ONTWERPRESOLUTIE over de situatie in Oekraïne
17.2.2010
ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement
Rebecca Harms, Werner Schulz namens de Verts/ALE-Fractie
Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B7-0116/2010
B7‑0122/2010
Resolutie van het Europees Parlement over de situatie in Oekraïne
Het Europees Parlement,
– onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over Oekraïne,
– gezien de verklaring van de OVSE van 18 januari 2010 over het resultaat van de eerste ronde van de presidentsverkiezingen,
– gezien de verklaring van de OVSE van 7 februari 2010 over de voorlopige bevindingen en conclusies met betrekking tot de tweede ronde van de presidentsverkiezingen,
– gezien de gezamenlijke verklaring die is aangenomen door de partijen op de top EU-Oekraïne in Kiev op 4 december 2009,
– gezien de van 7 mei 2009 daterende gezamenlijke verklaring van de top van het oostelijk partnerschap in Praag,
– gezien de associatieagenda EU-Oekraïne die in juni 2009 werd aangenomen door de samenwerkingsraad EU-Oekraïne, ter vervanging van het actieplan EU-Oekraïne,
– gelet op Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI)[1],
– gezien het nationaal indicatief programma 2011-2013 voor Oekraïne,
– gelet op artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,
A. overwegende dat de internationale verkiezingswaarnemingsmissie van het Europees Parlement, de parlementaire vergaderingen van de Raad van Europa, de OVSE, de NAVO en het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten van de OVSE (ODIHR) tot het besluit zijn gekomen dat de eerste ronde van de presidentsverkiezingen van 17 januari 2010 voldeed aan de meeste verplichtingen van de OVSE en de Raad van Europa; overwegende dat tijdens de tweede ronde het oordeel over de eerste ronde werd bevestigd,
B. overwegende dat deze verkiezingen gekenmerkt zijn door aanzienlijke vooruitgang en verbeteringen ten opzichte van vorige verkiezingen, in het bijzonder op het vlak van de eerbiediging van politieke en burgerrechten, met inbegrip van vrijheid van vergadering, vereniging en meningsuiting; overwegende dat de verkiezingsdagen op een correcte en efficiënte manier verliepen,
C. overwegende dat er echter wel enkele tekortkomingen zijn geïdentificeerd, met name met betrekking tot de media, waarop zware financiële druk en druk afkomstig van economische belangen rustte, en die blijk gaven van partijdigheid, gevoed door de politieke overtuiging van hun eigenaren, en met betrekking tot de toegang van kleine partijen tot de media,
D. overwegende dat de sfeer van de verkiezingscampagne in de tweede ronde negatief werd beïnvloed door wederzijdse beschuldigingen van fraude en op het laatste moment doorgevoerde wijzigingen van de kieswet,
E. overwegende dat niet-gouvernementele organisaties weliswaar geen officiële toestemming hadden voor het waarnemen van de verkiezingen, maar dat de aanwezigheid van binnen- en buitenlandse waarnemers voor aanzienlijk meer transparantie heeft gezorgd in de aanloop naar de verkiezingen en op de verkiezingsdag zelf,
F. overwegende dat de Europese aspiraties van Oekraïne ten volle aan bod komen in de associatieagenda, die tot doel heeft de implementatie van de associatieovereenkomst, waarover momenteel wordt onderhandeld, te vergemakkelijken; overwegende dat deze nieuwe overeenkomst een kader biedt voor diepere en nauwere betrekkingen en het pad effent voor de verdere integratie van Oekraïne in het gemeenschappelijk beleid van de EU en de intensivering van de politieke samenwerking,
G. overwegende dat de betrekkingen tussen de EU en Oekraïne er de laatste jaren algemeen genomen sterk op vooruitgegaan zijn, en in het bijzonder op het vlak van het buitenlands- en veiligheidsbeleid en financiële, economische en handelskwesties; overwegende dat meer vooruitgang nodig is op het vlak van energie en milieu,
H. overwegende dat het oostelijke partnerschap alleen succesvol kan zijn en kan bijdragen tot de vreedzame ontwikkeling, stabiliteit en welvaart van alle oostelijke buurlanden als het is gebaseerd op praktische en geloofwaardige projecten; overwegende dat Oekraïne hierbij een cruciale en strategische rol speelt,
