Ontwerpresolutie - B6-0280/2008Ontwerpresolutie
B6-0280/2008

ONTWERPRESOLUTIE

28.5.2008

naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2, van het Reglement
door Cristiana Muscardini, Adam Bielan, Ryszard Czarnecki, Hanna Foltyn-Kubicka en Konrad Szymański
namens de UEN-Fractie
over de transatlantische betrekkingen

Procedure : 2008/2530(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B6-0280/2008
Ingediende teksten :
B6-0280/2008
Aangenomen teksten :

B6‑0280/2008

Resolutie van het Europees Parlement over de transatlantische betrekkingen

Het Europees Parlement,

–  gezien de Transatlantische Verklaring van 1990 over de betrekkingen tussen de EU en de VS en de Nieuwe Transatlantische Agenda van 1995,

–  gezien de conclusies van de Europese Raad van 16 en 17 december 2004 in Brussel, vooral de onderdelen over een internationale orde op grond van daadwerkelijk multilateralisme en het optreden in partnerverband,

–  gezien de resultaten van de EU-VS-topbijeenkomst van 30 april 2007 in Washington,

–  onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over de transatlantische betrekkingen, meer in het bijzonder zijn twee resoluties van 1 juni 2006 over respectievelijk de verbetering van de betrekkingen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten in het kader van een transatlantische partnerschapsovereenkomst, en de transatlantische economische betrekkingen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten, en de gezamenlijke resolutie van 13 januari 2005 over de transatlantische betrekkingen,

–  gezien de overeenkomst over het luchtverkeer tussen de EU en de VS, die op 28 maart 2008 van kracht geworden is,

–  gezien de Europees-Amerikaanse verklaring over een open investeringsklimaat,

–  gezien de aanstaande EU-VS-Top op 10 juni in Ljubljana,

–  gelet op artikel 103, lid 2, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat het partnerschap tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten op de gemeenschappelijke waarden van vrijheid, democratie, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten berust en dat deze waarden het economisch stelsel, de veiligheid en stabiliteit in het Europees-Atlantisch gebied schragen en mogelijk maken,

B.  overwegende dat de economische samenwerking tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten de motor van de wereldeconomie is, 40% van de wereldhandel vertegenwoordigt en wereldwijd groei en innovatie bevordert, in het belang van iedereen,

C.  overwegende dat de Europese Unie en de Verenigde Staten beide een sleutelrol in de wereldpolitiek en -economie spelen en samen verantwoordelijk zijn voor vrede, democratie en stabiliteit in de wereld, die met aanzienlijke nieuwe politieke en economische uitdagingen geconfronteerd worden,

D.  overwegend dat het in de bestrijding van het internationaal terrorisme van groot belang is om het volkenrecht en de verdragen over de mensenrechten en de fundamentele vrijheden volledig te eerbiedigen,

E.  overwegende dat het van kracht worden van de internationale luchtvaartovereenkomst tussen de EU en de VS niet meer dan het eerste stadium van een ruimere overeenkomst voor een open luchtruim vertegenwoordigt, en dat de onderhandelingen voor het tweede stadium van een dergelijke overeenkomst op 15 mei ll. in Ljubljana aangevat zijn,

F.  overwegende dat de verdediging van een open investeringsbeleid als maatstaf voor beleidsbepaling, aanpak van nieuwe uitdagingen en interactief optreden met partners over heel de wereld dient,

1.  verheugt zich over de vooruitgang in de betrekkingen EU-VS en de nauwere samenwerking in de buitenlandse beleidsvoering op trans-Atlantisch niveau; geeft zich er echter wel rekenschap van dat er op verschillende beleidsterreinen, zoals voor het internationaal strafrechtelijk hof en het Protocol van Kyoto over de klimaatverandering, meningsverschillen in analyse, diagnose en politieke benadering tussen de Europese unie en de Verenigde Staten blijven bestaan; hoopt dat de volgende president van de Verenigde Staten zijn regering opdraagt om de problemen op te lossen;

