Ontwerpresolutie - B6-0049/2008Ontwerpresolutie
B6-0049/2008

ONTWERPRESOLUTIE

23.1.2008

naar aanleiding van de verklaringen van de Hoge Vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
door Angelika Beer, Monica Frassoni, Hélène Flautre en Cem Özdemir
namens de Verts/ALE-Fractie
over Iran

Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B6-0049/2008
Ingediende teksten :
B6-0049/2008
Aangenomen teksten :

B6‑0049/2008

Resolutie van het Europees Parlement over Iran

Het Europees Parlement,

–  gezien de resoluties 1696 (2006) en 1747 (2007) van de VN-Veiligheidsraad,

–  gezien het rapport van de directeur-generaal aan de raad van bestuur van het Internationaal Atoomenergie-agentschap (IAEA) van 15 november over de tenuitvoerlegging van de Safeguards Agreement van het NPV en de relevante bepalingen van de resoluties 1737 (2006) en 1747 (2007) van de VN-Veiligheidsraad in de Islamitische Republiek Iran,

–  gezien de National Intelligence Estimate van de National Intelligence Council van de VS van 3 december 2007 over Iran's bedoelingen en capaciteiten,

–  onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over Iran, met name die van 25 oktober 2007 en 15 november 2006,

–  gezien resolutie 62/168 van de Algemene Vergadering van de VN van 18 december 2007 over de mensenrechtensituatie in de Islamitische Republiek Iran, alsook resolutie 62/149 van dezelfde datum over een moratorium op het gebruik van de doodstraf,

–  gezien de conclusies van de Europese Raad van 14 december 2007,

–  gezien de tweede interparlementaire vergadering EP-Iran in Teheran op 9-12 december 2007,

–  gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,

De nucleaire kwestie

A.  overwegende dat directeur-generaal Muhammed el-Baradei van het Internationaal Atoomenergie-agentschap (IAEA) in zijn laatste rapport aan de raad van bestuur van het IAEA aangeeft dat het Agentschap de voorkoming van oneigenlijk gebruik van aangemeld nucleair materiaal in Iran heeft kunnen verifiëren, maar dat het Agentschap geen geloofwaardige garanties kan geven betreffende het ontbreken van niet-gemeld nucleair materiaal en activiteiten op nucleair gebied in Iran zonder de volledige tenuitvoerlegging van het Aanvullend Protocol,

B.  overwegende dat de raad van bestuur van het IAEA op 15 november 2007 zijn goedkeuring heeft gehecht aan een "werkplan" waarin Teheran toezegt alle openstaande kwesties met betrekking tot zijn nucleaire activiteiten binnen twee maanden op te lossen,

C.  overwegende dat directeur-generaal el-Baradei van het IAEA op 13 januari 2008 overeenstemming met de Iraanse autoriteiten heeft bereikt over het binnen één maand, vóór zijn rapport aan de raad van bestuur in maart, oplossen van de overgebleven openstaande nucleaire kwesties,

D.  overwegende dat de National Intelligence Estimate van de VS over Iran's nucleaire bedoelingen en capaciteiten tot de slotsom komt dat Iran zijn kernwapenprogramma in 2003 heeft stopgezet en dat het land dat programma pas weer medio 2007 heeft hervat; overwegende dat de inlichtingendiensten verder aangeven dat "Teheran's beslissing om het kernwapenprogramma stop te zetten doet vermoeden dat het land minder vastberaden is om kernwapens te ontwikkelen dan we sinds 2005 hebben aangenomen",

E.  overwegende dat de vertegenwoordiger van de Amerikaanse regering eerder, bij de aanneming op 31 juli 2006 van resolutie 1696 van de VN-Veiligheidsraad, had gezegd dat Iran "de internationale gemeenschap had uitgedaagd door het bezit van kernwapens te blijven najagen" en "een directe bedreiging voor de internationale vrede en veiligheid vormde", hetgeen om een "stevige resolutie" vroeg,

