Ontwerpresolutie - B6-0591/2008Ontwerpresolutie
B6-0591/2008

ONTWERPRESOLUTIE

17.11.2008

naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
door Tobias Pflüger
namens de GUE/NGL-Fractie
over de reactie van de Europese Unie op de verslechterende situatie in het oosten van de Democratische Republiek Congo

Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B6-0591/2008
Ingediende teksten :
B6-0591/2008
Aangenomen teksten :

B6‑0591/2008

Resolutie van het Europees Parlement over de reactie van de Europese Unie op de verslechterende situatie in het oosten van de Democratische Republiek Congo

Het Europees Parlement,

–  gezien de gezamenlijke verklaring over de situatie in de DRC die de staatshoofden van het Grote-Merengebied op 7 november 2008 in Nairobi hebben afgelegd,

–  gezien het communiqué dat is uitgebracht na afloop van de 155e vergadering van de vredes- en veiligheidsraad van de Afrikaanse Unie van 31 oktober 2008,

–  gezien de verklaring van Goma van 23 januari 2008,

–  gezien de conclusies van de Raad van 10 en 11 november 2008 over de DRC,

–  gelet op artikel 103, lid 2, van zijn Reglement,

A.  overwegende dat de situatie in het oosten van de DRC nog is verergerd door de recente gevechten tussen het leger van de DRC en het Congrès National pour la Défense du Peuple (CNDP) van Laurent Nkunda,

B.  overwegende dat deze gevechten volgen op langdurige gevechten tussen het leger van de DRC, het CNDP, soldaten van de Forces Démocratiques pour la Libération du Rwanda (FDLR) en troepen van het Oegandese Verzetsleger van de Heer (LRA), die al maandenlang leiden tot enorme ontreddering onder de burgerbevolking van de oostelijke provincies van de DRC,

C.  overwegende dat volgens berichten het leger van de DRC ervan beschuldigd wordt dat het met het FDLR samenwerkt om de minerale rijkdommen in de regio te exploiteren in plaats van deze groepering, die tegen eind augustus ontwapend had moeten zijn, te bestrijden,

D.  overwegende dat volgens verscheidene berichten troepen uit buurlanden klaarstaan om tussenbeide te komen,

E.  overwegende dat de VN overweegt om de momenteel 17 000 man sterke MONUC met nog eens 3 000 soldaten en politiemensen te versterken en de inzetting in het oostelijke deel van de DRC uit te breiden,

F.  overwegende er sinds 2005 drie EU-missies in de DRC zijn ingezet,

G.  overwegende dat er sinds de ondertekening van het vredesakkoord van Goma op 23 januari 2008 slachtingen zijn aangericht, jonge meisjes, moeders en oudere vrouwen zijn verkracht en burgers en kindsoldaten zijn gedwongen om zich bij de strijdkrachten aan te sluiten, naast een hele reeks andere gewelddaden en ernstige schendingen van de mensenrechten in het oosten van de DRC, zowel door het CNDP en de FDLR als door het leger van de DRC zelf,

H.  overwegende dat het absoluut noodzakelijk is een politieke oplossing voor het conflict in de oostelijke provincies van de DRC te vinden teneinde vertrouwen te scheppen, de vrede te consolideren en zo de weg vrij te maken voor democratie en sociale en economische ontwikkeling in de regio, ten behoeve van het welzijn van alle volkeren in het Grote-Merengebied,

I.  overwegende dat het conflict in de DRC sinds 1998 aan 5 400 000 mensen het leven heeft gekost en nog steeds direct of indirect tot de dood van 1 500 mensen per dag leidt,

J.  overwegende dat de nieuwe gevechten in Noord-Kivu volgens verslagen van de UNHCR tot een groot aantal slachtoffers en meer dan 250 000 nieuwe ontheemden hebben geleid, wat het aantal binnenlandse ontheemden in Noord-Kivu op 1 miljoen brengt,

K.  overwegende dat de MONUC overweegt om 40 000 binnenlandse ontheemden te verplaatsen die zich in het kruisvuur bevinden,

