ONTWERPRESOLUTIE
27.4.2009
door Anni Podimata
namens de Commissie industrie, onderzoek en energie
over het ontwerp van richtlijn van de Commissie ter uitvoering en tot wijziging van Richtlijn 92/75/EEG van de Raad wat de etikettering van het energieverbruik van televisietoestellen betreft
B6‑0260/2009
Resolutie van het Europees Parlement over het ontwerp van richtlijn van de Commissie ter uitvoering en tot wijziging van Richtlijn 92/75/EEG van de Raad wat de etikettering van het energieverbruik van televisietoestellen betreft
Het Europees Parlement,
– gelet op Richtlijn 92/75/EEG van de Raad van 22 september 1992 betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaard-productinformatie van huishoudelijke apparaten[1], inzonderheid de artikelen 9 en 12 daarvan,
– gezien het ontwerp van richtlijn van de Commissie ter uitvoering en tot wijziging van Richtlijn 92/75/EEG van de Raad wat de etikettering van het energieverbruik van televisietoestellen betreft,
– gezien het advies van het in artikel 10 van bovengenoemde richtlijn bedoelde comité,
– gezien de mededeling van de Commissie van 19 oktober 2006 "Actieplan voor energie‑efficiëntie – het potentieel realiseren" (COM(2006)0545),
– gezien het voorstel van de Commissie van 13 november 2008 voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaard-productinformatie van energiegerelateerde producten (COM(2008)0778),
– gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaard-productinformatie van energiegerelateerde producten (herschikking) (A6‑0146/2009),
– gelet op artikel 5 bis, lid 3, letter b), van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden[2],
– gelet op artikel 81, lid 2 en lid 4, letter b), van zijn Reglement,
A. overwegende dat het belangrijkste doel van Richtlijn 92/75/EEG (hierna de kaderrichtlijn) overeenkomstig artikel 1 erin bestaat "de harmonisatie mogelijk te maken van nationale voorschriften met betrekking tot de bekendmaking, met name door middel van etikettering en verstrekking van productinformatie, van informatie over het energieverbruik en het verbruik van andere belangrijke hulpbronnen, alsmede aanvullende informatie op dat gebied voor bepaalde soorten huishoudelijke apparaten, zodat de consument kan kiezen voor op energiegebied efficiëntere apparaten",
B. overwegende dat de kaderrichtlijn ook bepaalt dat "de verstrekking van nauwkeurige, zinnige en vergelijkbare informatie over het specifieke energieverbruik van huishoudelijke apparaten het publiek ertoe kan aanzetten te kiezen voor apparaten die minder energie verbruiken",
C. overwegende dat, zoals blijkt uit de evaluatie van de Commissie bij het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaard-productinformatie van energiegerelateerde producten (SEC(2008)2862), de oorspronkelijke succesvolle A-G-indeling overal ter wereld navolging heeft gekregen, onder meer in landen als Brazilië, China, Argentinië, Chili, Israël en Zuid-Afrika,
D. overwegende dat televisietoestellen veel energie verbruiken en dat de opneming van deze toestellen in de regeling inzake de etikettering van energieverbruik overeenkomstig artikel 1, lid 2, van de kaderrichtlijn, een aanzienlijk besparingspotentieel inhoudt,
overwegende dat de etikettering van het energieverbruik van televisietoestellen zoveel mogelijk in overeenstemming moet zijn met de bestaande etiketteringsregelingen voor andere huishoudtoestellen,
F. overwegende dat de bovengenoemde mededeling van de Commissie stelt dat de bestaande indeling voor de etikettering "op basis van studies inzake ecologisch ontwerp om de vijf jaar, of wanneer nieuwe technologische ontwikkelingen dit rechtvaardigen, [zal] worden opgewaardeerd of opnieuw ingedeeld om het A-label voor te behouden aan de 10 à 20 % best presterende installaties",
G. overwegende dat het voor de succesvolle toepassing van de regeling inzake de etikettering van het energieverbruik van essentieel belang is om maatregelen te nemen die een duidelijke, volledige, vergelijkbare en voor de consument gemakkelijk te begrijpen informatieverstrekking over de energie-efficiëntie van huishoudtoestellen verzekeren,
H. overwegende dat de inkomsten van de producenten van huishoudtoestellen zullen toenemen indien de consumenten meer energie-efficiënte in plaats van minder efficiënte toestellen kopen,
I. overwegende dat het ontwerp van richtlijn van de Commissie, specifiek in verband met de opmaak van het etiket en de indeling van de energie-efficiëntieklassen, een nieuwe wijziging invoert waarbij nieuwe A-klassen (bv. A-20%, A-40%, A-60%) worden toegevoegd, dat dit aanleiding kan geven tot verwarring bij de consumenten en hun inzicht in de energie-efficiëntie-indeling kan verstoren, waardoor zij minder goed in staat zijn om voor energie-efficiënte toestellen te kiezen,
J. overwegende dat de indeling met een beperkt aantal technische aanpassingen van de etikettering veel duidelijker en begrijpelijker zou zijn voor de consumenten,
K. overwegende dat is gebleken dat de consumenten de A-G-indeling duidelijk vinden, maar dat de Commissie geen evaluatie heeft verricht om na te gaan of de invoering van de klassen A-20%, A‑40% en A-60% , naast lege lagere klassen duidelijker dan wel misleidend is voor consumenten,
L. overwegende dat een herindeling van de bestaande producten in een gesloten A‑G‑indeling met name kan voorkomen dat lege lagere klassen ontstaan, hetgeen consumenten zou kunnen misleiden,
overwegende dat de invoering van deze bijkomende efficiëntieklassen in de bestaande A‑G‑indeling, ook voor andere producten, tot onduidelijkheid kan leiden over de vraag of de A-klasse voor een efficiënt of een inefficiënt product staat,
N. overwegende dat een dergelijke maatregel niet tegemoetkomt aan de doelstelling van het basisbesluit om aan de consument nauwkeurige, zinnige en vergelijkbare informatie te verstrekken,
O. overwegende dat de Commissie een voorstel tot herschikking van de kaderrichtlijn heeft ingediend, waarbij nieuwe wijzigingen kunnen worden ingevoerd die op hun beurt gevolgen hebben voor de voorgestelde uitvoeringsbepalingen,
1. maakt bezwaar tegen de aanneming van het ontwerp van richtlijn van de Commissie ter uitvoering en tot wijziging van Richtlijn 92/75/EEG van de Raad wat de etikettering van het energieverbruik van televisietoestellen betreft;
2. is van mening dat het ontwerp van richtlijn niet verenigbaar is met het doel van het basisbesluit;
3. verzoekt de Commissie het ontwerp van richtlijn in te trekken en zo spoedig mogelijk, en uiterlijk op 30 september 2009, een nieuw ontwerp, gebaseerd op een gesloten A‑G‑indeling, aan het in artikel 10 van Richtlijn 92/75/EEG van de Raad bedoelde comité voor te leggen;
4. meent dat de opmaak van het etiket een essentieel onderdeel is van de richtlijn inzake de etikettering van energieverbruik, waarover in het kader van de momenteel lopende medebeslissingsprocedure tot herziening en herschikking van de geldende richtlijn moet worden besloten;
5. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten.