ONTWERPRESOLUTIE
14.5.2008
ingediend overeenkomstig artikel 108, lid 5 van het Reglement
door Stefano Zappalà, Karl von Wogau, Urszula Gacek en Jana Hybášková
namens de PPE-DE-Fractie
over wapens met verarmd uranium
B6‑0223/2008
Resolutie van het Europees Parlement over wapens met verarmd uranium
Het Europees Parlement,
– onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over de schadelijke gevolgen van het gebruik van uranium (onder andere zogenaamd verarmd uranium) in conventionele munitie,
– gezien de toespraak van de secretaris-generaal van de VN op 6 november 2002 ter gelegenheid van de internationale dag ter voorkoming van schade aan het milieu in oorlogsituaties en tijdens gewapende conflicten,
– gezien de resolutie van de Algemene Vergadering van de VN van 5 december 2007 waarin aandacht werd besteed aan de ernstige gezondheidsproblemen als gevolg van het gebruik van wapens met verarmd uranium,
– gelet op artikel 108, lid 5 van zijn Reglement,
A. overwegende dat (verarmd) uranium in de moderne oorlogsvoering in ruime mate wordt gebruikt als munitie tegen versterkte doelen in landelijke en stedelijke gebieden en als bepantserde bescherming tegen raket- en artillerie-aanvallen,
B. overwegende dat sinds het gebruik ervan door de geallieerde strijdkrachten in de eerste oorlog tegen Irak, er ernstige zorg bestaat over de radiologische en chemische giftigheid van de fijne uraniumdeeltjes die vrijkomen als deze wapens inslaan op harde doelen; en dat er voorts bezorgdheid bestaat over de besmetting van bodem en grondwater door niet-ontplofte munitie die zijn doel heeft gemist,
C. overwegende dat ondanks het feit dat wetenschappelijk onderzoek tot dusverre geen afdoende bewijs heeft opgeleverd dat schade wordt aangericht, er talloze getuigenissen bestaan over de schadelijke en vaak dodelijke gevolgen voor militairen en burgers,
1. dringt er bij de lidstaten op aan zich te houden aan paragraaf 1 van de VN-resolutie van 5 december 2007 en een verslag voor te leggen met hun opvattingen over de gevolgen van het gebruik van wapens en munitie die verarmd uranium bevatten;
2. verzoekt de Raad en de Commissie opdracht te geven tot wetenschappelijke studies over het gebruik van verarmd uranium in alle gebieden waar Europees militair en burgerpersoneel wordt ingezet in het kader van EVDB-missies;
3. dringt er bij de lidstaten op aan het gebruik van wapens met verarmd uranium tijdens EVDB-acties zovel mogelijk te vermijden en militair en burgerpersoneel zo weinig mogelijk in te zetten in streken waarvan geen garantie kan worden gegeven dat verarmd uranium er niet is gebruikt en niet gebruikt zal worden;
4. dringt er bij de lidstaten, de Raad en de Commissie op aan het militair en burgerpersoneel dat aan missies deelneemt, volledig te informeren over de mogelijkheid dat verarmd uranium gebruikt is of gebruikt kan worden in hun operatiegebieden en tevens voldoende beschermingsmaatregelen te treffen;
5. dringt er bij de lidstaten, de Raad en de Commissie op aan een milieurapportage op te stellen voor gebieden die besmet zijn met verarmd uranium (en van proefgebieden) en omvangrijke steun (ook financiële) ter beschikking te stellen aan projecten voor slachtoffers en hun gezinnen en voor opruimacties in de getroffen gebieden;
6. dringt er bij alle lidstaten van de EU en de NATO op aan passende conclusies te trekken indien wetenschappelijk onderzoek overtuigend bewijs zou leveren van schade die door deze wapens wordt aangericht;
7. dringt er bij de lidstaten en de Raad op aan om indien dergelijk bewijs wordt geleverd, het voortouw te nemen voor het sluiten van een internationaal verdrag - via de VN of een "coalition of the willing" - voor een verbod op de ontwikkeling, productie, opslag, overdracht, het testen en het gebruik van wapens die uranium bevatten en voor de vernietiging of reclycling van bestaande voorraden;
8. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de NATO, en de parlementaire vergadering van de NATO, de VN, het Internationale Rode Kruis en de Wereldgezondheidsorganisatie.