ONTWERPRESOLUTIE over de voorbereiding van de Transatlantische Economische Raad (TEC) en de Top EU-VS (2 en 3 november 2009)
19.10.2009
ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement
Helmut Scholz, Willy Meyer, Marie-Christine Vergiat, Patrick Le Hyaric namens de GUE/NGL-Fractie
B7‑0112/09
Resolutie van het Europees Parlement over de voorbereiding van de Transatlantische Economische Raad (TEC) en de Top EU-VS (2 en 3 november 2009)
Het Europees Parlement,
– gelet op artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de mensen in Europa van de nieuwe regering-Obama een ingrijpende politieke verandering verwachten; overwegende dat president Obama belangrijke symbolische maatregelen heeft genomen om de wereld het signaal te geven dat deze verandering van het buitenlands beleid zal plaatsvinden,
B. overwegende dat er ondanks positieve ontwikkelingen nog altijd belangrijke problemen zijn, bijvoorbeeld:
Ø dat de oorlog in Afghanistan nog altijd voortduurt, duizenden burgerslachtoffers maakt en tot een rampzalige ontwrichting van het land leidt; dat geen van de problemen van het land door het beleid van het NAVO-bondgenootschap, dat wordt gedomineerd door militair optreden, zijn opgelost,
Ø dat de troepen van de VS nog altijd overal in de hele wereld worden ingezet,
Ø dat president Obama op zijn tweede dag in functie heeft bepaald dat Guantánamo binnen een jaar moest worden gesloten, maar dat politieke, juridische en diplomatieke belemmeringen de tenuitvoerlegging van dit doel hebben belemmerd,
Ø dat er nog altijd door de VS beheerde detentiecentra in derde landen, zoals in Afghanistan (Bagram) bestaan,
Ø dat de VS bij hun strategie ter bestrijding van het terrorisme middelen voor de bewaking van gevoelige gegevens van Europese burgers gebruiken, die alle sectoren van het dagelijks leven betreffen, en voor het toezicht op details van banktransacties gebruik maken van het net van de "Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunications" (SWIFT), waardoor de grondrechten en vrijheden van Europese burgers kunnen worden ondermijnd,
Ø dat de Verenigde Staten het statuut van het Internationaal Strafhof (ICC) niet hebben geratificeerd, maar nog steeds via bilaterale overeenkomsten proberen te voorkomen dat Amerikaanse burgers wegens onwettige activiteiten voor het ICC kunnen worden gedaagd,
Ø dat de doodstraf nog altijd in 38 staten van de Verenigde Staten en op federaal niveau bestaat,
Ø dat de nieuwe regering de sancties tegen Cuba niet heeft opgeheven,
C. overwegende dat de wereldeconomie te lijden heeft onder een ernstige en diepe recessie, die begonnen is in de Verenigde Staten, maar haar wortels heeft in de algemeen geldende opvatting van vooraanstaande politici en ondernemers en van belangrijke economen aan beide zijden van de Atlantische Oceaan, dat "vrije markten het best functioneren" en dat een ongehinderde interactie van marktkrachten borg staat voor een efficiënte en effectieve verdeling van hulpbronnen,
D. overwegende dat de instorting van het financiële stelsel in de reële economie in de hele wereld, waaronder de Verenigde Staten, tot gevolg had dat een enorm aantal arbeidsplaatsen werd vernietigd, de levensstandaard is gedaald, mensen hun woningen en huizen hebben verloren, en de pensioen- en socialeverzekeringsstelsels sterk onder druk zijn komen te staan; overwegende dat het de Verenigde Staten, de EU en de lidstaten van de G20 niet is gelukt hun op de eerste G20-top zelf gestelde doel om onverwijld doeltreffende maatregelen voor de creatie van regels voor een "nieuwe economische wereldorde" te nemen, te verwezenlijken,
E. overwegende dat de steeds grotere ongelijkheid bij de verdeling van inkomens en welvaart (stijgende winsten en toenemende welvaart, drastische daling van het aandeel van de werknemers in het nationaal inkomen) in de afgelopen 30 jaar, vooral in de Verenigde Staten en in de Europese Unie, de drijvende kracht achter de gigantische toename van de investeringen op de financiële markten en het ontstaan van de speculatiezeepbellen bij de prijzen voor vermogenswaarden is geweest; overwegende dat zowel het neoliberale beleid van liberalisering van de financiële markt alsook het kortetermijnstreven ter verhoging van de "shareholder-value" tegen elke prijs, volkomen ongeschikt zijn gebleken,
1. verzoekt de Raad en de Commissie het momentum voor een conceptueel nieuw begin van de trans-Atlantische betrekkingen te gebruiken:
