Ontwerpresolutie - B6-0066/2008Ontwerpresolutie
B6-0066/2008

ONTWERPRESOLUTIE

13.2.2008

naar aanleiding van verklaringen van de Hoge Vertegenwoordiger voor het GBVB en de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
door Annemie Neyts-Uyttebroeck en Elizabeth Lynne
namens de ALDE-Fractie
over de situatie in Gaza

Procedure : 2008/2518(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B6-0066/2008
Ingediende teksten :
B6-0066/2008
Aangenomen teksten :

B6‑0066/2008

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Gaza

Het Europees Parlement,

-  onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over het Midden-Oosten, met name die van 11 oktober 2007 over de humanitaire situatie in Gaza, 12 juli 2007 over het Midden-Oosten, 21 juni 2007 over het MEDA-programma en financiële steun aan Palestina - evaluatie, tenuitvoerlegging en sturing, 16 november 2006 over de situatie in de Gazastrook en 1 juni 2006 over de humanitaire crisis in de Palestijnse gebieden en de rol van de EU,

-  gelet op de resoluties van de VN-Veiligheidsraad nrs. 242 (1967) en 338 (1973),

-  gezien de conclusies van de Raad Externe Betrekkingen van 28 januari 2008,

-  gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,

A.  overwegende dat honderdduizenden Palestijnen de vorige weken na de grensmuur te hebben doorbroken de grens tussen de Gazastrook en Egypte zijn overgestoken om levensnoodzakelijke goederen te zoeken om in hun basisbehoeften te voorzien,

B.  overwegende dat de raketbeschietingen van Israëlisch grondgebied vanuit Gaza blijven voortduren, met verschillende gewonden tot gevolg, en dat bij de onder leiding van Hamas uitgevoerde zelfmoordaanslag in Dimona burgers gewond zijn geraakt en om het leven zijn gekomen,

C.  overwegende dat de vernieling van een deel van de grensmuur en -afsluiting een onmiddellijk gevolg is van de ernstige humanitaire crisis in Gaza, waardoor de Palestijnse bevolking ernaar streeft haar grondrecht om zich vrij te bewegen te doen gelden,

D.  overwegende dat door de afsluiting van Gaza meer dan 1,5 miljoen Palestijnen te kampen hebben met een gebrek aan essentiële goederen en diensten, waaronder gezondheidszorg en onderwijs, en dat deze gedwongen maatregelen de afgelopen maanden hebben geresulteerd in de dood van verschillende Palestijnse burgers, de verslechtering van de economie, met een hoge armoede en werkloosheid tot gevolg en, voor ten minste tweederde van de bevolking, de totale afhankelijkheid van voedselhulp, zoals wordt gemeld door de organen van de Verenigde Naties,

E.  overwegende dat op de internationale conferentie in Annapolis alle partijen hun wens hebben uitgedrukt om de onderhandelingen opnieuw op te starten met het oog op de vestiging van een soevereine en levensvatbare Palestijnse staat, naast een veilige Israëlische staat,

F.  overwegende dat de Europese Unie de Palestijnen de afgelopen jaren in ruime mate financieel heeft gesteund; overwegende dat het Tijdelijk Internationaal Mechanisme en de projectfinanciering een belangrijke rol hebben gespeeld bij het afwenden van een humanitaire ramp in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever; overwegende dat PEGASE een nieuw financieringsmechanisme zal vormen van de EU en andere internationale bijstand voor de Palestijnse gebieden,

1.  betuigt zijn medeleven met de door het geweld in Gaza en Zuid-Israël getroffen burgerbevolking; veroordeelt het afvuren van raketten vanaf de Gazastrook naar Israëlisch grondgebied en alle andere terroristische daden georganiseerd door Hamas of militaire operaties die burgers doden of in gevaar brengen;

2.  is van mening dat de burgerbevolking niet mag worden getroffen door militaire acties en collectieve strafmaatregelen;

3.  gelooft dat het beleid om Gaza te isoleren zowel op politiek als op humanitair niveau heeft gefaald en herhaalt zijn oproep aan alle partijen de internationale wettelijkheid en de internationale mensenrechten volledig te eerbiedigen en alle acties die het leven van burgers in gevaar brengen onmiddellijk te staken, en herhaalt in het bijzonder zijn oproep aan:

