ONTWERPRESOLUTIE
28.5.2008
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2, van het Reglement
door Marie Anne Isler Béguin en Cem Özdemir
namens de Verts/ALE-Fractie
over de situatie in Georgië
B6‑0278/2008
Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Georgië
Het Europees Parlement,
– onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over Georgië, met name zijn resoluties van oktober 2006 en van 29 november 2007,
– onder verwijzing naar zijn resolutie van 15 november 2007 over de versterking van het Europees Nabuurschapsbeleid,
– gezien de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten enerzijds en Georgië anderzijds, die op 1 juli 1999 van kracht is geworden,
– gezien het ENB-actieplan dat op 14 november 2006 door de Samenwerkingsraad EU‑Georgië is goedgekeurd,
– gezien de resolutie van de VN-Veiligheidsraad van 15 april 2008 waarin de territoriale integriteit van Georgië wordt ondersteund en het mandaat van de VN-Waarnemingsmissie in Georgië (UNOMIG) tot 15 oktober 2008 wordt verlengd,
– gezien de aanbevelingen die het Parlementaire Samenwerkingscomité EU-Georgië op 29 en 30 april 2008 heeft goedgekeurd,
– gezien de verklaringen die het Raadsvoorzitterschap namens de EU op 18 april en 2 mei 2008 heeft afgelegd over de escalatie van de spanning tussen Georgië en Rusland,
– gezien de verklaring van 22 mei 2008 over de voorlopige bevindingen en conclusies van de internationale waarnemingsmissie bij de parlementsverkiezingen in Georgië,
– gezien de op 26 mei gepubliceerde conclusies van het onderzoek dat de VN Waarnemingsmissie in Georgië (UNOMIG) heeft ingesteld naar het neerschieten van een onbemand Georgisch vliegtuig,
– gezien de conclusies van de Raad Algemene Zaken en Buitenlandse Betrekkingen van 26 mei 2007 met betrekking tot Georgië,
– gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,
A. overwegende dat in april 2008 de toenmalige Russische president Vladimir Poetin de Russische ministeries en andere staatsorganen de opdracht gaf om officiële banden aan te knopen met de zich van Georgië afgescheiden hebbende republieken Abchazië en Zuid-Ossetië, en daarbij voornemens was verdere voorstellen te doen over rechtstreekse bemoeiing ten gunste van de sociaal-economische ontwikkeling van deze republieken en de bescherming van de daar wonende bevolking, waaronder ook de Russische burgers,
B. overwegende dat het Russische Ministerie van Defensie begin mei 2008 het unilaterale besluit aankondigde om het aantal van zijn vredebewaringstroepen in Abchazië te verhogen; overwegende dat Russische vertegenwoordigers mededeelden dat het aantal soldaten van het in Zuid-Ossetië gestationeerde bataljon zou kunnen worden opgevoerd,
C. overwegende dat op 20 april een onbemand Georgisch verkenningsvliegtuig door een Russisch gevechtsvliegtuig werd neergehaald in het Abchazische luchtruim; overwegende dat volgens de feitelijke autoriteiten van Abchazië de volgende weken nog eens twee onbemande Georgische verkenningsvliegtuigen werden neergehaald,
D. overwegende dat sedert oktober 2007 tussen de vertegenwoordigers van Georgië en Abchazië geen officiële ontmoetingen op hoog niveau onder de auspiciën van de VN hebben plaatsgevonden; overwegende dat er door de Georgische autoriteiten nieuwe voorstellen zijn gedaan voor een oplossing van het conflict, welke een ruime politieke vertegenwoordiging op het hoogste niveau van de Georgische regering inhouden, alsmede de verlening van een vetorecht voor alle belangrijke wetgeving betreffende Abchazië en internationale garanties om een breed federalisme, onbeperkte autonomie en veiligheid te verzekeren;
E. overwegende dat Georgië officiële stappen heeft gedaan om een herziening te krijgen van de huidige regeling inzake de vredebewakingstroepen of de vervanging van het thans in Abchazië gestationeerde Russische contingent ervan,
F. overwegende dat de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 15 mei 2008 een resolutie heeft goedgekeurd waarin wordt opgeroepen tot stappen om het mogelijk te maken dat de binnenlands ontheemde personen in Abchazië naar hun woonplaatsen terugkeren en er bij alle landen op wordt aangedrongen zich te onthouden van het aankopen van onroerend goed op het grondgebied van Abchazië,
G. overwegende dat de autoriteiten van Tbilisi de bilaterale besprekingen met Moskou hebben opgeschort toen Rusland tot de WTO toetrad, dit als protest tegen het Russische besluit om de samenwerking met de zichzelf als onafhankelijke staten uitgeroepen hebbende republieken Abchazië en Zuid-Ossetië te intensiveren; overwegende dat het Russische invoerverbod op Georgische wijn en Georgische landbouwproducten nog steeds van kracht is,
