Ontwerpresolutie - B6-0303/2008Ontwerpresolutie
B6-0303/2008

ONTWERPRESOLUTIE

13.6.2008

ingediend overeenkomstig artikel 103 van het Reglement
door Dimitrios Papadimoulis
namens de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid
over versterking van het reactievermogen van de Unie bij rampen

Procedure : 2008/2588(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B6-0303/2008

B6‑0303/2008

Resolutie van het Europees Parlement over de versterking van het reactievermogen van de Unie bij rampen

Het Europees Parlement,

–  gelet op artikel 174 van het EG-Verdrag,

–  gezien de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de versterking van het reactievermogen van de Unie bij rampen (COM(2008)130 def.),

–  gezien het verslag van Michel Barnier getiteld “Een Europese noodhulpmacht voor civiele bescherming:Europe aid”,

–  gezien punt 12 van de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad te Brussel van 15 en 16 juni 2006 betreffende het reactievermogen van de Europese Unie op noodsituaties, crises en rampen,

–  gezien de conclusies van de Raad van december 2007 over de ontwikkeling en invoering van een algemeen systeem van vroegtijdige waarschuwing, alsmede een systeem van vroegtijdige waarschuwing voor tsunamis in de Noordoost-Atlantische en Mediterrane regio's,

–  onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over natuurlijke en door de mens veroorzaakte rampen, zowel binnen als buiten de Europese Unie, waarin de Commissie en de lidstaten is verzocht nauwer samen te werken bij maatregelen voor civiele bescherming bij natuurrampen, teneinde de verwoestende gevolgen daarvan te voorkomen en zoveel mogelijk te beperken, met name door aanvullende middelen voor civiele bescherming beschikbaar te stellen,

–  gelet op artikel 103 van zijn Reglement,

A.  overwegende dat natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen aanzienlijke humanitaire, economische en milieuschade aanrichten en in aantal toenemen en niet alleen een versterking van het reactievermogen op EU-niveau noodzakelijk maken, maar ook van preventie en wederopbouw,

B.  overwegende dat problemen met bosbranden en droogtes steeds ernstiger zullen worden naarmate extreem droge zomers vaker voorkomen en overwegende dat de afgelopen jaren en ook recentelijk duidelijk is geworden dat de capaciteit van de Gemeenschap op het gebied van civiele bescherming, preventie, paraatheid en reactievermogen in verband met bos- en andere branden verbeterd moet worden,

C.  overwegende dat in het groenboek "Aanpassing aan klimaatverandering in Europa" wordt benadrukt dat klimaatverandering zal zorgen voor meer extreme weerssituaties in Europa, hetgeen het gevaar van schade aan mensen, infrastructuur en het milieu zal vergroten,

D.  overwegende dat de vergroting van de capaciteit van de EU om te reageren op rampen een benadering vereist die rampenpreventie, paraatheid, reactievermogen en wederopbouw op nationaal, Europees en internationaal niveau omvat,

E.  overwegende dat er behoefte is aan een betere coördinatie tussen de Raad, de Commissie en de lidstaten met betrekking tot de volledige rampcyclus, van preventie tot herstel, waarbij het Europees Parlement in alle stadia wordt betrokken,

F.  overwegende dat de tegenwoordige rampen vaak grensoverschrijdend van aard zijn en multilaterale en gecoördineerde reacties vereisen,

G.  overwegende dat het in het licht van de groeiende mobiliteit van de burgers binnen en buiten Europa zorgwekkend is dat er geen gemeenschappelijke alarmsignalen en protocollen bestaan,

1.  verwelkomt de mededeling van de Commissie over de versterking van het reactievermogen van de Unie bij rampen, alsmede de algemene doelstelling van een grotere samenhang, doeltreffendheid en zichtbaarheid van het reactievermogen van de EU bij rampen;

2.  is van mening dat de versterking van het reactievermogen van de Unie bij rampen een beleidsdoelstelling van hoge prioriteit is voor de Europese Unie en dat alle middelen moeten worden ingezet om deze doelstelling te bereiken,

