Ontwerpresolutie - B6-0347/2008Ontwerpresolutie
B6-0347/2008

ONTWERPRESOLUTIE

7.7.2008

naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2, van het Reglement
door Michael Gahler, Maria Martens en Geoffrey Van Orden
namens de PPE-DE-Fractie
Josep Borrell Fontelles, Ana Maria Gomes, Alain Hutchinson, Glenys Kinnock en Pasqualina Napoletano
namens de PSE-Fractie
Fiona Hall, Sarah Ludford, Johan Van Hecke, Thierry Cornillet en Elizabeth Lynne
namens de ALDE-Fractie
Konrad Szymański, Wojciech Roszkowski, Adam Bielan, Mieczysław Edmund Janowski, Ewa Tomaszewska, Hanna Foltyn-Kubicka, Ryszard Czarnecki, Mieczysław Edmund JanowskiEwa Tomaszewska en Eoin Ryan
namens de UEN-Fractie
Frithjof Schmidt
namens de Verts/ALE-Fractie
over de situatie in Zimbabwe

Procedure : 2008/2608(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B6-0347/2008

B6‑0347/2008

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Zimbabwe

Het Europees Parlement,

–  onder verwijzing naar zijn voorgaande resolutie over Zimbabwe, met name die van 24 april 2008,

–  gezien Gemeenschappelijk Standpunt 2008/135/GBVB van de Raad van 18 februari 2008, waarbij de met Gemeenschappelijk Standpunt 2004/161/GBVB genomen beperkende maatregelen tegen Zimbabwe zijn verlengd tot 20 februari 2009,

–  gezien de conclusies van de Raad van 26/27 mei en 29 april 2008 over Zimbabwe,

–  gezien de resolutie over de komende tweede ronde van de presidentsverkiezingen in Zimbabwe, die door de Afrikaanse Commissie voor de rechten van de mens en van volkeren (Afrika-commissie) werd goedgekeurd op haar 43e gewone zitting, die van 7 t/m 22 mei 2008 gehouden werd te Ezulwini, Koninkrijk Swaziland,

–  gezien het verslag van de Verkiezingsobservatiemissie van het Pan-Afrikaanse Parlement van 29 maart 2008 over de geharmoniseerde verkiezingen in de Republiek Zimbabwe,

–  gezien de conclusies van de Europese Raad van 19/20 juni 2008, waarbij de bereidheid van de EU bevestigd wordt op aanvullende maatregelen te nemen tegen de personen die verantwoordelijk zijn voor het geweld,

–  gezien de preliminaire verklaring van de Verkiezingsobservatiemissie van de SADC van 29 juni over de tweede ronde van de presidentsverkiezingen in Zimbabwe en de tussentijdse verkiezingen voor de Nationale Vergadering van dat land,

–  gezien de interimverklaring van de Verkiezingsobservatiemissie van het Pan-Afrikaanse Parlement van 29 juni over de tweede ronde van de presidentsverkiezingen in Zimbabwe en de tussentijdse verkiezingen voor de Nationale Vergadering van dat land,

–  gezien de preliminaire verklaring van de Observatiemissie van de Afrikaanse Unie in Zimbabwe van 29 juni,

–  gezien de resolutie over Zimbabwe, die werd goedgekeurd op de 11e Topconferentie van de Afrikaanse Unie, die van 30 juni t/m 1 juli 2008 gehouden werd te Sharm el-Sheikh,

–  gelet op artikel 103, lid 2, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de tweede ronde van de presidentsverkiezingen op 27 juni 2008 doorgang heeft gevonden, hoewel presidentskandidaat Tsvangirai zich had teruggetrokken vanwege het toenemende geweld en de beperkingen die werden opgelegd aan de oppositiepartij en de aanhangers daarvan,

B.  overwegende dat waarnemers van de Zuidafrikaanse Gemeenschap voor Ontwikkeling (SADC), het Pan-Afrikaanse Parlement en de Afrikaanse Unie verklaard hebben dat de verkiezingen werden ondermijnd door geweld, niet voldeden aan de normen van de Afrikaanse Unie en de SADC en dat de uitslag ervan ten genen dele de wil van bevolking weerspiegelde,