F.  overwegende dat het voorzitterschap van de EU in zijn conclusies van 16 december 2007 Iran oproept "het IAEA volledige, duidelijke en geloofwaardige antwoorden te geven, alle kwesties met betrekking tot zijn nucleaire activiteiten op te lossen, het Aanvullend Protocol te ratificeren en ten uitvoer te leggen, en volledig uitvoering te geven aan de bepalingen van de Comprehensive Safeguard Agreement, met inbegrip van de aanvullende afspraken daarvan"; overwegende dat in de conclusies verder wordt benadrukt dat "het uitvoeren van deze acties en van de door het IAEA gevraagde transparantiemaatregelen een positieve stap zou betekenen voor het scheppen van vertrouwen ten aanzien van Iran's nucleaire programma",

G.  overwegende dat de hoge vertegenwoordiger van de EU, Javier Solana, Iran op 6 juni 2006 namens China, Frankrijk, Duitsland, Rusland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten een pakket vergaande voorstellen heeft doen toekomen voor een alomvattende overeenkomst, inclusief actieve steun bij de bouw van lichtwaterreactoren in Iran, deelname aan een uraniumverrijkingsinstallatie in Rusland, wettelijk bindende waarborgen betreffende de levering van nucleair materiaal (niet afhankelijk van één enkele buitenlandse leverancier) en vergaande samenwerking op het gebied van minder proliferatiegevoelig nucleair onderzoek en ontwikkeling, met inbegrip van een handels- en samenwerkingsakkoord met de Europese Unie,

H.  overwegende dat de ministers van Buitenlandse Zaken van de zes landen op 22 januari 2008 in Berlijn een vergadering hebben gehouden over de Iraanse nucleaire kwestie,

I  overwegende dat Frankrijk onlangs nucleaire samenwerkingsovereenkomsten heeft gesloten met de Verenigde Arabische Emiraten, Algerije en Libië,

Mensenrechten en democratie

J.  overwegende dat de situatie ten aanzien van de burger- en politieke rechten in Iran sinds de presidentsverkiezingen in juni 2005 voortdurend verslechtert,

K.  overwegende dat Iran zich middels de ondertekening van verschillende internationale overeenkomsten heeft verplicht tot het bevorderen en waarborgen van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden,

L.  overwegende dat de termijn voor de registratie van kandidaten voor de verkiezingen voor het parlement ('Majlis') in maart 2008 op 10 januari 2008 is verstreken; overwegende dat het ministerie van Binnenlandse Zaken de besluiten vanaf 22 januari 2008 zal bekendmaken; verder overwegende dat de Raad van Wachters, die krachtens de grondwet toezicht op de geldigheid van de verkiezingen uitoefent, het recht heeft kandidaten te diskwalificeren,

M.  overwegende dat in 2007 tenminste 312 mensen, waaronder kinderen, in Iran zijn geëxecuteerd, en dat het daadwerkelijke aantal mogelijkerwijs veel hoger ligt,

N.  overwegende dat de televisie, de geschreven media en het internet allemaal sterk worden gecensureerd,

O.  overwegende dat honderden professoren op beschuldiging van een te grote seculariteit van hun onderwijsposten zijn verwijderd en dat grote aantallen studenten na protesten zijn gearresteerd, zoals tijdens de demonstraties in het kader van de nationale dag van de universitaire studenten op 7 december 2007,

P.  overwegende dat mensen die actief campagne voeren voor eerbiediging van de mensenrechten, zoals vakbondsleden of leden van de 'één miljoen handtekeningen'-campagne voor vrouwenrechten, het risico lopen te worden vervolgd,

Q.  overwegende dat de culturele en burgerrechten van leden van etnische en religieuze minderheden, zoals Azeri's, Soefi's en Soennieten, onverminderd worden geschonden; overwegende dat leden van sommige minderheden, zoals Ahwasi's, Koerden, Baluchs en Baha'is, zelfs met foltering en executie worden bedreigd,

