Ontwerpresolutie - B7-0252/2010Ontwerpresolutie
B7-0252/2010

ONTWERPRESOLUTIE over de massale gruweldaden in Jos, Nigeria

28.4.2010

naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement

Filip Kaczmarek, Gay Mitchell, Mario Mauro en Cristian Dan Preda namens de PPE-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B7-0247/2010

Procedure : 2010/2660(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B7-0252/2010
Ingediende teksten :
B7-0252/2010
Aangenomen teksten :

B7‑0252/2010

Resolutie van het Europees Parlement over de massale gruweldaden in Jos, Nigeria

Het Europees Parlement,

-  onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over mensenrechtenschendingen in Nigeria,

-  gelet op het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 1966, dat door Nigeria op 29 oktober 1993 werd geratificeerd,

-  gelet op het Afrikaanse Handvest van de rechten van de mens en de volkeren van 1981, dat door Nigeria op 22 juni 1983 werd geratificeerd,

-  gelet op de Constitutie van de Federale Republiek Nigeria  en met name de bepalingen daarin over bescherming van de godsdienstvrijheid, in Hoofdstuk IV – Recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst,

-  gelet op artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,

 

 

A. geschokt door de recente gewelduitbarstingen in en rond Jos, gelegen in het grensgebied tussen het Islamitische noorden en het Christelijke zuiden van Nigeria, waarbij in januari en maart van dit jaar honderden mensen bij religieuze en etnische botsingen zijn omgekomen,

 

B. overwegende dat het leger een beslissende rol heeft gespeeld door in te grijpen en de situatie onder controle te brengen, maar dat er anderzijds berichten zijn over buitengerechtelijke executies door het leger en ook door de politie,

 

C. overwegende dat intercommunale conflicten in Jos regelmatig zijn voorgekomen, waarbij grote botsingen zich in 2001, 2004 en 2008 hebben voorgedaan,

 

D. overwegende dat twee nabijgelegen gemeenschappen volgens een medewerker van het Rode Kruis ook doelwit waren, niet ver van het gebied waar sektarische botsingen in januari honderden mensenlevens hebben geëist,

 

E. overwegende dat volgens berichten van het Rode Kruis als gevolg van deze gewelddadigheden momenteel minstens
5 600 mensen uit angst voor hun leven het gebied verlaten,

 

F. overwegende dat duizenden mensen de afgelopen tien jaar slachtoffer zijn geworden van het religieus en etnisch geweld in de centrale deelstaten van Nigeria, waar de religieuze en etnische spanningen regelmatig hoog oplopen,

 

G. overwegende dat de problemen in Jos en omgeving het gevolg zijn van achterblijvende economische ontwikkeling en spanningen als gevolg van decennia oude haatgevoelens tussen inheemse bevolkingsgroepen, voornamelijk christenen en animisten, die de controle over de vruchtbare landbouwgrond moeten bevechten tegen migranten en kolonisten uit het Hausa-talige islamitische noorden,

 

H. overwegende dat Moslims of Christenen zich niet systematisch in de rol van agressor of slachtoffer laten indelen, omdat beide groepen historisch zowel het een als het ander zijn geweest,

 

I. overwegende dat de huidige instabiliteit laat zien hoe fragiel de situatie is in het dichtstbevolkte land van Afrika, waar de verkiezingen van 2011 reeds naderen zonder dat er zekerheid over het politiek leiderschap bestaat, wegens de ziekte van President Yar'Adua,

 

J. overwegende dat stabiliteit en democratie in Nigeria ook buiten de onmiddellijke landsgrenzen van belang zijn, wegens de leidende rol van dit land in de regio en in het Afrika bezuiden de Sahara,

 

K. overwegende dat ingevolge artikel 8 van de herziene Cotonou-overeenkomst, de EU een regelmatige politieke dialoog met Nigeria aangaat over mensenrechten en democratische beginselen, dus ook over etnische, religieuze en raciale discriminatie;

 

1. spreekt zijn krachtige veroordeling uit over het recente geweld en het tragische verlies aan mensenlevens in en rondom Jos en betuigt zijn medeleven met de getroffenen en gewonden;

 

2. maant alle partijen zelfbeheersing te betrachten en naar vreedzame middelen te zoeken voor het oplossen van geschillen tussen de verschillende religieuze en etnische groepen in Nigeria;

 

3. dringt er bij de Federale regering op aan onderzoek in te stellen naar de oorzaken van het meest recente geweld en erop toe te zien dat de geweldplegers berecht worden;

 

4. vraagt de Federale regering concrete en dringende maatregelen te nemen om een interetnische en interreligieuze dialoog te ondersteunen;

 

5. dringt aan op breder onderzoek naar de onderliggende oorzaken van het conflict, zoals sociale, economische en etnische spanningen, in plaats van te volstaan met vage en simpele verklaringen op grond van alleen religie, die op den duur geen basis kunnen bieden voor een blijvende oplossing voor de problemen in deze regio;

 

6. roept de Federale regering op de bevolking te beschermen en de onderliggende oorzaken van het geweld aan te pakken, door te zorgen voor gelijke rechten voor alle burgers en door werk te maken van de problemen rond de controle over vruchtbare landbouwgrond, werkeloosheid en armoede ;

 

7. spoort de EU aan haar politieke dialoog met Nigeria ingevolge artikel 8 van de herziene Cotonou-overeenkomst voort te zetten en met spoed de kwesties te behandelen rond de vrijheden van gedachte, geweten, godsdienst en overtuiging, zoals die zijn vastgelegd in universele, regionale en nationale teksten inzake mensenrechten;

8. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de Federale regering van Nigeria, de instellingen van de Afrikaanse Unie, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, de beide voorzitters van de paritaire parlementaire vergadering ACS-EU en het Pan-Afrikaanse Parlement (PAP).