L.  overwegende dat er in de regio een cholera-epidemie dreigt uit te breken,   

M.  overwegende dat er in de gebieden waar gevochten wordt, dringend behoefte is aan voedsel- en medische hulp,

N.  overwegende dat de EU voor 4 miljoen euro extra humanitaire hulp aan de DRC heeft beloofd,

1.  is van mening dat voor het conflict in het oostelijke deel van de DRC alleen een politieke oplossing kan worden gevonden, die moet worden bereikt door onderhandelingen tussen alle betrokken partijen; is daarom verheugd dat de secretaris-generaal van de VN een speciale gezant en een team van bemiddelaars onder leiding van de voormalige Nigeriaanse president Olusegun Obassanjo heeft aangewezen;

2.  is verheugd dat president Kabila en generaal Laurent Nkunda zich bereid hebben verklaard om met de speciale gezant van de secretaris-generaal van de VN samen te werken, en roept alle betrokken partijen op om, zoals reeds in januari 2008 overeengekomen in Goma, een vredesproces aan te vatten;

3.  is tegen verdere militaire interventie van de EU en een eventuele versterking van de troepen onder het bevel van de MONUC;

4.  steunt de oproep tot een onmiddellijk staakt-het-vuren door alle troepen en milities in Noord-Kivu die de staatshoofden van het Grote-Merengebied hebben gedaan in de gezamenlijke verklaring van Nairobi over de situatie in de DRC;

5.  roept alle betrokken partijen op om onmiddellijk uitvoering te geven aan het communiqué van Nairobi, het akkoord van Goma en alle overige desbetreffende akkoorden en protocollen, teneinde duurzame vrede en politieke stabiliteit tot stand te brengen;

6.  moedigt de regeringen van het Grote-Merengebied aan een dialoog aan te gaan met als doel hun inspanningen te bundelen om zo de spanningen te verminderen en het geweld in het oosten van de DRC een halt toe te roepen vóór het conflict zich over de hele regio verspreidt;

7.  roept alle buurlanden op om geen troepen naar de DRC te sturen en geen rebellengroeperingen in de DRC te steunen;

8.  roept op om een einde te maken aan de illegale exploitatie van de natuurlijke rijkdommen in het oosten van de DRC en om het eigendom van de natuurlijke rijkdommen van de volkeren van het Grote-Merengebied te eerbiedigen;

9.  veroordeelt ten stelligste de moordpartijen die al jarenlang in de oostelijke provincies van de DRC plaatsvinden en verzoekt alle bevoegde nationale en internationale autoriteiten de daders stelselmatig te vervolgen en te berechten;

10.  dringt er bij alle actoren op aan de rechtsstaat te herstellen en de straffeloosheid te bestrijden, met name in het licht van de massale verkrachtingen van vrouwen en meisjes en het ronselen van kindsoldaten;

11.  merkt met bezorgdheid op dat de UNHCR gewag maakt van ongeveer 80 vermiste kinderen, wat de vrees bevestigt dat er opnieuw kindsoldaten gedwongen worden geronseld;

12.  is verheugd dat de Europese Commissie voor 4 miljoen euro extra hulp aan de DRC heeft beloofd om de huidige humanitaire toestand te verhelpen, en roept op tot een verdere opvoering van de humanitaire hulp van de EU;

13.  verzoekt de Raad en de Commissie met klem onmiddellijk grootschalige programma's voor medische assistentie voor de burgerbevolking te implementeren in het oosten van de DRC, teneinde aan de eerste behoeften tegemoet te komen in afwachting van de noodzakelijke wederopbouw;

14.  pleit voor de daadwerkelijke invoering van controlemechanismen, zoals het proces van Kimberley, om de herkomst te bepalen van grondstoffen die in de EU worden ingevoerd;

15.  verzoekt de Raad en elke EU-lidstaat specifieke hulp te verlenen aan de bevolking in het oosten van de DRC;

16.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de instellingen van de Afrikaanse Unie en de parlementen en regeringen van de landen van het Grote-Merengebied.