Over de nucleaire kwestie

1.  verwelkomt de overeenkomst tussen het IAEA en Iran over een "werkplan" voor het ophelderen van alle openstaande kwesties met betrekking tot het nucleair programma van dat land als een kans op deëscalatie (indien de toezeggingen gestand worden gedaan);

2.  is van oordeel dat de conclusies van de National Intelligence Estimates scenario's van directe militaire dreiging en/of het gebruik van geweld uitsluiten en roept de EU-lidstaten die een zetel in de Veiligheidsraad hebben op het dossier-Iran terug te verwijzen voor onderhandelingen in het NPV-kader;

3.  schaart zich ten volle achter het besluit van de Europese Raad om ondubbelzinnig steun te blijven geven aan de inspanningen gericht op het via onderhandelingen bereiken van een langetermijnoplossing voor de Iraanse nucleaire kwestie, en spreekt zijn steun uit voor de pogingen van de directeur-generaal van het IAEA, Muhammed El-Baradei, om voor maart alle openstaande kwesties met Iran op te lossen;

4.  roept Iran op zich te houden aan de toezegging om vóór maart antwoord te geven op alle door het IAEA gestelde vragen;

5.  roept de regering en het parlement van Iran nogmaals op het Aanvullend Protocol te ratificeren en ten uitvoer te leggen, en de bepalingen van de Comprehensive Safeguard Agreement volledig te implementeren;

6.  is van oordeel dat Iran's legitieme veiligheidszorgen het best kunnen worden behandeld in rechtstreekse gesprekken tussen de betrokken partijen, en verwelkomt alle daarop gerichte regionale of bilaterale initiatieven van diplomatieke of economische aard;

7.  roept de regering van Iran op publiekelijk te verklaren dat Iran niet de intentie heeft om de territoriale integriteit van enig land, inclusief Israël, te bedreigen;

8.  roept de Raad van de EU, vertegenwoordigd door de Hoge Vertegenwoordiger voor het buitenlands en veiligheidsbeleid, Javier Solana, op de onderhandelingen met Iran te hervatten, en is van oordeel dat de voorstellen die Javier Solana op 6 juni 2006 heeft gepresenteerd een goed uitgangspunt zouden kunnen zijn, indien ze gebruikt worden voor gesprekken zonder voorwaarden vooraf;

9.  herhaalt zijn algemene verzet tegen het gebruik van kernenergie vanwege de grote inherente risico die daaraan verbonden zijn, het onoplosbare afvalprobleem, de hoge kosten en de intrinsieke band met kernwapens;

10.  maakt zich, vanwege de inherente mogelijkheid van duaal gebruik van nucleaire technologie voor zowel militaire als civiele doeleinden, ernstige zorgen over het recente nucleaire proliferatiebeleid van president Sarkozy;

11.  roept Iran en die landen in het Midden-Oosten die overwegen in kernenergie te investeren op niet de fouten van veel EU-lidstaten te herhalen door te kiezen voor een gevaarlijke en achterhaalde technologie; roept die landen op om in plaats daarvan alle mogelijkheden van moderne, hernieuwbare-energietechnologieën, en efficiëntie- en besparingsmethoden te onderzoeken;

12.  herhaalt zijn oproep aan alle kernwapenstaten om vooruitgang te boeken bij het reduceren van het aantal kernkoppen, de rol van kernwapens in het veiligheidsbeleid geleidelijk te verminderen en te werken aan een kernwapenvrije zone die Europa en het Midden-Oosten omvat;

13.  steunt, tot het moment dat nucleaire technologie helemaal wordt opgegeven, initiatieven zoals dat van het VN-panel op hoog niveau voor de hervorming van de Verenigde Naties uit 2005 en dat van de leiders van de G8 tijdens hun jaarlijkse top in juni 2007 om een multilateraal programma te starten voor de levering van kernbrandstof onder VN-toezicht;

Mensenrechten en democratie

14.  herhaalt zijn ernstige bezorgdheid over de verslechtering van de mensenrechtensituatie in Iran en roept de regering van dat land op zich aan haar mensenrechtenverplichtingen te houden, met inbegrip van:

