Ontwerpresolutie - B6-0383/2008Ontwerpresolutie
B6-0383/2008

ONTWERPAANBEVELING AAN DE RAAD

28.8.2008

ingediend overeenkomstig artikel 114, lid 1, van het Reglement
door Sophia in 't Veld
namens de ALDE-Fractie
over de overeenkomst tussen de Europese Unie en Australië inzake de verwerking en overdracht van persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens) uit de Europese Unie door luchtvaartmaatschappijen aan de Australische douane

B6‑0383/2008

Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad betreffende de overeenkomst tussen de Europese Unie en Australië inzake de verwerking en overdracht van persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens) uit de Europese Unie door luchtvaartmaatschappijen aan de Australische douane

Het Europees Parlement,

–  gelet op de artikelen 2, 6, 24, 29 en 38 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, die de juridische grondslag vormen voor een Europees gebied van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid en voor internationale onderhandelingen met derde landen en organisaties over justitiële en politiële samenwerking in strafzaken,

–  gelet op Besluit 2008/651/GBVB/JBZ van de Raad van 30 juni 2008 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van een overeenkomst tussen de Europese Unie en Australië inzake de verwerking en overdracht van persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens) uit de Europese Unie door luchtvaartmaatschappijen aan de Australische douane, en op de overeenkomst zelf[1],

–  gelet op artikel 114, lid 1, van zijn Reglement,

1.  richt de volgende opmerkingen en aanbevelingen tot de Raad:

   Procedurele aspecten

  • a)is van mening dat de procedure die wordt gevolgd voor de sluiting van de overeenkomst, democratische legitimiteit ontbeert, aangezien er in geen enkel stadium sprake is van betekenisvolle democratische controle of parlementaire toestemming; stelt vast dat de Raad in de regel kiest voor deze procedure voor de sluiting van internationale overeenkomsten die fundamentele rechten van de Europese burgers raken;
  • b)houdt twijfels over de door de Raad gekozen rechtsgrondslag voor een internationale overeenkomst die uitsluitend gericht is op de interne veiligheidsbehoeften van een derde land en geen toegevoegde waarde bezit voor de veiligheid van de EU, haar lidstaten en de burgers van de EU; behoudt zich derhalve het recht voor het Hof van Justitie in te schakelen ingeval de legitimiteit van deze overeenkomst door een derde partij aan de orde wordt gesteld;

   Gegevensbescherming

  • c)juicht het toe dat de Australische Privacy Act onverkort voor EU-burgers geldt, maar is bezorgd over eventuele uitzonderingen en vrijstellingen waardoor EU-burgers wellicht een onvolledige juridische bescherming zullen genieten;
  • d)ten aanzien van de rechten van geregistreerden bepaalt de overeenkomst dat Australië voor een systeem zorgt dat voor personen, ongeacht nationaliteit en woonland, toegankelijk is en hen in staat stelt hun rechten uit te oefenen; met het oog op de informatieverstrekking aan passagiers zou het toe te juichen zijn als de douane bereid was het publiek op de hoogte te stellen van de verwerking van PNR-gegevens;
  • e)is van mening dat de uitwisseling van diplomatieke nota's een onaanvaardbare methode is voor het wijzigen van de lijst van ministeries en instanties die toegang hebben tot de PNR-gegevens;
  • f)gezien de categorieën gegevens die aan de douane worden doorgegeven, valt het te betreuren dat de gevraagde gegevens in dezelfde categorieën vallen als in de overeenkomst met de VS uit 2007 (de 34 gegevensvelden zijn gegroepeerd in 19 gegevenscategorieën, waarmee de indruk werd gewekt dat de hoeveelheid overdraagbare gegevens aanzienlijk was verminderd, wat feitelijk niet het geval was); een dergelijke brede verzameling gegevens is niet gerechtvaardigd en moet als onevenredig worden beschouwd;

2.  verzoekt de lidstaten en de nationale parlementen die momenteel bezig zijn met de behandeling van deze overeenkomst en/of die met de VS (BE, CZ, NL, ES, HU, PL) bovenstaande opmerkingen en aanbevelingen in aanmerking te nemen;

3.  herinnert de Raad eraan dat ingeval van inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon alle PNR-overeenkomsten herzien dienen te worden, waarbij het Europees Parlement op een eerlijke wijze betrokken moet worden;

4.  verzoekt zijn Voorzitter deze aanbeveling te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten en aan de Australische regering en het Australische parlement.