Ontwerpresolutie - B6-0041/2008Ontwerpresolutie
B6-0041/2008

ONTWERPRESOLUTIE

14.1.2008

naar aanleiding van een verklaring van de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
over het forum voor internetbeheer dat plaatsvond in Rio de Janeiro van 12 tot 15 november 2007

Procedure : 2008/2504(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B6-0041/2008
Ingediende teksten :
B6-0041/2008
Aangenomen teksten :

B6‑0041/2008

Resolutie van het Europees Parlement over het forum voor internetbeheer dat plaatsvond in Rio de Janeiro van 12 tot 15 november 2007

Het Europees Parlement,

–  onder verwijzing naar zijn resolutie van 23 juni 2005 over de informatiemaatschappij (2004/2204/INI)),

–  onder verwijzing naar zijn resolutie van 14 maart 2006 over een Europese informatiemaatschappij voor groei en werkgelegenheid (2005/2167(INI)),

–  gezien de Beginselverklaring en het Actieplan van de wereldtop over de informatiemaatschappij (WSIS), goedgekeurd in Genève op 12 december 2003,

–  gezien de mededeling van de Commissie 'Naar een mondiaal partnerschap in de informatiemaatschappij: Omzetten van de beginselen van Genève in acties' (COM(2004)0480),

–  gezien de overeenkomst van Tunis en de agenda voor de informatiemaatschappij, goedgekeurd in Tunis op 18 november 2005,

–  gezien de mededeling van de Commissie na de WSIS in 2006 (COM(2006)181),

–  gezien de bijdrage van de Raad van Europa van 10 augustus 2007 aan het tweede forum voor internetbeheer dat plaatsvond van 12 tot 15 november 2007,

–  gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de fora voor internetbeheer (FIB's) gehouden worden uit hoofde van het mandaat van de wereldtop over de informatiemaatschappij (WSIS) inzake de organisatie van fora voor een democratische, transparante en multilaterale beleidsdialoog,

B.  overwegende dat de FIB's in de eerste plaats dienen om te discussiëren over diverse onderwerpen in verband met het beheer van het internet en eventueel aanbevelingen te doen aan de internationale gemeenschap,

C.  overwegende dat tijdens het eerste FIB, dat plaatsvond in Athene van 30 oktober tot 2 november 2006, enkele van deze onderwerpen evenals een aantal debatvormen (zoals dynamische coalities) werden omschreven, waarop verder werd ingegaan in Rio en verder zal worden ingegaan tijdens de toekomstige FIB's,

D.  overwegende dat het tweede FIB, dat plaatsvond in Rio de Janeiro van 12 tot 15 november, meer dan 2000 deelnemers telde,

E.  overwegende dat de ad hoc-delegaties van het forum samen met de Commissie een scharnierfunctie hebben vervuld in de verspreiding van de Europese waarden en de interactie met organisaties uit het maatschappelijk middenveld en nationale parlementsvertegenwoordigers die op deze evenementen aanwezig waren,

F.  overwegende dat informatie- en communicatietechnologieën (ICT) van cruciaal belang zijn voor het behalen van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling,

G.  overwegende dat het dichten van de digitale kloof, zowel op regionaal als op internationaal niveau, voor Europa een van de belangrijkste uitdagingen inzake ICT vormt,

H.  overwegende dat de Europese Unie en de Raad van Europa tijdens het tweede FIB de volgende topprioriteiten hadden: de bescherming van kinderen op het internet, de bescherming en bevordering van de vrijheid van meningsuiting, de noodzaak van openheid en toegankelijkheid voor het mogelijk maken van diversiteit, het toekennen van IP-adressen en -nummers, en 'het internet der dingen' gekoppeld aan de ruimere kwestie van RFID,

I.  overwegende dat deze kwesties opnieuw aan bod zullen komen op het volgende FIB, dat zal plaatsvinden in Delhi van 8 tot 11 december 2008,

1.  is van mening dat de Europese Unie de FIB's ertoe moet aanmoedigen officiële conclusies te formuleren, ondanks het feit dat zij hier niet toe bevoegd zijn, omdat dit een constructieve en concrete context creëert voor de vormgeving van de toekomst van het internet door alle betrokken partijen;

2.  benadrukt dat nu al lessen kunnen worden getrokken uit de vruchtbare uitwisselingen die reeds hebben plaatsgevonden in het kader van de FIB's, en dat deze lessen ook in praktijk kunnen worden gebracht, met name inzake de reglementering van elektronische communicatie, gegevensbescherming en privacy; onderstreept dat moet worden toegewerkt naar een open en onafhankelijk internet, op basis van de initiatieven en behoeften van alle betrokkenen en van de vrijheid van meningsuiting;

3.  verzoekt de betrokken EU-instellingen rekening te houden met de agenda van Tunis bij het uitvoeren van hun wetgevende werkzaamheden, zoals de herziening van het rechtskader voor elektronische communicatie, de herziening van i2010 en alle komende wetgevingsvoorstellen in verband met ICT; vestigt de aandacht op de middelen om internet toegankelijker te maken voor een groter deel van de bevolking, zoals concurrentie tussen operatoren en providers en neutraliteit tussen ICT-technologie en -ontwikkeling;

4.  beklemtoont dat het belangrijk is de parlementaire dimensie van de FIB's te verhogen en kijkt uit naar de samenwerking in het kader van het volgende FIB in Delhi met het Braziliaanse en Indiase parlement en met de andere betrokken parlementen;

5.  verzoekt de Commissie en de Raad de FIB's bovenaan hun agenda te plaatsen en te houden;

6.  neemt kennis van het aanbod van Litouwen om de organisatie van het FIB in 2010 op zich te nemen;

7.  onderkent het belang van verdere samenwerking tussen de Commissie en het Parlement, bijvoorbeeld aan de hand van regelmatige bijeenkomsten met adviesgroepen van de FIB's;

8.  benadrukt dat het belangrijk is nationale en regionale belangen op te nemen in het FIB-proces om 'plaatselijke' FIB's te kunnen oprichten, zoals reeds wordt geopperd in het VK;

9.  is voorstander van de organisatie van een 'Europees FIB' vóór midden 2009 om de Europese dimensie van het FIB-/WSIS-proces te versterken; verzoekt zijn Voorzitter de nodige voorzieningen ter beschikking te stellen voor een voorbereidende bijeenkomst van de Europese parlementsleden vóór het FIB van Delhi;

10.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, de lidstaten en de parlementen van de lidstaten.