C.  overwegende dat op 29 maart 2008 verkiezingen zijn gehouden voor het parlement (House of Assembly) van Zimbabwe, de senaat van Zimbabwe, het ambt van president en de organen van plaatselijke bestuur,

D.  overwegende dat volgens de officiële resultaten die door de Kiescommissie van Zimbabwe werden gepubliceerd de oppositiepartij MDC een meerderheid van de zetels in het House of the Assembly veroverde, terwijl Morgan Tsvangirai 47,9 % van de stemmen op zijn naam verenigde tijdens de presidentsverkiezingen, tegen 43,2% voor Robert Mugabe,

E.  overwegende dat de publicatie van de resultaten van de presidentsverkiezing enkele weken werd vertraagd, waardoor de geloofwaardigheid en de transparantie van de verkiezing werden aangetast,

F.  overwegende dat Robert Mugabe voor de tweede ronde van de presidentsverkiezingen verklaarde dat de oppositiepartij Movement for Democratic Change (MDC) nooit over Zimbabwe zou regeren en dat hij bereid was om te vechten om deze partij te verhinderen de macht over te nemen,

G.  overwegende dat in de aanloop tot de tweede ronde van de presidentsverkiezingen activisten en aanhangers van de oppositie te lijden hadden onder van staatswege gestimuleerd geweld, foltering, intimidatie en willekeurige arrestaties, en dat volgens de MDC tenminste 86 van haar aanhangers werden gedood, terwijl 200.000 personen van huis en haard werden verdreven,

H.  overwegende dat de heer Tsvangirai tijdens de verkiezingscampagne diverse malen werd gearresteerd, dat hij door gewapende soldaten werd achtervolgd en gedwongen was zijn toevlucht te zoeken in de Nederlandse ambassade in Harare,

I.  overwegende dat de secretaris-generaal van de MDC, de heer Tendai Biti, op 12 juni werd gearresteerd onder de beschuldiging van subversie en verraad,

J.  overwegende dat de staatsmedia politieke advertenties van de MDC geweigerd heeft, waardoor een vrije en eerlijke verkiezingscampagne onmogelijk werd gemaakt; overwegende dat de voor 22 juni 2008 in Harare geplande verkiezingsbijeenkomst verijdeld werd door gewelddadige aanhangers van de regeringspartij ZANU-PF,

K.  overwegende dat president Jacob Zuma van de ANC op 24 juni verklaarde dat de situatie in Zimbabwe "buiten controle was geraakt" en dat hij een oproep deed tot de Verenigde Naties en de SADC om terstond in te grijpen,

L.  overwegende dat de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties eenstemmig zijn veroordeling heeft uitgesproken over de campagne van geweld die door de regering van Zimbabwe wordt gevoerd, maar naliet de verkiezingen onwettig te noemen, omdat Zuid-Afrika daartegen bezwaar maakte,

M.  overwegende dat journalisten werden lastig gevallen en bedreigd en dat het buitenlandse journalisten verboden werd het land binnen te komen,

N.  overwegende dat de politie willekeurige arrestaties heeft uitgevoerd van activisten van maatschappelijke organisaties, waaronder leden van een op een kerkgemeenschap gebaseerde maatschappelijke organisatie in Harare, en dat een aantal NGO's en hulporganisaties gedwongen is hun activiteiten op te schorten,   

O.  overwegende dat de "stille diplomatie" van Zuid-Afrika's president Mbeki helaas geen enkel tastbaar resultaat heeft opgeleverd ten aanzien van de politieke situatie in Zimbabwe en dat zijn merkbare sympathie voor Mugabe uiteindelijk ertoe geleid heeft dat de oppositie van Zimbabwe weigert om hem als bemiddelaar te aanvaarden,

P.  overwegende dat de crisis in Zimbabwe een weerslag begint te krijgen in de aangrenzende landen, en met name in Zuid-Afrika,

Q.  overwegende dat volgens een rapport van de Food and Agriculture Organisation en het World Food Programme naar schatting twee miljoen personen in Zimbabwe in de periode van volgende maand tot en met september door honger zullen worden gekweld en dat dit aantal voor de periode van januari tot maart 2009 naar schatting tot 5,1 miljoen zal toenemen,

