ONTWERPRESOLUTIE over de Litouwse wet betreffende de bescherming van minderjarigen tegen de schadelijke gevolgen van openbare informatie
9.9.2009
ingediend overeenkomstig artikel 115 en artikel 110, lid 2, van het Reglement
Véronique Mathieu, Vytautas Landsbergis namens de PPE-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B7-0026/2009
B7‑0027/2009
Resolutie van het Europees Parlement over de Litouwse wet betreffende de bescherming van minderjarigen tegen de schadelijke gevolgen van openbare informatie
Het Europees Parlement,
– gelet op het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind,
– gezien de verplichtingen ingevolge internationale en Europese overeenkomsten op het gebied van de mensenrechten zoals de VN-Verdragen inzake de rechten van de mens en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden,
– gelet op de regels van de Europese Unie op het gebied van de mensenrechten en met name het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie,
– gelet op artikel 13 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, dat de Raad machtigt om, binnen de grenzen van de door het Verdrag aan de Gemeenschap verleende bevoegdheden, met eenparigheid van stemmen passende maatregelen te nemen om discriminatie te bestrijden,
– gelet op artikel 115 en artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat het Litouwse parlement op 14 juli 2009 amendementen heeft aangenomen op de wet betreffende de bescherming van minderjarigen tegen de schadelijke gevolgen van openbare informatie, die op 1 maart 2010 van kracht zal worden en die een verbod inhoudt op rechtstreekse doorgifte van openbare informatie die homoseksuele, biseksuele of polygame relaties propageert, aan minderjarigen omdat zij daardoor in hun ontwikkeling worden geschaad;
B. overwegende dat het wetsvoorstel nog in behandeling is en dat de media de publieke opinie wakker hebben geschud en grootschalige reacties hebben uitgelokt,
C. overwegende dat artikel 4, lid 12, van de wet een verbod inhoudt op informatie met een spottende of vernederende strekking ten aanzien van nationaliteit, ras, geslacht, handicaps, seksuele gerichtheid, sociale status, taal, godsdienst, geloof of gedrag,
D. overwegende dat het Zweedse voorzitterschap van de EU de wet met de Litouwse overheid heeft besproken en dat de Litouwse president heeft verklaard dat zij erop toe zal zien dat de wet aan de Europese en internationale vereisten voldoet,
E. overwegende dat in het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind wordt gesteld dat "aan het gezin, als de kern van de samenleving en de natuurlijke omgeving voor de ontplooiing en het welzijn van al haar leden en van kinderen in het bijzonder, de nodige bescherming en bijstand dient te worden verleend opdat het zijn verantwoordelijkheden binnen de gemeenschap volledig kan dragen",
F. overwegende dat artikel 22 van de richtlijn "televisie zonder grenzen" de lidstaten toestaat passende maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat in televisie-uitzendingen geen programma's voorkomen die de lichamelijke, geestelijke of zedelijke ontwikkeling van minderjarigen ernstig zouden kunnen aantasten,
1. bekrachtigt het in het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind verankerde beginsel dat "het kind, voor de volledige en harmonische ontplooiing van zijn of haar persoonlijkheid, dient op te groeien in een gezinsomgeving, in een sfeer van geluk, liefde en begrip"; is er daarnaast van overtuigd dat, zoals in de Verklaring van de rechten van het kind wordt gesteld, "het kind op grond van zijn lichamelijke en geestelijke onrijpheid bijzondere bescherming en zorg nodig heeft, met inbegrip van doelmatige wettelijke bescherming, zowel vóór als na de geboorte";
2. bevestigt de betekenis voor de EU van de bestrijding van alle vormen van discriminatie, met name discriminatie op grond van seksuele gerichtheid;
3. is verheugd over de verklaringen van de nieuwe president van Litouwen en de instelling van een werkgroep in Litouwen die moet nagaan of de wet op bepaalde punten gewijzigd kan worden, en verzoekt de Litouwse president en autoriteiten erop toe te zien dat de wetten van het land verenigbaar zijn met de internationale en Europese normen op het gebied van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;
4. wijst erop dat de wet betreffende de bescherming van minderjarigen tegen de schadelijke gevolgen van openbare informatie nog niet van kracht is en voor de inwerkingtreding nog zal worden herzien;
5. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en de parlementen van de lidstaten en de kandidaat-lidstaten en aan de president van de Republiek Litouwen.