a) om van gedachten te wisselen over duurzame oplossingen ter beëindiging van crisissituaties in de wereld die de concepten van militaire supermachten kunnen vervangen,
b) om recht te doen aan de dringende noodzaak van een radicale hervorming van het beleid, waarmee de systemische oorzaken van economische en financiële crises worden aangepakt, en om onverwijld energieke maatregelen te nemen voor een "nieuwe economische orde",
c) om eraan vast te houden dat terrorisme niet kan worden bestreden als daarbij het volkenrecht wordt overtreden en dit ten koste gaat van vaste, essentiële en gemeenschappelijke waarden, zoals de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, de rechtsstaat en de desbetreffende verdragen van Genève,
d) met zijn Amerikaanse partners te beraadslagen hoe de verplichting van beide zijden tot multilateralisme, en met name de internationale samenwerking in de Verenigde Naties, in praktijk kan worden gebracht;
2. is van mening dat daartoe een intensivering van de politieke dialoog tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten op parlementair niveau zinvol zou kunnen zijn; verlangt dat de Commissie meer aandacht schenkt aan de betrekkingen met het maatschappelijk middenveld en zich minder concentreert op de dialoog in economische aangelegenheden;
Internationale vraagstukken
3. onderstreept de dringende noodzaak om zowel de huidige militaire strategie als de strategie voor civiele wederopbouw in Afghanistan op eerlijke wijze te beoordelen; stelt vast dat een grondige wijziging van de strategie nodig is, omdat vrede, veiligheid en ontwikkeling alleen een kans maken, wanneer een eind wordt gemaakt aan de spiraal van geweld en de militaire aanpak, waaraan thans prioriteit wordt gegeven, door meer inspanningen op het gebied van civiele wederopbouw wordt vervangen, waardoor het vertrouwen van de Afghaanse bevolking wordt hersteld; dringt aan op terugtrekking van de NAVO-troepen uit het land;
4. stelt vast dat ondanks het hernieuwde streven van de Obama-regering het Midden-Oosten-proces zich op een dood spoor bevindt; dringt er bij de trans-Atlantische partners op aan hun inspanningen op te voeren; dringt erop aan dat de ontwikkeling van de betrekkingen van de trans-Atlantische partners met Israël strikt afhankelijk moet worden gesteld van de eerbiediging van de mensenrechten en de internationale humanitaire wetgeving, van een beëindiging van de humanitaire crisis in Gaza en de bezette Palestijnse gebieden, en van een echt engagement in de richting van een algemene vredesregeling;
5. maakt zich ernstige zorgen over het lot en de veiligheid van de 1,5 miljoen Palestijnen die vast zitten in de Gazastrook zonder de mogelijkheid deze te verlaten; dringt er bij de trans-Atlantische partners op aan er in hun betrekkingen met Israël op aan te dringen dat de Israëlische autoriteiten door middel van het openstellen van de grensposten en het opheffen van de blokkade de levering van voedsel, dringende medische hulp en brandstof aan de Gazastrook mogelijk maken;
6. is ingenomen met het initiatief van president Obama over resolutie 1887 (2009) van de VN-Veiligheidsraad inzake de non-proliferatie van atoomwapens en de nucleaire ontwapening, alsmede het besluit om af te zien van het idee om een antiraketsysteem in de lidstaten van de EU in te stellen; dringt er bij de trans-Atlantische partners op aan tijdens de top van gedachten te wisselen over de wijze van uitvoering van deze resolutie;
7. verzoekt de Europese Unie en de Verenigde Staten ernaar te streven de onderhandelingen over de wapencontrole op multilateraal niveau binnen de VN alsmede op bilateraal niveau nieuw leven in te blazen; herhaalt zijn eis aan de Verenigde Staten om:
Ø de ontwikkeling van nieuwe generaties nucleaire gevechtswapens te beëindigen,
Ø het Verdrag inzake een verbod op atoomproeven te ratificeren,
Ø het Verdrag van Ottawa inzake het verbod op het gebruik, de opslag en de vervaardiging alsmede de overdracht van antipersoneelsmijnen en de vernietiging daarvan te ratificeren,
Ø hun verzet tegen het protocol bij het VN-Verdrag inzake biologische en toxische wapens op te geven,
Ø bij te dragen aan de versterking van het Non-proliferatieverdrag door alle verplichtingen van dit verdrag, met name artikel 2, ten uitvoer te leggen,
Ø de tenuitvoerlegging van het Verdrag inzake chemische wapens alsmede een versterking van zijn organisatie te stimuleren;
