Ontwerpresolutie - B6-0214/2008Ontwerpresolutie
B6-0214/2008

ONTWERPRESOLUTIE

29.4.2008

naar aanleiding van een verklaring van de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
door Caroline Lucas
namens de Verts/ALE-Fractie
over de Transatlantische Economische Raad

Procedure : 2008/2527(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B6-0214/2008
Ingediende teksten :
B6-0214/2008
Aangenomen teksten :

B6‑0214/2008

Resolutie van het Europees Parlement over de Transatlantische Economische Raad

Het Europees Parlement,

–  onder verwijzing naar met name zijn resolutie van 25 april 2007 over de trans-Atlantische betrekkingen en zijn resoluties van 1 juni 2006 over de economische betrekkingen tussen de EU en de VS en over de trans-Atlantische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en de VS,

–  gezien het resultaat van de top EU-VS op 30 april 2007 in Washington DC, en het "kader voor de bevordering van de trans-Atlantische economische integratie tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika" tot instelling van de Transatlantische Economische Raad (TEC),

–  gezien de gezamenlijke verklaring en het voortgangsverslag die tijdens de eerste bijeenkomst van de Transatlantische Economische Raad (TEC) op 9 november 2007 zijn aangenomen,

–  onder verwijzing naar zijn resoluties over klimaatverandering, met name zijn resoluties van 16 november 2005, 26 oktober 2006 en 14 februari 2007,

–  onder verwijzing naar zijn resolutie van 25.09.07 over de veiligheid van producten en met name speelgoed,

–  gelet op artikel 103, lid 2, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat vrede, democratie, mensenrechten en eerbiediging van de regels van de rechtsstaat en van het internationaal recht, duurzame economieën en een duurzame ontwikkeling gemeenschappelijke waarden zijn die de basis vormen van het transatlantische partnerschap, dat tevens een hoeksteen is van het buitenlandse beleid van de EU en ook van haar wereldwijde economische beleid,

B.  overwegende dat de transatlantische partners op grond van hun overheersende economische rol in de wereld een gedeelde verantwoordelijkheid hebben voor de staat van de mondiale economische governance en voor oplossingen voor de mondiale economische uitdagingen, met name in verband met de huidige crises op de belangrijkste financiële markten, groeiende onevenwichtigheden op het vlak van valuta-aanpassingen en handelsbetrekkingen, de huidige of weer de kop opstekende schuldencrisis in enkele van de armste landen, en steeds schandaliger welvaartsverschillen tussen en in landen,

C.  overwegende dat een sterk en functionerend partnerschap tussen de EU en de VS een essentieel instrument is om de mondiale ontwikkeling gestalte te geven, in het belang van gemeenschappelijke waarden en op basis van een effectief multilateralisme en het internationale recht; overwegende dat krachtig en consequent politiek leiderschap is vereist om de partners in staat te stellen dit doel te bereiken,

D.  overwegende dat hechtere trans-Atlantische economische betrekkingen effecten voor de gehele wereld zullen hebben en dat daarom goed rekening moet worden gehouden met de belangen van de andere economische actoren, landen en volkeren teneinde de welvaart billijker te verdelen en met succes een antwoord te geven op de mondiale uitdagingen op de met elkaar samenhangende gebieden veiligheid, mondiale economische governance, milieu en armoedebestrijding,

E.  overwegende dat het kortzichtige en overdreven assertieve handelsbeleid van de EU en de VS in beslissende mate heeft bijgedragen aan de dreigende mislukking van de ronde van Doha van WTO-handelsonderhandelingen en zo de steun in de wereld voor multilateralisme bij de vaststelling van billijke en rechtvaardige handelsregelingen heeft verzwakt,

1.  neemt kennis van het proces van versterking van de transatlantische economische integratie die begon op de Top EU-VS van 2007 met de aanneming van het "kader voor de bevordering van de transatlantische economische integratie tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika" en met de instelling van de Transatlantische Economische Raad (TEC), die toezicht moet houden op de in het kader aangegeven maatregelen en deze moet bespoedigen;

2.  herinnert aan de decennia van moeizaam en zonder succes gebleven transatlantisch streven naar versterking van de economische integratie en dringt er bij de TEC op aan te accepteren dat er zeer uiteenlopende benaderingen zijn voor het socialewelzijnsaspect van het economisch beleid en om zijn benadering te baseren op kleine en precieze maatregelen waarmee onnodige barrières in de transatlantische samenwerking kunnen worden weggenomen;

3.  constateert dat een adviesgroep voor de TEC is ingesteld die bestaat uit vertegenwoordigers van de transatlantische wetgeversdialoog, de transatlantische bedrijvendialoog en de transatlantische consumentendialoog;

4.  beveelt aan de transatlantische arbeidsdialoog en de transatlantische milieudialoog nieuw leven in te blazen en op te nemen in de adviesgroep voor de TEC om de transatlantische samenwerking op regelgevingsgebied bekend te maken met optimale praktijken ter bevordering van oplossingen voor problemen op sociaal en gezondheidsgebied, veiligheid en milieubescherming en zo een duurzamere transatlantische markt in de hand te werken;

5.  onderstreept dat de nagestreefde invoering van uniforme normen voor handel en investeringen, waarover op de vergadering van de TEC in november 2007 met betrekking tot een routekaart voor wederzijdse erkenning in 2009 van handelspartnerschapsovereenkomsten tussen de EU en de VS van gedachten is gewisseld, niet mag leiden tot een harmonisatie van de sociale, milieu- en gezondheidsnormen op een lager niveau;

