Ontwerpresolutie - B7-0103/2009Ontwerpresolutie
B7-0103/2009

ONTWERPRESOLUTIE over de stand van zaken van SIS II en VIS

19.10.2009

naar aanleiding van een verklaring van de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement

Tatjana Ždanoka namens de Verts/ALE-Fractie

Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B7-0103/2009
Ingediende teksten :
B7-0103/2009
Debatten :
Aangenomen teksten :

B7‑0103/2009

Resolutie van het Europees Parlement over de stand van zaken van SIS II en VIS

Het Europees Parlement,

–    gelet op artikel 110, lid 2, van het Reglement,

 

A.  overwegende dat het Schengen Informatie Systeem (SIS) is opgericht als de voornaamste compensatiemaatregel in het kader van het vrije verkeer op het grondgebied van de Schengen-landen,

 

B.   overwegende dat het huidige SIS een grootschalige databank is, die werkt als een gemeenschappelijk informatiesysteem, hetgeen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten in staat stelt om, door middel van een automatisch zoekproces, gegevens over personen en objecten te zoeken en te verkrijgen,

 

C.  overwegende dat alleen de volgende persoonsgegevens in het huidige SIS mogen worden bewaard: naam, voornaam, eerste letter van de tweede voornaam, aliassen, fysieke kenmerken, geboorteplaats en -datum, geslacht, nationaliteit, of de betrokken personen gewapend of gewelddadig zijn, de reden voor de waarschuwing, en de te ondernemen actie,

 

D.  overwegende dat gevoelige informatie betreffende de raciale oorsprong, politieke, godsdienstige of andere overtuigingen, of gegevens betreffende gezondheid of van een seksuele aard in het huidige SIS niet mogen worden bewaard,

 

E.   overwegende dat justitie, de visum- en immigratieautoriteiten, Europol en Eurojust, de voertuigregistratieautoriteiten en de grensbewakings- en douaneautoriteiten nu reeds toegang tot de SIS-databank hebben om hun specifieke taken uit te voeren,

 

F.   overwegende dat de SIS II-verordening en het SIS II-besluit bepalen dat het SIS II wordt opgericht om "de bevoegde autoriteiten van de lidstaten in staat te stellen samen te werken door middel van het uitwisselen van informatie met het oog op het controleren van personen en objecten"; verder overwegende dat het "zal bijdragen tot het handhaven van een hoog veiligheidsniveau in een ruimte zonder binnengrenscontroles",

 

G.  overwegende dat een groot aantal autoriteiten van het SIS gebruik maken voor een ander dan het oorspronkelijke doel, in het bijzonder voor het verzamelen van informatie voor de politie; verder overwegende dat de toegang tot het systeem van veiligheidsdiensten, zoals voor het doorgeven van SIS-gegevens aan andere landen, en het aan elkaar koppelen van waarschuwingen, een volgende stap op deze weg zou zijn,

 

H.  overwegende dat asielautoriteiten toegang zullen krijgen tot de persoonsgegevens van personen voor wie een terugkeerverbod geldt dat strookt met het voorstel voor een richtlijn inzake terugkeer,

 

I.    overwegende dat biometrische gegevens (foto's en vingerafdrukken) in het SIS II en het VIS kunnen worden geïntroduceerd,

 

J.    overwegende dat een verlenging van de bewaarperiode is voorzien voor in feite alle waarschuwingen zonder enige rechtvaardiging: immigratiegegevens zouden worden bewaard voor vijf jaar in plaats van drie; gegevens van personen tegen wie een arrestatie- en uitzettings- of uitleveringsbevel is uitgevaardigd, van personen om bescherming te waarborgen of een bedreiging te voorkomen, en van personen die door justitie worden gezocht, zouden worden bewaard voor tien jaar in plaats van drie; gegevens van personen die discreet moeten worden gevolgd of die gedetailleerder moeten worden gecontroleerd zouden worden bewaard voor drie jaar in plaats van één,

 

K.  overwegende dat de Commissie op 6 december 2001 is gemandateerd om de tweede generatie SIS te ontwikkelen, met als beoogde datum van inwerkingtreding maart 2007,

 

L.   overwegende dat het nieuwe systeem ten gevolg van een groot aantal problemen en vertragingen nog altijd niet operationeel is, en dat er twijfels zijn geuit omtrent de levensvatbaarheid van het project,

 

M.  overwegende dat een aantal landen, waaronder Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Cyprus, Bulgarije, Roemenië en Liechtenstein, niet in het SIS-systeem zullen worden geïntegreerd voordat een oplossing is gevonden,

 

N.  overwegende dat de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 4 en 5 juni 2009 goedkeuring heeft gehecht aan een aantal conclusies met betrekking tot de nieuwe oriëntatie van het Schengen Informatie Systeem (SIS II), die erop neerkomen dat het systeem verder moet worden ontwikkeld op basis van het bestaande SIS II-project, maar met het SIS I + -systeem als alternatief scenario,