Mensenrechten en fundamentele vrijheden
8. verzoekt president Obama zijn belofte gestand te doen om uiterlijk eind 2009 de gevangenis van Guantánamo te sluiten; verzoekt de regering-Obama een eind te maken aan alle praktijken op het vlak van willekeurige inhechtenisneming en overbrenging; verzoekt de Raad en de Commissie tijdens hun overleg met de regering-Obama de kwestie van de door de VS beheerde detentiecentra in Afghanistan (Bagram) aan te snijden en erop aan te dringen deze te sluiten;
9. verzoekt opnieuw dat de Verenigde Staten de doodstraf op federaal niveau en in alle bondsstaten afschaffen;
10. bekrachtigt zijn ernstige bezorgdheid met betrekking tot de schending van de gegevensbescherming van Europese burgers in de vorm van een internationale overeenkomst met de Verenigde Staten op grond van de artikelen 24 en 38 van het EU-Verdrag over de voortzetting van de overdracht van SWIFT-gegevens in het kader van het VS-programma betreffende de opsporing van financiering van terrorisme (TFTP) ; herinnert er in dit verband aan dat de Europese Unie gebaseerd is op de regels van de rechtstaat en dat bij elke overdracht van Europese persoonsgegevens aan derde landen om veiligheidsredenen procedurele garanties en de rechten ter verdediging en bescherming van gegevens op nationaal en Europees niveau moeten worden nageleefd;
11. herinnert eraan dat binnen het trans-Atlantische kader van de EU/VS-overeenkomst inzake rechtsbijstand, die op 1 januari 2010 van kracht wordt, artikel 4 voorziet in het recht op toegang tot bepaalde financiële gegevens op verzoek van nationale autoriteiten, en dat dit een betere rechtsgrondslag zou kunnen zijn voor de overdracht van SWIFT-gegevens dan de voorgestelde tussentijdse overeenkomst;
12. is ingenomen met de recente uitbreiding van het programma inzake vrijstelling van de visumplicht met zeven nieuwe EU-lidstaten; verzoekt de VS evenwel ook voor de overige vijf lidstaten de visumregeling op te heffen en alle EU-burgers op grond van volledige wederzijdsheid gelijk te behandelen; is bezorgd over de verwachte invoering van administratiekosten voor de afgifte van de ESTA-vergunning (elektronisch systeem voor reisvergunningen) aan EU-burgers en verzoekt de Commissie dit als een prioriteit te behandelen bij haar overleg met de VS-regering;
Economische kwesties
13. is van mening dat noch het nieuwe trans-Atlantisch economisch partnerschap noch een vrijhandelszone met de Verenigde Staten voor de EU een doel kan zijn in haar betrekkingen met de VS; is van mening dat de EU haar economische betrekkingen moet diversifiëren, haar beleid in kwesties als gezondheidszorg en milieu moet handhaven en haar economische betrekkingen met andere regio's in de wereld moet versterken;
14. steunt het initiatief van de staatshoofden en regeringsleiders van de G20 om de bonusbetalingen voor bankiers nauwkeurig vast te stellen en grenzen te stellen aan buitensporige salarissen; onderstreept dat er een dringende behoefte is dat de Verenigde Staten, maar ook de lidstaten van de EU, het voortouw nemen bij de verlaging van de bonussen voor reeds goed betaalde bankiers;
15. is ingenomen met de overeenkomst van de G20-groep dat de banken een bepaald deel van de nieuwe kredietpakketten die als veilige waardepapieren aanbieden, moeten aanhouden; heeft ernstige kritiek op het feit dat het kapitaal dat banken aanhouden om posities te dekken waarschijnlijk slechts verdubbeld wordt en de nieuwe voorschriften niet eerder dan aan het eind van het volgend jaar zullen worden toegepast; betreurt dat de VS-regering en de regeringen van de lidstaten van de EU het Comité van Bazel verwachten dat voor het eind van het jaar alleen "minimale wereldwijde liquiditeitseisen" worden vastgesteld;
16. is van mening dat de Verenigde Staten en de Europese Unie als regio's waar zich de belangrijkste financiële centra van de wereld bevinden, een gezamenlijke aanpak nodig hebben om de financiële en economische crises de baas te worden, en dringt erop aan dat alleen zo'n aanpak regelgevingsarbitrage kan voorkomen waarmee de financiële industrie aan de ene kant van de Atlantische Oceaan haar regering tegen de regering van de andere zijde kan uitspelen;