  • -het elimineren van amputaties, geseling en andere vormen van foltering en inhumane bestraffing; het afschaffen van openbare executies,
  • -het afschaffen van steniging als een executiemethode; het afschaffen van executies van mensen die op het moment van het plegen van hun misdrijf jonger waren dan 18,
  • -het elimineren van alle vormen van discriminatie en geweld tegen vrouwen en meisjes,
  • -het elimineren van alle vormen van discriminatie en andere mensenrechtenschendingen tegen mensen die tot religieuze, etnische, taal- of andere minderheden behoren,
  • -het beëindigen van de intimidatie en vervolging van politieke tegenstanders en mensenrechtenactivisten, en het afschaffen van de straffeloosheid in verband met mensenrechtenschendingen;

15.  is verheugd over resolutie 62/149 van de VN-Veiligheidsraad en roept alle landen die de doodstraf nog altijd toepassen, in het bijzonder Iran, op een algemeen moratorium af te kondigen;

16.  dringt aan op de vrijlating van personen die op arbitraire gronden of op basis van hun politieke overtuigingen gevangen worden gehouden, en op eerlijke procesvoering; dringt in het bijzonder aan op de onmiddellijke vrijlating van de studenten-demonstranten, de vakbondsleden Osanloo en Salihi, en de leden van de 'één miljoen handtekeningen'-campagne;

17.  veroordeelt in krachtige bewoordingen de executies van politieke activisten van de Ahwasi-minderheid, recentelijk Ahmad Marmazi, Abdolhussein Harrabii, Hussein Asakereh en Mehdi Haidari, en roept de Iraanse regering op onmiddellijk te stoppen met het uitvoeren van de doodstraf, met inbegrip van die van Zamal Bawi, Faleh al-Mansouri, Said Saki en Rasoul Mazrea;

18.  betreurt ten zeerste de arrestatie van honderden leden van de Koerdische, Ahwasi- en Baluch-minderheden; dringt in het bijzonder aan op de vrijlating van de ter dood veroordeelde Koerdische journalisten Abdolvahed 'Hiwa' Butimar en Adnan Hassanpour;

19.  maakt zich zorgen over de screening van verkiezingskandidaten door de Raad van Wachters, en dringt aan op waarborging van alle passieve en actieve stemrechten voor alle volwassen Iraanse burgers bij de geplande landelijke verkiezingen;

Betrekkingen EU-Iran

20.  vraagt de Commissie een mededeling te publiceren over de huidige situatie en de perspectieven van de betrekkingen tussen de EU en Iran; spoort beide partijen aan om, los van alle andere overwegingen, de mensenrechtendialoog nieuw leven in te blazen en te onderzoeken op welke wijze vooruitgang kan worden geboekt in de onderhandelingen over een samenwerkings- en handelsovereenkomst, indien parallel daaraan vooruitgang kan worden bereikt bij het nucleaire dossier;

21.  roept de Commissie op in Iran een delegatie van de Commissie te vestigen, teneinde de contacten te intensiveren op de gebieden steun aan vluchtelingen, bestrijding van de drugshandel en bevordering van de dialoog met de autoriteiten en het maatschappelijk middenveld;

22.  neemt nota van de Britse rechterlijke uitspraak dat de organisatie Mujahedin-e-Khalq van de Britse lijst van terroristische organisatie moet worden geschrapt; onderstreept los hiervan het feit dat de mensenrechtenschendingen binnen en de autoritaire en sekte-achtige opzet van deze organisatie elk officieel contact tussen het Europees Parlement en de Mujahedin-e-Khalq uitsluiten;

23.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Hoge Vertegenwoordiger voor het GBVB, de regeringen en de parlementen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de VN-Veiligheidsraad, de Mensenrechtencommissie van de VN, de president van het Hooggerechtshof van Iran, en de regering en het parlement van de Islamitische Republiek Iran.