2.  onderstreept dat de EU en de Verenigde Staten nauwer moeten samenwerken in de strijd tegen terrorisme en de verspreiding van massavernietigingswapens, en dat beide partners de rol moeten ondersteunen die de VN op die terreinen dienen te vervullen; is er dan ook mee ingenomen dat beide partijen zich inzetten voor het zoeken van een doeltreffende wereldwijde respons op de vitale bedreigingen voor de internationale vrede en veiligheid die uitgaan van de verspreiding van massavernietigingswapens en hun lanceersystemen, en de onverantwoorde export en verspreiding van conventionele wapens, zoals kleine en lichte wapens;

3.  verheugt zich daarom over de nauwe samenwerking tussen de EU en de VS in de Iraanse atoomkwestie die op 3 maart 2008 heeft geleid tot de goedkeuring van resolutie 1803 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, die Iran nieuwe sancties oplegt, en spoort beide partners aan om het internationaal agentschap voor atoomenergie te blijven ondersteunen en een algemeen systeem van internationale overeenkomsten tegen de proliferatie van massavernietigingswapens in te voeren om samen het Non-proliferatieverdrag te versterken;

4.  spreekt opnieuw zijn overtuiging uit dat het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid als aanvulling en niet in tegenstelling met de bestaande instrumenten voor transatlantische samenwerking op te vatten is, en herhaalt dat de NAVO garant voor de Europese veiligheid staat en zich daarnaast tot forum voor politiek debat tussen de beide partners zou moeten ontwikkelen;

5.  meent dat de VS hun gepland raketafweersysteem binnen de NAVO moeten blijven bespreken en toelichten om het bondgenootschap en Europa in staat te stellen om verenigd te blijven en externe druk te weerstaan; erkent dan ook de wezenlijke bijdrage van lange afstandsraketten voor de bescherming van de EU door de geplande opstelling van Amerikaanse raketafweersystemen in Europa; is ingenomen met de steun voor de Amerikaanse plannen op de NAVO-top in Boekarest en met het besluit van de top het systeem uit te breiden tot gebieden in Europa die niet onder de paraplu van de bestaande Amerikaanse plannen zouden vallen;

6.  meent dat alle voorwaarden voor aanzienlijke versterking van de transatlantische economische betrekkingen aanwezig zijn, maar benadrukt dat er meer gedaan moet worden om de betrekkingen in een operationeel en strategisch concept om te zetten waar voldoende publieke en politieke steun voor te vinden is; wijst er daarom met nadruk op dat het Amerikaans Congres en het Europees Parlement volledig aan de ontwikkelingen moeten deelnemen;

7.  roept de beide partners op om hun samenwerking op energiegebied te versterken om de energie-efficiëntie en -zekerheid te verbeteren, een stabiele en betrouwbare mondiale energiemarkt na te streven die volgens de regels van de markt werkt, en in de regels van de Wereldhandelsorganisatie bepalingen voor de handel in energie te laten opnemen;

8.  dringt er bij de Europese en Amerikaanse partners op aan om in hun economische betrekkingen rekening te houden met de rol en bijzondere kenmerken van de culturele en onderwijssector;

9.  roept de VS op onverwijld het visumregime af te schaffen en alle burgers van EU-landen gelijk te behandelen, op grond van volledige wederkerigheid; is in dit verband ingenomen met het begin van de besprekingen tussen de EU en de VS over het nieuwe pakket van Amerikaanse veiligheidseisen, om te komen tot een visumvrije regeling;

10.  verheugt zich over het van kracht worden van de overeenkomst voor een open luchtruim, die het dienstenverkeer tussen de Verenigde Staten en de Europese unie verder opengesteld heeft door alle beperkingen op trajecten, prijzen en het aantal vluchten weg te nemen; beschouwt de voltooiing van de open luchtvaartruimte, met markten die samen meer dan 1 miljard vliegtuigpassagiers per jaar en meer dan 50% van het luchtverkeer op de wereld vertegenwoordigen, echter als centrale doelstelling;

11.  verheugt zich over de gezamenlijke inzet voor een open investeringsbeleid, dat een productief en uitgebreid investeringsgebied met duidelijke voordelen voor het bedrijfsleven van de beide partners en bijgevolg voor de groei en ontwikkeling van de wereld in zijn geheel nastreeft;

12.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de parlementen van de lidstaten en aan de president en het Congres van de Verenigde Staten van Amerika.