ONTWERPRESOLUTIE
11.6.2008
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
door Janusz Onyszkiewicz
namens de ALDE-Fractie
over de voorbereidingen voor de 11e Top EU-Rusland in juni 2008 in Khanti Mansiysk
B6‑0299/2008
Resolutie van het Europees Parlement over de voorbereidingen voor de 11e Top EU-Rusland in juni 2008 in Khanti Mansiysk
Het Europees Parlement,
– gelet op de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Rusland, die in 1997 in werking is getreden en nog altijd van kracht is,
– gelet op het mensenrechtenoverleg tussen de EU en Rusland,
– onder verwijzing naar zijn eerdere verslagen en resoluties over Rusland en de betrekkingen tussen de EU en Rusland, met name de resolutie van 26 mei 2005[1], de resoluties over de eerdere Topontmoetingen EU-Rusland, de resolutie van 25 oktober 2006[2] over de betrekkingen EU-Rusland na de moord op de Russische journaliste Anna Politkovskaïa, de resolutie van 26 april 2007[3] over de recente onderdrukkingen van de betogingen in Rusland en de resolutie van 19 juni 2007 over de economische en commerciële betrekkingen van de EU met Rusland[4],
– gezien het resultaat van de tiende top EU-Rusland, die op 26 oktober 2007 in Mafra werd gehouden,
– gelet op artikel 103, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de Europese Unie zich blijft inzetten voor het verder verdiepen en ontwikkelen van de betrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland,
B. overwegende dat de betrekkingen tussen de EU en Rusland te maken hebben met een aantal, niet door de EU gecreëerde, uitdagingen, met name de breed levende bezorgdheid over democratie en de mensenrechtensituatie in Rusland, de onafhankelijkheid van het justitieel apparaat, het toenemende toezicht op de media, het onvermogen van de Russische politie en justitie om de moordenaars van journalisten te vinden, de repressie tegen de oppositie, de selectieve toepassing van wetgeving door de autoriteiten en de eerlijkheid van de onlangs gehouden verkiezingen,
C. overwegende dat de Europese Unie in de betrekkingen met Rusland eensgezind moet optreden en deze betrekkingen moet stoelen op solidariteit en eerbiediging van de waarden van de EU, ondanks het feit dat Rusland zich nadrukkelijk richt op bilaterale betrekkingen met een aantal lidstaten van de EU,
D. overwegende dat de ontwikkeling van het politieke systeem onder president Poetin twijfels doet rijzen ten aanzien van de vooruitzichten voor de totstandbrenging van een "strategisch partnerschap op basis van gemeenschappelijke waarden", en dat een meer realistische samenwerking zou moeten worden ontwikkeld op basis van een krachtige en eensgezinde houding van alle lidstaten,
E. overwegende dat de veranderingen in het Russische leiderschap na de verkiezingen voor de Doema van het afgelopen jaar en de eerder dit jaar gehouden presidentsverkiezingen een nieuwe impuls kunnen geven aan de betrekkingen van de EU met Rusland, aan betere Russische betrekkingen met enkele van zijn naaste buren en aan de ontwikkeling van de democratie en de rechtstaat in Rusland,
F. overwegende dat de economische en handelsbetrekkingen tussen de EU en Rusland worden gekenmerkt door een groeiende onderlinge afhankelijkheid en dat beide partijen zich bijgevolg geëngageerd moeten inspannen om een duurzame groei te waarborgen,
1. stelt vast dat de top in Khanti Mansiysk voor president Medvedev de eerste top is en op een cruciaal tijdstip wordt gehouden omdat de onderhandelingen over een nieuwe partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst op het punt staan om van start te gaan; neemt met bezorgdheid kennis van de recente toespraak van president Medvedev in Berlijn waarin blijk werd gegeven van de nadruk die door Rusland wordt gelegd op bilaterale betrekkingen met Europese landen, waardoor het beleid van Rusland ten aanzien van de rest van Europa uit de pas loopt met de Europese integratie;
2. is verheugd over het feit dat er halfjaarlijks topontmoetingen EU-Rusland plaatsvinden omdat ze het Russische leiderschap en het fungerend voorzitterschap en EU-vertegenwoordigers in de gelegenheid stellen op hoog niveau gesprekken te voeren over een aantal, door beide partijen belangrijk gevonden onderwerpen, waaronder kwesties in verband met de non-proliferatie van massavernietigingswapens en Iran;
3. stelt vast dat veel aspecten van het Russische beleid in schril contrast staan met de verklaarde doelstelling van een "strategisch partnerschap";
