappelijke waarden, versterkte samenwerking inzake justitie, vrijheid en veiligheid, gedetailleerde specificaties inzake energie en samenwerking op een aantal terreinen, zoals vervoer en milieu; is van oordeel dat de onderhandelingen moeten leiden tot een associatie-overeenkomst met een mechanisme dat Oekraïne in staat stelt de integratie met de EU te verdiepen;
Overige betrekkingen
43. onderstreept dat de trans-Atlantische betrekkingen een prioritaire status moeten hebben en dat ze versterkt moeten worden middels een stevige kaderovereenkomst; herhaalt dat de EU en de VS, als actoren met een mondiaal belang, de plicht hebben samen te werken en mondiaal leiderschap te tonen door middel van het bevorderen van vrede en stabiliteit, het inspelen op mondiale uitdagingen, het leveren van een bijdrage aan de wereldhandel en het tot stand brengen van democratie en ontwikkeling in de hele wereld;
44. beklemtoont het belang van multilaterale samenwerking in het gebied van de Zwarte Zee; dringt aan op de oprichting van een EU-Zwarte Zee-Gemeenschap, naar het voorbeeld van de noordse dimensie, voor het bevorderen van méér dialoog op alle gebieden; steunt in dit verband het initiatief van de Commissie om met de landen van de zuidelijke Kaukasus, het gebied van de Caspische Zee en Centraal-Azië een intensievere energiedialoog tot stand te brengen;
45. dringt aan op het ontwikkelen van een gemeenschappelijk Europees energiebeleid, dat in belangrijke mate zou bijdragen aan het garanderen van energiebevoorradingszekerheid voor de hele EU; onderstreept dat solidariteit en energiezekerheid, met inbegrip van gelijke toegang tot energie voor alle economische actoren, absolute voorwaarden zijn voor de soepele werking van de interne markt; roept de Commissie in dit verband op zijn gewicht in de schaal te leggen om Rusland ertoe te brengen akkoord te gaan met open, billijke en transparante markten voor energieproducten en energiebevoorrading; onderstreept dat de EU op dit vlak met één stem moet spreken en solidariteit aan de dag moet leggen;
46. onderstreept de noodzaak van een EU-strategie voor de Oostzee; is verheugd over het verslag van het EP over een strategie voor de Oostzee voor de noordse dimensie en verzoekt de Commissie om uiterlijk in juni 2008 een voorstel te presenteren voor een EU-strategie voor het gebied van de Oostzee;
Ontwikkelingsbeleid
47. verzoekt de Commissie met klem de lopende onderhandelingen over de economische partnerschapsovereenkomsten af te ronden, teneinde deze zo snel mogelijk te ondertekenen met de regionale ACS-groepen die daartoe bereid zijn; herbevestigt zijn overtuiging dat economische partnerschapsovereenkomsten van nut zijn voor het bevorderen van duurzame ontwikkeling en groei van de ACS-economieën omdat ze bijdragen aan regionale integratie, bestrijding van armoede en de geleidelijke integratie van de ACS-landen in de wereldeconomie;
48. spoort de Commissie aan steun te blijven geven aan de inspanningen van alle ontwikkelingslanden gericht op het verwezenlijken van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (MDO's), teneinde, vooral, de extreme armoede te verminderen, HIV/aids en malaria te bestrijden, de kindersterfte terug te dringen en basisonderwijs voor eenieder te creëren;
49. is verheugd over de Europese consensus over humanitaire hulp als uitdrukking van solidariteit tussen mensen en een belangrijk instrument voor het snel inspelen op noodsituaties om mensenlevens en menselijke waardigheid te redden;
Handelsbeleid
