Ontwerpresolutie - B6-0376/2008Ontwerpresolutie
B6-0376/2008

ONTWERPRESOLUTIE

27.8.2008

naar aanleiding van de verklaringen van de Europese Raad en de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
door Joseph Daul, Philip Bushill-Matthews
namens de PPE-DE-Fractie
over het Sociale Pakket

Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B6-0376/2008
Ingediende teksten :
B6-0376/2008
Debatten :
Aangenomen teksten :

B6‑0376/2008

Resolutie van het Europees Parlement over het Sociale Pakket

Het Europees Parlement,

–  gezien de door de Commissie en de Raad ingediende Sociale Agenda,

–  gelet op artikel 103, lid 2, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat thans algemeen wordt geaccepteerd dat het Europese sociale model moet worden gemoderniseerd en verder ontwikkeld, willen we de doelstellingen van de gerevitaliseerde Strategie van Lissabon voor groei en werkgelegenheid kunnen realiseren,

B.  overwegende dat vele Europese ondernemingen door de wereldwijde "krediet-inkrimping" onder druk zijn komen te staan, met als gevolg, onder meer, mogelijke verminderingen van arbeidsplaatsen en de noodzaak van herstructurering,

C.  overtuigd van het belang van een correct niveau van bescherming van de werkgelegenheid, vooral in zulke perioden van crisis, zodat de samenleving in haar geheel beter uitgerust en gemotiveerd is om het hoofd te bieden aan de uitdagingen die deze veranderingen met zich meebrengen,

1.  is ingenomen met het voorstel van de Commissie voor een nieuw sociaal pakket, dat een oplossing probeert te vinden voor een aantal belangrijke kwesties, zoals de demografische transitie, globalisering en armoedebestrijding,

2.  is het eens over de noodzaak van gemeenschappelijke beginselen voor een actievere aanpak om personen die thans van de arbeidsmarkt zijn uitgesloten hierin te integreren, doet een beroep op de lidstaten om de strijd tegen de armoede op te voeren en rekening te houden met de successen die andere lidstaten hierbij hebben geboekt,

3.  is ingenomen met het voornemen van de Commissie om de sociale dialoog te bevorderen, aangezien een op vertrouwen berustend partnerschap binnen ondernemingen een belangrijke factor is bij het behalen van successen op de markt;

4.  is evenwel ervan overtuigd dat de voorstellen zouden kunnen worden verbeterd op punten zoals betere integratie van ouderen op de arbeidsmarkt, verbetering van onderwijs en opleiding voor jongeren en een verandering van attitude zodat mensen de globalisering meer gaan zien als een kans dan als een bedreiging;

5.  acht het dringend geboden maatregelen te nemen in het licht van de noodzaak van een grotere geografische en professionele mobiliteit;

6.  wijst erop dat er nog steeds verschillen tussen mannen en vrouwen bestaan op het punt van de kwaliteit van de banen en de gelijkheid van bezoldiging; spreekt de verwachting uit dat er concretere maatregelen worden genomen met het oog op gelijke behandeling in het beroepsleven en om een beter evenwicht tussen arbeid en persoonlijk leven mogelijk te maken voor zowel vrouwen als mannen,

7.  is van oordeel dat sommige door de Commissie aan de orde gestelde onderworpen uit hoofde van het subsidiariteitsbeginsel tot op zekere hoogte onder de bevoegdheid van de lidstaten vallen;

8.  herinnert de Commissie aan de overeenkomst op grond waarvan er een diepgaande en onafhankelijke evaluatie dient te worden verricht van ieder nieuw voorstel;

9.  merkt op dat het Parlement een aantal gevoelige dossiers moet behandelen, maar dat de Raad - ondanks uiteenlopende gezichtspunten - onlangs aanzienlijke vooruitgang heeft kunnen boeken dankzij de bereidheid tot het sluiten van compromissen; doet de toezegging dat het Parlement van zijn kant naar een soortgelijke consensus zal streven, opdat de EU met grotere snelheid en zekerheid vooruitgang kan boeken;

10.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.