1. feliciteert de Oekraïense bevolking omdat ze massaal is gaan stemmen en haar mening onomwonden heeft geuit, wat wijst op het oprechte verlangen van de Oekraïense burgers om deel te kunnen nemen aan en te kunnen beslissen over de toekomstige koers van hun land; merkt op dat het Oekraïense volk een keuze heeft kunnen maken uit diverse kandidaten met alternatieve politieke standpunten die aan de presidentsverkiezingen hebben deelgenomen;
2. neemt kennis van het resultaat van de verkiezing, feliciteert de nieuwe president, en verwacht dat hij de vastbeslotenheid van Oekraïne om door te zullen gaan met het werken aan Europese integratie en democratische hervorming opnieuw bevestigt en versterkt, alsook de vastbeslotenheid om te blijven werken aan het uitdiepen en verbeteren van de samenwerking met de EU in de regio, met name in het kader van het oostelijk partnerschap en het synergiebeleid voor het Zwarte-Zeegebied; is in dit opzicht van oordeel dat het uitermate belangrijk is dat de president en de eerste minister van Oekraïne samenwerken en een dialoog aangaan met de oppositie, om de bovengenoemde doelstellingen te kunnen bereiken en de politieke en economische stabiliteit in het land te verhogen;
3. is ingenomen met het feit dat de presidentsverkiezingen op bevredigende wijze zijn verlopen, in overeenstemming met de internationale verkiezingsnormen, en wijst erop dat Oekraïne gestaag op weg is om een steeds volwassener democratie te worden, die klaar is haar rol te vervullen op het continent, in lijn met haar Europese aspiraties;
4. neemt kennis van de door de internationale verkiezingswaarnemingsmissie vastgestelde tekortkomingen van de verkiezingen; vraagt dat de bevoegde autoriteiten in Oekraïne een duidelijk kiesreglement aannemen dat te goeder trouw en zonder beperkingen zal worden toegepast; roept dringend op tot meer transparantie met betrekking tot de financiering van politieke partijen, en roept op tot meer transparantie voor wat de financiering van campagnes vóór de verkiezingen betreft, met als doel misbruik van administratieve middelen voor persoonlijk gewin te vermijden; verzoekt de centrale verkiezingscommissie om klachten van kandidaten op transparante wijze te behandelen en er aan de hand van formele besluiten effectief op te reageren;
5. erkent dat Oekraïne het Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden van de Raad van Europa en het Europees Handvest voor regionale of minderheidstalen heeft geratificeerd, maar roept de Oekraïense autoriteiten op meer inspanningen te leveren om de hand te reiken aan de minderheidsgemeenschappen in Oekraïne door campagnemateriaal in minderheidstalen beschikbaar te stellen en door deze gemeenschappen verder te betrekken bij alle politieke ontwikkelingen in het land;
6. is verheugd over de grote vorderingen die Oekraïne geboekt heeft op het vlak van de vrijheid van meningsuiting en een pluralistische mediaomgeving, die ertoe hebben geleid dat de kiezers heel wat informatie hebben gekregen over de voornaamste presidentskandidaten en hun verkiezingsprogramma's; vraagt om een herziening van de kieswet, zodat alle verkiezingskandidaten in de toekomst op eerlijke en gelijke wijze toegang hebben tot de media;
7. betreurt dat het Oekraïense parlement ("Verchovna Rada") de uitermate controversiële amendementen op de presidentiële kieswet, die slechts enkele dagen vóór de tweede ronde werden voorgesteld door de Partij van de Regio's, heeft aangenomen, hoewel dit geen aanzienlijke invloed lijkt te hebben gehad op het verloop van de verkiezingsdag;
8. hoopt dat het resultaat van deze verkiezingen zal leiden tot meer politiek engagement in Oekraïne om de politieke dialoog te versterken en de constitutionele en politieke hervormingen door te voeren die dringend nodig zijn om een stabiel en goed functionerend bestuur van het land mogelijk te maken; vestigt met name de aandacht op de noodzaak wetten aan te nemen die tot doel hebben de transparantie van het politieke stelsel te verhogen, met name op het vlak van de betrekkingen tussen het bedrijfsleven en de politiek, en de kwestie met betrekking tot belangenconflicten aan te pakken;