17. is van mening dat de financiële sector naar zijn oorspronkelijke functie moet terugkeren en op de eerste plaats en vooral in het openbaar belang moet functioneren, lagere winsten moet accepteren en moet instemmen met systemen voor bonusbetalingen die zijn gebaseerd op risicovermijding en langetermijndoelen in plaats van op kortetermijnwinsten; onderstreept dat de financiële sector in de industrielanden, met name in de VS en enkele in de EU-landen, te groot is geworden om het welzijn van de samenleving te dienen en tot een gezonde omvang moet worden teruggebracht;
18. verwelkomt het feit dat de VS en de EU het erover eens zijn dat er, als gevolg van de toenemende kracht van de ontwikkelingslanden, dringend behoefte bestaat aan een hervorming van het beheer van internationale financiële instellingen; onderstreept dat het afstaan van tenminste 5% van de stemrechten van de in het Internationaal Monetair Fonds oververtegenwoordigde landen aan de ondervertegenwoordigde landen, of van 3% van de desbetreffende stemrechten in de Wereldbank, pas een eerste stap in de goede richting is; moedigt de regeringen van de VS en de EU-lidstaten aan hun bijdrage aan het welslagen van een dergelijke hervorming te leveren;
19. dringt er bij de Raad en de Commissie op aan met de trans-Atlantsiche partners te bespreken hoe vooruitgang in de kwestie kan worden bereikt, dat de ontwikkelingslanden toegang tot geneesmiddelen krijgen, en zich resoluut teweer te stellen tegen het initiatief van de Verenigde Staten om in alle met ontwikkelingslanden vastgestelde bilaterale overeenkomsten clausules op te nemen waardoor deze landen ervan afzien zich te baseren op de bepalingen van de Doha-Overeenkomst over handelsgerelateerde aspecten van intellectuele eigendom (TRIP's), krachtens welke het hun toegestaan is generieke geneesmiddelen te produceren en in te voeren om de grote problemen van de volksgezondheid aan te pakken (aids, tuberculose, enz.);
20. verzoekt de Raad en de Commissie een eind te maken aan de Blair-House overeenkomst over de beperking van de productie van oliehoudende zaden en eiwithoudende gewassen, waardoor het de EU onmogelijk wordt gemaakt deze gewassen te verbouwen en hen veeleer dwingt energiehoudende landbouwgewassen, zoals sojabonen en andere gewassen die vaak genetisch gemodificeerd zijn, in te voeren;
21. is van mening dat het recht op voedselveiligheid en een veilig milieu ten grondslag ligt aan diverse handelsconflicten tussen de EU en de VS, zoals dat over met hormonen behandeld vlees en genetische gemodificeerde producten, en verzoekt de Raad en de Commissie overeenkomstig de vigerende EU-wetgeving te handelen en deze te verdedigen;
22. is van mening dat de EU en de VS als grootste consumenten van energie die goed zijn voor 38% van de mondiale energieconsumptie het voortouw moeten nemen en zich gezamenlijk inspanningen moeten getroosten om middelen voor de productie van alternatieve energie te ontwikkelen; onderstreept de noodzaak om duurzame milieualternatieven te ontwikkelen en te zorgen voor wereldwijde bescherming van de bossen;
Klimaatverandering
23. is ingenomen met de gewijzigde benadering van de nieuwe VS-regering met het oog op de verwezenlijking van ambitieuze doelstellingen ter beperking van de klimaatverandering; maakt zich echter zorgen door de vaststelling van ambassadeur Bruton dat de VS-Senaat zich toch niet voor volgend jaar kan buigen over de klimaatveranderingskwestie, wanneer de VN-Conferentie over klimaatverandering in Kopenhagen voorbij is en de delegaties naar huis zijn; dringt er bij de top op aan te streven naar een gemeenschappelijke positieve benadering van de klimaatkwesties op de VN-top van Kopenhagen en met name de ontwikkelingslanden te steunen in hun streven om de klimaatverandering met alle mogelijke financiële en uitvoeringsmaatregelen te beperken;
Andere kwesties
24. onderstreept opnieuw dat de extraterritoriale Helms-Burton-wetten en het handelsembargo tegen Cuba illegaal zijn en ingetrokken moeten worden; verlangt dat de Raad en de Commissie deze kwestie op de EU/VS-top aansnijden en streven naar afschaffing, eventueel ook door de mogelijkheid om de VS in de WTO met deze kwestie te confronteren;
25. toont zich ernstig bezorgd over de onevenwichtigheden in de wetgevingsdialoog met de Verenigde Staten die aanzienlijke gevolgen voor de Europese voorschriften hebben; is van mening dat de Transatlantische Economische Raad (TEC) transparant en controleerbaar gemaakt moet worden;
26. verzoekt zijn Voorzitter om deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de parlementen van de lidstaten en de president en het Congres van de Verenigde Staten van Amerika.