Ontwerpresolutie - B6-0539/2008Ontwerpresolutie
B6-0539/2008

ONTWERPRESOLUTIE

15.10.2008

in aansluiting op vragen B6‑0473/2008 en B6-0474/2008 voor mondelinge beantwoording
ingediend overeenkomstig artikel 108, lid 5, van het Reglement
door Pasqualina Napoletano, Raimon Obiols i Germà, Richard Howitt en Barbara Weiler
namens de PSE-Fractie
over de nieuwe partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Vietnam, en mensenrechten

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B6-0538/2008

Procedure : 2008/2643(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B6-0539/2008
Ingediende teksten :
B6-0539/2008
Aangenomen teksten :

B6‑0539/2008

Resolutie van het Europees Parlement over de nieuwe partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Vietnam, en mensenrechten

Het Europees Parlement,

–  onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over Vietnam,

–  gezien de samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam van 1995,

–  gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, dat door Vietnam in 1982 werd geratificeerd,

–  gezien de toetreding van Vietnam tot de Wereldhandelsorganisatie op 11 januari 2007,

–  gelet op artikel 108, lid 5, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat op 20 en 21 oktober 2008 in Hanoi de tweede gespreksronde tussen de Europese Unie en Vietnam over de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst zal plaatsvinden,

B.  overwegende dat de Subcommissie mensenrechten van het Europees Parlement op 25 augustus 2008 een hoorzitting over de situatie van de mensenrechten in Vietnam, Laos en Cambodja heeft gehouden,

C.  overwegende dat de volgende mensenrechtendialoog tussen de EU-trojka en Vietnam is gepland voor december 2008,

D.  overwegende dat artikel 1 van de momenteel van kracht zijnde samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam bepaalt dat “respect voor mensenrechten en democratische beginselen de basis is voor de samenwerking tussen de partijen en voor deze overeenkomst, en een wezenlijk onderdeel vormt van de overeenkomst”,

E.  overwegende dat de vrijheid van vergadering nog steeds ernstig wordt beknot en dat de Vietnamese regering in september 2008 de hardste actie in tientallen jaren heeft ondernomen tegen vreedzame katholieke demonstranten,

F.  overwegende dat de persvrijheid nog steeds ernstig wordt beknot: zo zijn in 2008 verscheidene Vietnamese journalisten gearresteerd of bestraft wegens reportages over corruptie bij de overheid en is de journalist van Associated Press door de politie gearresteerd en mishandeld wegens een reportage over een vreedzame demonstratie van Vietnamese katholieken in Hanoi,

G.  overwegende dat de etnische minderheden in de noordelijke en centrale hooglanden nog altijd worden geconfronteerd met discriminatie, inbeslagnames van hun land, en schendingen van hun godsdienstige en culturele vrijheden; overwegende dat noch onafhankelijke ngo’s, noch buitenlandse journalisten onbelemmerde toegang tot de centrale hooglanden hebben om vast te stellen wat de daadwerkelijke situatie is van de Montagnards, in het bijzonder die welke onder dwang vanuit Cambodja zijn gerepatrieerd; overwegende dat sinds 2001 meer dan 300 Montagnards tot gevangenisstraffen zijn veroordeeld wegens vreedzame politieke of religieuze activiteiten,

H.  overwegende dat Thich Quang Do, leider van de Unified Buddhist Church of Vietnam en in 2006 winnaar van de Rafto-prijs voor mensenrechtenactivisten, ondanks voortdurende oproepen van de internationale gemeenschap sinds 1982 vele malen gevangen is genomen en tot op de dag van vandaag onder huisarrest staat,

I.  overwegende dat de regering van Vietnam de Unified Buddhist Church van Vietnam, een van de grootste boeddhistische organisaties in Zuid- en Midden-Vietnam, nog steeds niet erkent,

J.  overwegende dat Vietnam wetgeving heeft vastgesteld die de toegang tot het internet beperkt met filters en controle op inhoud, en grote aantallen zogenaamde cyberdissidenten heeft gearresteerd omdat zij het internet hebben gebruikt om hun kijk op mensenrechten en democratie te verspreiden of omdat zij aan onlinediscussies over democratie hebben deelgenomen, overwegende dat internetauteur en voorvechter van democratie Nguyen Hoang Hai, bekend onder zijn schrijversnaam Dieu Cay, op 10 september 2008 tot een gevangenisstraf is veroordeeld,