R.  overwegende dat in Zimbabwe één kind op tien vóór zijn vijfde verjaardag sterft en dat de gemiddelde levensverwachting voor mannen 37 jaar bedraagt en voor vrouwen 34 jaar,

1.  benadrukt dat de verkiezingen van 27 juni niet als rechtmatig kunnen worden beschouwd en stemt in met de verklaring van het Raadsvoorzitterschap van de EU van 28 juni, waarin dit standpunt tot uitdrukking werd gebracht;

2.  spreekt zijn scherpe veroordeling uit over de van regeringswege aan de vooravond van de tweede ronde van de presidentsverkiezingen gevoerde campagne van geweld tegen de politieke oppositie, welke geleid heeft tot het verlies van mensenlevens, willekeurige arrestaties van activisten en aanhangers van de oppositiebeweging en van verdedigers van de mensenrechten;

3.  is van oordeel dat de campage van geweld, bedreigingen en intimidatie tegen de oppositie een vrije en eerlijke tweede ronde van de presidentsverkiezing in Zimbabwe onmogelijk heeft gemaakt, zoals ook algemeen wordt erkend door de internationale gemeenschap, waaronder ook Afrikaanse verkiezingswaarnemers en Afrikaanse leiders;

4.  is ingenomen met de verklaring van de voorzitter van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties waarin het verloop van de presidentsverkiezing in Zimbabwe veroordeeld wordt;

5.  doet een beroep op de Afrikaanse landen en de internationale gemeenschap om te weigeren het regime van Mugabe te erkennen;

6.  doet een beroep op de Afrikaanse Unie, de SADC en de Verenigde Naties om een alle partijen omvattend bemiddelingsproces te bevorderen, met duidelijke tijdschema's voor de onderhandelingen, teneinde een snelle en positieve oplossing van de crisis in Zimbabwe mogelijk te maken op basis van vrije en eerlijke verkiezingen;

7.  onderstreept dat, als men wil dat de bemiddelingsinspanning tot een zinvolle en productieve nationale dialoog leidt, andere externe actoren dan president Mbeki hierbij moeten worden betrokken, en dat de interne dialoog zich niet moet beperken tot de twee politieke partijen, maar dat ook andere maatschappelijke organisaties hierbij moeten worden betrokken, zoals NGO's, kerken en vakbonden;

8.  dringt aan op een oplossing van de huidige crisis door middel van onderhandelingen, die moeten leiden tot de oprichting van een overgangsregering met een mandaat om een eind te maken aan het van staatswege bevorderde geweld, de milities te demobiliseren, de repressieve wetgeving in te trekken, de humanitaire crisis op te lossen, de economie te stabiliseren, een begin te maken met een onder maximale participatie gevoerd proces van constitutionele herziening en de hernieuwde samenstelling van de Kiescommissie van Zimbabwe (ZEC), ten einde de voorwaarden te scheppen voor vrije en eerlijke presidentsverkiezingen in de nabije toekomst onder de auspiciën van de Afrikaanse Unie en de Verenigde Naties;

9.  verzoekt de Verenigde Naties een diepgaand en onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de begane schendingen van de mensenrechten, en dringt erop aan dat de personen die daarvoor verantwoordelijk waren niet ongestraft mogen blijven en zich zullen moeten verantwoorden voor een competente en onpartijdige rechtbank;

10.  onderstreept de noodzaak van rehabilitatie van de slachtoffers en dringt aan op justitiële overgangsmaatregelen, zoals de oprichting van een Commissie voor waarheid en verzoening;

11.  is ingenomen met het standpunt van een groot aantal Afrikaanse landen en een grote groep hooggewaardeerde Afrikaanse persoonlijkheden, zoals Nelson Mandela, Desmond Tutu en Kofi Annan, die de situatie in Zimbabwe hebben veroordeeld, en moedigt hen aan concrete stappen te doen in de richting van een politieke en democratische oplossing;

