ONTWERPRESOLUTIE
11.6.2008
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
door Arlene McCarthy
namens de Commissie interne markt en consumentenbescherming
over veertig jaar douane-unie
B6‑0297/2008
Resolutie van het Europees Parlement over veertig jaar douane-unie
Het Europees Parlement,
– gelet op de onlangs aangenomen Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek)[1],
– gelet op Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven,
– gelet op Beschikking nr. 624/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane-2013),
– gezien de mededeling van de Commissie "Strategie voor de ontwikkeling van de douane‑unie" (COM(2008)0169),
– gezien het verslag van de Enquêtecommissie communautair douanevervoer (januari 1996-maart 1997),
– gezien de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten betreffende samenwerking en wederzijdse bijstand in douanezaken van 1997[2],
– gezien het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschappen tot de Werelddouaneorganisatie en de uitoefening van de rechten en plichten die aan het voorlopige lidmaatschap zijn verbonden (COM(2007)0252),
– gezien de conclusies van de Raad van 14 mei 2008 over de douane-unie,
– gezien het verslag over de douaneactiviteiten van de Gemeenschap ter bestrijding van namaak en piraterij, dat op 19 mei 2008 door de Commissie is gepubliceerd,
– gelet op artikel 103, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de douane-unie sedert 1968 een beslissende rol heeft vervuld voor het behoud en de ontwikkeling van de interne markt waardoor welvaart is gecreëerd dankzij de vergemakkelijking van de legitieme en concurrerende handel met en binnen de Unie onder bescherming van de burgers,
B. overwegende dat het bestaan van een douane-unie inhoudt dat aan de binnengrenzen tussen de lidstaten geen douanerechten worden geheven, dat gemeenschappelijke douanerechten op de invoer uit derde landen worden geheven, dat er gemeenschappelijke regels van oorsprong voor producten uit derde landen gelden en dat een gemeenschappelijke definitie van douanewaarde wordt toegepast,
C. overwegende dat de ontwikkeling van de communautaire wetgeving tot doel heeft te waarborgen dat dezelfde regels op alle in de EU ingevoerde producten worden toegepast,
D. overwegende dat de douaneautoriteiten van de EU een tweeledige taak hebben, te weten het heffen van rechten en belastingen bij invoer en het bewaken van de gezondheid en veiligheid van de burgers aan de buitengrenzen van de EU,
E. overwegende dat de eerste Enquêtecommissie van het Europees Parlement zich vooral met douanekwesties heeft bezighouden en reeds tot de conclusie kwam dat, wil men de economische actoren en het grote publiek het nodige vertrouwen geven dat de handelsomgeving van de interne markt naar behoren beschermd wordt, het creëren van één EU‑kader voor douanediensten een langetermijndoelstelling van de EU moet zijn[3],
F. overwegende dat de globalisering heeft geleid tot een enorme toename van de internationale handel en van de ontwikkeling van nieuwe productie- en consumptiepatronen, maar ook nieuwe risico's met zich heeft meegebracht zoals het wereldwijde terrorisme, de klimaatverandering en de illegale handel,
G. overwegende dat het terugdringen van de administratieve en nalevingskosten van cruciaal belang is geworden voor de efficiënte en doelmatige administratie binnen de EU,
De ontwikkeling van de douane-unie
1. is van oordeel dat veertig jaar douane-unie een aanzienlijke prestatie is en voordelen voor het bedrijfsleven en de burgers van de EU heeft opgeleverd;
2. is van mening dat de douaneautoriteiten, die vooral tot taak hebben de internationale handel van de EU te controleren, aldus bijdragen tot het waarborgen van een open en billijke handel, het verwezenlijken van de externe dimensie van de interne markt, van het gemeenschappelijk handelsbeleid en andere gemeenschappelijke beleidsvormen van de EU, alsmede tot het zorgen voor de zekerheid van de hele logistieke keten;
3. erkent dat de door de douaneautoriteiten genomen maatregelen zijn gericht op de bescherming van de financiële belangen van de EU en haar lidstaten, en van de EU tegen oneerlijke en illegale handelspraktijken;
4. erkent tevens dat de maatregelen gericht zijn op het waarborgen van de veiligheid en zekerheid van de EU en haar burgers, alsmede op de bescherming van het milieu en de handhaving van een goed evenwicht tussen de noodzaak om douanecontroles te verrichten en de noodzaak om de legitieme handel te vergemakkelijken ten einde de Europese concurrentiepositie te verbeteren;
5. complimenteert in dit verband de douaneambtenaren met hun efficiëntie in de strijd tegen namaak waardoor in 2006 128 miljoen nagemaakte artikelen in beslag konden worden genomen;
6. is derhalve verheugd over de mededeling van de Commissie "Strategie voor de ontwikkeling van de douane-unie" waarin een duidelijke koers voor de douane voor de periode 2013-2019 wordt uitgezet;
7. onderstreept dat de douaneautoriteiten van de EU voortdurend vooruit moeten lopen op de komende uitdagingen en geavanceerde vakkennis, technieken en methoden moeten ontwikkelen om de handel op de meest efficiënte en doelmatige wijze te vergemakkelijken en te controleren;
