Ontwerpresolutie - B7-0253/2010Ontwerpresolutie
B7-0253/2010

ONTWERPRESOLUTIE over de massale gruweldaden in Jos, Nigeria

28.4.2010

naar aanleiding van de verklaring van de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Reglement

Charles Goerens, Ramon Tremosa i Balcells namens de ALDE-Fractie

Zie ook gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B7-0247/2010

Procedure : 2010/2660(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus :  
B7-0253/2010
Ingediende teksten :
B7-0253/2010
Aangenomen teksten :

B7‑0253/2010

Resolutie van het Europees Parlement over de massale gruweldaden in Jos, Nigeria

Het Europees Parlement,

–   onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over mensenrechtenschendingen in Nigeria,

–   gelet op het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 1966, dat op 29 oktober 1993 door Nigeria is geratificeerd,

–   gelet op het Afrikaanse Handvest van de rechten van de mens en de volkeren van 1981, dat op 22 juni 1983 door Nigeria is geratificeerd,

–   gelet op artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,

A. ontsteld over de jongste gebeurtenissen in Nigeria, in Jos, gelegen op de breuklijn tussen het islamitische noorden en het christelijke zuiden van Nigeria, waarbij honderden mensen bij etnische gewelddadigheden zijn omgekomen,

B.  overwegende dat volgens een functionaris van het Rode Kruis ook twee andere nabijgelegen gemeenschappen het doelwit waren in een regio niet ver van het gebied waarin in januari honderden mensen bij conflicten tussen religieuze groeperingen zijn gedood,

C. overwegende dat volgens berichten van het Rode Kruis als gevolg van deze gewelddadigheden momenteel minstens 5 600 mensen uit angst voor hun leven het gebied verlaten,

D. overwegende dat in Centraal-Nigeria in de afgelopen tien jaar duizenden mensen het slachtoffer zijn geworden van religieus en etnisch geweld als gevolg van de religieuze en etnische spanningen die in Nigeria regelmatig de kop opsteken,

E.  overwegende dat de problemen in Jos en omgeving het gevolg zijn van een gebrek aan economische ontwikkeling en de spanningen voortvloeien uit al tientallen jaren voortdurende rancuneuze gevoelens tussen verschillende autochtone bevolkingsgroepen, voornamelijk christenen en animisten, die met migranten en bewoners uit het Hausa-sprekende moslimnoorden rivaliseren om de controle van het vruchtbare akkerland,

F.  overwegende dat de instabiliteit tekenend is voor de kwetsbaarheid van het dichtstbevolkte land van Afrika aan de vooravond van de verkiezingscampagne voor de verkiezingen van 2011 en echte politieke leiding ontbreekt,

1.  veroordeelt krachtig het geweld in Centraal-Nigeria en spreekt zijn bezorgdheid uit over de aanhoudende etnische spanningen, waarvan de Hausa-Fulani- en de Berom-gemeenschappen zowel daders als slachtoffers zijn;

2.  dringt er bij de autoriteiten op aan om zich in te zetten voor een vreedzame oplossing en roept de Nigeriaanse regering op haar bevolking te beschermen en de fundamentele oorzaken van het geweld aan te pakken door gelijke rechten voor alle burgers te waarborgen en problemen als werkloosheid en armoede aan te pakken;

3.  roept de Nigeriaanse autoriteiten op onverwijld maatregelen te nemen ter bescherming van burgers van alle etnische groeperingen die het slachtoffer dreigen te worden van nieuwe aanvallen of vergeldingsmoorden, door middel van regelmatige patrouilles in het gebied; dringt erop aan dat degenen die wegens het bloedbad gedwongen waren te vluchten de gelegenheid krijgen om veilig naar hun woningen terug te keren;

4.  verzoekt de Nigeriaanse regering onverwijld een onderzoek in te stellen naar deze bloedbaden en onderstreept dat geen van de schuldigen van de crisis in Jos zijn straf mag ontlopen;

5.  spreekt zijn bereidheid uit de in het kader van zijn partnerschap met Nigeria op gang gebrachte dialoog voort te zetten ten einde de in dit land lopende processen ter consolidatie van de democratie en ter fine van de eerbiediging van de mensenrechten en de rechten van minderheden te versterken;

6.  verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de regering van Nigeria, de organen van de Afrikaanse Unie, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, de covoorzitters van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU en het Pan-Afrikaanse Parlement (PAP).