Ontwerpresolutie - B6-0050/2008Ontwerpresolutie
B6-0050/2008

ONTWERPRESOLUTIE

23.1.2008

naar aanleiding van vragen voor mondeling antwoord B6 0003/2008, B6-0004/2008 en B6-0005/2008
ingediend overeenkomstig artikel 108, lid 5, van het Reglement
door Lívia Járóka
namens de PPE-DE-Fractie
over een Europese strategie voor de Roma

Procedure : 2008/2502(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B6-0050/2008
Ingediende teksten :
B6-0050/2008
Aangenomen teksten :

B6‑0050/2008

Resolutie van het Europees Parlement over een Europese strategie voor de Roma

Het Europees Parlement,

–  gelet op de artikelen 3, 6, 7, 29 en 149 van het EG-Verdrag, die de lidstaten ertoe verplichten gelijke kansen voor alle burgers te waarborgen,

–  gelet op artikel 13 van het EG-Verdrag, dat de Europese Gemeenschap in staat stelt gepaste maatregelen te nemen om discriminatie op grond van ras of etnische afstamming te bestrijden,

–  gelet op Richtlijn 2000/43/EG van de Raad van 29 juni 2000 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming, krachtens welke discriminatie op grond van etnische afstamming is verboden,

–  gelet op artikel 4 van het Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden alsmede gelet op het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van de Raad van Europa,

–  gelet op Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep,

–  gezien het alomvattende actieplan dat is aangenomen door bij de OVSE aangesloten staten, met inbegrip van lidstaten en kandidaat-lidstaten van de EU, en dat is gericht op verbetering van de situatie van Roma en Sinti in het OVSE-gebied, waarin deze staten, onder andere, toezeggen hun inspanningen om ervoor te zorgen dat Roma en Sinti een volwaardige en gelijke rol kunnen spelen in onze samenlevingen, te versterken en discriminatie jegens hen uit te bannen,

–  onder verwijzing naar zijn resolutie van 28 april 2005 over de situatie van Roma in de Europese Unie,

–  onder verwijzing naar zijn resolutie van 1 juni 2006 over de situatie van Roma-vrouwen in de Europese Unie,

–  onder verwijzing naar zijn resolutie 14 november 2007 over de toepassing van Richtlijn 2004/38/EG inzake het recht van EU-burgers en hun familieleden om zich vrij op het grondgebied van de Europese Unie te verplaatsen en er vrij te verblijven,

–  onder verwijzing naar de Lissabon-strategie en de daarin vervatte doelstellingen voor sociale samenhang en insluiting, en naar de vele mechanismen die de instellingen van de Unie hebben ingesteld om de Lissabon-doelen te verwezenlijken,

–  gelet op het Europese Handvest van de grondrechten en het statuut van het Agentschap voor de mensenrechten,

   gezien het in 2007 door de Commissie gepubliceerde verslag over etnische minderheden op de arbeidsmarkt getiteld "Een dringende oproep tot betere sociale insluiting", opgesteld door de Deskundigengroep op hoog niveau voor de sociale integratie van etnische minderheden en hun volwaardige participatie op de arbeidsmarkt,

–  gelet op artikel 108, lid 5, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de 12-15 miljoen in Europa levende Roma, waarvan 7-9 miljoen in de Europese Unie, te lijden hebben van discriminatie op grond van ras en in veel gevallen van ernstige structurele discriminatie, armoede en sociale uitsluiting, alsook van meervoudige discriminatie op grond van geslacht, leeftijd, handicap en seksuele geaardheid,

B.  overwegende dat het ontbreekt aan vooruitgang bij de bestrijding van rassendiscriminatie jegens Roma op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid, gezondheidszorg en huisvesting in de meeste lidstaten en kandidaat-lidstaten, ondanks het duidelijke verzoek in zijn resolutie van 28 april 2005 om de opstelling van een mededeling over de wijze waarop de EU, in samenwerking met de lidstaten, inspanningen ter verbetering van de situatie van de Roma het best kan coördineren en stimuleren,

C.  overwegende dat er in diverse lidstaten raciaal gesegregeerde onderwijssystemen bestaan, waarin Roma-kinderen onderwijs krijgen in gescheiden klassen met lagere normen of in klassen voor geestelijk gehandicapten, overwegende dat verbetering van de toegang tot onderwijs en mogelijkheden om academische opleidingen te volgen voor Roma van cruciaal belang zijn voor het verbeteren van de algemene vooruitzichten van de Roma-gemeenschappen,

D.  overwegende dat er sprake is van benedenmaatse en onhygiënische levensomstandigheden en van ghettovorming op grote schaal, waarbij de Roma geregeld worden tegengehouden wanneer zij dergelijke buurten willen verlaten,

E.  overwegende dat Roma-gemeenschappen in het algemeen een onaanvaardbaar hoog werkloosheidspeil kennen, hetgeen specifieke maatregelen noodzakelijk maakt om de toegang tot banen te vergemakkelijken; voorts overwegende dat de Europese arbeidsmarkt, evenals de Europese samenleving als geheel, zeer veel baat zou hebben bij sociale insluiting van de Roma,