12.  ondersteunt de oproep van Botswana om Zimbabwe van deelneming aan Afrikaanse fora te schorsen totdat er vrije en eerlijke verkiezingen zullen zijn gehouden;

13.  doet een beroep op Zuid-Afrika om een voortrekkersrol te spelen in de SADC-regio in het belang van de toekomst van Zimbabwe en betreurt ten diepste de weigering van Zuid-Afrika in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties om deze verkiezingen onrechtmatig te verklaren;

14.  doet een beroep op de internationale gemeenschap om de diplomatieke druk op het regime van Mugabe op te voeren om onmiddellijk een einde te maken aan het geweld en om het parlement, dat drie maanden geleden op correcte wijze verkozen was, de mogelijkheid te geven om te vergaderen;

15.  dringt bij de Raad aan op verscherping en uitbreiding van de gerichte sancties tegen leden van de regering van Mugabe en andere personen die verantwoordelijk zijn voor ernstige schendingen van de mensenrechten, indien bemiddelingspogingen worden afgewezen en er geen einde komt aan het van staatswege bevorderde geweld, en om aan te dringen op sancties op het niveau van de Verenigde Naties, met inbegrip van een wapenembargo en een volledige bevriezing van de banktegoeden van de gehele regering en het leiderschap van de regeringspartij; onderstreept de noodzaak van een strikte uitvoering van deze maatregelen in coördinatie met de internationale gemeenschap, teneinde de effectiviteit ervan te verzekeren en de ontduiking ervan te voorkomen;

16.  dringt aan op dwangmaatregelen zoals het publiekelijk met naam aan de kaak stellen van zakenlieden die verantwoordelijk zijn voor het financieren van het repressieve ZANU-PF regime en hen ook recht te ontnemen om in Europa te wonen en hun gezinsleden de toegang te ontzeggen tot werkgelegenheid en onderwijsinstellingen; dringt ook erop aan dat de aandeelhouders op de hoogte worden gesteld van de internationale banken die betrokken zijn bij het doorsluizen van op corrupte wijze vergaarde gelden, of die leningen en investeringen aan dit regime verstrekken, zoals Barclays Bank, Standard Chartered en andere; moedigt andere Europese en internationale ondernemingen aan om zich opnieuw te bezinnen over eventuele activiteiten waardoor dit land de beschikking krijgt over harde valuta en is in dit verband tevreden over het besluit van Tesco's en Giesecke and Devrient's om hun commerciële betrekkingen met Zimbabwe te beëindigen;

17.  doet derhalve een beroep op de lidstaten om geen visa meer te verstrekken aan Mugabe, de leden van zijn kabinet en het leiderschap van de ZANU-PF om zich voor enig nationaal of internationaal doel naar het grondgebied van de EU te begeven, aangezien zij in feite een onrechtmatig regime vormen en daarom geen aanspraak kunnen maken op privileges uit hoofde van de internationale overeenkomsten inzake diplomatieke vrijheden en privileges;

18.  dringt er bij de lidstaten, de Raad en de Commissie op aan om krachtiger diplomatieke stappen te ondernemen bij de Afrikaanse regeringen, de SADC en de Afrikaanse Unie en ook bij andere belangrijke actoren, zoals de Chinese regering, teneinde een gemeenschappelijk standpunt te vinden ten aanzien van de crisis in Zimbabwe;

19.  dringt er bij China en Lybië op aan om hun steun aan het regime van Mugabe te staken;

20.  dringt er bij de Raad en de Commissie op aan om met name hun invloed te doen gelden bij Zuid-Afrika, een land dat een sleutelrol vervult in de regio, en uiting te geven aan hun diepe bezorgdheid over het feit dat dit land de laatste jaren geen enkel resultaat heeft geboekt met zijn bemiddelingspogingen ten aanzien van de crisis in Zimbabwe en te onderstrepen dat de regio niet voorbij kan zien aan het effect van deze crisis op de aangrenzende landen, zoals Zuid-Afrika zelf, en om duidelijk te maken dat een voortzetting van de politieke en economische steun aan het regime van Mugabe negatieve gevolgen zou kunnen hebben voor de betrekkingen tussen de EU en Zuid-Afrika;