4. steunt het voornemen de toekomstige betrekkingen met Rusland op een pragmatischer wijze te ontwikkelen en daarbij in het bijzonder aandacht te blijven besteden aan terreinen die vallen onder de vier gemeenschappelijke ruimten, en aan de noodzaak van een nieuwe partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst, en met name te werken aan praktische samenwerking, gemeenschappelijke projecten en tenuitvoerlegging van bestaande toezeggingen en overeenkomsten;
5. stelt vast dat er in de Raad ernstige bedenkingen bestaan over het starten van onderhandelingen over een nieuwe overeenkomst met Rusland; is van mening dat ondanks de huidige uitdagingen van de betrekkingen tussen de EU en Rusland een verder engagement noodzakelijk blijft en hoopt dat de top de kans biedt op een gestructureerd toekomstig beleid;
6. wijst er met name op dat de nieuwe overeenkomst verder moet gaan dan louter economische samenwerking, en dat daaronder ook terreinen moeten vallen zoals democratie, de rechtstaat, justitiële samenwerking en eerbiediging van mensen- en met name grondrechten, maar dat de huidige situatie in Rusland ernstige twijfel doet ontstaan omtrent Ruslands wil en vermogen om deze beginselen en waarden te respecteren; zal de ontwikkelingen in Rusland tijdens het onderhandelingsproces op de voet blijven volgen;
7. juicht het toe dat de Top EU-Rusland plaatsvindt in het bestuurlijk centrum van het autonome district Khanty-Mansiysk; verzoekt het fungerend voorzitterschap om gebruik te maken van de gelegenheid die de door het 5e Wereldcongres van Fins-Oegrische volkeren gevolgde top biedt om te spreken over inspanningen om te werken aan een oplossing van de problemen die de Fins-Oegrische minderheden in Rusland ondervinden met betrekking tot politieke vertegenwoordiging en de bescherming en ontwikkeling van hun culturele en taalkundige identiteit;
8. is ernstig bezorgd over het besluit van Rusland om nauwere betrekkingen met de Georgische regio's Abchazië en Zuid-Ossetië aan te gaan en verklaart andermaal dat het de territoriale integriteit van Georgië ten volle steunt; verzoekt Rusland zich te onthouden van alle maatregelen die de spanning zouden kunnen doen oplopen en om maatregelen te nemen om de betrekkingen met Georgië te verbeteren; spreekt de hoop uit dat de recente ontmoeting tussen president Medvedev en president Saakashvili in St. Petersburg zal leiden tot een verbetering van de betrekkingen tussen Rusland en Georgië;
9. verzoekt het fungerend voorzitterschap tijdens de Top EU-Rusland aandacht te schenken aan het neerschieten van een Georgisch onbemand vliegtuig door een Russisch vliegtuig en de recente aanzienlijke uitbreiding van de Russische troepen in Abchazië, en aan te bieden dat de EU een grotere rol gaat spelen bij de oplossing van het conflict, waaronder de mogelijkheid van een EU-vredeshandhavingsmissie ter plaatse en vervanging van de Russische en de GOS-troepen;
10. dringt aan op intensivering van de mensenrechtendialoog tussen de EU en Rusland en op openstelling van dit proces voor een daadwerkelijke input van het Europees Parlement, de staatsdoema, het maatschappelijk middenveld en mensenrechtenorganisaties;
11. geeft aan dat de samenwerking op energiegebied gebaseerd moet zijn op de beginselen van het Energiehandvest, dat met het oog op het waarborgen van transparante en billijke voorwaarden voor wederzijdse investeringen, gelijke toegang en een op regels stoelende markt in de nieuwe kaderovereenkomst tussen de EU en Rusland moet worden geïntegreerd; wijst erop dat ook op dit gebied een verenigd EU-optreden vereist is;
12. wijst erop dat een lidmaatschap van de WTO Rusland zal dwingen zich aan te sluiten bij de op regels stoelende wereldmarkt; dringt er bij Rusland op aan zich te houden aan de overeenkomsten die aan de vooravond van zijn toetreding tot de WTO met de EU zijn gesloten, bijvoorbeeld inzake de belasting op houtexporten, energie-exporten, buitenlandse investeringen en andere handelskwesties;
13. vraagt de Raad en de Commissie om hun inspanningen te verdubbelen om de problemen bij het oversteken van de grenzen tussen de Europese Unie en Rusland op te lossen en concrete projecten aan te vatten, en bij de grensoverschrijdende samenwerking volledig gebruik te maken van het nieuw nabuurschaps- en partnerschapsinstrument en de INTERREG-fondsen;
14. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen en parlementen van de lidstaten en de Russische Federatie.