8. onderstreept dat het belangrijk is dat de kandidaatlanden zich aansluiten bij de normen op douanegebied en is erkentelijk voor de technische bijstand van de Commissie en de lidstaten aan de kandidaatlanden;
Nauwere samenwerking
9. is verheugd over de aankondiging tijdens de studiedagen op 8, 9 en 10 april 2008 in Saalfelden (Oostenrijk) van een nauwere samenwerking tussen de douaneadministratie en de markttoezichtautoriteiten van 32 landen (de 27 lidstaten, Kroatië, Turkije, Noorwegen, Zwitserland en de Verenigde Staten van Amerika) ten einde de onderdanen van de EU te beschermen tegen de invoer van gevaarlijke producten;
10. is van oordeel dat samenwerking van essentieel belang is voor de doelmatigheid van de douanediensten van de EU in het licht van de talrijke risico's die zij moeten bestrijden;
11. doet derhalve een beroep op de lidstaten om de administratieve samenwerking tussen de douaneautoriteiten van de lidstaten en tussen de douaneautoriteiten en andere overheidsinstanties, zoals de veterinaire instanties en de organen die verantwoordelijk zijn voor de productveiligheid, te versterken ten einde ervoor te zorgen dat het beheer van de buitengrenzen van de Europese Unie een gezamenlijke verantwoordelijkheid is en toe te zien op de veiligheid en zekerheid van de Europese burgers;
12. verzoekt de Commissie om de samenwerking met de handelspartners via bestaande en nieuwe programma's voor douanesamenwerking te intensiveren ten einde voor betrouwbare handelaren de handel te vergemakkelijken en de veiligheid van de aanvoerlijnen te waarborgen;
13. onderstreept dat het belangrijk is ervoor te zorgen dat alle economische actoren binnen het Douanecomité vertegenwoordigd zijn;
14. ondersteunt de ondertekening van de diverse overeenkomsten die de EU met haar belangrijkste handelspartners in de wereld is overeengekomen;
15. doet een beroep op de Commissie en de lidstaten om de internationale samenwerking in het kader van internationale organisaties (WTO en WDO) en met derde landen op douanegebied te versterken; wijst erop dat een en ander is gericht op een doeltreffendere douanecontrole en de bevordering van de EU-normen, zodat de handel de Europese Unie en haar handelspartners ten goede kan komen; wijst er tevens op dat het aldus mogelijk wordt gezamenlijke operaties en proefprojecten uit te voeren om de samenwerking op het terrein tussen douanebeambten van de EU en van derde landen te versterken;
Veiligheidsvraagstukken
16. verzoekt de lidstaten om de rol van de douane bij het bestrijden van specifieke gevaren die inherent zijn aan nagemaakte producten, vooral namaakgeneesmiddelen en speelgoed, te versterken;
17. doet een beroep op de Commissie om zich te blijven verzetten tegen de recente Amerikaanse wetgeving over het 100% scannen van zeecontainerladingen in buitenlandse havens; wijst erop dat niet is aangetoond dat deze unilaterale beslissing van de Verenigde Staten vanuit economisch en veiligheidsoogpunt wenselijk en doeltreffend is;
18. is van oordeel dat de wijziging van Verordening (EG) nr. 648/2005 ("veiligheidsamendement") reeds tegemoetkomt aan de verwachtingen van de Amerikaanse autoriteiten op het stuk van de veiligheidscontrole in Europa;
De efficiëntie, de doeltreffendheid en het rendement van de interne markt vergroten
19. is verheugd over de beide initiatieven die de communautaire douaneautoriteiten gedurende de komende tien jaar willen ontwikkelen om de burgers van de EU zo goed mogelijk te dienen, namelijk het voorstel inzake elektronische douanesystemen, dat reeds door het Parlement is goedgekeurd, en de instelling van een Europees netwerk van douanelaboratoria ten einde de interpretatie van nieuwe technische normen van de EU te harmoniseren;
20. erkent dat het dankzij deze modernisering mogelijk wordt om de strijd tegen gevaarlijke producten te intensiveren en de consumentenbescherming te verbeteren;
21. doet een beroep op de lidstaten om op synchrone en geharmoniseerde wijze nieuwe werkmethoden en technieken uit te werken, en te zorgen voor een gecoördineerde en gemeenschappelijke tenuitvoerlegging van de douanewetgeving; verzoekt de Commissie om de uniforme toepassing van de douanewetgeving in de lidstaten goed in het oog te houden hierover aan het Parlement verslag uit te brengen;
22. doet een beroep op de lidstaten om aan de douane genoeg middelen en (technologische en menselijke) investeringen ter beschikking te stellen om hen in staat te stellen hun taken uit te voeren, papierloze systemen op te zetten en hun personeel op te leiden;
23. verzoekt de lidstaten om te zorgen voor een hoog niveau van samenwerking tussen de douaneautoriteiten en het bedrijfsleven ten einde de naleving te bevorderen en de bureaucratische rompslomp terug te dringen, met name door gebruik te maken van een risicogerichte benadering en diensten in het kader van één loket/one stop shop te ontwikkelen;
24. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de lidstaten.