ONTWERPRESOLUTIE
17.11.2008
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
door Frithjof Schmidt, Angelika Beer
namens de Verts/ALE-Fractie
over het conflict in de Democratische Republiek Congo
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B6-0590/2008
Procedure : 2008/2673(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :
B6-0590/2008
Ingediende teksten :
B6-0590/2008
Debatten :
Stemmingen :
Aangenomen teksten :
B6‑0590/2008
Resolutie van het Europees Parlement over het conflict in de Democratische Republiek Congo
Het Europees Parlement,
- –gezien zijn eerdere resoluties en in het bijzonder die van oktober 2008,
- –gezien zijn resolutie over de illegale exploitatie van de natuurlijke rijkdommen van de Democratische Republiek Congo,
- –gezien zijn resolutie van 17 januari 2008 over de situatie in de Democratische Republiek Congo en verkrachting als oorlogsmisdaad,
- –gelet op artikel 103, lid 2, van zijn Reglement,
- A.overwegende dat de hernieuwde gevechten tussen strijdmachten van de rebellengroep Congrès National pour la Défense du Peuple (CNDP), die geleid wordt door de voormalige generaal Laurent Nkunda, en het geregelde Congolese leger dat zich verbonden heeft met milities uit het oostelijk deel van de Democratische Republiek Congo (DRC), aanleiding hebben gegeven tot enorm lijden onder de bevolking en een groot aantal dodelijke slachtoffers onder de burgerbevolking,
- B.overwegende dat de verschillende gewapende groeperingen, waaronder ook de regeringstroepen, zich schuldig hebben gemaakt aan ernstige schendingen van de rechten van de mens in het oostelijk deel van de DRC en aan plundering van de natuurlijke rijkdommen van dit gebied,
- C.overwegende dat een door de Verenigde Naties gesponsorde spoedtop van de Afrikaanse Unie op 7 november plaats heeft gevonden te Nairobi en dat die ondermeer werd bijgewoond door president Joseph Kabila van de DRC en president Paul Kagame van Rwanda, maar dat er op het moment dat deze conferentie begon nieuwe gevechten zijn uitgebroken in Goma,
- D.overwegende dat de vredesovereenkomst die was gesloten tussen de Congolese regering en 22 gewapende groeperingen, waaronder die van Laurent Nkunda in augustus op niets is uitgelopen,
- E.overwegende dat de Verenigde Naties een speciale gezant benoemd hebben, de heer Obasanjo, voormalig president van Nigeria, die tot taak heeft om onder de auspiciën van de VN vredesbesprekingen op gang te brengen en een overeenstemming te bereiken over een wapenstilstand en de opening van een humanitaire corridor om hulp aan de vluchtelingen mogelijk te maken,
- F.overwegende dat naar schatting alleen al in de provincie Noord Kivoe1 miljoen mensen van huis en haard zijn verdreven,
- G.overwegende dat door de aanwezigheid van Rwandese rekruten in de strijdmacht van Laurent Nkunda de vijandigheid tegen de Congolese Tutsi's en tegen Rwanda wordt aangewakkerd en dat deze aanwezigheid volgens een verslag van een mensenrechtenorganisatie door de regering van Rwanda wordt ondersteund,
- H.overwegende dat de exploitatie van de natuurlijke rijkdommen van de DRC, zoals het mineraal coltan dat in mobiele telefoons wordt gebruikt, een belangrijke factor vormt bij het onderhouden van het conflict in deze regio, dat nu al ongeveer tien jaar duurt,
- I.overwegende dat een aantal buurlanden van de DRC, te weten Rwanda, Uganda, Burundi en Tanzania, in vele gevallen betrokken zijn bij de export en doorvoer van illegaal geëxploiteerde natuurlijke rijkdommen van de DRC, en dat het gewapende conflict hierdoor in leven wordt gehouden,
- J.overwegende dat het bij een groot aantal van de gewapende groeperingen die de bevolking van het oosten van de DRC terroriseren twijfelachtig is of ze zonder de middelen afkomstig van het plunderen van deze natuurlijke rijkdommen lang operationeel zouden kunnen blijven; en dat het in elk geval waarschijnlijk is dat hun capaciteit in dat geval ernstig zou worden verzwakt;