  • -Hamas om onmiddellijk te stoppen met het afvuren van raketten naar Israëlische burgers;
  • -Israël om dringend een einde te maken aan alle militaire acties die het leven van burgers in gevaar kunnen brengen, om onmiddellijk de blokkade op te heffen om op die manier zowel de bevoorrading van de Gazastrook als het vrije verkeer van mensen en goederen toe te laten en om bijgevolg zijn internationale verplichtingen als bezettingsmacht ten aanzien van de Gazastrook na te komen;

4.  is verheugd over de positieve reactie van Egypte op de opschudding te Rafah, waardoor veel Palestijnse families toegang kregen tot essentiële goederen om in hun elementaire behoeften te voorzien; dringt er bij de regering van Egypte op aan een actieve rol te blijven spelen bij het bewaren van de vrede en de stabiliteit in de regio en haar inspanningen niet te staken om de grensovergang bij Rafah open te houden;

5.  herhaalt zijn oproep tot de gecontroleerde heropening van de grensovergangen van en naar Gaza; verzoekt Israël ervoor te zorgen dat het verkeer van personen en goederen bij Rafah, overeenkomstig de Overeenkomst inzake verkeer en toegang en de EU-missie voor bijstandsverlening inzake grensbeheer, alsook het verkeer van goederen bij Karni, mogelijk zijn; roept op tot de voortzetting en de versterking van de EU-missie voor bijstandsverlening inzake grensbeheer te Rafah krachtens de bepalingen van de bestaande internationale overeenkomsten, en binnen deze context tot een verhoogde aanwezigheid van en een belangrijkere rol voor de internationale strijdkrachten in het gebied;

6.  is verheugd over het voorstel van de Palestijnse Autoriteit om de grensovergangen in handen te nemen, op basis van een tussen Egypte, Israël en de Palestijnse Autoriteit te sluiten overeenkomst, en steunt in dit opzicht de recente resolutie van Arabische Liga; roept de Palestijnse Autoriteit evenwel op bij te dragen tot het scheppen van de noodzakelijke voorwaarden om de controle-instanties in de Gazastrook in dit opzicht hierbij te betrekken; benadrukt het belang van het voorkomen van wapensmokkel;

7.  verzoekt de Palestijnse Autoriteit en Hamas, ondanks de politieke impasse, opnieuw gesprekken aan te knopen, om het functioneren te vergemakkelijken van de overheidsinstellingen die vitale diensten leveren, alsook de werkzaamheden van de internationale humanitaire agentschappen, bureaus en organisaties die streven naar verbetering van de levensomstandigheden van alle Palestijnen die in de Gazastrook wonen; benadrukt het bijzondere belang van een permanente geografische en handelsverbinding tussen en de vredevolle en duurzame politieke hereniging van de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever;

8.  herinnert de partijen aan hun verbintenissen die ze in Annapolis zijn aangegaan om in goed vertrouwen te onderhandelen met als doel een vredesverdrag te sluiten waarmee alle lopende zaken vóór eind 2008 worden opgelost, met zonder uitzondering inbegrip van alle centrale kwesties, zoals is vastgelegd in vorige overeenkomsten; dringt er bij beide zijden op aan hun verplichtingen krachtens de routekaart na te komen; er moet in het bijzonder worden gezorgd voor de stopzetting van alle Israëlische nederzettingsactiviteiten in het bezette gebied;

9.  verzoekt de Raad en de Commissie samen met de internationale gemeenschap de wezenlijke humanitaire hulp aan de Palestijnen in de Gazastrook te blijven waarborgen, en met name te letten op de specifieke behoeften van bijzonder kwetsbare groepen; benadrukt het belang van het nieuwe financieringsmechanisme PEGASE;

10.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Hoge Vertegenwoordiger voor het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de VN, de gezant van het Kwartet naar het Midden-Oosten, de fungerend voorzitter van de Euro-Mediterrane Parlementaire Vergadering, de voorzitter van de Palestijnse Autoriteit, de Palestijnse Wetgevende Raad, de Israëlische regering, de Knesset en de regering en het parlement van Egypte.