9. is verheugd over de actieve deelname van Oekraïne aan het oostelijke partnerschap en de parlementaire vergadering van Euronest, zijn engagement om zich blijvend in te spannen voor meer democratie, de rechtsstaat, en de eerbiediging van de mensenrechten en fundamentele vrijheden, alsook zijn engagement op het vlak van de markteconomie, duurzame ontwikkeling en degelijk bestuur;
10. vraagt de Raad en de Commissie met klem de beloften van de EU na te komen en de verwachtingen van de Oekraïense burgers in te lossen, die in toenemende mate naar de EU kijken om meer specifieke kansen te bieden om de politieke, economische en sociale integratie van Oekraïne in de Europese structuren en het Europese beleid voort te zetten; moedigt de Commissie daarom aan de onderhandelingen met Oekraïne over de nieuwe associatieovereenkomst voort te zetten en te versnellen, aangezien deze overeenkomst Oekraïne moet helpen geleidelijk aan dichter tot de EU te komen, op basis van gedeelde verantwoordelijkheid en gezamenlijke zeggenschap voor de twee partijen; verzoekt de Commissie de associatieagenda nauw af te stemmen op het nationaal indicatief programma 2011-2013;
11. vraagt alle buurlanden van Oekraïne de vrije en democratische keuzes van de Oekraïense bevolking onvoorwaardelijk te eerbiedigen en af te zien van om het even welke druk of inmenging om de democratische wens en beslissingen van Oekraïne met betrekking tot zijn politieke, sociale en economische ontwikkeling te niet te doen;
12. wijst erop dat vooruitgang werd geboekt op het vlak van de tenuitvoerlegging van de overeenkomsten betreffende wedertoelating en versoepeling van de visaverlening, maar dat resultaten uitbleven; benadrukt dat verdere inspanningen nodig zijn om deze overeenkomsten te verbeteren, met name op het vlak van de uitbreiding van de categorieën van Oekraïense burgers die onder de overeenkomst inzake de versoepeling van de visumplicht vallen, en door tot passende oplossingen te komen voor de versoepeling van de algemene procedure voor de verlening van visa aan Oekraïense onderdanen, in het licht van de nieuwe EU-wetgeving inzake visa;
13. verzoekt de lidstaten de visumwetgeving op zodanige wijze toe te passen dat het aanvragen en afgeven van visa voor de aanvragers zo snel en soepel mogelijk verloopt, en roept de lidstaten op de overeenkomst inzake de versoepeling van de visumplicht van de Unie na te leven en onnodige procedures te vermijden;
14. is verheugd over het opstarten van een gestructureerde visumdialoog tussen de EU en Oekraïne met het oog op de totstandbrenging van een visumvrije ruimte, en beklemtoont in deze context dat het nodig is een routekaart op te stellen voor visavrij reizen voor Oekraïne, zoals wordt bepleit in de mededeling betreffende het oostelijk partnerschap, die dit jaar door de Raad moet worden aangenomen; verzoekt de Raad de Commissie te gelasten om op korte termijn de visumversoepelingsovereenkomst met Oekraïne te herzien, teneinde te komen tot de afschaffing van alle visumverplichtingen, overeenkomstig artikel 14, lid 4, van de overeenkomst en de tweede stap van het "pact voor mobiliteit en veiligheid";
15. stelt vast dat Oekraïne er veel beter in slaagt zijn betalingsverbintenissen tegenover Rusland voor de aankoop van gas na te leven en de doorgang van gas naar verscheidene Europese landen die afhankelijk zijn van via Oekraïne geleverd aardgas uit Rusland niet meer in gevaar te brengen; spoort de Oekraïense autoriteiten aan de gassector van het land te moderniseren om de betrouwbare en transparante werking van het netwerk te waarborgen;
16. verzoekt de Commissie om de nodige technische bijstand te verlenen om de energie-efficiëntie van het Oekraïense elektriciteitsnet drastisch te verbeteren en om de samenwerking met betrekking tot de hervorming van de gassector te intensiveren, om ervoor te zorgen dat de EU-normen worden nageleefd; vraagt consistente Europese steun voor een Oekraïense strategie om het energieverbruik te verminderen en om de energie-efficiëntie te verhogen, als beste manier om de uitgaven voor gas en de Oekraïense afhankelijkheid van energie-invoer te beperken;
17. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regering en het parlement van Oekraïne en de parlementaire vergaderingen van de Raad van Europa, de OVSE en de NAVO.
- [1] PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1.