1.  is ingenomen met de conclusies van de Europese Raad van 14 december 2007, waarin wordt verklaard dat de Raad "zich bewust is van de zeer specifieke situatie van de Roma in de gehele Unie", hij de lidstaten en de Unie verzoekt "in dit verband [...] alle middelen aan te wenden om de integratie van de Roma te verbeteren" en voorts "de Commissie verzoekt "daartoe de bestaande beleidsvormen en instrumenten te bekijken en vóór eind juni 2008 aan de Raad verslag uit te brengen over de gemaakte vorderingen";

2.  benadrukt het belang van de inzet van de Europese Unie en al haar instellingen voor de bestrijding van structurele en/of institutionele discriminatie op het hoogste niveau; erkent echter dat de cruciale bevoegdheden voor insluiting van Roma-gemeenschappen bij de lidstaten berusten;

3.  dringt er bij de Commissie op aan een alomvattend communautair actieplan op te stellen voor insluiting van de Roma; merkt daarbij op dat dit plan:

  • omoet worden opgesteld en uitgevoerd door de Commissarissen die rechtstreeks of indirect verantwoordelijk zijn voor de insluiting van etnische minderheden via hun bevoegdheden op het gebied van werkgelegenheid, sociale aangelegenheden, gelijke kansen, justitie, vrijheid, onderwijs, cultuur en regionaal beleid,
  • omoet stoelen op een brede samenwerking tussen bestaande intergouvernementele projecten en op dit gebied werkzame NGO's, en de academische wereld, het bedrijfsleven, vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld onder de Roma en politieke partijen,
  • oduurzame beleidslijnen voor de lange termijn dient te bevatten, waarbij gebruikt wordt gemaakt van een gerichte, maar niet etnisch gesegregeerde, benadering,
  • omoet worden gebaseerd op analyses die worden uitgevoerd in samenwerking met vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld onder de Roma,
  • oaan het licht moet brengen wat de praktische belemmeringen zijn waarmee Roma worden geconfronteerd bij de uitoefening van hun fundamentele rechten op het gebied van huisvesting, werkgelegenheid, gezondheidszorg en onderwijs, en een effectieve aanpak voor deze problemen dient te bevatten,
  • oduidelijke en eenduidige benchmarks, indicatoren en termijnen dient te bevatten die een authentieke evaluatie mogelijk maken,
  • oadequate toezichtsmechanismen dient te bevatten, zoals ex post-beoordelingen door de nationale overheden van de lidstaten en de Commissie, teneinde een rationele, effectieve en bona fide-benutting van financiële middelen, arbeid en tijd te waarborgen;

4.  herhaalt dat gelijke toegang tot onderwijs van goede kwaliteit als kerndoel dient te worden opgenomen in de beleidsdoelstellingen op EU-niveau; dringt bij de Commissie aan op verhoging van haar inspanningen ter financiering en ondersteuning van acties om de lidstaten ertoe aan te zetten Roma-kinderen vanaf jonge leeftijd op te nemen in het reguliere onderwijs;

5.  roept de Commissie ertoe op het voortouw te nemen en deel te nemen aan alle aspecten, van planning tot evaluatie, van het proces ten behoeve van:

  • ohet voorschoolse onderwijs van Roma,
  • ode volledige desegregatie van Roma-klassen/-instellingen in het basisonderwijs,
  • otoezicht op en afschaffing van de illegale praktijk van het plaatsen van Roma-kinderen in klassen voor geestelijk gehandicapten,
  • overbetering van toegang voor Roma tot beroepsopleidingen en universitaire studies,
  • ode opstelling van passende studiebeursregelingen om jonge Roma in staat te stellen onderwijs van het hoogste niveau te volgen, teneinde een nieuwe generatie leiders te kweken voor het maatschappelijk middenveld van de Roma;

6.  roept de lidstaten ertoe op de Roma-gemeenschap vanaf de laagste niveaus te betrekken bij het beleid, teneinde het Roma-volk in staat te stellen ten volle gebruik te maken van de stimuleringsmaatregelen die de EU kent op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid en burgerparticipatie, daar succesvolle integratie een aanpak van onderop vereist alsmede gedeelde verantwoordelijkheden;

7.  roept de Commissie ertoe op om van de impact van particuliere investeringen in gelijke kansen een relevante en aan verantwoording onderhevige factor te maken bij de beschikbaarstelling van EU-middelen, door van natuurlijke en/of rechtspersonen die inschrijven op door de EU gefinancierde projecten te eisen dat zij een analyse en een actieplan voor gelijke kansen opstellen en ten uitvoer leggen;

8.  verzoekt de Commissie dringend een geheel Europa bestrijkende crisiskaart te maken, waarop de gebieden in de EU worden uitgemeten en ingetekend waar de Roma-gemeenschappen het hardst worden getroffen door armoede en sociale uitsluiting;

9.  verzoekt de Commissie de mogelijkheid van een regeling voor microkredieten, zoals voorgesteld in het verslag over 2007 van de Deskundigengroep op hoog niveau, te overwegen, teneinde de oprichting van kleine bedrijven aan te moedigen en een einde te maken aan de woekerpraktijken die grote delen van de kansarme gemeenschappen verlammen;

   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de parlementen en de regeringen van de lidstaten en de kandidaat-lidstaten.