3.  benadrukt dat de werkzaamheden die de Commissie heeft gepland ter zake van de ontwikkeling van een kennisbasis van rampscenario's, de benodigde en de beschikbare capaciteiten en de effecten van de verschillende opties om vastgestelde lacunes op te vullen niet gebruikt mogen worden om belangrijke voorstellen voor de bescherming van mensen, eigendom en milieu tegen rampen uit te stellen;

4.  benadrukt dat de benadering van de Commissie de volledige rampcyclus moet dekken van preventie tot wederopbouw, natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen in de EU of in derde landen, en dat verdere actie is vereist op de gebieden die worden genoemd in de mededeling van de Commissie;

5.  roept de Commissie en de lidstaten op niet alleen op risico gebaseerde benaderingen uit te werken ter voorbereiding op extreme gebeurtenissen, maar ook te zoeken naar manieren om de kwetsbaarheid van het EU-beleid te verminderen door middel van goede planning en maatregelen voor een tijdige vermindering van het risico;

6.  roept de Commissie op om op korte termijn en uiterlijk eind 2008 voorstellen in te dienen inzake rampenpreventie binnen de EU, alsmede inzake een EU-strategie voor de vermindering van het gevaar van rampen in ontwikkelingslanden;

7.  betreurt dat het voorstel van voormalig commissaris Michel Barnier om een Europese noodhulpmacht voor civiele bescherming op te richten een dode letter blijft en benadrukt in dit verband de noodzaak om de ontwikkeling na te streven van een snellereactiecapaciteit op basis van de modules voor civiele bescherming van de lidstaten, overeenkomstig het mandaat dat de Europese Raad van 15 en 16 juni 2006 heeft verstrekt, en roept de Commissie op hiertoe een concreet voorstel in te dienen;

8.  dringt er bij de Commissie op aan een pakket van juridisch bindende instrumenten in te dienen (zoals een kaderrichtlijn) gericht op het opvullen van lacunes in de bestaande wetgeving, het beleid en de programma's van de EU wat betreft de preventie van en de reactie op rampen;

9.  beveelt aan om een dergelijk omvattend kader te laten bestaan uit drie pijlers, te weten versterking van de preventie binnen de bestaande mechanismen van de EU en de aanpak van de lidstaten, de ontwikkeling van een nieuwe kaderaanpak inzake rampenpreventie en de ondersteuning van de verdere ontwikkeling van kennis en technologie inzake preventie door middel van onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma's op EU-niveau;

10.  beveelt aan om in de voorstellen inzake de versterking van de algemene reactiecapaciteit van de EU de beschikbaarstelling van cruciale middelen op te nemen die gegarandeerd beschikbaar zijn om op elke ogenblik gebruikt te worden in het kader van Europese civiele beschermingsoperaties; is van mening dat dit voornamelijk op basis van nationale capaciteiten moet gebeuren, waar nodig via akkoorden met derde partijen;

11.  roept de Commissie op om zo goed mogelijk gebruik te maken van het proefproject van 2008 inzake bosbranden en de voorbereidende actie voor een snellereactiecapaciteit om te experimenteren met operationele procedures met lidstaten en andere partijen, om op ieder moment reactiecapaciteit beschikbaar te hebben voor Europese civiele beschermingsoperaties, en is van mening dat dit een belangrijke ervaring zal zijn voor toekomstige wetsvoorstellen;

12.  is van mening dat bestaande richtsnoeren moeten worden versterkt en dat nieuwe moeten worden uitgewerkt, teneinde te zorgen voor de nodige integratie van preventie en vermindering van het risico op rampen in de structuurfonds- en cohesieprogramma's;

13.  benadrukt de dringende behoefte aan een versterking van het Centrum voor waarneming en informatie (MIC) met de nodige menselijke en materiële hulpbronnen, om het in staat te stellen de operaties gestart door de lidstaten in het kader van het mechanisme actief te ondersteunen;

14.  dringt er bij de Commissie op aan een breed scala aan mogelijke opties te evalueren voor de opzet van een duurzaam Europees opleidingsnetwerk voor reactie op rampen, en zo spoedig mogelijk voorstellen voor een dergelijke structuur in te dienen;

15.  roept de Commissie op de doeltreffendheid van het gemeenschappelijke Europese alarmnummer 112 te waarborgen;

16.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad en de parlementen van de lidstaten.