K.  overwegende dat leden van de etnische minderheid Khmer (Khmer Krom) in Zuid-Vietnam met religieuze vervolging en inbeslagname van land zijn geconfronteerd; verder overwegende dat de autoriteiten ongeveer twintig boeddhistische Khmer Krom-monniken uit hun ambt hebben ontzet wegens hun deelname in februari 2007 aan een vreedzame demonstratie voor meer godsdienstvrijheid, en vijf van hen tot een gevangenisstraf hebben veroordeeld; overwegende dat de Vietnamese autoriteiten de Khmer Krom-monnik Tim Sakhorn na zijn vrijlating uit de gevangenis in mei 2008 onder huisarrest hebben geplaatst; overwegende dat de autoriteiten buitensporig geweld hebben gebruikt tegen Khmer Krom-boeren die aandrongen op de beslechting van landgeschillen,

1.  benadrukt dat de mensenrechtendialoog tussen de Europese Unie en Vietnam tot tastbare verbeteringen in Vietnam moet leiden; verzoekt de Raad en de Commissie het samenwerkingsbeleid jegens Vietnam opnieuw te bezien met inachtneming van artikel 1 van de samenwerkingsovereenkomst van 1995, dat bepaalt dat de samenwerking stoelt op respect voor democratische beginselen en fundamentele rechten;

2.  verzoekt de Commissie duidelijke benchmarks vast te stellen voor het evalueren van de bestaande ontwikkelingsprojecten in Vietnam, teneinde te beoordelen of zij in overeenstemming zijn met de democratieclausule;

3.  verzoekt de Commissie en de Raad Vietnam – in het kader van de lopende onderhandelingen over een nieuwe partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst, mét een duidelijke democratieclausule – dringend te verzoeken een eind te maken aan de huidige stelselmatige schendingen van democratie en mensenrechten voordat de overeenkomst wordt gesloten, en de Vietnamese regering met name te vragen om:

  • actief samen te werken met de mensenrechtenmechanismen van de VN door de speciale afgezant voor religieuze onverdraagzaamheid, die Vietnam in 1998 voor het laatst heeft bezocht, en de werkgroep Willekeurige detentie, die Vietnam in 1994 voor het laatst heeft bezocht, voor een bezoek aan Vietnam uit te nodigen, en medewerkers en speciale afgezanten van de VN onbelemmerde toegang te geven tot alle regio’s, met inbegrip van de centrale en noordelijke hooglanden, waar zij vertrouwelijke gesprekken moeten kunnen voeren met politieke en religieuze gevangenen en Montagnards-asielzoekers die vanuit Cambodja naar Vietnam zijn teruggekeerd;
  • onmiddellijk al diegenen vrij te laten die gevangen zijn gezet of vast worden gehouden wegens het op vreedzame wijze tot uiting brengen van hun politieke of religieuze overtuigingen, waaronder meer dan 300 Montagnards-christenen, Khmer Krom boeddhistische monniken, democratie-activisten, landrechtenactivisten, cyberdissidenten, vakbondsleiders, katholieken en aanhangers van het Hoa Hao-boeddhisme en het Cao Dai-geloof;
  • onmiddellijk het huisarrest op te heffen van Thich Quang Do, de hoogste patriarch van de Unified Buddhist Church of Vietnam, en Tim Sakhorn, de Khmer Krom-monnik die in mei 2008 uit de gevangenis in Vietnam is ontslagen maar sindsdien onder huisarrest is gebleven;
  • onafhankelijke religieuze organisaties toe te staan vrijelijk en zonder ingrijpen door de overheid religieuze activiteiten te ontplooien, en zich, indien zij dat wensen, bij de overheid te laten registreren; de door de Vietnamese regering geconfisqueerde kerkelijke eigendommen en pagodes terug te geven;
  • de bepalingen in de Vietnamese wet te schrappen die dissidente en bepaalde religieuze activiteiten strafbaar stellen op grond van vaag omschreven misdrijven “tegen de nationale veiligheid”, zodat deze wetten niet kunnen worden toegepast op mensen die gebruik maken van de fundamentele rechten van meningsuiting, vergadering, vereniging en godsdienstvrijheid;
  • een einde te maken aan de censuur en controle door de Vietnamese regering op de binnenlandse media, met inbegrip van het internet en elektronische communicatie, en de publicatie van onafhankelijke, particuliere kranten en tijdschriften toe te staan;

4.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen van de leden van ASEAN, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de hoge commissaris voor de mensenrechten van de VN, en de regering en het parlement van Vietnam.