Ontwerpresolutie - B7-0155/2010Ontwerpresolutie
B7-0155/2010

ONTWERPRESOLUTIE over de grote natuurrampen in the autonome regio Madeira en in Frankrijk

4.3.2010

naar aanleiding van een verklaring van de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement

Raül Romeva i Rueda, Michail Tremopoulos, Catherine Greze, François Alfonsi, Sandrine Bélier namens de Verts/ALE-Fractie

Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B7-0155/2010
Ingediende teksten :
B7-0155/2010
Debatten :
Aangenomen teksten :

B7‑0155/2010

Resolutie van het Europees Parlement over de grote natuurrampen in the autonome regio Madeira en in Frankrijk

Het Europees Parlement,

–   gelet op artikel 191 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (oud artikel 174 VEG),

–   onder verwijzing naar zijn resoluties van 7 september 2006 over bosbranden en overstromingen in Europa[1], van 5 september 2002 over overstromingen in Europa[2], van 8 september 2005 over natuurrampen (branden en overstromingen) in Europa[3], en zijn resoluties van 18 mei 2006 over natuurrampen (bosbranden, droogtes en overstromingen) - aspecten voor de landbouw[4], aspecten in verband met de regionale ontwikkeling[5] en milieuaspecten[6],

–   onder verwijzing naar zijn standpunt van 25 april 2007 betreffende het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de vaststelling van een richtlijn over beoordeling en beheer van overstromingsrisico's,

–   gezien het voorstel van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (COM(2005)0108) en het standpunt in eerste lezing van het Parlement van 18 mei 2006[7],

–   gelet op het Witboek over aanpassing aan de klimaatverandering, een Europees actiekader" (COM(2009)0147),

–   gezien het bezoek van een delegatie van de Commissie regionale ontwikkeling van 26 t/m 28 oktober 2009 aan Madeira,

–   gezien de verklaring van de Commissie van 24 februari 2010,

–   gelet op artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,

A. overwegende dat op 20 februari 2010 op het autonome eiland Madeira als gevolg van hevige regenval grote aardverschuivingen hebben plaatsgevonden waarbij 48 mensen zijn omgekomen en verwoestingen rond de hoofdstad van het eiland zijn aangericht en voorts overwegende dat op 27 februari 2010 bij overstromingen in Frankrijk na de Atlantische storm Xynthia ten minste 50 mensen zijn omgekomen en ernstige schade is aangericht, nog steeds talloze mensen vermist worden en duizenden mensen dakloos zijn geworden,

B.  overwegende dat de rampen schade hebben aangericht aan de openbare infrastructuur – waaronder wegen, watervoorziening, elektriciteit, riolering en telecommunicatie – en aan particuliere bouwwerken, commerciële inrichtingen, industrie en landbouwgrond, en dat met name de schade aan de watervoorziening en de rioleringen gevaren voor de volksgezondheid kan opleveren,

C. overwegende dat het in de afgelopen jaren duidelijk is geworden dat problemen in verband met overstromingen, stormen en andere extreme weersverschijnselen naar alle waarschijnlijkheid steeds vaker zullen voorkomen; overwegende dat investering in de bestrijding van klimaatverandering bijgevolg een investering in rampenpreventie is,

D. overwegende dat de sterke groei van het toerisme heeft geleid tot de aanleg van wegen en de bestrating van oppervlakten in talrijke kustgebieden, waardoor de afvoersystemen de ongebruikelijk grote hoeveelheden water niet langer konden verwerken en zijn overgelopen,

E.  overwegende dat in sommige regio's natuurlijke watergebieden zijn drooggelegd en na de aanleg van dijken als bouwgrond zijn gebruikt,

F.  overwegende dat suburbanisatie en verkeerde planning de gevolgen van de regenstormen op Madeira nog hebben verergerd en dat de druk om bosgrond te gebruiken voor bouwdoeleinden heeft bijgedragen tot een verslechtering van de bescherming van vegetatie en bodem, waardoor de helft van het grondgebied van Madeira thans met desertificatie wordt bedreigd en een derde onder ernstige erosie te lijden heeft,

G. overwegende dat natuurrampen economische en sociale gevolgen hebben voor regionale economieën, productiviteit, aquacultuur, toerisme, milieu en biodiversiteit,

1.  betreurt dat bij de rampen doden zijn gevallen en betuigt zijn medeleven met de bewoners van de door de rampen getroffen gebieden;

2.  is van oordeel dat de nationale, regionale en plaatselijke autoriteiten zich moeten inzetten voor een efficiënt preventiebeleid en meer aandacht moeten schenken aan adequate wetgeving voor bodemgebruik, waterbeheer, doeltreffend risicobeheer en de tenuitvoerlegging ervan, hetgeen van cruciaal belang is om de negatieve gevolgen van negatieve klimatologische gebeurtenissen tot een minimum te beperken;

3.  verzoekt de lidstaten bewustmakingsmaatregelen te nemen en te zorgen voor de toepassing van duurzamere op de kenmerken van het landschap afgestemde bodembestemmingspraktijken;

4.  verzoekt de lidstaten en de betrokken regio's herstel- en rehabilitatieplannen voor de getroffen gebieden op te zetten, met inbegrip van het creëren van omstandigheden om toekomstige overstromingen op duurzame wijze te helpen voorkomen door rekening te houden met natuurlijke watergebieden;

5.  verzoekt de lidstaten zich aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering door het opvolgen van bestaande wetgeving middels een geïntegreerde aanpak op alle terreinen in kwestie;

6.  wenst dat medefinanciering door EU-fondsen – met name de structuurfondsen, het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO), het Cohesiefonds en het Europees Solidariteitsfonds – voor de tenuitvoerlegging van zulke plannen afhankelijk moet worden gesteld duurzaam bodemgebruik;

7.  verzoekt de Commissie het Solidariteitsfonds onverwijld en zo flexibel mogelijk in te zetten; dringt aan op controle op de duurzaamheid van de herstelmaatregelen;

8.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen van de betrokken lidstaten.