- K.overwegende dat de vredesbewaringstroepen van de VN te gering in aantal en te slecht uitgerust zijn om de burgerbevolking toereikende bescherming te kunnen bieden;
- L.overwegende dat de Nationale Vergadering van de DRC een standpunt heeft goedgekeurd, waarin de noodzaak wordt onderstreept om de aan het conflict ten grondslag liggende factoren aan te pakken, en met name de plundering van de minerale rijkdommen van het betrokken gebied;
- 1.spreekt zijn veroordeling uit over de slachtingen onder de burgerbevolking en onderstreept de noodzaak om een internationale onafhankelijke onderzoeksmissie in te stellen, die moet vaststellen wie er voor deze situatie verantwoordelijk zijn en die een einde moet maken aan hun straffeloosheid;
- 2.roept alle partijen op hun toezeggingen na te komen om de burgerbevolking te beschermen en de mensenrechten te eerbiedigen, zoals is vastgelegd in de vredesovereenkomst van Goma en de verklaring van Nairobi, en om deze spoedig toe te passen;
- 3.acht een uitbreiding noodzakelijk van het mandaat en de uitrusting van de VN-waarnemingsmacht MONUC, teneinde deze in staat te stellen zich met succes te kwijten van haar taak om de burgerbevolking van het oosten van de DRC te beschermen tegen overvallen door de verschillende gewapende groeperingen;
- 4.is van oordeel dat er een internationale conferentie met worden gehouden over het gebied van de Grote Meren, die zou moeten zoeken naar een duurzame politieke oplossing voor het conflict en een gezonde integratie van de regio zou moeten bevorderen, welke alle landen van de regio ten goede zou komen;
- 5.is van oordeel dat de diepere oorzaak van de het Oostcongolese conflict gelegen is in de aanwezigheid van buitenlandse gewapende groeperingen, die de minerale en agrarische rijkdommen van dit gebied controleren, en in de cultuur van straffeloosheid van hen die zich schuldig maken aan schendingen van de mensenrechten;
- 6.doet een beroep op de lidstaten van de EU om uitvoering te geven aan de aanbevelingen van het VN-Panel van experts voor de illegale exploitatie van de natuurlijke rijkdommen van de DRC, waaronder ook die welke de sancties betreffen tegen personen en ondernemingen wier deelname aan de plundering van deze rijkdommen is bewezen, ten einde daarmee bij te dragen aan de stabilisering van het land;
- 7.verzoekt de Commissie en de Raad om in besprekingen met de regeringen van de DRC en haar buurlanden aan te dringen op effectieve stappen om paal en perk te stellen aan de illegale exploitatie van de natuurlijke rijkdommen van de DRC en uitvoering te geven aan een effectief traceerbaarheidssysteem voor de herkomst van natuurlijke rijkdommen, zoals goud, cassiteriet (tinerts), coltan, kobalt, diamant, pyrochloor en hout; waarbij ook moet worden gezorgd voor de stationering op hun grondgebied van door de VN gemandateerde waarnemers die controle uitoefenen op de invoer van natuurlijke rijkdommen uit de DRC en waarbij ook garanties moeten worden geboden voor de bescherming van deze controleurs;
- 8.pleit nogmaals voor de daadwerkelijke invoering van controlemechanismen, zoals het proces van Kimberley, ter bepaling van de herkomst van grondstoffen die in de EU worden ingevoerd;
- 9.dringt aan op onderzoek en gerechtelijke procedures ten aanzien van oorlogsmisdaden, de plundering van de natuurlijke rijkdommen van de DRC, om overeenkomstig het beginsel van Universele Jurisdictie een einde te maken aan de straffeloosheid voor deze daden;
- 10.verzoekt de Raad en de lidstaten van de EU om te vragen naar het verslag van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties over de natuurlijke hulpbronnen;
- 11.verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de secretaris-generaal van de Afrikaanse Unie en de regeringen van de DRC en haar buurlanden.