50. neemt met veel belangstelling nota van de door de Commissie gepresenteerde agenda inzake concurrentievermogen voor het toekomstige EU-handelsbeleid, en van de daaraan gerelateerde initiatieven; is in dit verband van oordeel dat de uitwerking van een alomvattende nieuwe strategie voor China, een globale strategie voor de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten, de vernieuwing van de EU-strategie inzake markttoegang, strenge maatregelen voor het aanpakken van piraterij en een nieuw programma van bilaterale vrijhandelsovereenkomsten, als een aanvullend strategisch instrument naast de multilaterale benadering, de komende maanden prioritaire aandacht binnen het handelsbeleid verdienen;
51. is van oordeel dat elke hervorming van de mechanismen ter bescherming van de handel, die met de veranderende mondiale situatie rekening dient te houden, op het niveau van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) tot stand moet komen en door alle belangrijke WTO-partijen moet worden aanvaard en geïmplementeerd; verzoekt dat het EP bij dit proces wordt betrokken;
Horizontale vraagstukken
52. dringt er bij de Commissie op aan te blijven streven naar verbetering van de kwaliteit van de nieuwe programma's en projecten waaraan de EU in het kader van de nieuwe financiële vooruitzichten financiering toekent en toe te zien op goed financieel beheer en rendement;
Beter wetgeven/Beleid doen slagen
53. is verheugd over de initiatieven van de Commissie gericht op het vereenvoudigen en moderniseren van de Europese regelgeving en het na een geëigende toetsing intrekken van voorstellen van wetgeving; onderstreept in dit verband de noodzaak van versnelling van de in 2007 gestarte wetgevingsvereenvoudiging, die een administratieve verlichting van 25% tegen 2012 mogelijk moet maken;
54. is zich ervan bewust dat voor het ontwikkelen en implementeren van EU-beleid samenwerking tussen en inzet van de lidstaten nodig zijn; is evenwel van oordeel dat het vooral de Commissie is die de lidstaten moet helpen bij het aanzwengelen en ontwikkelen van belangrijk EU-beleid; is van oordeel dat de vernieuwde Strategie van Lissabon een voorbeeld is van de rol die de Commissie kan spelen;
Effectbeoordelingen
55. is blij met de toezegging van de Commissie dat zij alle in 2007 als strategische of prioritaire initiatieven voorgestelde wetgevingsmaatregelen, met inbegrip van het comitologieproces, aan een alomvattende effectbeoordeling zal onderwerpen;
56. is van mening dat een goede toepassing van het effectbeoordelingsinstrument van essentieel belang is voor een cultuur van 'beter wetgeven' in de EU, hetgeen een door alle EU-instellingen onderschreven doelstelling is; is in dit verband van oordeel dat de integratie van effectbeoordelingen in het wetgevingsproces goed verloopt;
57. is blij met het initiatief van de Commissie om nog niet goedgekeurde wetgeving in te trekken; is wel van oordeel dat 'betere regelgeving' niet mag resulteren in totale deregulering, maar tot regelgeving moet leiden die, ook al is ze tot een minimum beperkt, de kwaliteit van het Europees regelgevend kader verbetert;
Afstemming beleidsprioriteiten en begrotingsmiddelen
58. wijst met klem op het feit dat de Commissie, gezien de discrepantie tussen de beperkte begrotingsmiddelen van de EU en haar behoeften, bijzondere aandacht zou moeten besteden aan het gebruik van de gelden, door de begrotingskredieten en de menselijke hulpbronnen gerichter in te zetten, waartoe ook werd opgeroepen in de resolutie van het Parlement over de jaarlijkse beleidsstrategie van de Commissie;
Europa dichter bij de burger brengen
59. roept de Commissie op de communicatie met de Europese burgers te verbeteren en het Europese project, net als het nieuwe Verdrag, uit te leggen, teneinde de zichtbaarheid van de EU, alsmede de rol van het Europees Parlement binnen dit proces, te vergroten; verzoekt de Commissie daarnaast nadrukkelijk om, wat de operationele instrumenten van het Witboek inzake communicatie betreft, nauw met het Parlement samen te werken;
60. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de parlementen van de lidstaten.