H. overwegende dat, ondanks de inspanningen om de verkiezingen in Georgië volgens de internationale normen te laten verlopen, de internationale waarnemingsmissie bij de parlementsverkiezingen in Georgië op 21 mei 2008 ernstige problemen heeft vastgesteld, met inbegrip van de intimidatie van kiezers, waardoor zij een ongelijkmatig en onvolledig verloop hadden;
I. overwegende dat de EU alles in het werk moet stellen om Georgië te helpen om de hervormingen volgens schema voort te zetten en een volledig functionerende democratie tot stand te brengen, overwegende dat het ENB-actieplan Georgië de gelegenheid geeft om nader tot de EU te komen en de grondbeginselen waarop deze is gebouwd te omarmen en te delen,
1. geeft uitdrukking aan zijn ernstige bezorgdheid over de escalatie van de situatie in Abchazië en roept alle betrokken partijen op om zich te onthouden van acties die tot escalatie van de situatie in de regio zouden kunnen leiden; dringt aan op hernieuwde internationale inspanningen om de beide partijen weer tot een dialoog te bewegen en het vredesproces weer op gang te brengen, zodat een duurzame alomvattende regeling kan worden bereikt;
2. betreurt het besluit van de Moskouse autoriteiten om officiële betrekkingen aan te knopen met de feitelijke autoriteiten van de Georgische separatistische republieken en het eenzijdige besluit om de Russische vredeshandhavingsmacht in Abchazië uit te breiden, waardoor de reeds gespannen situatie verder wordt verslechterd;
3. betuigt nogmaals zijn volle steun aan de soevereiniteit en de territoriale integriteit van Georgië en roept de Russische autoriteiten op om de soevereiniteit van dit land binnen zijn internationaal erkende grenzen ten volle te respecteren;
4. is van mening dat het huidige model van de vredeshandhavingsmacht moet worden herzien omdat de Russische troepen niet langer als neutraal kunnen worden beschouwd en dringt aan op een sterkere Europese betrokkenheid bij de bevroren conflicten om vooruitgang te kunnen boeken met de vredesprocessen;
5. verzoekt de Raad en de Commissie om deze kwestie nadrukkelijk onder de aandacht van hun Russische gesprekspartner te brengen tijdens de komende Top EU-Rusland en tijdens de onderhandelingen over een nieuwe nauwere partnerschapsovereenkomst, en dringt er bij de Russische autoriteiten op aan om zich niet te verzetten tegen een eventuele EVDB-missie in de regio, met inbegrip van de aanwezigheid van de EU in civiele en militaire vredesoperaties;
6. verzoekt de Raad, de Hoge Vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en zijn speciale afgezant voor de Zuidelijke Kaukasus met klem om alles in het werk te stellen om de partijen tot een dialoog te bewegen, de spanning te ontladen en bij te dragen tot herstel van het wederzijds vertrouwen;
7. begroet het feit dat de dag van de verkiezingen van 21 mei over het algemeen rustig is verlopen en positief werd beoordeeld en dat er substantiële vooruitgang is geboekt sinds de presidentsverkiezingen van januari;
8. benadrukt evenwel dat er in nauwe samenwerking met de internationale gemeenschap verdere inspanningen moeten worden ondernomen om een antwoord te vinden voor alle problemen die tijdens de verkiezingen werden gesignaleerd ten gevolge van de weinig coherente en onvolledige toepassing van de door de OVSE en de Raad van Europa vastgestelde normen en om de democratische verworvenheden van Georgië te verbeteren en te consolideren;
9. neemt kennis van de definitieve resultaten en doet een beroep op de meerderheids- en de oppositiepartijen om over te gaan tot een inhoudelijke, constructieve en verantwoordelijke dialoog om deugdelijke antwoorden te vinden voor de vele uitdagingen waarvoor het land zich thans gesteld ziet;
10. roept Rusland nogmaals op om zijn ongerechtvaardigde verbod op de invoer van Georgische landbouwproducten, dat bijna twee jaar geleden is afgekondigd, in te trekken;
11. dringt er bij de lidstaten en de Commissie op aan om zo spoedig mogelijk onderhandelingen te starten over overeenkomsten tussen de EU en Georgië inzake wedertoelating en versoepeling van de visaverlening, om ervoor te zorgen dat Georgische onderdanen niet worden benadeeld ten opzichte van houders van een Russisch paspoort in de separatistische gebieden Abchazië en Zuid-Ossetië;
12. is ingenomen met de oprichting van een Subcommissie EU-Georgië voor justitie, vrijheid en veiligheid, die kan bijdragen tot intensivering van de bilaterale dialoog en de uitvoering van het ENB-Actieplan;
13. ondersteunt de aspiraties van Georgië voor een nauwere integratie in de Europese Unie; dringt in dit verband bij de Raad erop aan om de laatste hand te leggen aan een mandaat voor de Commissie om onderhandelingen met Georgië te openen met het oog op een breed opgezette en alomvattende vrijhandelsovereenkomst;
14. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de lidstaten, de president en het parlement van Georgië, de OVSE, de Raad van Europa en de president en het parlement van de Russische Federatie.