6.  wijst er nogmaals op dat een heel scala van zogenaamde non-tarifaire belemmeringen voor de handel en de investeringen veroorzaakt zijn door bewust optreden van wetgevingsinstanties ter bescherming van sociale, gezondheidsgerelateerde, culturele of milieudoelstellingen en dus niet kunnen worden weggenomen zonder een desbetreffende wettelijke maatregel; wijst in dit verband op de cruciale rol van de nationale parlementen, het Europees Parlement en het Congres van de VS bij het toezien op het proces ter aanpassing van normen en het wegnemen van belemmeringen voor handel en investeringen;

7.  verzoekt daarom de leiding van de EU en de VS alsmede de covoorzitters van de TEC rekening te houden met deze cruciale betekenis van de wetgevers voor het succes van het proces op lange termijn, en dringt er bij hen op aan de vertegenwoordigers van de transatlantische wetgeversdialoog volledig en rechtstreeks te betrekken bij de werkzaamheden van de TEC;

8.  wijst erop dat de overeenkomst die de TEC - met de inbreng van Brazilië - in 2008 probeert te bereiken over gemeenschappelijke normen voor agrobrandstoffen onaanvaardbaar en inadequaat blijft omdat daarin niet wordt verwezen naar de hoogste normen met betrekking tot de duurzaamheid voor het milieu van de teelt van gewassen voor agrobrandstoffen;

9.  dringt er bij de TEC op aan een moratorium voor productie van agrobrandstoffen uit voedingsgewassen te steunen, totdat de gevolgen daarvan voor de mondiale voedselzekerheid grondig zijn onderzocht;

10.  beschouwt het relatieve handelsvoordeel voor de VS als gevolg van de weigering tot ondertekening van het Protocol van Kyoto als een vorm van ecologische dumping die de EU moet opvangen door middel van corrigerende maatregelen, zoals belastingaanpassingen aan de grens;

11.  verzoekt de regering van de VS zich te onthouden van verdere betwistingen van EU-wetgeving en EU-praktijken ten aanzien van vergunningen voor de invoer, etikettering en traceerbaarheid van genetisch gemodificeerde voedingsmiddelen en voeders;

12.  dringt er bij de regeringen van Canada en de VS op aan hun vergeldingsmaatregelen voor EU-importen, als reactie op het verbod op de invoer van met hormonen behandeld rundvlees in de EU, in te trekken en te aanvaarden dat er steeds meer wetenschappelijk bewijs is waaruit blijkt dat hormonen die voor de productie van rundvlees worden gebruikt - zoals Oestradiol 17 beta - kankerverwekkend en genotoxisch zijn en bijgevolg onaanvaardbare risico's vormen; dringt er bij de Commissie op aan beroep aan te tekenen tegen het besluit van de WTO in deze zaak van 30 maart 2008, krachtens welk de VS en Canada de afzet van met hormonen behandeld rundvlees in Europa mogen afdwingen;

13.  doet een beroep op de Commissie en de Raad tot versterking van de samenwerking tussen douaneautoriteiten en autoriteiten voor toezicht op de markt van de EU en de VS om ervoor te zorgen dat de controles aan de externe grenzen voldoende zijn om te voorkomen dat gevaarlijke producten, vooral gevaarlijk speelgoed, de consumenten bereikten; doet een beroep op de VS en de EU-lidstaten te zorgen voor een strikte handhaving van de veiligheidsvoorschriften voor producten, en met name voor speelgoed, en strengere nationale controles in te voeren;

14.  zet vraagtekens bij de ontwerpversie voor een gezamenlijke open investeringsovereenkomst tussen de EU en de VS van 3 april 2008 ter bevordering van onbeperkte investeringsvrijheid, in een tijd van dreigende financiële storingen en ernstige bezorgdheid over het gebrek aan transparantie en verantwoordingsplicht van een aantal financiële en investeringsproducten, en wijst er met name op dat over investeringen door staatsfondsen politieke besluiten moeten worden genomen;

15.  verzoekt de TEC de verklaring van Doha over de TRIPS-overeenkomst actief te steunen om de toegang tot levensreddende geneesmiddelen van landen die geen productiecapaciteit voor farmaceutische producten hebben te vergemakkelijken; verzet zich met klem tegen het voorstel van de Verenigde Staten om in alle bilaterale overeenkomsten met ontwikkelingslanden clausules op te nemen dat deze landen ervan afzien zich te beroepen op de bepalingen van de Overeenkomst van Doha bij TRIP's, die hun toestaan generieke geneesmiddelen te produceren en in te voeren die zij nodig hebben om grote volksgezondheidsproblemen (AIDS, tuberculose, enz.) op te lossen;

16.  beschouwt het als de belangrijkste taak voor de Europeanen in de TEC om de transatlantische partners van de EU ervan te overtuigen dat uiterlijk in 2012 een verregaande, ambitieuze en wettelijk bindende post-Kyoto-regeling over de uitstoot van broeikasgassen moet worden vastgesteld, en dat een groot transatlantisch project voor investeringen en de uitwisseling van technologie op het gebied van een veilige en niet-vervuilende productie van energie moet worden opgezet;

17.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de parlementen van de lidstaten en aan de president en het Congres van de Verenigde Staten van Amerika.