21.  verzoekt de Raad om aan te dringen op effectieve en tastbare internationale maatregelen om crises te voorkomen en te verzachten, zo mogelijk door de snelle inzet van een vredesmacht van de Afrikaanse Unie en de Verenigde Naties;

22.  dringt aan op onmiddellijke invrijheidstelling van alle personen die uitsluitend om politieke redenen gevangen zijn genomen;

23.  wijst op de desastreuze gevolgen die de politieke crisis heeft voor de bevolking van Zimbabwe en dringt bij de regering van Mugabe aan op opheffing van alle beperkende maatregelen ten aanzien van humanitaire hulporganisaties, zodat humanitaire hulp kan worden verleend overeenkomstig de beginselen van menselijkheid, neutraliteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid;

24.  dringt bij de regering van Zimbabwe aan op onmiddellijke ontwapening en demobilisering van de jeugdmilities en oorlogsveteranen en om rechtzaken in te stellen tegen personen die zich schuldig hebben gemaakt aan schendingen van de mensenrechten;

25.  spreekt zijn scherpe kritiek uit over het feit dat een mensenrechtenfunctionaris van de Verenigde Naties uit Zimbabwe werd uitgewezen een week vóór de geplande verkiezingen en dringt er bij de regering van dat land op aan om ongehinderde toegang te verlenen aan VN-personeel;

26.  dringt er bij de autoriteiten van Zuid-Afrika op aan om een einde te maken aan de deportatie van vluchtelingen uit Zimbabwe en hen een tijdelijke verblijfsstatus te verlenen tot het tijdstip waarop een veilige terugkeer mogelijk is;

27.  doet een beroep op de Commissie om haar steun voor verdedigers van de mensenrechten op te voeren en snel te reageren op nieuwe humanitaire noden die door de politieke crisis worden veroorzaakt, met name waar het gaat om de behoeften en de veiligheid van de in eigen land verblijvende ontheemde personen;

28.  is bezorgd over voorspellingen dat het aantal vluchtelingen uit Zimbabwe dat de grens overgaat de komende weken met 10 tot 40 % zal toenemen; merkt op dat onder deze migranten de kinderen in een bijzonder kwetsbare situatie verkeren, bedreigd worden met misbruik en gedwongen kunnen worden om gevaarlijke werk aan te nemen in sectoren als de mijnbouw, werk met landbouwapparatuur en seksuele exploitatie teneinde hun overleven te verzekeren;

29.  dringt er bij de EU op aan om een einde te maken aan elke hulpverlening die door de huidige autoriteiten van Zimbabwe wordt verdeeld en deze in plaats daarvan te kanaliseren via onafhankelijke nationale en internationale instellingen en organisaties;

30.  dringt erop aan dat de democratische wensen van de Zimbabwaanse bevolking worden geëerbiedigd; dringt er bij iedereen die bij de toekomst van Zimbabwe betrokken wil zijn, op aan met de krachten van democratische verandering samen te werken;

31.  moedigt de Zimbabwaanse regering krachtig aan om zich, als ondertekenaar van het verdrag en de protocollen van de SADC, met inbegrip van het verkiezingsprotocol, de oprichtingsakte van de Afrikaanse Unie, het Afrikaans Handvest van de rechten van de mens en de volkeren en het Nieuwe Partnerschap voor de ontwikkeling van Afrika, te houden aan haar verplichtingen inzake democratische beginselen, mensenrechten en de rechtsstaat;

32.  doet een beroep op personen van goede wil in de structuren van het regime en van de ZANU-PF om zich af te keren van de antidemocratische krachten en stappen te ondernemen om tot samenwerking met de MDC te komen, ten einde een spoedige verandering te bewerkstelligen voordat het te laat is;

33.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen van de lidstaten, de regeringen van de G8-landen, de regeringen en parlementen van Zimbabwe en Zuid-Afrika, de secretaris-generaal van het Gemenebest, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de voorzitters van de Commissie en de Uitvoerende Raad van de Afrikaanse Unie, het Pan-Afrikaanse parlement, de secretaris-generaal van de SADC en de regeringen van de SADC-landen en het Parlementaire Forum van de SADC.