 

O.  overwegende dat er twee technische tests (zogenaamde mijlpaaltetst) zullen moeten worden gehouden, de eerste eind 2009 en de tweede in de zomer van 2010,

 

P.   overwegende dat de verwachting nu is dat SIS II pas in het laatste kwartaal van 2011 operationeel kan worden,

 

Q.  overwegende dat ook het VIS vertraging oploopt, aangezien de datum van inwerkingtreding (eind 2009) niet zal worden gehaald en dat de inwerkingtreding misschien wel tot na september 2010 zal moeten worden uitgesteld ten gevolg van een aantal problemen bij het ontwikkelen van de kern van het VIS-systeem door de Commissie en gezien de voorbereidingen die op nationaal niveau in de lidstaten nog moet worden gedaan,

 

R.   overwegende dat er wat gegevensbescherming, en de kwaliteit en de veiligheid van de gegevens betreft een aantal positieve aspecten is; verder overwegende dat het SIS II tot een volwaardig EU-agentschap zal worden ontwikkeld, hetgeen tot meer democratisch toezicht zal leiden,

 

1.   uit zijn grote bezorgdheid over de introductie van biometrische gegevens in het VIS en SIS II, over het toenemende aantal autoriteiten dat toegang tot de systemen heeft en, in het algemeen, over de omvorming van het SIS van een compensatiemaatregel voor het waarborgen van het vrije verkeer van personen binnen de Schengen-ruimte tot een algemeen controle- en toezichtsysteem;

 

2.   herinnert aan de noodzaak van een samenhangend wettelijk kader voor gegevensbescherming dat stoelt op de hoogste normen, en aan de noodzaak van goedkeuring van een juridisch instrument betreffende minimumwaarborgen in het procesrecht als voorwaarde voor de volledige implementatie van deze nieuwe systemen;

 

3.   verwerpt de weigering van de Raad om voor de uitvoeringsmaatregelen de medebeslissingsprocedure te gebruiken;

 

4.   vraagt direct na afloop van de technische mijlpaal 1-test op 22 december door de Commissie en de Raad te worden geïnformeerd over de resultaten ervan, alsook over de eventueel te nemen verdere stappen;

 

5.   dringt aan op volledige transparantie wat het implementatieproces betreft, alsook wat de financiële aspecten betreft, en verzoekt als medewetgever te worden geïnformeerd over het feit of de zogenaamde mijlpaal 1 en 2-tests nog onder het contract voor de ontwikkeling van het bestaande SIS II vallen of dat ze als aanvullende eisen moeten worden beschouwd, en over de extra kosten die dat laatste met zich mee zou brengen;

 

6.   verzoekt te worden meegedeeld of er boetes zijn opgelegd aan de contractant in verband met de vertragingen en de technische fouten die tot het mislukken van de eerdere tests hebben geleid en, indien van toepassing, de hoogte van die boetes; vraagt daarnaast te worden geïnformeerd over de extra kosten, ten gevolg van deze vertragingen en technische fouten, van de nieuwe tests en van het overschrijden van het tijdschema voor de ontwikkeling van het SIS II;

 

7.   dringt aan op samenwerking tussen en coördinatie van de inspanningen van de Commissie en de lidstaten om te voorkomen dat het scenario van het SIS II zich herhaalt bij het VIS;

 

8.   vraagt de Commissie en de Raad een met redenen omklede uitleg te geven waarom zij vertrouwen houden in de huidige contractant en zijn vermogen het VIS en het SIS II zonder nieuwe vertragingen verder te ontwikkelen;

 

9.   benadrukt dat de Commissie en de Raad het Europees Parlement bij alle beslissingen betreffende de ontwikkeling van het VIS en het SIS II moeten betrekken, met name wanneer de resultaten van de tests niet bevredigend zijn, resulterend in een koerswijziging aangaande zowel het VIS- als het SIS II-project, in het bijzonder een annulering van het contract met de verantwoordelijke onderneming;

10.  verzoekt de Commissie te verduidelijken of een eventuele annulering van het contract in het geval van het SIS II-project automatisch tot de inwerkingtreding van het alternatieve scenario zal leiden, en mee te delen wat de mogelijke gevolgen daarvan voor het VIS-project zijn;

 

11. beklemtoont dat het Europees Parlement voortdurend op de hoogte moet worden gehouden van de stand van zaken van de ontwikkeling van het SIS II en VIS;

 

12.  geeft zijn bevoegde commissie opdracht dit onderwerp van nabij te volgen en zodra daartoe aanleiding is, en ten laatste na afronding van de mijlpaal 1-test, een follow-upoplossing voor de voltallige vergadering voor te bereiden;

 

13.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, alsmede de regeringen en de parlementen van de lidstaten.